×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Backpacken India en Nepal

Chaotische steden en groene landschappen

Reisverslag: Johan Mühren
Foto's: Johan Mühren

Delhi lijkt één grote chaotische vuilnisbelt waar heilige koeien het verkeer ophouden. Via Bikaner (rattentempel en kamelentocht), Jodhpur (fort op een klif), Jaipur (Amberfort) en Agra (Taj Mahal) in Rajasthan naar kleurrijk Varanasi aan de heilige Ganges. In Nepal bungeejumpen, raften en paragliden rond Kathmandu en Pokhara. Terug in India via het jungleachtige Goa met zijn mooie stranden naar Mumbai, waar de armoe op straat ligt.

Nog voordat de stewardess ons tussen koffie en thee laat kiezen zijn de reisplannen alweer vijf keer gewijzigd. We zijn onbevangen en zo goed als onvoorbereid op weg naar India, waar we 32 dagen op de bonnefooi rond gaan reizen met backpackersbijbel Lonely Planet als enig handvat.

Delhi

Autodampen, brommerlawaai en één grote vuilnisbelt

Delhi staat symbool voor chaos. De door velen voorspelde cultuurshock blijft echter uit. De vervuilde lucht en het autoverkeer zijn in zekere mate te vergelijken met dat van Bangkok en het brommertjesgeweld en de geluidsoverlast zijn vergelijkbaar met Vietnamese steden als Hanoi en Saigon.

Toch is Delhi van een ander kaliber. Het is de meest chaotische, drukke en smerige stad waar ik ooit ben geweest. Deze stad (en eigenlijk alle steden die we in India bezoeken) is één grote vuilnisbelt. Vuilnisbakken zijn spaarzaam en het is doodnormaal dat het vuil op straat of ergens in een hoekje wordt gedeponeerd. De vuilnisbakken die er staan worden door niets of niemand geleegd.

En dan de hitte. Het voelt alsof je de hele dag in een sauna loopt, waarbij de schaduw hetzelfde effect sorteert als wanneer je in een sauna naar de grond gaat om wat lucht te happen. Logischer­wijs schuwen de zweetklieren het bij deze drukkende hitte niet om op de raarste plekken een niet te onderschatten dosis overmatig vocht via de poriën naar buiten te laten komen.

Koeien, in India heilige wezens, gebruiken de drukbevolkte steden maar al te graag als leefgebied. Dus verkeersopstoppingen vanwege overstekende koeien zijn meer regel dan uitzondering. Regelmatig gaan koeien even rustig midden op de weg liggen, waarbij het meest chaotische verkeer ter wereld om hen heen manoeuvreert.

De koe wordt in de stad vergezeld door tal van andere dieren, zoals ezels, varkens, honden, katten, kippen, geiten, ratten, kamelen en olifanten, die zich meestal ook vrij over straat bewegen.

Neem daarbij te hard rijdende en claxonerende auto’s en bussen, zwaar vervuilde vrachtwagens, fragiele riksja’s, zigzaggende brommertjes en individuen met veel te zware bepakkingen op de rug, dan heb je het Indiase straatbeeld wel zo’n beetje.

Roetfilters behoren in India waarschijnlijk niet tot het standaardpakket van een auto, bus of vrachtwagen. De gifzwarte stofwolken zijn werkelijk te smerig voor woorden en dat er veel smog hangt kun je wel afleiden uit de verkleuring van de spierwitte handdoek naar een grijsachtige kleur tijdens het afdrogen na de broodnodige douche ‘s avonds.

Na wat culturele hoogstandjes (zoals de beeldschone Jama Masjid-moskee, het Rode Fort en de Qutab Minar-toren) is het hoogtepunt toch zeker de bazaar in Old Delhi. In smalle, benauwde straatjes zie je het hectische Indiase leven: de bedrijvigheid is ongelooflijk.

En dan verplaatsen zich door de krappe straatjes ook nog riksja’s, scooters en veel te brede karren, zodat er af en toe files ontstaan, wat een heerlijke chaos met zich brengt.

