×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Fietsen rond het Atlas-gebergte

Door de woestijn en over passen met sneeuw

Reisverslag: Anton van Dusseldorp
Foto's: Anton van Dusseldorp

Een fietstocht vanaf Ouarzazate, op de zuidelijke hellingen van de Hoge Atlas, tegen de klok in langs woestijnstadjes door de uitlopers van de Sahara langs de Algerijnse grens, en zandstormen trotserend over winderige bergtoppen dwars door de Hoge- en Midden Atlas naar Casablanca.

Via Casablanca vlogen we door naar Ouarzazate, op de zuidelijke hellingen van de Hoge Atlas. Nu fietsen we van het vliegveld naar het plaatsje zelf, waar we een hotelletje zoeken. We mogen de fietsen op de kamer zetten. Daarna gaan we het plaatsje in om te zien of we nog iets te eten kunnen vinden.

Alle restaurantjes zien er even smerig uit, dus kijken we waar de meeste mensen zitten, zodat er nog een beetje omzetsnelheid is. We bestellen tajine en krijgen een grote aardewerken schotel met stolp erop, waarin dampende aardappelstukjes met doperwten en worteltjes met olijven en tomaat, waaronder een stukje schapenvlees ligt.

Terwijl we door het plaatsje lopen, zien we dat veel mensen een plekje op straat zoeken om de nacht door te brengen. Vrouwen met kindertjes die in een hoek met afval onder een plastic golfplaatje zitten en mensen die hun schamele bezittingen als een matje onder een afdakje leggen om daarop te slapen.

Telkens komen er jongens, maar ook oude mannen en vrouwen naar ons toe om te bedelen om dirhams. Een groot contrast met deze Afrikaanse toestanden is de Internetshop die we aantreffen en waar aan beide wanden lange rijen computers staan waarachter niet één plaatsje meer vrij is. Dit is wel het allerlaatste dat je in zo’n woestijnstadje verwacht.

Door de uitlopers van de Hoge Atlas

Kale bergen, nergens een huis en geen mens in de buurt

De volgende morgen komen we er na 16 km achter dat we op de verkeerde weg zitten; we rijden naar het noord-oosten in plaats van naar het zuid-oosten, dus we draaien om en fietsen terug. Als we vanuit de verte het stadje weer zien liggen, zien we goed dat het een woestijnstadje is, met lemen huizen in dezelfde kleur als de aarde: grauw grijs-bruin roodachtig.

Eenmaal op de goede weg moeten we na 32 km fietsen stoppen omdat ik mijn knieën niet meer rond kan krijgen door spierverzuring. Midden tussen de kale bergen in de woestijn zetten we de tentjes op.

Het eerste gedeelte is zwaar de volgende ochtend: een hoge pas dwars door de woestijnachtige zuidoostelijkste uitlopers van de Hoge Atlas. Kale bergen, nergens een huis en geen mens in de buurt. Via Tifernine fietsen we naar Agdz, een aardig woestijnstadje met moskee, waar het een drukte van belang is.

We fietsen door tot Tamsikht waar we aan de rivier de Dra de tenten opzetten onder een paar hoge palmbomen. Omdat het de hele dag onbewolkt en erg warm is geweest, zoeken we afkoeling in het heerlijk frisse rivierwater.

Door de woestijn naar Rissani

De nacht brengen we door in een grote Bedoeïenentent

We dalen steeds verder het gebied in tussen de Hoge Atlas en de grens met Algerije. Het punt nadert waarop we de “rode weg op de kaart” zullen verlaten en het onverharde deel door de Sahara naar Rissani zal volgen.

We hebben 15 liter water en brood ingeslagen. We zijn klaar voor de zwaarste beproeving van de reis en mijn fiets weegt met bagage inmiddels zo’n 60 kilo.

De weg naar Nekob blijkt echter geheel vernieuwd te zijn; een smalle asfaltweg met een witte lijn in het midden. De verf is nog amper droog en de volgende dag zal blijken dat de hele weg door de woestijn naar Rissani toe goed te rijden is. We zullen de hele afstand, zo’n 250 kilometer, in een weekend afleggen, terwijl we er vijf dagen voor gepland hebben.

