×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Fietstocht door Denemarken

Een rondje Denemarken in de herfst

Reisverslag: Harry Weggemans
Foto's: Rens van Moolenbroek

Wie rust zoekt, kan in september naar Denemarken: het vakantieseizoen is voorbij, een aantal campings al gesloten (lees: gratis). Per (lig)fiets kan je in twee weken het hele land doorkruisen, dan heb je precies 1144 redelijk vlakke kilometers afgelegd. En de nodige buien op je dak gehad.

Het was een heldere, frisse nacht. En dat is het nog steeds. Gisteren zijn we met de trein via Hamburg en Frederikshaven naar Kolding gereisd, samen met onze ligfietsen. Na enig getwijfel had ik toch de lichtgewicht slaapzak ingepakt, met als gevolg dat ik  nu al om 04.00 uur wakker ben, met onderkoelde tenen. Om acht uur staan we op. In het kookhok van de camping ontbijten we. Dan rustig de tent afbreken. De zon schijnt inmiddels maar het is nog wel behoorlijk fris. Fietsen met lange mouwen en lange pijpen dus.

We beginnen met een afdaling, met 46 km/u. Dit is mijn eerste kennismaking met de eenwielige aanhanger achter mijn ligfiets en dat is behoorlijk wennen, want de kar reageert wat nerveus. Eerst rijden we over een drukke weg richting Lunderskov maar we slaan al snel af, op zoek naar een rustig weggetje. Dat vinden we, via Gesten rijden we door een bosrijke omgeving naar Baekke. Er zitten wel venijnige hobbels in de weg.

In Vorbasse wordt speciaal voor ons een restaurantje vroeger dan gepland geopend. We blijken verzeild geraakt in een godsdienstig mini-grill house, met aan de muren allerlei onleesbare Deense religieuze spreuken. Via alweer een prachtige rustige route fietsen we door richting Tofterup. Onderweg zie ik zelfs een hertje.

Gratis kamperen

Tegen de wind in langs goudgele korenvelden

Een dag later gaan we – via ‘eind goed’ Ølgod en ‘buiten’ Ådum – over allerlei kleine kronkelweggetjes naar Skjern. We nemen de goede weg naar Stavning, langs het Ringkøbing Fjord, maar toch zien we bar weinig van het fjord. In Tim roven we een lokale supermarkt leeg. Handig, zo’n boodschappenwagen achter je fiets; je hoeft geen evenwichtige links-rechts verdeling meer te maken van de spullen, gewoon achterop gooien!

Langs een landweggetje bij de kerk van Tim Kirkeby vinden we een camping. Hoewel, er staat welgeteld één caravan en er is een hok met kookfaciliteiten. Dankzij de vele ruimte dubben we nog een flinke tijd over de plek voor de tent. Ik douche met koud water, ik vind wel elders in het hok een geiser, maar het draaien aan de knoppen levert mij geen warm water. Later, als Rens gaat douchen, blijkt de geiser opgewarmd en geeft hij lauw water. Na het eten doen we de afwas met gloeiend heet water!

We beginnen een beetje te wennen aan de koele nachten. Als we de volgende morgen inpakken hebben we nog niemand gesignaleerd op of naast de camping, dus ook geen eigenaar. We kijken we nog of er misschien toch iemand in de caravan zit. Nee, dus helaas mogen we de camping niet betalen.

We rijden over een brede – dus vervelende – weg naar Ulfborg, waar we zonder succes op zoek gaan naar een kaart van Noord-Jutland. De wind waait behoorlijk hard, op zijn Deens, en het is een hels karwei om harder dan 17 km/u te gaan. De vlaggetjes waaien bijna van onze fietsen en van de aanhanger.

Over een kronkelende, glooiende weg, rijden we tegen de wind in langs goudgele korenvelden naar Holstebro. Daar raken we de weg kwijt, waardoor we een ongewild bezoek aan het centrum brengen. Daar stuiten we toevallig op een boekhandel waar ze de juiste landkaart hebben. Na het oninteressante Holstebro fietsen we naar een leukere omgeving. We rijden door heidegebied en bossen, in noordoostelijke richting naar Skive.

We bellen aan bij de receptie van de camping in Rønbjerg: geen reactie. Dan eerst maar de tent opzetten. Er is een mooie doucheruimte, maar zonder campingbaas komen we niet aan muntjes voor de douche. Later horen we van een stamgast dat er gewoon munten van vijf kronen in gaan en dat de campingbaas niet aanwezig is omdat de camping officieel gesloten is. We hoeven daarom alweer niets te betalen. De camping ligt aan een meer en we genieten ‘s avonds, gezeten aan dat meer van een prachtige zonsondergang.