De armoede in India mag zeker niet worden onderschat. De meeste mensen zijn straatarm en velen bedelen. Het meest zieke dat we in Delhi zien, is een man met open wonden aan het hoofd en rechterbeen waar honderden vliegen aan zitten te peuzelen, waarbij de man rollend in de brandende zon keihard schreeuwt om Allah.

Rajasthan

Bikaner, Jodhpur, Jaipur en Agra

Vanwege de op de loer liggende moesson trekken we eerst door de provincie Rajasthan, ten westen van Delhi, omdat we de buien dan nog net voor kunnen zijn. We regelen voor een habbekrats een privéchauffeur die ons in 10 dagen door Rajasthan zal toeren.

We komen er al snel achter dat het er op de wegen van India niet zo aan toegaat als in Nederland. Soms rijden we op een letterlijke eenbaansweg en als er dan een tegenligger komt, moet er één van de twee wijken. Omdat beide partijen niet snel toegeven, komt het drie of vier keer voor dat onze chauffeur op het allerlaatste moment zijn stuur omgooit om een frontale botsing te voorkomen.

Na een nacht in Mandawa – de saaiste plek die we bezoeken – vertrekken we naar Bikaner. Bikaner is wederom een enorm smerige, bruine, chaotische en vervuilde stad. Terwijl we een (middelmatig) fort bezoeken, begint het uitzonderlijk hard te regenen. We besluiten met de privéchauffeur terug te gaan naar het hotel.

Omdat in India het rioleringsysteem niet werkt of geheel ontbreekt, blijft al het water aan de oppervlakte. Het gevolg is dat onze auto op een gegeven moment zijn reis niet meer kan continueren, omdat de stad blank staat.

Wij voelen al nattigheid en vragen wat nu verder de bedoeling is. ‘You have to walk’, zegt de chauffeur met een quasi-onschuldige glimlach. Er zit niets anders op. Wij lopen dus door de bruine bagger, drek en stront, waarbij het water tot aan ons middel komt.

Het is behoorlijk tricky, want we kunnen de bodem niet zien, zodat we af en toe worden verrast door kuilen of obstakels.

Om ons heen zijn de Indiërs in hun onderbroek aan het dansen en zwemmen, omdat voor hun ein-de-lijk de moesson is begonnen. De oprechte blijdschap van deze mensen is een mooi tafereel om te aanschouwen.

Nabij Bikaner ligt de Karni Mata (de ‘rattentempel’). In deze tempel worden ratten aanbeden. Er bevinden zich honderden, misschien wel duizend ratten, waarvan de helft niet meer leeft en dus aan het rotten is. Het stinkt enorm en de uitwerpselen worden volgens mij nooit opgeruimd. De levende ratten doen hun eigen ding en lopen om je heen.

Omdat ik een spelletje verlies, moet ik tussen de ratten in gaan liggen. Kees is solidair, dus liggen we allebei op misschien wel de smerigste plek op aarde.

Na het bezoek aan deze ronduit bizarre tempel trekken we op een kameel door de woestijn. Het is niet een woestijn zoals ik me die had voorgesteld, omdat het hier relatief groen is. De rit op de kameel duurt net even te lang, zodat ik serieus begin te denken dat mijn benen voor altijd in een ovaalvorm zullen blijven staan.

Gelukkig trekken mijn benen langzaam weer recht en we maken er een gezellig zitje van rondom het zelfgestookte kampvuurtje. ‘s Nachts slapen we in de open lucht in de woestijn. Jammer dat de bewolking het zicht op de verwachte heldere sterrenhemel belemmert.

De volgende stad is Jodhpur (‘sun city’). Dit is de verrassing van onze Rajasthan-tour. Het fort op een bergklif is indrukwekkend. De klim naar dit fort zullen onze inmiddels getrainde zweetklieren niet snel vergeten, maar het is zeker de moeite waard.

De binnenstad van Jodhpur is pittoresk en er hangt een relaxte sfeer, waarbij een prachtige in Engelse stijl gebouwde klok het centrum markeert. De sfeer wordt een stuk minder relaxt als wij afstappen van het Indiase voedsel en willen zondigen in de MacDonalds.

