×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Actieve wintervakantie Ivalo, Fins Lapland

Per sneeuwscooter en hondenslee door het witte landschap

Reisverslag: Hetty Dirksen
Foto's: Hetty Dirksen

Per sneeuwscooter en hondenslee door het witte winterlandschap rond Ivalu, 300 km boven de poolcirkel in Fins Lapland. Over bevroren rivieren en meren en door bossen waar rendieren tussen de bomen staan te kijken. Onderweg eten boven een kampvuur en overnachten in een hut in de wildernis. En op een rendierfarm en in een grote ronde tent kennismaken met de traditionele Samicultuur.

Met een overstap in Helsinki vliegen we naar Ivalo in Fins Lapland, zo’n 300 kilometer boven de poolcirkel. Ivalo is een dorp met 4.000 inwoners en heeft een klein vliegveld. Als we uit het vliegtuig stappen staan we buiten en lopen met z’n allen naar de hal.

De hostess heet ons hier welkom. Na een half uur wordt duidelijk dat onze bagage nog in Helsinki staat en morgen met het eerste vliegtuig aankomt, dat betekent dat we nog een avond en ochtend in dezelfde kleren moeten lopen. Gelukkig heb ik een pakje kauwgom in mijn tas met daarop een tandenborstel, deze moet mij maar een fris gevoel geven.

Om zeven uur ga ik met een paar medereizigers in het hotel eten. De eerste kennismaking met de Finse keuken is goed; lekker rendierenvlees en veel vis.

Na het eten gaan we met z’n zessen een wandeling maken door Ivalo, buiten is het met -2 graden niet te koud en het lopen door de sneeuw geeft een vakantiegevoel.

Sneeuwscootertocht

De smalle bochtige bospaadjes zijn een uitdaging

Om half zeven ben ik al klaarwakker. Ik zie dat het buiten al licht is en dus ga ik eruit. Na het ontbijt ontmoeten we de hostess opnieuw. Ze informeert ons over de mogelijkheden van deze week en ik besluit overal aan mee te doen, te beginnen met een sneeuwscootertocht van 60 km vanmiddag. Om tien uur staat onze bagage in de hal van het hotel.

Om half twee verzamelen we in de hal van het hotel voor de tocht met de sneeuwscooters. Onze gids neemt ons mee naar een ruimte waar we een overall, sneeuwlaarzen, een bivakmuts en een helm krijgen.

Na een korte uitleg worden de motoren gestart en een voor een rijden we achter de gids aan de heuvel af. Ietwat onwennig rijd ik achter de groep aan de bevroren Ivalorivier op die achter ons hotel ligt.

Ik begrijp nu wat de gids bedoelde toen hij zei dat als je motorervaring hebt je nog geen sneeuwscooter kunt besturen; de ski’s aan de voorkant van de motor zoeken hun weg in de sporen in de sneeuw, ik ben dus steeds bezig met tegensturen en rijd al snel niet harder dan 20 en raak achter op de groep.

De gids komt terug om te kijken of alles wel goed gaat en geeft mij het advies meer gas te geven. Ik volg zijn advies op en het werkt; door meer snelheid te maken kan ik mijn machine makkelijker besturen en ik krijg de smaak te pakken, dit is kicken!

Na een kwartiertje over de ijsvlakte rijden we het bos in. Het rijden door het bos is veel leuker, we kunnen dan wel niet zo hard maar de smalle paadjes en bochten zijn een uitdaging op zich.

Voor mij rijdt Petra, zij heeft nog steeds moeite met de sporen en nadat ze voor de tweede keer van het pad af raakt houdt ze het voor gezien, Marjan neemt het stuur over en zij gaat achterop bij Wendy.

Onderweg stoppen we geregeld om te kijken naar de rendieren die tussen de bomen staan, ze zijn aan mensen gewend en als je niet te dichtbij komt laten ze zich graag op de foto zetten.

Op een gegeven moment rijden we op een smal pad. Ik merk te laat dat ik teveel aan de linkerkant zit, om te voorkomen dat ik omsla stuur ik mijn motor naar links, rij naar beneden, kan nog net een boom ontwijken en sta dan stil.

Ik probeer met veel gas uit de diepe sneeuw weg te komen, maar het enige wat ik met mijn actie bereik is dat mijn machine nog verder in de sneeuw wegzakt.