Vanaf Nekob fietsen we naar Tazzarine, waar een camping is met een zwembad met gekoeld water. De nacht brengen we door in een grote gehuurde Bedoeïenentent, waarin een tafel met stoelen staat en waar ook elektrisch licht is.

De volgende dag willen we tot Alnif fietsen, maar door sterke wind in de rug zijn we daar al om half elf ‘s ochtends. Via Timerzit fietsen we naar Mecissi dat als bestemming voor morgen gepland stond.

Het is een gehucht midden in de woestijn met enkele huizen en één restaurantje. Na het eten mogen we een uurtje languit op de banken gaan liggen en krijgen een dekentje over ons heen.

Hoewel we er al 110 km op hebben zitten, besluiten we de laatste 55 km naar Rissani ook maar meteen mee te pakken. Maar dat valt tegen, omdat de windrichting steeds verandert, waardoor we maar langzaam vooruitkomen. Bovendien wordt het steeds bewolkter en ten slotte gaat de zon schuil achter donkere stapelwolken, die geen regen maar zand blijken te bevatten.

Het begint te stormen, zo erg dat we met wind in de rug harder dan 50 km per uur gaan zonder te hoeven trappen. Het zicht wordt zo slecht dat we geen tien meter voor ons kunnen zien.

Plotseling ligt er een berg zand op de weg. We kunnen hem niet meer ontwijken. Ik voel m’n stuur al onder me uit gaan, maar plotseling heb ik weer grip op de weg en staat het stuur weer recht. Na zeven en een half uur komen we aan in Rissani. Alle mensen die we hier tegenkomen hebben hun hele gezicht ingepakt tegen het zand.

Tussen de Hoge Atlas en Algerije

Een kudde geiten, een kudde schapen en zeventien kamelen

Vanaf Risanni gaan we de volgende dag voorlopig naar het noorden. In Erfoud moeten we een uur in het postkantoor wachten om met een girobetaalkaart 1500 dirhams op te nemen.

In het oasedorp Zquala spreekt een jongeman ons aan; hij biedt ons een guesthouse aan om de nacht door te brengen. Omdat het lijkt of het gaat onweren, maken we van zijn aanbod gebruik. Het is een groot huis dat voorheen dienst deed als onderdak voor doorgaande karavanen.

Voordat het donker wordt, hebben we nog een uurtje om de omgeving te bekijken; overal zijn kleine stroompjes en er worden vele soorten gewassen verbouwd. De mensen in het dorpje slaan ons nieuwsgierig gade en kleine kinderen vluchten hun huizen in. Terug in onze kamer eten we soep met brood. Daarna drinken we thee bij onze gastheer in de grote huiskamer. We hebben een geanimeerd gesprek over islam en christendom.

De volgende morgen doen we door tegenwind en steile beklimmingen drie uur over de kleine dertig kilometer naar Er Richidia. Na nog twee uur ploeteren zetten we de tentjes op, op de bodem van een half opgedroogd meer, uit het zicht van de weg tussen de bergen in het gebied tussen de Hoge Atlas en de woestijn langs de Algerijnse grens.

Ondanks de eenzaamheid van de omgeving zijn er toch direct jongens rond de tent. Ze stonden bij het meer te vissen en bieden ons een vis te koop aan die ze hebben gevangen. Als ze weer zijn verdwenen, komen er kudden langs: één met geiten, één met schapen en een kudde met zeventien kamelen, elk met zijn eigen herder.

