×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Fietsvakantie Thailand

Op de fiets van Bangkok naar Singapore (I)

Reisverslag: Aart Dijkzeul
Foto's: Aart Dijkzeul

Fietsen door het drukke Bangkok, langs werven waar ze met de hand houten boten maken, door plantages met rubber-, palm- en bananenbomen en langs toeristische badplaatsen. Stadjes met veel drukte en kabaal waar je geen westerling ziet en afgelegen stranden waar een emmer de douche vormt.

Na een douche in het hotel gaan we te voet Bangkok verkennen. Wat een prikkeling van de zintuigen: stank van auto’s, lekkere luchtjes van de vele eetstalletjes, herrie, leuke en mooie dingen om te zien.

De volgende dag pakken we de fiets om de stad verder te verkennen. De longen worden geasfalteerd, maar je komt nog eens ergens.

Als je ten minste niet bang bent om tussen twee bussen geplet te worden. Of, zoals vanmiddag, in te voegen op de achtbaanssnelweg dwars door de stad. Dan merk je dat er een verschil is tussen 20 en 100 km per uur. Daarbij zijn de Thais in het verkeer ook niet de meest beleefde mensen. Heel anders dan daarbuiten, daar zijn ze vriendelijk, aardig en behulpzaam.

Natuurlijk zien we wat geijkte hoogtepunten: een teakhouten paleis waar traditionele dansen worden opgevoerd, een tempelcomplex met onder andere een liggende Boeddha van een meter of 30. Het schijnt iets heiligs te zijn, maar voor een niet-Boeddhist heeft het iets potsierlijks.

Zo druk als het buiten het tempelcomplex is, zo rustig is het binnen. Er is een school met kinderen in uniform. Ze krijgen muziekles met gamelans en trommels. Verderop is er dansles.

We fietsen door leuke kleine straatjes met allerlei bedrijfjes en winkeltjes. In de buurt van de rivier bezoeken we een overdekte groentemarkt. Heel kleurrijk. En overal natuurlijk mensen die de fietsen bewonderen en betasten. Of willen weten hoe duur ze zijn.

Prachuap Khiri Khan

Alsof je in Lelystad op de Bataviawerf rondloopt

Dat was Bangkok; de echte reis begon vier dagen geleden. De fietsen gaan op een busje en zo’n 140 km ten zuiden van Bangkok, bij het plaatsje Phetbury begint de reis.

Veel snelweg maar gelukkig ook lokale wegen. Wat je allemaal niet voorbij ziet rijden op zo’n weg. Wagens met open laadbak met daarin grote aantallen Thai. Jong en oud.

En wat een bekijks hebben we. Veel mensen toeteren en zwaaien. Vooral de mensen op de bromfiets (meestal met z’n drieën) leggen veel belangstelling aan de dag. Als ze passeren dan gaat de duim omhoog, hoor je ‘hello’ en daarna – als het meiden zijn – veel gegiechel. Maar als we de Lonely Planet mogen geloven, is dat niet als uitlachen bedoeld.

Hua Hin, het eerste stadje waar we overnachten, is een combinatie van Zandvoort aan Zee en Valkenburg. Afschuwelijk. Veel souvenirwinkels met spullen ‘made in Thailand’. Dus houtsnijwerk en kleding.

Vandaag fietsen we in het Khao Sam Roi National Park. We varen met een bootje naar een strandje. De bungalow waar we overnachten is – met enig understatement – niet erg luxe. De douche ontbreekt. Daarvoor in de plaats is er een mandibak. Een schepemmertje als douchekop. Het bed is het enige meubilair maar met de klamboe er boven geeft het toch een romantische sfeer. Zwemmen is maar beperkt mogelijk door de vele kwallen.

We fietsen naar Prachuap Khiri Khan. Buiten het dorp is een scheepswerf. Ik kijk mijn ogen uit. Ze maken daar houten vissersboten van zo’n meter of 15 volledig met de hand. Alsof je in Lelystad op de Bataviawerf rondloopt.

Alles is groen en vochtig

Overal eettentjes, winkeltjes en stinkende vrachtauto's

Vanuit Bangkok trekken we zuidwaarts. We zitten nu zo’n beetje ter hoogte van het bekende Thaise toeristenoord Phuket in de plaats Phang Nga.

De gebieden waar we doorheen trekken veranderen zo langzamerhand. Steeds minder plantages met rubber-, palm- of bananenbomen en steeds meer ‘wilde natuur’ met allerlei onbekende bomen en struiken. Alles is groen en vochtig. Terwijl het in de tijd dat wij hier zijn pas drie keer (aan het eind van de dag) flink heeft geplensd.

De mensen en de manier waarop ze wonen veranderen – van noord naar zuid gaande – niet erg veel. Stadjes met veel drukte en kabaal. Overal eettentjes en winkeltjes en stinkende vrachtauto’s.

Iets buiten de dorps- of stadskernen zijn het steeds dezelfde taferelen. Tamelijk simpele huisjes, meestal van hout of bamboe maar soms ook beton met op het erf kinderen, kippen en een hond. Dat laatste is voor een fietser geen onverdeeld genoegen.