We worden drie keer gefouilleerd met allerlei technische apparatuur, waarbij stoere mannen met grote geweren ons geen enkele glimlach gunnen. Achteraf blijkt dat er deze dag een serieuze terroristische dreiging is in Jodhpur.

Via Puskhar gaan we naar Jaipur, de hoofdstad van Rajasthan. Hoewel ik de stad meer vind neigen naar oranje of kastanjebruin wordt Jaipur ‘pink city’ genoemd. Op de aanblik van het Amberfort na vind ik niet veel aan Jaipur. Waarschijnlijk zit ik met mijn hoofd al teveel bij de volgende stad, Agra in Uttar Pradesh.

In Agra staat de Taj Mahal, één van de nieuwe zeven wereldwonderen. Het volkomen symmetrische gebouw bestaat uit wit marmer en is rijkelijk versierd met ingelegde stenen. Hoewel het bekend is van foto’s en televisie, ben ik toch verrast door de schoonheid van dit oogverblindende bouwwerk.

We zien de Taj bij zonsopkomst en het gebouw krijgt elke paar uur een andere kleur vanwege de veranderende positie van de zon. Een leuk detail is dat de vier minaretten op de hoeken licht gebogen zijn, zodat ze bij een eventuele aardbeving niet op het hoofdgebouw vallen maar er vanaf.

Nadat we een paar uur rond de Taj hebben gewandeld, heeft de stad Agra verder niet veel te bieden, dus besluiten we met de nachttrein naar Varanasi te gaan. Varanasi ligt ook in Uttar Pradesh, wat Noordelijke Provincie betekent.

Varanasi

Een lugubere maar ook sfeervolle kleurrijke stad

Varanasi is de heiligste plaats van India. In deze stad worden elke dag honderden levenloze lichamen van Hindoes verbrand om vervolgens in de Ganges te worden gegooid. Het verbranden van de lijken is een waar schouwspel.

Eerst wordt hout verzameld, waar het ontzielde lichaam tussen wordt gelegd om vervolgens door de oudste zoon – na het lopen van vijf rondjes om hout en lichaam – te worden aangestoken.

Na twee á drie uur is het meeste wel verbrand en wordt wat er nog ligt (meestal de romp of andere botten) in de Ganges gegooid. Op de plaats waar de botten en het as van de verbrande lijken in de Ganges worden gegooid, staat een man tot aan zijn middel in het water om met een zeef het goud en zilver van de tanden eruit te vissen…

Onder andere de lichamen van vrouwen die tijdens de zwangerschap zijn overleden en die van kinderen en zieken worden zonder te verbranden – maar wel verzwaard – in de Ganges gegooid. Dit lichaam komt op een gegeven moment weer bovendrijven, wat natuurlijk surrealistische beelden oplevert.

Als we in een bootje op de Ganges varen, zien we in de verte een hand uit het water steken. We denken eerst dat het verbeelding is, te wijten aan slaaptekort. Maar als we er naast varen, kunnen we maar tot één conclusie komen: het is écht een hand van iemand die in de Ganges is gegooid! Lichtelijk geschokt zetten we dit fascinerende tafereel op de kiek.

Los van het lugubere karakter is Varanasi eigenlijk een heel kleurrijke en sfeervolle stad. Vlak naast de crematieplaats wassen vrouwen en mannen hun kleren in de Ganges, zwemmen honderden erin rond en wordt het water gezuiverd om gedronken te worden.

De vervuiling van de Ganges is evenwel verbijsterend: waar een rivier per honderd milliliter water hooguit vijfhonderd verschillende fecale bacteriën mag bevatten wil je er nog verantwoord in kunnen baden, bevat de Ganges er meer dan 1,5 miljoen. Zuurstof is compleet uit het water verdwenen.

Vanzelfsprekend willen wij ook even onze zonden eraf wassen. Met ontbloot bovenlijf en een handdoek om de nek – alsof we het strand van Scheveningen opstappen – lopen we gedecideerd richting de Ganges om hierin eventjes een ‘frisse’ duik te nemen. Dat toeristen dit niet vaak doen, blijkt wel: werkelijk álle ogen zijn op ons gericht.