De hellingen van de Hoge Atlas op

De zand-, grind- en stoforkaan blaast me bijna de lucht in

Bij het wakker worden blijven we wat langer liggen vanwege de kou. Na vier uur fietsen komen we al om één uur aan in Rich. Tien km verder slaan we van de weg af richting Hamza dat nog 20 km verder ligt. Het wordt een zware beproeving, dit is geen weg meer maar een door auto’s gevormd spoor dwars over het kale land, met zware steenslag en keien, dat we volgen om al hotsend en botsend een mooi plaatsje aan de rivier te zoeken. Net voorbij Imiter, dat maar een paar huizen omvat, vinden we een prachtig plekje; het wordt ook hoog tijd want een uurtje later is het al weer donker.

Met opstaan gewacht totdat de zon boven de bergen uitkomt; we blijven we hier toch vandaag. Het is een zonnige, warme dag. Een enkele keer passeren er wat muilezels met berijders, die dicht bij ons de rivier oversteken en verschillende keren lopen kudden schapen langs en rond de tenten.

‘s Avonds maken we van de takjes waarmee de grond bezaaid ligt een kampvuur om de handen bij te warmen. De volgende morgen fietsen we de laatste acht km naar Hamza. Chris wil daar de foto’s die hij vijf jaar geleden in Hamza maakte van een meisje en een oude man bij hen bezorgen. Het is een barre tocht dwars door de Hoge Atlas waarbij ik drie keer val, doordat ik de fiets niet meer overeind kan houden: hij is zwaar en er zijn keien en mul zand.

In Hamza laat Chris de foto’s zien aan mensen, die ons het hele dorp door begeleiden naar het juiste adres. Het weggetje door het dorp levert grote hindernissen op wegens de hoogteverschillen. Als we bij het huis van het meisje van de foto aankomen, heeft zich inmiddels een groep van zo’n dertig jongens achter ons verzameld. Het meisje wil niet te voorschijn komen uit angst voor de jongens. Als ze na tien minuten toch even de deur opent, kan Chris snel naar binnen om de foto af te geven.

De oude man van de foto herkent men wel, maar ik krijg de indruk dat hij niet meer in het dorp woont; men zou de foto aan hem geven. Daarna verlaten we snel het dorp, achtervolgd door de groep jongens, van wie er een onze benzinefles uit de bagage moet hebben gepikt. Via Nzala, waar we vroeg in de middag aankomen, willen we doorfietsen naar Midelt, omdat we op dat moment de wind in de rug hebben.

Maar na zes km verandert de wind van richting en de storm op de noordelijke hellingen van de Hoge Atlas neemt zelfs toe tot orkaankracht. We smakken tegen de straat en op het moment dat ik val zie ik Chris veertig meter voor mij ook onderuit gaan. Ik bezeer m’n linkerknie en een rib is gekneusd.

We proberen verder te gaan, maar de zand-, grind- en stoforkaan is zo heftig dat je stilstaande op je fiets uit alle kracht de remmen vast moet zetten en je hoofd op de stuurtas moet leggen om niet met fiets en al de lucht in te gaan.

Bij het eerste het beste pick-up bestelwagentje dat er aankomt, steek ik mijn duim omhoog en direct stopt het om ons de resterende 33 km naar Midelt mee te nemen. De fietsen kunnen elk aan een kant op de open laadbak staan en wij zitten er tussenin. Na een half uurtje rijden komen we in Midelt aan en zoeken direct een hotelletje met warme douche, waaronder ik probeer het gruis en de steentjes die in m’n schedel zijn ingeslagen weg te spoelen.

Dwars door de Midden Atlas

Rond een 2370 meter hoge bergtop ligt sneeuw langs de weg

De volgende morgen fietsen we via Zeïda en Boulojoul, met storm en veel klimmen over de zuidelijke hellingen van de Midden Atlas. Vanwege de zware tocht besluiten we om niet verder te gaan. Op een grasveldje zetten we de tenten op.

De volgende dag rijden we naar Itzer, waar we boodschappen doen, omdat we van hier 125 km door de natuur zullen rijden en geen winkel meer tegenkomen. De eerste 14 km gaan voorspoedig, maar dan steekt de storm weer op; zelfs bergafwaarts gaat het niet harder dan 12 km p/u.