Maar of de hutjes nu van hout, bamboe of beton zijn, de mensen die er wonen hebben geen armoedige uitstraling. Uit de meest sjofele hutjes zie je ‘s morgens de kinderen in uniform met keurig gestreken wit bloesje komen. Iedereen is erg vriendelijk. Het meest vermoeiende van de vakantie is dan ook het zwaaien onder het uitroepen van ‘hello’. Anders dan bij ons moet de toon bij ‘lo’ omhoog in plaats van omlaag.

Toeristische badplaatsen

Topless zonnen terwijl een Thai broek en T-shirt aanhoudt

Het eten bevalt ons prima. Omdat we zo vroeg weggaan moeten we het ontbijt meestal ergens onderweg opscharrelen. Toen we net in Thailand waren konden we ons er nog niet toe zetten om ‘n stalletje aan de weg aan te doen. Zo langzamerhand is die drempel wat lager geworden en eten en slurpen we van alles. Meestal ook nog erg lekker.

We fietsen vandaag in tamelijk heuvelachtig gebied. We zijn allebei in een nieuwsgierige bui dus we grijpen elke gelegenheid aan om een beeld te krijgen van wat ze hier in Thailand voor de kost doen.

We bezoeken een ziekenhuisje en kijken rond bij een rubberplantage. Een echtpaar perst daar vellen rubber met iets als een wringer op een ouderwetse wasmachine.

Wat ook nog voorhistorisch is, is het maken van houtskool. De baas van het bedrijfje leidt ons rond. Leemovens waarin hout van rubberbomen wordt verkoold en die dan door twee stokoude vrouwtjes worden leeggehaald. Vervolgens wordt de houtskool uitgezocht en in zakken gedaan. Niet echt gezond maar wel erg leuk om te zien.

We brengen een paar dagen door in wat meer toeristische oorden. Badplaatsen waar je weinig meer herkent van het oorspronkelijke dorp en waar een blanke huid dominant is. Ook wij hangen er lekker de toerist uit.

Daarna steken we vanuit Krabi over naar het eiland Koh Lanta. Op de ferry zijn alleen maar toeristen waarvan de meeste met rugzak en twee met een fiets. Auto’s kunnen er niet op.

Het eiland blijkt ook zo’n westers toeristenoord te zijn. Het geeft mij een ongemakkelijk gevoel. Een eiland van 30 bij 10 km waarvan een kant (die met dat mooie zand) volledig wordt afgekloven voor en door de toeristen, die zich niets gelegen laten liggen aan de plaatselijke gewoonten. Topless zonnen terwijl een Thai broek en T-shirt aanhoudt als hij de zee in gaat.

Steeds meer moskeeën

Moslimmeisjes oefenen hun Engels met ons

We zijn weer in Thaise kringen. Plaatsen waar je geen westerling ziet. Zo langzamerhand maakt het boeddhisme plaats voor de islam. Steeds meer moskeeën en minder tempels. Steeds meer meisjes met hoofddoeken. Ook zij roepen ‘hello’. Het ‘Maxima-gevoel’ zijn we dat gaan noemen.

Het regent sinds twee dagen. Weer eens wat anders. Maar we geven toch de voorkeur aan mooi weer. Net als in Nederland ben je altijd te laat met het aantrekken van een regenjas. Zo van: ach het klaart wel weer op. Resultaat is wel dat we allebei tot in het kruis nat zijn en dat de hotelkamer in Trang, waar we nu zijn, een buitenmodel droogtrommel lijkt met de fan op maximaal.

Overigens wel iets bijzonders vandaag. Niet maandag wasdag maar maandag begrafenisdag. We hebben onderweg wel een stuk of vier begrafenisrituelen gezien.

Een wat bombastische kist die onder een baldakijn staat opgesteld met bloemen en zo. Er omheen – in onze ogen – een feest compleet met feesttenten, tafeltjes en stoelen eten en drinken. Niks geen droeve sfeer. Begrafenisgasten die komen aanrijden en vuurwerk afsteken. Doodgaan is waarschijnlijk toch iets minder erg dan bij ons in het westen.

Vandaag zijn we in een plaatsje waar een ‘anti-drugs en anti-aids’ festival plaatsvindt. Een optocht met leerlingen van alle drie de scholen (in drie verschillende uniformen) en daarna optredens van de lokale sterren.

Wij worden aangesproken door een groepje van vier moslim meisjes die – zo blijkt later – door een leraar van school er toe zijn aangezet om de Engelse lessen in de praktijk te brengen. Onze conversatie heeft bij gebrek aan woorden niet erg veel diepgang maar is wel leuk.

‘s Avonds treden er groepjes jongens op met gitaar, bongo en zang. Dat is genieten. Hoewel het allemaal tamelijk statisch is (ze zitten op een stoel), is het gegil van de fans niet van de lucht.

Het is heet op onze laatste dag in Thailand, in de plaats Satun. Toch maar een Thaise massage. Als je denkt: dat is lekker, je een uur wat laten masseren, strelen en wrijven heb je het goed mis. Het is kloppen, knijpen, drukken, draaien en je wilt steeds ‘au’ roepen maar dat schijnt in het Thais ‘ga door’ te betekenen. Maar heilzaam is het wel.

Daarna naar de avondmarkt om wat te eten en te drinken. Rijen veredelde bakfietsen met een keuken erop. Eerst even kijken wie het lekkerste gerecht maakt en dan aanwijzen dat wij dat willen. Zo werkt het bestellen als je niet weet hoe alles heet.

De fietsreis gaat verder door Maleisië.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win