×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Fietsvakantie Oost-Polen

Door natuurgebieden van Gdansk naar Krakau

Reisverslag: Dick Hagen
Foto's: Dick Hagen

Fietstocht van Gdansk naar Frombork aan de kust. Terug naar Elblag voor een boottocht over het Elblagkanaal naar Buczyniec. Fietsen via de Mazurische meren en de moerassen en bossen van Biebrzanski Nationaal Park naar Bialowieza Nationaal Park, met het oerbos en de wisenten. Tot slot via de historische stad Lublin afzakken naar Krakau, de oude hoofdstad van Polen.

Via een Pools personenvervoerbedrijf kan ik voor een prikje met een Ford Transit mee van Oldenburg naar Gdansk. Ik moet dus zorgen op tijd in Oldenburg te komen. Dat kun je fietsen, maar de trein is comfortabeler. Overstappen in Osnabrück en met NordWestBahn naar Oldenburg. Daar komt het busje mij op de afgesproken tijd oppikken, waarna we nog Bremen en Hamburg aandoen om meer passagiers mee te nemen. Mijn fiets gaat op het dak.

Gdansk

Oude Hanzestad vol poorten en historische gebouwen

‘s Ochtends om vijf uur word ik als laatste afgezet op een adres dat het Poolse vervoerbedrijf voor mij heeft geregeld. Dat ligt ongeveer 30 minuten lopen van het centrum van Gdansk. Na een paar uurtjes slaap besluit ik naar Glowne Miasto, de oude stad, te wandelen. Glowne Miasto is een plaatje.

De kraanpoort Brama Zuraw valt direct op. Deze is gebouwd met een dubbele functie, als verdedigingswerk en voor het laden en lossen van schepen. Gdansk is een oude Hanzestad.

Ook vanaf de Mariakerk met meer dan 500 treden (pfff) is Gdansk overweldigend.

Een deel van de middag gebruik ik om bij te slapen. ‘s Avonds word ik uitgenodigd op de barbecue.

De volgende ochtend word ik verrast met het feit dat Polen 110 volt heeft. Voor het opladen van batterijen levert dit echter geen probleem op. Het is evenals gisteren rond de dertig graden. In de stad bekijk ik eerst aan de hand van de ANWB-gids de oude poorten en gebouwen, de gevels, die zo Hollands aandoen. Er wordt veel gerestaureerd.

Bij de kade aangekomen lijkt een boottocht naar Westerplatte erg verleidelijk. Westerplatte is een schiereiland, waar het daar gelegen Poolse garnizoen in 1939 door de Duitsers onder vuur werd genomen vanaf de kruiser Schleswig Holstein. Het was de inleiding tot de Tweede Wereldoorlog.

Een groot monument herinnert aan deze slag. Bovendien komt de rondvaartboot langs de werf waar Lech Walesa de stakingen leidde, die uiteindelijk de omwenteling in Polen tot gevolg hadden.

Fietsen naar Frombork

In het planetarium staat het werk van Copernicus centraal

Gdansk schijn je alleen te kunnen verlaten via een drukke hoofdweg. Zodra de gelegenheid zich voordoet, verlaat ik deze echter om vervolgens via (op de kaart gele en witte) binnenwegen de kustweg op te zoeken. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want ik blijk op de haf te fietsen; de landtong voor de kust die uiteindelijk doodloopt op militair terrein.

Ik moet terug via allerlei binnenweggetjes en veel schuilen voor de regen, die soms met bakken uit de lucht valt. Dat schiet niet op. Als ik uiteindelijk op de kustweg beland, blijkt die over te gaan in een heuvellandschap. De eindmorenen uit de ijstijd. Het resultaat is, dat ik Frombork vandaag niet haal. Via Agrotoerisme vind ik en een slaapplaats in een voormalige aardewerkfabriek.

Naar Frombork is het de volgende morgen nog 20 km. Hier staan bordjes van de R1, de lange-afstandsfietsroute van Frankrijk naar de Baltische staten. In Frombork heeft Copernicus zijn theorie ontwikkeld dat niet de aarde maar de zon het middelpunt is van ons zonnestelsel. Er is een planetarium en een museum, waarin het werk van Copernicus centraal staat.

Bovendien staat er in Frombork een prachtige, uit rood baksteen opgetrokken kathedraal, waarin Copernicus begraven ligt. Vanaf de toren boven het planetarium heb je een prachtig uitzicht op de kust, de haven en de lagune.

Elblagkanaal

Met 5 sleephellingen wordt meer dan 100 meter overbrugd

Diezelfde dag rijd ik terug naar Elblag, waar ik de volgende dag met de boot over het Elblagkanaal naar Buczyniec wil varen. Daarbij moet middels vijf sleephellingen een hoogteverschil van meer dan 100 meter worden overbrugd. Het hele traject is thans beschermd natuurgebied en van een prachtige schoonheid.

