×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Bolivia per openbaar vervoer

Zoutvlaktes, felgekleurde meren, kou en dynamiet

Reisverslag: Ankie Kaskens
Foto's: Peter Kaskens

In Bolivia heeft niet alleen de traditionele kleding felle kleuren, de natuur doet daar niet voor onder: Laguna Colorado National Park met meren in rood, blauw en turkoois; de eindeloze witte zoutvlakte Salar de Uyuni; een zilvermijn waar de mijnwerkers dynamiet cadeau krijgen; Sucre, een ‘witte’ stad die op de Werelderfgoedlijst staat; en ten slotte het rommelige La Paz met bolhoeden in alle soorten en maten.

Vroeg in de morgen vertrekken we van San Pedro in het noorden van Chili naar Bolivia. Tussen Chili en Bolivia ligt een stuk droog niemandsland, aan de ene kant is de douane van Chili, aan de andere het douanekantoortje van Bolivia, dat helemaal in the middle of nowhere ligt.

Hier stappen wij in jeeps voor een driedaagse reis door de zoutvlakten van Uyuni. Een woestijnvos doet ons uitgeleide.

Laguna Colorada National Park

Flamingo's met zwarte, witte en roze billen

We bezoeken het Laguna Colorada National Park, waar we langs felgekleurde meren – rood, blauw en turkoois – en rotspartijen rijden. In de meren staan drie soorten flamingo’s met respectievelijk zwarte, witte en roze billen. Ook spotten we kleine kuddes vicuña’s.

Bij onze lunchplek kun je lekker baden in een warme bron. Om verderop de geisers te zien spuiten hadden we vroeger moeten opstaan, nu zien we alleen pruttelende modderpoelen.

Het is vandaag behoorlijk koud op de vlakte, er waait een harde, ijzige wind en we zijn blij als we in ons hotel arriveren. Het is een eenvoudig onderkomen met slaapzalen en één kraan buiten, op circa 5000 meter hoogte. Maar we maken er het beste van en gelukkig is het ‘s nachts niet zo koud. Ons thermo ondergoed hebben we gelukkig niet nodig.

De volgende dag worden de jeeps weer opgeladen. Er gaat eten mee voor drie dagen, gasflessen om te koken en brandstof voor de jeeps. Onze eigen kokkin stapt in in de voorste jeep, zij kookt voortreffelijke maaltijden in de keukens van onze onderkomens en bereidt daar ook onze lunches.

De jeeps rijden kris kras door het landschap om ons allerlei mooie dingen en uitzichten te laten zien. Weer gekleurde rotsen, meren met flamingo’s en een ‘stenen’ boom. In een rotswand ontdekken we een viscacha, een soort bergkonijn met een lange staart. Verderop liggen besneeuwde bergtoppen.

Er loopt een spoorlijn dwars door deze vlakte en we zien fata morgana’s, waar deze vlakte om bekend is.

Weer een eenvoudig onderkomen met slaapzalen, maar hier kunnen we bij aankomst even douchen, waarna het warme water snel op is.

Salar de Uyuni

Er mag niet worden overnacht in het zouthotel

We scheuren over een eindeloze zoutvlakte, gelegen op meer dan 3600 meter hoogte. Je hebt het idee dat je over een sneeuwvlakte rijdt. Midden in de vlakte is een eiland, Inca Wasi, helemaal begroeid met cactussen, soms wel 10 meter hoog. We wandelen hier rond; er zijn nog aardig wat vogels te zien.

We rijden verder naar het zouthotel. Dit is helemaal gebouwd van zoutblokken, inclusief het meubilair. Er is een expositie van beelden, die eveneens van zout zijn gemaakt. Om foto’s van deze beelden te mogen maken moet je eerst iets in de souvenirshop kopen. Er mag niet meer worden overnacht in het hotel, maar er zijn wel slaapkamers.

Aan de randen van de Salar wordt zout gewonnen, het ligt in bergjes in het water. Arbeiders scheppen het zout in vrachtwagens. Dit is heel zwaar werk en betaalt niet meer dan 3 euro per dag. Dat zet je weer even met beide benen op de grond.

Een familiebedrijfje dat we bezoeken verwerkt het geschepte zout en doet het in zakjes, kostprijs 2 eurocent, hier in de winkel 60 cent.

Ten slotte staat nog een bezoek aan het locomotievenkerkhof in Uyuni op het programma, dit is voor de Bolivianen bezienswaardig, maar voor ons slechts een verzameling oud roest.

Hierna worden we bij ons hotel afgezet. Uyuni is een rustig stadje met heel brede straten waar bijna geen verkeer doorheen rijdt. Het is wel lekker om in het hotel weer eens uitgebreid te kunnen douchen.

Potosi

Kerstcadeaus voor de mijnwerkers...

Op de weg naar Potosi ligt het plaatsje Pulacayo. Hier is een grote zilvermijn en daarom was dit plaatsje 50 jaar geleden een heel rijke stad met 20.000 inwoners. Daarvan is niets meer te merken, de mijn is gesloten en het stadje is een spookstadje waar nog maar 5000 mensen wonen.

Er staan wat oude spoorwegwagons, waarvan één (met kogelgaten) is gebruikt voor een overval in de film Butch Cassidy and the Sundance Kid.

Op dit moment is een Amerikaans bedrijf aan het onderzoeken of de mijn niet weer in gebruik kan worden genomen, op dit onderzoek rust strikte geheimhouding. Voor deze rit is voor ons allen een privébus geregeld.

Over de hoogvlakte van Bolivia, de Altiplano, hobbelen we over een ongeplaveide weg naar Potosi, een rit van zeven uur. Het regent er pijpenstelen en omdat Potosi tegen een berg aan ligt, stroomt het water met een noodgang over de straten naar beneden.