Het water voelt eigenlijk best goed en natuurlijk gaat het koppie ook eventjes onder. Dat er om je heen allemaal as drijft, moet je maar voor lief nemen. Dat twee dagen daarna Ger en Kees allebei kotsend in de douche liggen, willen we natuurlijk niet wijten aan deze duik.

In India valt de stroom elke dag wel een paar keer uit. Het is stiekem wel grappig dat op het moment dat Ger na zo’n anderhalf uur typen aan een mail zijn cursor richting ‘verzenden’ beweegt, de stroom uitvalt en hij dus weer van voor af aan kan beginnen.

Varanasi vinden we de meest bijzondere plaats van India. De bezieling van de duizenden badderende en spelende Hindoes in deze plaats is fascinerend om te zien. Om alle drukte, smerigheid, hitte, gekte, chaos en de afwezigheid van gezellige cafés te ontvluchten, besluiten we naar Kathmandu in Nepal te gaan.

Nepal

Raften, bungeejumpen en paragliden

De sfeer in Nepal is een stuk relaxter dan in India en de mensen zijn oprecht aardig. Ook is de temperatuur aangenamer en alles is een stuk schoner. Maak je hierbij geen illusies: we ontmoeten een meisje dat vertrekt omdat zij Kathmandu een smerige stad vindt. Maar zij heeft niet eerst door India gereisd.

Wij zijn blij dat we ‘s avonds in een cafeetje in de wijk Thamel een biertje kunnen halen, want in India zijn we dat nog niet tegengekomen. Na een paar dagen rustig aan doen in Kathmandu is het tijd voor wat avontuur.

We regelen een rafttocht van twee dagen en een bungeejump. De rafttocht valt enigszins tegen, omdat de rivier ondanks wat tempoversnellingen niet wild genoeg is om voor echte actie te zorgen.

De volgende adrenalineshot is de bungeejump vanaf een ronduit wankele en wiebelende 160 meter hoge brug. Beneden stroomt een extreem agressieve rivier, dus bij het breken van het touwtje kun je rechtstreeks door naar Varanasi om jezelf in de Ganges te laten gooien.

Omdat wij in de tweede groep zitten moeten we 2 uur wachten. Om de tijd te breken kiezen we eerst voor de swing. Hierbij spring je recht vooruit en maak je een vrije val van zo’n 120 meter, waarna je opzij zwaait naar een andere brug toe.

Vol positieve spanning maak ik de sprong, waarbij je leven letterlijk aan een zijden draadje hangt. Omdat angst de moordenaar van het gezonde verstand is, moet je over dat soort dingen niet al teveel nadenken. Ik ben hartstikke blij dat ik de sprong heb gemaakt, want het gevoel dat je hebt tijdens de sprong is de grootste kick die je kunt hebben!

Voordat we naar Pokhara vertrekken, geeft Ger aan het niet meer te trekken om na Pokhara weer naar dat vieze, chaotische en warme India te gaan, dus verlaat hij ons voortijdig. Jammer, want Ger is een hartstikke fijne reisgenoot. Het adagium ‘India: you love it or you hate it’ doet hier in ieder geval weer opgeld.

Doordat onze reis met de auto van Kathmandu naar Pokhara 5 uur vertraagd is vanwege een aardverschuiving, komen we na zo’n 12 uur reizen afgepeigerd aan. Pokhara is precies tegenovergesteld aan de Indiase steden: relatief schoon, megarelaxt, de temperatuur is erg aangenaam en er zijn leuke cafés om te ontspannen.

Het toeristische gedeelte is één lange straat met daarachter een schilderachtig meer. Nadat Kees en ik een paar dagen op en rondom het meer tot rust zijn gekomen, is het weer tijd voor actie.

We regelen een paraglidevlucht. Daarbij ren je keihard met een parachute op de rug van een berg af, waarbij het de bedoeling is dat je op een gegeven moment blijft zweven. Vervolgens dobber je zo’n half uur in de lucht met uitzichten op het meer en de daarachter liggende bergpassen. Het gevoel dat je dan bekruipt is echt onbeschrijflijk.

De laatste twee dagen in Pokhara verkennen  we de omgeving op de scooter. Na uren door de bergen toeren hebben we een mooi beeld van het prachtige landschap van Nepal. Nepal bestaat vooral uit bergen, vlakke stukken kom je haast niet tegen.