In de loop van de middag gaat het wat sneller en passeren we de 2370 meter hoge bergtop. Overal naast de weg ligt sneeuw. Schitterende natuur met op de bergen veel cederbomen. We passeren een hutje waarin mensen wonen, maar dat meer lijkt op een bouwval. Regelmatig komen we schaapherders met hun kudden tegen. Na zo’n 50 km stoppen we en zetten de tenten op, op een prachtig plekje in het bos aan een rivier.

Bij het wakker worden regent het en het is koud. Via Khenifra, waar we op de markt we een kilo dadels kopen, fietsen we naar M’rirt. Tien km buiten M’rirt mogen we de tent opzetten op het landje van een hutbewoner, die alleen Thamazight, de Berbertaal van Marokko, spreekt.

Tijdens het opzetten en inrichten van de tenten blijft hij staan kijken en daarna nodigt ons uit voor de thee in zijn hutje. Marokkaans thee zetten is een heel ritueel en neemt nogal wat tijd. Hij blijft aandringen dat we bij hem moeten komen slapen, maar we slaan zijn aanbod af.

De volgende dag is het warm met strakblauwe luchten. Het laatste gedeelte naar Azrou, op de noordelijke hellingen van de Midden Atlas, klimt de weg weer behoorlijk. In het centrum van Azrou vinden we een hotelletje. We besluiten de volgende dag te blijven en de omgeving te verkennen.

De volgende ochtend rijden we over een hoogvlakte door prachtige bossen naar Ain Leuh, zo’n 26 km ten zuiden van Azrou waar een Nederlandse zendeling een weeshuis moet hebben. In Ain Leuh vragen we of iemand iets weet en uiteindelijk brengt de eigenaar van een restaurant ons er naar toe.

Het weeshuis blijkt verlaten, alleen de vouwwagen van de Nederlander staat er. Een van zijn assistenten die bezig is met de bouw van een huis, vertelt dat hij voor enige maanden naar Nederland is. Het hele project blijkt een ruïne te zijn; we begrijpen niet dat iemand denkt hier nog iets van te kunnen maken. De assistent vertelt dat het een Amerikaans/Afrikaans project betreft dat geheel uit vrijwilligers bestaat, die hoofdzakelijk in de zomer hier naar toe komen om puin te ruimen en te bouwen.

Over de uitlopers van de Midden Atlas

Tegenwind, ijsregen, veel klimmen en gevaarlijke afdalingen

De volgende dag vertrekken wij richting Meknes, waar we onze vriend Jaap hopen te treffen, die we tot nu toe niet hebben kunnen bereiken. Op een terrasje bellen we Jaap weer en waarachtig we krijgen contact; we hebben al die keren hiervoor een verkeerd netnummer gebruikt. Chris kent de weg en bij Jaap en Arlette krijgen we een warm onthaal met koffie en cake en eten we daarna gezellig met ze mee.

De volgende morgen gaan we op weg naar Oulmes, dat zo’n 81 km zuidwestelijk van Meknes ligt. De tocht valt tegen, veel klimmen over de uitlopers van de Midden Atlas en veel gevaarlijke afdalingen. Na vijf uur hebben we er pas 60 km opzitten. We zetten de tenten op, ver van de toch al stille weg op een mooi rustig plekje tussen de bergen.

De volgende ochtend regent het en we moeten alles drijfnat inpakken. We beginnen met lopen naast de fiets om de berg op te komen en dan weer een stukje fietsen met tegenwind en ijsregen. Het water sopt in onze schoenen. In meer dan drie en een half uur ploeteren leggen we slechts 15 km af.

Dan weer klimmen, maar onderweg stopt een busje en kunnen we een paar kilometer meerijden. Onder m’n regenpak heb ik drie truien aan, terwijl ik gisteren nog met bloot bovenlijf heb gefietst.

In Oulmes nemen we koffie en eten we om een beetje warm te worden en dan gaan we weer door, via de “gele weg” naar Tiddas, Maaziz en Rommani. In El Hatcha begint het te onweren. Op zoek naar een plek om te schuilen vinden we een groot vervallen huis met oprijlaan waarvan de toegangshekken los op de grond liggen.