Geen fjord gezien

Een rustige weg kronkelt door bos en heide

De volgende dag rijden we eerst naar Skive om geld te halen bij het ‘postamt’. Wat geld betreft kun je in Denemarken alle kanten op: eurocheques, girobetaalkaarten, pinnen met je creditcard, geen enkel probleem allemaal.

Vanaf Skive kunnen we zowaar een stukje een heus fietspad volgen. We nemen de brug over Sallingsund naar Mors. Dankzij de brugleuning zien we niets van het Limfjorden. Het eerste negatieve puntje voor de ligfiets. Aan de overkant van de brug is het verboden voor fietsers en worden we gedwongen via een steil gravel- en later grindpad af te dalen naar zeeniveau. Langs het water gaan we verder naar Nykøbing en voorbij Sundby gaan we over een kleinere brug naar Thy, een arm aan het Jutlandse vasteland. We rijden nu door een vlak, desolaat gebied, heel anders dan de Nederlandse kuststrook.

We vinden een camping in Stenbjerg aan de kust. Ook deze camping, we zijn het inmiddels gewend, is zo goed als verlaten. Er staan geen bomen op de camping en er is nauwelijks beschutting tegen de wind. Het is hier aan de kust met een temperatuur van zo’n vijftien graden een stuk frisser dan in het binnenland. Bij het bouwen van de doucheruimte is men vergeten het dak dicht te maken, dat is dus een koude douche. Het kleine kookhokje, met tafel en stoelen, is gelukkig wel winddicht. Als we daar in onze dagboeken schrijven komt er een slonzige Deen binnen met een pannetje aardappelen in de schil, die hij gaat koken. De enige conversatie die we in het Deens kunnen voeren is ‘hai’, ‘o’ en ‘ja’.

De volgende morgen is er ook hier helaas geen campingbaas te bekennen: drie gratis campings op een rij! We rijden langs de kust richting Hanstholm door een prachtig vlak heidelandschap. Na een uurtje breekt ook nog eens de zon door. In het verlaten stadje Hanst-holm bezoeken we een overdekt winkelcentrumpje en drinken een kopje koffie. Vanaf Hanstholm varen boten naar Kristiansand en Bergen (Noorwegen). Wij blijven in Denemarken fietsen. Na een snelle afdaling naar Roehr slaan we bij Hjardemål linksaf, een fantastische rustige weg kronkelt door bos en heide. Een absolute aanrader. We rijden in een straf tempo weer richting kust.

Via kleine weggetjes komen we bij de brug die over het Limfjorden terug naar het vasteland leidt.

Daar volgen we een stukje de bekende Marguerite-route, die duidelijk bewegwijzerd is. Het blijkt een route over de mooiste weggetjes. Wederom door een heidelandschap rijden we via Skarp Salling en Borup naar Vegger, waar een korte, leuke afdaling volgt. Maar daarna volgen de korte klimmetjes elkaar in hoog tempo op. Ook naar Rebild gaat heuvelop, met 114 meter is dit bijna het hoogste punt van Denemarken. Op de weg staan de namen gekalkt van de Deense wielerhelden Sörensen, Riis, Hamburger en Skibby.

Rebild ligt in de mooie bosrijke omgeving. Van Skørping af gaat het weer naar beneden, richting het Mariager Fjord bij Hobro. Voor het eerst hebben we echt wind mee en dat is ook op een ligfiets erg fijn. Met een mooi gemiddelde van 30 km/u komen we in Hobro aan. Via een prachtige heuvelachtige weg komen we uit in Bejerringbro. Het laatste stuk naar Ans moeten we over een drukke weg rijden, die ook nog eens omhoog loopt. Nee, het klimmen valt nogal tegen en we zitten nota bene in het vlakke Denemarken!

Op de camping in Ans genieten we van een doorgebroken zonnetje, maar de volgende morgen is het weer uitzonderlijk koud en het is bovendien mistig. Het zal de hele dag zwaar bewolkt en fris blijven En ook de route is alweer behoorlijk zwaar, zo vroeg op de ochtend.