De gids komt hulp bieden, ik stap van mijn motor en zak gelijk een meter weg in de sneeuw. Met de hulp van anderen weet ik het pad te bereiken. De gids tilt de achterkant van de motor op, wipt hem iets om, waarna hij vol gas met een bocht mijn scooter weer op het pad zet.

Het laatste stuk van de tocht gaat weer over de bevroren Ivalorivier. Er is ruimte genoeg om het gas open te draaien. De motoren kunnen met gemak een gangetje van 120 km per uur halen, maar wij mogen de gids niet passeren en moeten het doen met een snelheid van zo’n 50 km maximum. Om 5 uur zijn we weer terug bij ons hotel.

Huskysafari

Met de hondenslee over het enorme Inarimeer

Ik sta alweer vroeg op, verzamel de bagage die ik niet nodig heb voor de huskysafari in mijn koffer en breng deze naar de bagageruimte van het hotel. Om 10 uur vertrekt het busje dat ons naar de huskyfarm brengt.

Na een kwartier rijden komen we aan bij de huskyfarm en worden begroet door het luide blaffen van ruim 200 hondjes. Als we uitstappen worden we opgewacht door iemand van de farm die ons meeneemt naar een ruimte waar we een overall en sneeuwlaarzen uitgereikt krijgen.

Na instructies over het rijden met een slee met honden gaan we naar de sledes. Ik krijg een slee met vijf honden ervoor, bind mijn bagage op de slee en ga met beide voeten op de rem staan.

De honden staan klaar voor de start en blaffen, wat een lawaai. Onder het lopen zijn ze stil. De musher (de eigenaar van de sledehonden) haalt het anker uit de sneeuw en als de eersten weg zijn haal ook ik mijn voeten van de rem en zet ze op de glijders.

De honden schieten als een pijl uit de boog weg en nemen direct een bocht naar rechts de farm af. M’n voorganger wordt gelijk in de eerste bocht van de slee afgeworpen, de honden rennen met de slee verder maar worden al snel opgehaald door de musher op zijn sneeuwscooter.

Na een paar honderd meter rennen gaan de honden over op een drafje, dat is een stuk rustiger en ik krijg weer oog voor mijn omgeving. Het is prachtig weer met temperaturen van rond het vriespunt, een blauwe lucht en zon. De honden happen geregeld in de sneeuw, een mooi alternatief voor water drinken.

Na een paar kilometer door het bos komen we op het 80 km lange Inarimeer. De honden hebben een rustig tempo en ik doe m’n muts en handschoenen uit, stop ze in m’n tas en pak m’n camera om een paar foto’s te maken.

Al snel merk ik dat het rustige tempo van mijn hondjes niet voor iedereen opgaat: lag ik bij de start nog op de 3e plaats, al snel vorm ik samen met Maria de achterhoede. In de verte zien we de anderen ver voor ons uit gaan.

Na 30 km is de eerste stop voor de lunch, het is half 3. Bij een kampvuur krijgen we een kom soep met grote stukken zalm en lekkere broodjes met kaas.

Om half 5 komen we na 50 kilometer aan bij de wildernishut, waar we de komende twee nachten doorbrengen. Ik help de musher met het uitspannen van de hondjes, die op volgorde aan een ketting in de sneeuw worden vastgezet.

De slee wordt op z’n kant gelegd en wij gaan met onze bagage naar de wildernishut, waar we onze bagage naar boven brengen. Op de zolder liggen al slaapzakken en een kussen klaar.

Om 6 uur worden de honden gevoerd, ze krijgen een soort zompige koek van brokken met vlees en vis. M’n handen stinken naar de vis en schoonmaken met sneeuw helpt niet echt, dan maar op zoek naar mijn lotiondoekjes. Om 7 uur is er ook eten voor onszelf: een groot bord met aardappelpuree en rendierenvlees en een schep bessenjam.

Als het goed donker is gaan we met z’n alle naar buiten om te kijken of het noorderlicht komt. Het is helder en na een kwartier begint zowaar het noorderlicht. Ik weet niet wat ik zie: prachtige grote groene banen maken strepen en krullen in de donkere nacht. Het is echt adembenemend, zo mooi.