Mijn volgende doel is het oerbos en de Europese bizons bij Bialowieza. Om daar te komen moet ik door een paar andere mooie natuurgebieden, namelijk de Mazurische meren en het Biebrzanski Nationaal Park.

De Mazurische Meren

Uitgestrekte bossen met uitzicht op meren en waterwegen

Ik fiets in twee dagen van Buczyniec naar Biskupiec, een afstand van 125 kilometer. Van daaraf volg ik een fietsroute door het gebied van de Mazurische meren die me weer verder oostwaarts brengt. De natuur is hier wonderschoon: uitgestrekte bossen, redelijk tot goede wegen en verrassende uitzichten op meren en waterwegen.

Eenmaal moet de route een doorsteek maken door een bosgebied zonder nadere plaatsaanduiding. Gelukkig maken bosarbeiders mij duidelijk dat ik steeds rechtdoor moet. Helaas is de route door het bos voorzien van een nieuwe grondlaag, waardoor ik steeds wegslip in het rulle zand.

In de buurt van Ruciane-Nida verlaat ik de fietsroute over witte weggetjes en vervolg mijn tocht over de hoofdweg naar Pisz. Het is een kaarsrechte, vlakke weg met de wind in de rug. Dat schiet lekker op.

Het is nog vroeg als ik door Pisz kom en besluit nog een tijdje door te fietsen. De volgende plaats is Biala Piska, maar daar weet niemand antwoord op de vraag ‘Szukam pokoje jeden noc’ (ik zoek een slaapplaats, één nacht). Hier is niets! Er blijft mij niets anders over dan door te rijden.

In Szczuczyn aangekomen, vraag ik bij de eerste de beste gelegenheid, een café, waar ik een slaapplaats kan vinden. Ik word doorverwezen naar het postkantoor naast het café. Daar is een hotel. Enigszins verbaasd ga ik naar binnen en zie in de hal het bordje ‘Pokoje Goscinne’, maar vervoeg me aan het loket van het postkantoor.

Na enige taalbarrières krijg ik boven het postkantoor een kamer en word bij sluiting van het postkantoor als vanzelfsprekend en zonder overleg van de buitenwereld afgesloten. De buitendeur zit op slot. De volgende ochtend om zeven uur word ik weer bevrijd, zonder blikken of blozen.

Biebrzanski Nationaal Park

Een ongerept moerasgebied waar de tijd lijkt stil te staan

Vanuit Szczuczyn rijd ik opnieuw via witte binnenweggetjes richting Bialystok, waarbij ik ook op het smalste stuk door het Biebrzanski Nationaal Park kom, een uitgestrekt moerasgebied. Het is hier nog zo stil en ongerept, haast primitief, dat je het idee krijgt dat de tijd heeft stilgestaan. De natuur is prachtig, de wegen niet altijd fietsvriendelijk.

De hoofdweg van Grajewo naar Bialystok is bereikt en ik rijd weer op asfalt door Biebrzanski Nationaal Park. Even nog aanleggen bij een informatie- en uitkijkpost van het park en dan door naar de jeugdherberg in Bialystok.

De volgende dag vertrek ik richting Hajnowka. Onderweg kom ik prachtige Russisch-Orthodoxe kerken tegen, zoals in Trzescianka. De weg is breed en mooi geasfalteerd, de wind in de rug en een lekker zonnetje. Dat rijdt lekker. Hajnowka wordt dan ook voor in de middag bereikt.

Het is zondag en veel zaken in Hajnowka zijn gesloten. Eindelijk vind ik een kleine snackbar die open is. Alles staat hier in het Pools. Ik neem Kiszka ziemniaczana (armenkost). Het is gebakken aardappelworst met twee schijfjes tomaat. Ik drink nog wat en zet mijn tocht voort naar Bialowieza, het is nog 17 km naar het oerbos.

De laatste 17 km vanaf Hajnowka geven me hier al een voorproefje van: aaneengesloten bos aan weerszijden van de weg. Ik informeer bij PTTK (tourist office) naar het natuurvriendenhuis in het paleispark. Ik kan daar slechts een nacht slapen. Alles is volgeboekt met groepen, ook de jeugdherberg.

Particulier is er gelukkig nog genoeg keus voor de volgende dagen. Ik blijf hier twee dagen.

Bialowieski Nationaal Park

700 jaar oude eiken en Europese bizons van 1200 kilo

Na een bezoek aan het PTTK besluit ik eerst met de fiets naar het reservaat te gaan. Mijn hospita vertelt me dat ik daar via Zebra Zubra, een aangelegd natuurpad dwars door het bos, naar toe moet gaan.