De volgende dag is er een excursie naar de mijn. Hoewel het eerste kerstdag is, moeten er volgens onze gids toch mijnwerkers aan het werk zijn. Er worden cadeautjes voor de mijnwerkers meegenomen, dat is traditie.

Peter koopt dynamiet voor hen – dat hier vrij verkocht mag worden en dat samen met kunstmest een gewild artikel is voor terroristen – plus cocablaadjes en een flesje alcohol, 97%.

Voorafgaand aan de tocht door de mijn is er een demonstratie met dynamiet. Jammer genoeg zijn er geen mijnwerkers aan het werk en de cadeautjes worden achtergelaten bij het beeld van hun beschermheilige. De eerste die morgen aan het werk gaat, vindt dus de jackpot.

Ik word in een park aangesproken door een jonge vrouw met een kindje. Zij vraagt of ik haar Engels met haar wil oefenen en zo kom ik heel wat te weten over het leven van een alleenstaande moeder in Bolivia. Ze heeft haar vriend de deur uit gezet omdat hij te macho was (alle Boliviaanse mannen zijn volgens haar te macho), ze heeft werk, een kind en kinderoppas en ze is heel tevreden alleen. Dat verschilt dus niet veel met Europese alleenstaande moeders.

Het regent alweer op eerste kerstdag en alles is dicht, ook de musea en restaurants. Eén eetcafé aan de overkant van het hotel blijft voor ons open.

Sucre

Een café met bitterballen

Op naar Sucre, waar opvallend veel bedelaars rondlopen, het zijn veelal Indianen met bolhoedjes. We ontdekken een café waar je bitterballen kunt bestellen, de eigenaar zal vast wel een Hollandse achtergrond hebben.

Sucre staat bekend om zijn mooi geconserveerde, witte koloniale gebouwen en staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.

We nemen een taxi naar het klooster La Recoleta, dat hoog boven Sucre ligt. De kerk is natuurlijk wit. Er hangen veel oude schilderijen uit de School van Cusco en op één van de binnenplaatsen staat een cederboom van veertienhonderd jaar oud. Misschien door de vakantietijd is hier veel belangstelling voor een rondleiding, onze gids probeert ons snel door het klooster te leiden.

‘s Avonds wonen we met een paar mensen een show bij van Boliviaanse dans en zang. Het is een flitsende voorstelling en de dansers en zangers dragen veelkleurige kleding. We worden vanaf het hotel gehaald en gebracht met taxi’s.

De volgende dag rijden we naar een lokale zondagsmarkt, die bekend staat om zijn bijzondere weefkunst. De kleedjes en lappen liggen hier hoog opgestapeld en de lokale bevolking loopt er kleurig bij.

Er worden bordjes verkocht waarop verschillende objecten gerangschikt zijn, waarschijnlijk heeft het iets met tovenarij te maken, maar het fijne komen we er niet van te weten.

La Paz

Een winkel met veel soorten bolhoeden

‘s Avonds stappen we in de nachtbus naar La Paz. Daarvoor moeten we eerst terug naar Potosi, alles bij elkaar een afstand van 720 km, twaalf uur over de hoogvlakte van Bolivia. We waren al gewaarschuwd dat het koud zou worden in de bus en dat is zo, maar we krijgen dekens.

Die dekens krijg je eveneens in ruime mate op iedere hotelkamer, vaak liggen er vier of vijf dekens op je bed plus nog een sprei. Het zijn echte koukleumen hier, een of twee dekens vinden we vaak al genoeg.

Sucre is de officiële hoofdstad van Bolivia, La Paz de officieuze. Hier zijn alle ambassades en de regering gevestigd. La Paz ligt op een hoogte van 3600 meter, maar tot onze tevredenheid is de temperatuur heel redelijk. Ondanks de regenvoorspellingen blijft het tijdens ons verblijf droog.

La Paz maakt een rommelige indruk. Ons hotel is in een oude stadswijk, naast een enorme stadsmarkt in een lange, schuin oplopende straat. We hebben nergens last van hoogteziekte gehad, maar hier hebben we moeite om omhoog te lopen. Het straatleven is druk en er zijn veel bolhoedjes te zien. In een winkel zien we hoeveel verschillende soorten er zijn.

In La Paz woont, in tegenstelling tot andere steden in deze landen, de arme inheemse bevolking boven op de berg en de rijken wonen beneden aan de rivier.

Er is een aardig klooster, weer aan Franciscus gewijd, die is in deze landen kennelijk erg populair. Het museum voor moderne schilderkunst is gevestigd in een mooi huis, gebouwd door Eiffel. We brengen hier een uurtje zoet en er hangen mooie dingen.

We reserveren voor oudejaarsavond een tafeltje in een restaurant naast ons hotel, maar de keuken sluit al om tien uur, dus maken we in ons hotel de champagne maar vast voor 12 uur soldaat.

Nieuwjaarsdag vertrekken we voor het laatste stukje van de reis in Peru. Ook voor deze gelegenheid hebben we een privébus gehuurd omdat op nieuwjaarsdag de meeste chauffeurs van het openbaar vervoer niet zo aanspreekbaar schijnen te zijn.

Voordat we bij de grens zijn, stoppen we om de opgraving Tiwanaku te bekijken. Deze ruïnes dateren van een pre-Inca beschaving van 600 jaar voor Christus. Het meest indrukwekkende is een muur, waarin stenen hoofden zijn gemetseld. Vanuit hier rijden we naar de grens met Peru.

Deze 3,5 maanden lange Latijns-Amerikareis ging behalve door Bolivia ook door Peru, Ecuador, Argentinië en Chili

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win