De volgende morgen is het om half 7 al licht en als ik buiten kom zie ik een prachtige zonsopgang. De stilte is hier enorm, je hoort niets. Als de zon op is maak ik samen met Janneke, Marjan en Wendy een wandeling over het meer.

Terug bij de hut was ik me met een lotiondoekje en poets m’n tanden met een bekertje water uit de jerrycan die de musher vult met water uit het wak dat in het meer is geslagen. Er is hier geen stromend water en de hut wordt verwarmd met houtkachels. De enige luxe is stroom opgewekt door een generator.

Na het ontbijt (met zalm) vertrekken we om half 11 met de slee voor een tocht van zo’n 30 km over het meer en door het bos. De zon schijnt en het is weer een prachtige niet te koude dag.

Mijn honden hebben er zin in; liepen we gisteren achteraan en moest ik vaak meesteppen, vandaag moet ik geregeld bijremmen om niet te ver vooruit te gaan of m’n voorganger in te halen.

Voor de lunch is er weer een kampvuur aangelegd waarboven we aan stokken worsten warmen. Om 3 uur zijn we terug bij de hut. De sauna is opgewarmd voor wie daar zin in hebben. Anderen, waaronder ik, besluiten nog een wandeling te maken.

In een supermarkt in Ivalo had ik koekjes voor de honden gekocht, maar helaas pakken mijn honden niets uit m’n hand. Ik gooi het voor ze op de grond en als ik een eindje bij ze wegloop zie ik dat ze het toch opeten.

De derde en laatste dag van de huskysafari vertrekken we om half 10 voor de tocht van 50 kilometer terug naar de huskyfarm. Het is bewolkt en het sneeuwt iets, ik heb me goed ingepakt tegen de kou. En dan vriest het nog niet eens hard, ik kan me niet goed voorstellen hoe het zou zijn als het min 30 graden is.

‘s Middags breekt de zon door en ik geniet van de prachtige natuur waar we doorheen sleeën. We krijgen als lunch soep met rendierenvlees en na een prachtige tocht door het bos komen we om 3 uur weer bij de farm aan. Na het uitspannen van de hondjes en het teruggeven van de overall en sneeuwlaarzen brengt het busje ons terug naar ons hotel in Ivalo.

Rendierenfarm

Kennismaken met de traditionele Samicultuur

Vanmorgen gaan we met een bus naar Inari, een plaatsje 40 km verderop met nog geen 500 inwoners. Hier bezoeken we een museum en snuffelen rond in een souvenirwinkel van de Sami. Ik was vast van plan warme sloffen van rendierenhuid mee te nemen maar 210 euro heb ik er niet voor over.

We lunchen in een hotel en lopen daarna naar de Inaririvier die erachter ligt. Deze is in tegenstelling tot de Ivalorivier achter ons hotel in Ivalo niet helemaal dichtgevroren.

We worden dan ook gewaarschuwd niet het ijs op te gaan; het is gevaarlijk omdat je door de sneeuw gemakkelijk in een wak kunt trappen en dan door de stroming onder het ijs meegesleurd kunt worden. Ik maak een paar mooie foto’s van de rivier met de open gaten en ijsschotsen die iets omhoog staan.

We rijden door naar een rendierenfarm even verderop en worden welkom geheten door de eigenaar en zijn familie in traditionele Samikleding. Nadat we de rendieren wat brokjes uit onze hand hebben gevoerd mogen we een rondje maken in een slee met een rendier ervoor.

Daarna gaan we met z’n allen in een grote ronde tent waar we worden getrakteerd op koffie met koek en ons alles wordt verteld over de Samicultuur. In het midden is een houtvuur en er worden oude Samiliederen voor ons gezongen. In een shop koop ik nog een echt Samizakmes van hout en hoorn van een rendier.

Terug in het hotel zitten we de laatste avond van deze vakantie na het eten nog lang te kletsen. Om 10 uur besluiten we toch nog even naar buiten te gaan om te kijken of we nogmaals op het noorderlicht worden getrakteerd. We steken de bevroren Ivalorivier over en lopen een eindje het bos in, waar we op een open plek blijven staan.

Om kwart voor 11 begint het schouwspel opnieuw, niet zo helder van kleur als maandag in de wildernis maar toch de moeite waard.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!