Het pad komt achter het reservaat uit. In het reservaat zijn de dieren bijeen gebracht die in het oerbos nog in het wild voorkomen. Zebra Zubra is een avontuur. Nadat ik me ruimschoots met muggenmelk heb ingewreven rijd ik over vrij stevige bosgrond, soms over een planken pad, dan weer over overdwars gelegde boomstammetjes. Onderweg staan borden met informatie over bomen en planten langs het pad.

In het reservaat heb ik vooral belangstelling voor de wisent, de Europese bizon, geweldige kolossen van 1200 kilo per stuk. Eén maakt een schijnaanval op mij. Het heeft een jong bij zich en ik heb met mijn fototoestel te veel aandacht getrokken.

Gelukkig zit er een stevig hek tussen hem en mij. Maar ik geniet van dit instinctieve gedrag. Formidabel. Verder zijn er nog herten, elanden, wilde zwijnen, rendieren en een gefokte kruising van wisent en rundvee, de zubron.

De volgende dag breng ik o.l.v een gids een bezoek aan Park Narodowy w Bialowiezy, het oerbos. Veel geluiden van vogels, waarvan de gids ook vaak de Nederlandse namen kent. Voor de grote verscheidenheid aan bomen en planten geldt hetzelfde. Het gekwetter van een nest jonge spechten wordt meerdere malen gehoord.

Plots staan we voor een omgevallen woudreus, een 700 jaar oude eik, dan weer een acacia die met zijn kroon verdwijnt tussen sparren van 45 meter en hoger. Onderhoud wordt er niet gepleegd, de natuur heeft hier vrij spel. De flora en fauna is hier fascinerend mooi. De wandeling duurt tweeëneenhalf uur. Dan staan we weer buiten het hek.

‘s Middags ga ik naar Szlak Debow, het koninklijke eiken pad. Reuzen van enkele honderden jaren oud, vernoemd naar leden van de koninklijke familie, sieren een stuk bospad. Eiken met een omtrek van meer dan vijf meter en een hoogte van soms ruim 50 meter.

Naar het zuiden

Genieten van de natuur en de dreigende wolkenpartijen

De volgende dag verlaat ik Bialowieza om via Hajnowka richting het zuiden te fietsen, op weg naar Krakau. Er hangt een inktzwarte lucht voor me. Na Kleszczele rijd ik over kletsnatte wegen, maar gelukkig blijf ik achter de bui aanfietsen.

Via Siemiatycze vervolg ik weg nr. 19 en rijd de brug over de rivier de Bug over. Even later ben ik in Sarnaki. Oorspronkelijk zou ik hier linksaf gaan om later binnendoor weer op de rode weg uit te komen. De rode weg is echter goed te fietsen, dus blijf ik die maar rechtsaf volgen. Ik blijk weer geluk te hebben, want na een tijdje zie ik een bordje ‘Rooms 400 meter’ van Agrotoerisme.

Ik bof met een vakantiehuisje, van alle gemakken voorzien en erg goedkoop. Ik ben te gast bij een amateur-ornitholoog. Hij zegt dat ik beslist een bezoek moet brengen aan Poleski Park Narodowy, een moeras- en veengebied met prachtige flora en fauna.

Mijn doel ligt zuidelijker, Krakau. Vanuit mijn huisje maak ik een korte wandeling en geniet van de natuur en de dreigende wolkenpartijen. ‘s Avonds eet ik een schaal vol pierogi, de favoriete maaltijd van mijn gastvrouw.

Het is nog een kleine 150 km naar Lublin. Ik denk dat in één dag wel te kunnen halen. In Miedzyrzec Podlaski ben ik even het richtingsgevoel kwijt. Het doorgaand verkeer wordt buitenom het centrum geleid en ik doe mee en zie dus niets van de stad.

Ik kruis de weg naar Warschau. De weg is slecht geworden. Veel lapwerk, uitgeholde sporen en hoog opgedrukt asfalt aan de zijkanten. Het hobbelt soms en je moet heel alert fietsen, om gaten te vermijden. Ik krijg last van mijn linkerschouder. Zelfs zo erg, dat ik het vandaag in Radzyn Podlaski voor gezien houd. Ik zoek een hotel op en gun mijn schouder wat rust. Bij het busstation (PKS) is een internetcafé, waar ik het thuisfront op de hoogte kan houden van mijn avonturen.

De volgende dag begint met regen en dat duurt een hele tijd. Als het ophoudt met regenen, ga ik weer op pad voor de laatste 74 km naar Lublin. Naar Kock is 21 km over een kaarsrechte lange weg, prima geasfalteerd. Het blijft bewolkt.

In Kock vervolg ik weg nr.19 richting Lublin en mijd daarmee tevens de drukte richting Warschau. Vlak voor Lubartow word ik bijna van de sokken gereden door een vrachtbestelwagen, die rechtsaf wil, waar de hoofdweg een bocht naar links maakt. Ik kan nog net op tijd in de remmen.