Na een afdaling na Serup en Sinding moeten we klimmen naar 106 meter hoogte en dat hakt er flink in. Van Salten naar Gammel Rye loopt een fabelachtig mooie weg langs een top van 157 meter. Tussen Boes en Alken gaat het aardig stijl naar beneden. Rens rijdt 57,5 en ik haal dankzij het extra gewicht van de aanhanger zelfs 64 km/u!

We ontwijken de stad Skanderborg en krijgen een zware glooiende weg voor de kiezen. De drukke weg 445 is ons iets te druk en te link. Het regent en we hebben wind tegen. We volgen nu fietsbordjes, die ons naar Hov leiden. Bij de haven van Hov is een klein café waar we kunnen eten. We krijgen wat de pot ons schaft: ‘Mijn serveerster is ziek, dus ik beschik over één menu, mijn specialiteit.’ Dat blijkt een vissekom gevuld met goulash, hetgeen goed smaakt. We zijn ook erg hongerig na een tocht van 98 kilometer. Tachtig procent van de bezoekers van het café is dronken. Wat neerkomt op iedereen buiten ons tweeën, inclusief de barman.

Regen, regen en regen

En van Deense wegwijzers kun je dus ook niet op aan

De volgende dag is het prachtig weer, met zowaar een helder blauwe lucht. We vertrekken we naar de haven waar we ‘billeter’ kopen voor de oversteek naar Samsø.

We zijn om 13.30 uur op het eiland en de boot die ons vervolgens naar Sjælland moet brengen gaat pas om 18.00 uur. We maken gebruik van het mooie weer om een toeristisch rondje over Samsø te maken. Na nog een uurtje rondhangen in het haventje van Kolby Kås vertrekt de boot. Om 20.00 uur zijn we in Kalundborg, Sjælland. In het donker is de camping moeilijk te vinden. Daar aangekomen is er weer geen campingbaas te vinden. Op de gok plaatsen we de tent op iets wat een graslandje lijkt; lantaarnpalen staan er namelijk niet op deze camping.

Het regent… In de regen naar de bakker en in de regen de tent afbreken, je kunt je iets leukers voorstellen. We fietsen door Kalundborg en vinden al vrij snel de weg die langs het vrij grote Tissø-meer richting Rørby gaat. Verderop slaan we af, weg van de drukke weg waarop we zijn beland. Ik word bijna geschept en ben al enigszins in een pesthumeur als tot overmaat van ramp blijkt dat we de verkeerde afslag hebben genomen. We rijden fijn, over verschillende heuvels, wat extra kilometers.

Vanaf Dianalund gaan we zuidwaarts over een mooie weg naar het Tystrup Sø. Het gaat wat harder regenen, maar we rijden langs het prachtige meertje, dus de stemming blijft erin. Het laatste stuk naar Karrebæk is saai, vlak en druilerig. We zijn blij als we op de camping zijn en een lekkere warme douche kunnen nemen. Na het eten zijn we te moe om nog iets te ondernemen. Het regent inmiddels niet meer, eindelijk.

De eerste 9 kilometer naar Næstved hebben we de volgende ochtend zowaar de wind mee en de lucht is ook al blauw. Wonderwel zijn we heel snel door deze grote stad heen. We rijden over een aardige, rustige weg naar Vordingborg aan de Storstrømmen. Op de vijf kilometer lange Storstrømmensbrug hebben we zowaar tussen de spijlen door zicht op het open water. Vervolgens wordt de route een stuk minder interessant, we rijden over een kaarsrechte weg naar Sakskøbing. Daar willen we boodschappen doen, maar helaas: op zaterdag zijn de winkels Denemarken al vroeg gesloten. Eigenlijk is alles dicht, met uitzondering van de pizzeria. Daar gaan we dus eten.

Als we ‘s nachts wakker worden van de regen, weten we nog niet dat deze bui de gehele dag aan zal houden. Geen van ons beiden wil ‘s ochtends in de regen naar de bakker.

Er worden allerlei goede redenen gezocht om de ander erop te wijzen dat hij degene is die de pineut is. ‘Jij zit het dichtst bij de geldpot.’ ‘Jij hebt je collant al aan.’ ‘Ik zet de thee alvast.’ Als Rens zegt dat hij zo moe wordt van deze spelletjes, is de overwinning nabij: ‘Als je moe bent, moet je naar de bakker gaan.’ Uiteindelijk gaat Rens inderdaad brood halen.

