×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Fly-drive Bonaire

Zwemmen tussen koraal en bontgekleurde vissen

Reisverslag: Marianne Bekkering
Foto's: Marianne Bekkering

Bonaire is een paradijs voor duikers: vanaf het strand zwem je zo tussen het koraal en de mooiste vissen. Maar het kleine eiland (denk aan Texel) heeft meer te bieden. In het zuiden zoutpannen en mangrove. In het noorden plantage Karpata en rots­teke­nin­gen. En dan is er nog Washington Slagboom Nationaal Park, met bloeiende cactussen, hagedissen en met name rond de drinkplaatsen veel soorten vogels.

In het kleine vliegtuigje van Tiara Air zitten we aan de goede kant om Aruba onder ons weg te zien glijden. Even later vliegen we over het Schottegat van Curaçao en nog even later komt Bonaire al in beeld.

Op de luchthaven nemen we een taxi naar Captain Don’s Habitat, iets ten noorden van Kralendijk. We hebben een appartement pal aan zee met prachtig uitzicht op Klein Bonaire, een eilandje voor de kust.

Het is een mooi opgezet appartementencomplex, in een mooie tuin en met een bijbehorend open restaurant. Van oorsprong is het voor duikers opgezet. Captain Don was zelfs de grondlegger van de Bonairiaanse duikindustrie.

Kralendijk

Fregatvogels cirkelen boven de visserskade

Kralendijk is genoemd naar een soort natuurlijke dijk van koraal (Koralendijk) en is een heel rustig plaatsje dat grotendeels bestaat uit twee evenwijdig aan de kust lopende straten, waarbij langs de straat aan zee de promenade loopt.

In de baai liggen veel zeilbootjes en naast de kade maken de lokale vissers de net gevangen vissen schoon, terwijl de fregatvogels rondcirkelen om te kijken of er iets te halen valt. Er staan bankjes bij de promenade. We zitten daar een tijdje in de schaduw van een boom naar dit tafereel te kijken.

In de Kaya Grandi, de straat achter de boulevard, vind je de winkels; de meeste restaurantjes liggen aan de zeekant. Iets verderop is nog een marktpaviljoentje op de kade en een historisch deeltje met Fort Oranje uit 1796 en een mooi bestuursgebouw van rond 1837. Dit alles in het okergeel met de mooie blauwe lucht erachter.

Een paar keer in de week komt er een groot cruiseschip langs en dan is het in dit plaatsje met 3.000 inwoners opeens een stuk drukker: de grootste cruiseschepen brengen evenveel toeristen als Kralendijk inwoners heeft. De taxi’s staan dan al klaar op de kade om ze op de diverse tours over het eiland mee te nemen, terwijl anderen de winkelstraat in duiken.

‘s Avonds eten we bij restaurant At Sea aan Kaya C.E.B. Hellmund, waar we echt heerlijk vis eten. Het is een leuk, open restaurant, waar we na even wachten gelukkig nog net een tafeltje kunnen krijgen. Meestal zitten ze bomvol en reserveren is dan ook geen overbodige luxe. Het is ‘s avonds nog lekker zwoel en je kunt dan ook prima buiten eten.

De zuidkant van Bonaire

Spierwitte zoutheuvels en piepkleine slavenhuisjes

De volgende dag rijden we met ons gehuurde jeepje de zuidkant van het eiland rond. Eerst komen we langs de zoutpannen en de wel erg kleine slavenhuisjes.

Het is een beetje bewolkte dag en de spierwitte zoutheuvels steken mooi af tegen de soms loodgrijze lucht. Daartussen zijn de zoutpannen in de verschillende kleuren, die de kwaliteit van het zout aangeven, net als de obelisken die erbij staan.

Vroeger meerden de schepen een stukje uit de kust af en door de kleur van de obelisken (oranje, rood, wit en blauw) konden ze zien welke kwaliteit zout er te halen was. Er werd dan een soort loopbrug naar de kust gemaakt waarover het zout door de slaven naar het schip werd gedragen.

Als je bedenkt hoe dat moet zijn gegaan en je de minihuisjes ziet waarin de slaven door de week sliepen dan komt er met terugwerkende kracht een gevoel van schaamte over je.

We rijden door naar het zuidpuntje van Bonaire en gaan via de ruwe zeekant weer omhoog naar Lac Bay aan de zuidoost kant van het eiland. Lac Bay is baai met prachtig blauw water. Aan de noordkant ervan ligt een mangrovebos. Er waait een stevige wind landinwaarts, waardoor je hier veel windsurfers vindt. Die scheren over het water, wat een mooi gezicht is.

Vanuit het Mangrove Informatie Centrum kun je verschillende tours maken: 1 of 2 uur kajakken onder leiding van een gids met daarin een tijdje snorkelen of een tour door de mangrove met een boot op die op zonne-energie vaart.

Het is allemaal onder leiding van een gids, want het mangrovebos is een beschermd gebied en onderdeel van het Bonaire Marine Park. De mangrovebossen hier bij Lac Bay zijn ruim 800 jaar oud en het is indrukwekkend om er doorheen te glijden.

Mangrovebossen zijn behalve mooi ook nog eens heel nuttig. Ze vormen door de wortels een natuurlijke bescherming voor de kust en fungeren als een kraamkamer voor allerlei dieren, zoals krabben, vogels en schildpadden. De laatste leven in de open plekken tússen de mangrove bosschages.

Het unieke van deze bomen is dat ze zowel in zout als in brak water groeien. Ze hebben wel zoet water nodig om te overleven, maar ze kunnen het zoute water zelf omzetten in zoet door middel van een half doorlatend membraam. Het is fascinerend om de mangrovewortels te zien, met de vele krabben ertussen.