Goa

Jungleachtig gebied met prachtige stranden

Na zo’n 12 dagen Nepal gaan we naar het voormalige hippiebolwerk Goa aan de westkust India. Er is geen directe vlucht vanuit Pokhara, dus eerst terug naar Kathmandu. In de bus weten we prachtige – weliswaar onwettelijke – zitplaatsen op het dak te bemachtigen.

De uitzichten zijn geweldig en de wind werkt als airconditioning. Dat we in Nepal al zo’n twee á drie bussen in de afgrond hebben zien liggen, moeten we maar eventjes vergeten.

Goa, door velen bestempeld als het paradijs op aarde, is een jungleachtig gebied met aansluitend prachtige stranden. De stranden worden in het laagseizoen enigszins verwaarloosd en veel strandtenten zijn gesloten, doch de hippiesfeer is zeker voelbaar.

Op de scooter bezoeken we de verschillende van die stranden aan de Arabische Zee. Het is verboden om de zee in te gaan vanwege de te sterke stroming, maar Kees en ik kunnen het niet laten deze stroming even te testen.

Onderweg worden we aangehouden door de politie vanwege het niet dragen van een helm. Wij komen met de smoes dat we dachten dat de helm alleen verplicht was voor motors en niet voor scooters. We weten de boete van zo’n kleine twintig euro terug te brengen naar twee euro – onder de tafel doorgeschoven. Positieve corruptie noem je dat.

‘s Avonds zitten we met een handjevol backpackers en wat verstokte hippies films te kijken onder het genot van wat alcoholische versnaperingen. We zijn zo’n anderhalf uur rijden van ons hotel. Het is dus verstandig om hier ergens te blijven slapen.

Kees weet een hotelkamer te regelen voor € 1,50 per nacht. Aanvankelijk ziet de kamer er prima uit, maar om 3 uur ‘s nachts word ik jeukend wakker. Als Kees ook wakker wordt en overal jeuk heeft is er maar één conclusie: vlooien! Tja, wat wil je voor zo’n prijs.

Na een paar dagen uitrusten in Goa vertrekken we naar Poona in de deelstaat Maharashtra. Daar is de Osho Ashram, een meditatiecentrum. Als we op weg naar de Ashram gruwelijk in de maling worden genomen door twee snormannen, die ons in een riskja hebben vervoerd en daarvoor een veel te hoge prijs in rekening brengen, loopt het bijna uit de hand.

Na was duw- en trekwerk, waarin wij aangeven ze niet meer dan de normale prijs te betalen, wordt het een linke situatie, waar ook wat meer (Indiaas) volk bij komt kijken. Het kookpunt van Kees is inmiddels bereikt, het is een kwestie van tijd voordat hij zal ontploffen.

De snormannen stellen voor om naar de politie te gaan om er daar samen uit te komen, maar gezien de – in dit geval negatieve – corruptie lijkt ons dit niet echt een goed plan.

De situatie wordt behoorlijk penibel als één van de snormannen een grote kei pakt om Kees mee te slaan. Om de dreigende escalatie te voorkomen doe ik snel wat water bij de wijn en geef ik ze het grootste deel van wat ze vragen. Vol woede en agressie vertrekken we richting het meditatiecentrum, waar we nu tenminste wel met een geldige reden arriveren.

De Osho Ashram is opgestart door wijlen Bhagwan Sri Rajneesh, ook bekend als Osho. Hij voorspelde dat tweederde van de wereldbevolking aan AIDS zou sterven. Vanwege deze angst wilde hij geen HIV-geïnfecteerden in zijn campus hebben: je moet vooraf worden getest om toegelaten te worden.

De anderhalve dag in dit meditatiecentrum is wel de meest aparte tijd uit mijn leven. In de introductiegroep moeten we bijvoorbeeld met een masker op met mensen praten, omdat het erom gaat wie je bent en niet hoe je eruit ziet. Daarna moet iedereen een traditionele dans laten zien en omdat Kees en ik uit Europa komen moeten wij de wals ten uitvoer brengen.