Regen en wind uit het zuidwesten maken het een trieste dag. Via Hunseby en Bandholm rijden we langs de noordelijke kustlijn, hoewel de zee niet te zien is. In Hejringe slaan we linksaf, pal tegen de wind in. Het houdt prompt op met zachtjes regenen. Zonder van de omgeving te kunnen genieten willen we zo snel mogelijk naar de veerboot in Tårs. We volgen daarom de fietsbordjes, maar die leiden ons ongewild eerst naar Nakskov. Tot overmaat van ramp worden we ook nog een doodlopende weg ingestuurd. Van Deense wegwijzers kun je dus ook niet op aan. De stemming zit er goed in! De ledematen beginnen nu te lijden onder de aanhoudende regen en tegenwind. Helemaal uitgeput en onderkoeld komen we aan bij de ‘færgehavn’.

Aan boord van het veerbootje drogen we ons en trekken wat droge kleren aan. Op open zee blijkt het flink te stormen, het niet al te groot uitgevallen veerbootje kan de golven maar moeizaam aan. Aan boord vallen de glazen van de tafels en iedereen loopt als dronken Denen rond. We beslissen om aan de overkant, op Langeland, meteen een camping te zoeken. Prompt is het droog als we op het eiland stappen. Als beloning fietsen we de eerste camping voorbij en nemen pas de tweede. Daar wordt ons een ‘hytte’ aangeboden, hetgeen inderdaad geen slecht idee is. Alle natte spullen worden te drogen neergelegd en -gehangen, de verwarming gaat op de hoogste stand.

We zetten thee, iets anders hebben we niet bij ons. Bovendien is het zondag, dus is er geen winkel open. De campingwinkel is ook dicht, we hadden eerder in het seizoen moeten komen. Een mooi excuus om luxe uit eten te gaan. Dichtbij de camping is een oude molen, ‘Æventyr Møllen’, omgebouwd tot café-restaurant. Als enigen zitten we in het restaurant, gezellig. Het eten is wel heel goed. Als we thuiskomen is de hytte net een sauna. Maar de kleren drogen wel snel. Buiten stormt het weer.

Bos, heide en heuvels

De paarden slaan op hol bij het zien van die maffefietsen

Vol goede moed staan we op, het zonnetje schijnt weer. We kunnen vroeg weg, want de tent hoeft ook niet afgebroken te worden. Het is een klein stukje naar Rudkøbing, de hoofdstad van Langeland. Daar parkeren we de fietsen tegen de pui van een bakkerij, binnen kopen we ons ontbijt. Onderweg naar de brug van Tåsinge stop ik even om te kijken of mijn wiel aanloopt, maar het blijkt toch alleen de tegenwind te zijn.

Op het vasteland van Fyn kiezen we de weg langs Rantzausminde, een mooie glooiende route. De temperatuur stijgt en we kunnen weer in het kort fietsen. We volgen nu een heus fietspad naar Vester Skerninge. Enige probleem is het aantal poortjes dat stuurmanskunst vereist. Vanaf Fåborg is de weg naar Hårby en Glamsbjerg zeer de moeite waard: veel bos, heide en heuvels.

We fietsen via Glamsbjerg naar het noordwesten, alweer via mooie kleine weggetjes. Het weer is perfect: weinig wind, een graad of achttien en geen regen te bekennen. In Gamborg, een kilometer of dertig voor het eindpunt van onze reis, posten we de ansichtkaarten. Over een grote brug met een apart fietspad gaan we van Fyn naar Jylland. We moeten nog twintig kilometer over een saaie, relatief drukke weg, naar Kolding.

Op tien kilometer van Kolding komt ons, aan de andere kant van de weg, een paard-en-wagen tegemoet. De paarden, evenals hun soortgenoten deze afgelopen twee weken, schrikken zich rot bij het zien van zulke maffe fietsen met van die angstaanjagende wapperende vlaggetjes. Ze slaan op hol en willen letterlijk rechtsomkeerd maken, maar rechts ligt een greppel. De paarden glijden de greppel in, de kar slaat om! We stoppen maar zijn bang dat als we dichterbij komen, om te hulp te schieten, de paarden nog meer in paniek raken. Ondertussen is een aantal automobilisten gestopt en lukt het de kar weer de weg op te duwen. Het is een wonder dat er geen gewonden zijn gevallen, zelfs de kar heeft geen schade.

De vrijgekomen adrenaline kunnen we goed gebruiken voor het laatste klimmetje naar Kolding. Dan zitten er ruim elfhonderd kilometers op. We zetten snel de tent op. Morgen een rustdag, daarna de trein naar huis.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win