Aan de achterzijde van het huis vinden we luiken die openstaan. We klimmen naar binnen en openen van binnenuit de deur om de fietsen binnen te zetten. We installeren ons en zetten een potje thee. Onze verblijfplaats blijkt de keuken van een oud restaurant te zijn met een aanrecht vol muizenkeutels. Na een uurtje komen twee jongens die vertellen dat dit ooit een hotel was en dat zij de sleutels hebben en er wonen. Ze laten ons het hele gebouw met alle lege kamers zien en daarna nodigen wij hen uit voor een kop koffie en krijgen toestemming van hen om hier de nacht door te brengen.

Het is de volgende dag zonnig weer en er volgt snel een lange afdaling. Na twee uur fietsen zit de helft van de dagafstand van 80 km erop. Over de tweede helft doen we drie uur, maar dan zijn we in Rommani.

Twee kilometer buiten Rommani richting Ben-Slimane zetten we de tenten op aan een riviertje. Het weer is nog steeds lekker en ik was me in de rivier. Als het donker wordt, breken er twee ezels los en rennen van de andere kant van de rivier dwars door het water achter onze tenten langs. Er ontstaat een hele consternatie tussen een paar Marokkanen en overal beginnen honden te blaffen.

Even genieten van de Marokkaanse zon

Ik ben inmiddels 5 kilo lichter en heb een grote grijze baard

De volgende dag arriveren we in Ben Slimane, een wat grotere plaats. Omdat hier alleen maar dure hotels zijn, rijden we verder om de tent ergens op te zetten. Richting Fedalate slaan we een klein weggetje in en bij een huis vragen we of we daar de tent voor een nacht mogen opzetten. Dat is goed, maar terwijl we bezig zijn de tenten op te zetten, komen er steeds meer mensen kijken.

Als ze na een uurtje vertrekken, komen drie vrouwen met een Frans briefje met de vraag of we in hun huis komen eten en slapen. Ik vertel hen in mijn beste Frans dat we gegeten hebben en dat we liever in ons eigen tentje blijven. We willen de tenten en fietsen met de bagage ook niet achterlaten.

‘s Avonds als het donker is, komen de vrouwen terug met brood en thee, maar ik lig al in m’n slaapzak met de ritsen van de tent dicht. Zo zit Chris er even alleen mee en neemt maar een kopje thee en wat brood.

Als we eindelijk kunnen slapen, stopt er een auto achter de tent midden in het land. Zeven mannen stappen uit en gaan op de tent van Chris af en melden zich als politie. Omdat Chris geen woord Frans spreekt, roept hij mij. Ze willen weten wat we hier doen. Ze noteren namen en paspoortnummers, terwijl wij proberen te weten te komen wat er is, we hebben immers toestemming van de eigenaar om hier te staan. Dat kunnen ze niet uitleggen en ze zijn er denk ik alleen maar op uit om geld te krijgen. Na een kwartiertje gaan ze weer weg en laten ons gelukkig verder met rust.

‘s Ochtends laten we alles eerst drogen. Omdat we vandaag naar de luchthaven van Casablanca gaan, pakken we de fietstassen opnieuw in en al het overtollige laten we eruit. Sandalen waarvan een riempje stuk is en alle batterijen uit de zaklampen, de rest van de koffie en filters geven we bij ons vertrek aan de vrouwen, die dat nog wel kunnen gebruiken.

Om tien uur zitten we op de fiets en zijn klaar voor de laatste tocht van deze vakantie. Het vlot lekker en via Fedalate fietsen we naar Sidi-Hajjaj. Daar zitten we een paar uurtjes langs de kant van de weg en genieten nog even van de Marokkaanse zon. Om half vijf komen we aan bij de luchthaven en blijven daar tot het donker wordt lekker buiten in het gras zitten. Ik ben 5 kilo lichter dan aan het begin van de reis en heb inmiddels een grote grijze baard.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win