Bij de eerste meditatie moeten we eerst allemaal krachtig door de neus in- en uitademen om zoveel mogelijk energie op te wekken. Na een minuutje of tien gaat de gong en moeten we met stampende handen en voeten al onze woede eruit schreeuwen. Daarna moeten we huppen met de handen in de lucht waarbij we bij elk contact met de grond het geluid ‘oe’ moeten maken. De meditatie eindigt met doodstil op de grond liggen.

Tijdens een andere meditatie zitten we een half uur in complete stilte, waarbij Kees in slaap valt. Er is keuze uit tal van verschillende soorten meditaties, waarbij je chakra’s moet opzoeken of al je gevoelens uiten en nog veel meer gekkigheid.

De leukste happening die we meemaken is de avondbijeenkomst. Ruim honderd mensen, allen in witte gewaden, gaan in de hoofdzaal helemaal los op de opzwepende muziek van een band. Als de muziek stopt gaan alle handen in de lucht en wordt er ‘Osho!’ geschreeuwd.

Na een half uurtje klinkt de gong en moeten we in volledige stilte zo’n twintig minuten naar een video van Osho luisteren. Hij vertelt dat het individu boven alles staat en nog veel meer zweverige oneliners. Als Osho is uitgesproken moeten we vijf minuten een taal uitslaan die niet bestaat en vervolgens dood neerploffen op de grond. Als afsluiter moeten we met z’n allen wederom losgaan op de muziek.

Kees en ik, beiden behoorlijk relaxt van aard, komen tot de conclusie dat we hier niet echt iets te zoeken hebben en kiezen na anderhalve dag het hazenpad.

Mumbai

Mensen liggen letterlijk dood te gaan op straat

Hoewel wij het na de aanslagen liever Bombay noemen, is de Indiase naam van onze laatste bestemming toch echt Mumbai. We proberen een kamertje te bemachtigen in het inmiddels beruchte Taj Mahal hotel. Wij verwachten dat de prijzen na de terroristische aanslagen in dit hotel aanzienlijk zijn gedaald, maar dat blijkt verre van juist. Omdat de goedkoopste kamer € 300 per nacht is, pakken we een ander hotel in de buurt.

Mumbai lijkt veel op Delhi maar is ruimer gebouwd, bevat meer groen en de invloed van de Engelsen komt sterker tot uiting in de architectuur van de gebouwen.

Omdat in Mumbai de filmindustrie van India is gevestigd, bezoeken we een Bollywoodfilm. We hoorden dat mensen in de bioscoop uit hun dak gaan bij het horen van de herkenbare ritmische Indiase liedjes maar men blijft angstvallig stil zitten tijdens de romantische feel good movie ‘Love Aaj Kal’.

Als we vervolgens ‘s avonds laat over straat lopen, wat aardig riskant schijnt te zijn, moeten we echt over tientallen dakloze volwassenen, kinderen en halfnaakte baby’s heenstappen die op straat liggen te slapen. Hoewel ik me hiervoor normaliter heel goed kan afschermen, moet ik nu toch wel een paar keer slikken. Mensen liggen letterlijk dood te gaan op straat.

De laatste dag doen we een sloppenwijkentour om een zo goed mogelijk beeld van India te krijgen. Het is echt triest om te zien hoe deze mensen leven. Eigenlijk zou iedereen in Nederland een keer verplicht naar India moeten om te kijken hoe het er hier toegaat. Dan zou het klagen om de lulligste ‘problemen’ aanzienlijk minder worden.

Onze avontuurlijke reis is alweer ten einde. India is een ongelooflijk fascinerend land. Het kost enorm veel energie door alles wat er om je heen gebeurt, waarbij je van de ene verbazing in de andere verbazing valt.

Naast het hectische leven biedt India natuurlijk ook de beeldschone Taj Mahal en tig andere prachtige paleizen en forten. Je kunt er ook een hele relaxte en minder chaotische vakantie houden door naar Goa of andere plekken in het zuiden te gaan. Maar ik ben blij dat ik dit allemaal heb mogen meemaken, want gekker dan dit zal ik het helaas niet snel meer krijgen.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win