Op het marktplein van Lubartow rust ik even en geniet op een afstandje van kijvend volk bij een paard-en-wagen. En verder ga ik. In Niemce breekt de hel los. Een flinke plensbui noopt mij een tijdje te schuilen. Dat kan het beste in een restaurant. Ik laat het me goed smaken. Buiten is het flink afgekoeld en nagenoeg droog als ik weer opstap.

Het laatste stukje naar Lublin heeft wel wat obstakels, men is hier met de weg bezig. Een fietser op een versmald wegvak geeft wel oponthoud, maar het vrachtverkeer blijft keurig achter me totdat de weg zich weer verbreedt.

Eindelijk dan Lublin. Via de Lonely Planet zoek ik een geschikte slaapplaats in een Catholic Church Institution. Lijkt me een uitstekende plek, lekker rustig. Het ligt tegen de oude stad aan. Trappetje op, poort door en je bent in het oude centrum. Mijn fiets krijgt een plekje in de bibliotheek. Ik krijg de sleutel. Mijn kamer is perfect: drie bedden, een bad en toilet.

‘s Avonds verken ik de omgeving: mooie oude gebouwen, maar ook verval. Ik ontdek het busstation van o.a. Eurolines. Ik blijf hier maar een dagje langer, er is genoeg te doen en te zien.

Lublin

Mooie oude gebouwen en na het eten een Klezmer-concert

Het is inmiddels zaterdag. Wat is het hier heerlijk. Een serene rust. In de loop van de ochtend wandel ik naar het treinstation en informeer naar de vertrektijden voor Krakau.

Er rijden er twee. Een vertrekt om 05.42 uur, de tweede om 16.40 uur, aankomst 21.19 uur. Ik vraag niet eens naar de prijs, maar nog wel of de fiets ook mee kan. Reserveren is niet nodig. Ik loop het station uit en heb wat om over na te denken.

Op mijn logeeradres regel ik een extra nacht. In de stad is een tourist office en ik vraag of zij voor mij een slaapplek kunnen reserveren in Krakau. In de jeugdherberg kan ik één nacht terecht. Ik wandel de oude stad door, maak foto’s en constateer er een joodse cultuur en historie. Er is zelfs een specifieke joodse rondleiding. In de kerken wordt druk getrouwd op zaterdag.

Terug op mijn kamer raadpleeg ik Lonely Planet voor een geschikt restaurant. Mede door de joodse indrukken van vandaag valt mijn oog op een restaurant met Poolse en joodse cultuur, Kawiarnia Szeroka, het is vlak om de hoek binnen de poort.

Bij het bestellen van mijn eten word ik gevraagd het Klezmer-concert vanavond bij te wonen. Ik accepteer de uitnodiging en geniet de hele avond van vrolijke, amusante muziek. Een genot om naar te kijken en te luisteren. Om half twaalf moet ik de zuster van dienst het bed uitbellen, omdat de sleutel dol draait in het slot.

De volgende ochtend maak ik mijn fiets reisklaar. De extra nacht is betaald en ik mag mijn fiets bepakt achter slot en grendel laten staan. Ik heb tot 16.40 uur de tijd, want ik heb besloten de trein naar Krakau te nemen. Ik heb teveel last van mijn schouder. Ik wandel maar weer naar het station en regel mijn reis naar Krakau. De afstand is 339 km, de prijs 44 zloty (11 euro, incl fiets).

In mijn coupé wordt de conducteur geconfronteerd met een groep van 8 zwartrijders. Het laatste uur van de reis is mijn coupé omgetoverd tot een administratiekantoor. De jongelui moeten zich allemaal legitimeren en krijgen daarna een bon uitgeschreven.

Tegen halftien ‘s avonds ben ik in Krakau. Op de plattegrond heb ik ongeveer mijn weg bepaald richting jeugdherberg. Met wat vragen lukt het me wel. In de jeugdherberg is niets bekend over een reservering. Maar er is voor vannacht nog wel een plek, morgen zien we wel verder.

Krakau

Een prachtige oude stad waar veel te zien is

De volgende ochtend krijg ik een adres van een studentenhostel. Daar is plaats en blijf ik de komende drie dagen om mijn programma af te werken.

Krakau is een hele vakantie waard. Een prachtige stad met veel bekijks. Het oude centrum met zijn prachtige gebouwen, kerken en gezellige terrasjes. Wawel, de koninklijke verblijven en de kathedraal, Kazimierz, de joodse wijk met gezellige restaurants, live-muziek en synagogen.

Ook wil ik nog naar Wieliczka, de zoutmijn, en naar Auschwitz. Genoeg te doen voor drie dagen. Krakau is beslist de moeite waard, wat een prachtige stad.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win