We denken aan de noordkant van Lac Bay, aan het einde van de zandweg, te kunnen lunchen omdat ik ergens heb gelezen dat het hier in het weekeinde een drukte van jewelste is met de Bonairianen zelf, maar helaas is hier niets te krijgen. Kennelijk wordt alles meegenomen in koelboxen.

Op de terugweg door een mooi groen landschap zien we nog een paar flamingo’s en een zilverreiger in het water staan.

Een eindje verderop lunchen we met een heerlijke salade bij Yatu Largu. Daar is ook een klein strandje, waar we een stel leguanen zien rennen.

Die leguanen springen vervolgens in het water en zetten koers richting mangrove. Nooit geweten dat die zo goed konden zwemmen.

Terug in Kralendijk gaan we even de supermarkt in om wat boodschappen te doen. Het is een AH-variant, inclusief de Allerhande. Werkelijk alsof je thuis Appie in stapt.

Weer thuis bij het appartement in Kralendijk loop ik nog even met de camera door de bloemrijke tuin om een paar mooie bloemen en vogels te fotograferen.

De noordkant van Bonaire

Plantage Karpata had vroeger zelfs eigen zeilschepen

Vandaag is de noordkant van het eiland aan de beurt. We rijden via de toeristenweg langs de kust naar het noorden. Dit is een rustige smalle weg, met links steeds prachtig uitzicht op de kust en rechts rotsen met vele ondiepe grotten.

We passeren de duik- en snorkelplaatsen bij de koraalstrandjes Barcadera en Boca di Tolo, vlak bij de zendmasten van Radio Nederland Wereldomroep. Er zijn hier kleine parkeerhaventjes waar je je auto neer kunt zetten.

Iets verderop ligt het behoorlijk vervallen landhuis Karpata uit 1868, met een kalkoven. Plantage Karpata is genoemd naar een lokale plant, die de bron is van het laxeermiddel wonderolie.

De plantage was vroeger een belangrijk handelscentrum voor geiten, aloë, houtskool en verfhout. Het had zelfs eigen zeilschepen, maar het is nu een vervallen geheel. In 1980 is het wel gerestaureerd, maar daarna jammer genoeg weer in verval geraakt.

We rijden verder langs het Gotomeer, waar je meestal flamingo’s kunt zien, maar vandaag zijn ze gevlogen. Vlak voor het meer is een parkeerplek met een mooi uitzichtpunt met wat bankjes zodat je op je gemak van het weidse uitzicht kunt genieten.

Een mooie groene weg brengt ons naar het dorp Rincon. Dit dorp werd in de 16e eeuw gesticht door de Spanjaarden en is de oudste nederzetting van het eiland. Het ligt mooi in een dal tussen de heuvels van de noordkant van Bonaire. Dat is ook precies de reden waarom de Spanjaarden deze plek kozen. Tussen de heuvels waren ze veilig voor de piraten op zee.

Een eindje verder, aan de noordoostkant, vind je Boca Onima, waar op een overhangende nis mooie Indiaanse rotstekeningen te vinden zijn.

Op Bonaire kwamen de Cariben-indianen zo rond 1600 v.Ch. met hun kano’s aan, waarschijnlijk via Curaçao. Pas rond 1300 na Chr. kwamen de Caiquetio-indianen, een stam van de Arowaks uit Venezuela. Ze leefden net als op Aruba van de visvangst, de jacht en de landbouw.

En net als op Aruba hebben ze ook hier verschillende rotstekeningen van rode verf nagelaten. Het is ook hier nog niet echt duidelijk of dit gewoon kunst was, een religieuze betekenis had of een vorm van met elkaar communiceren was.

Via de noordoostkust rijden we terug naar Kralendijk, met een tussenstop op de Seru Largu, een uitzichtpunt met een weids uitzicht over het eiland.

Terug in het appartement is het snorkeltijd. Prachtige vissen heb je hier en mooi koraal. En dat alles vlak voor ons appartement.

Je hoeft het water maar in te stappen en je zwemt meteen tussen de meest mooie vissen.

‘s Avonds eten we bij It Rains Fishes aan de kade van Kralendijk. Ook hier hebben ze lekkere visgerechten en is het goed toeven op het terras.

Washington Slagbaai National Park

Rond de drinkplaatsen zie je vogels in alle maten en kleuren

We staan vroeg op want we willen vandaag het Washington Slagbaai National Park in het noorden van Bonaire bekijken. Vroeger waren dit twee plantages (Washington en Slagbaai) waar dividivi, aloë, houtskool en geiten de bronnen van inkomsten waren.

Uit de dividivi-peulen werd looizuur gewonnen en de aloë-hars werd als laxeermiddel gebruikt. De geiten die hier werden gehouden werden in Slagbaai geslacht, vandaar die naam.

Beide plantages werden eind jaren 60 aan Stinapa (Stichting Nationale Parken) verkocht, met de strikte voorwaarde dat het een natuurgebied moest worden. Het is een erg mooi park geworden, waar je als je alles echt goed wilt zien zeker een dag voor uit moet trekken.

Bij de ingang kun je een kaartje kopen van het gebied, waarop de twee routes zijn ingetekend die hier zijn uitgezet.

Een van de vele dingen die je hier volop vindt zijn vogeltjes en ja, dan moet je vroeg op. Om 08:15 uur zijn we bij de ingang. We rijden de grote route en zijn blij dat we een jeep hebben, want de wegen zijn nog een stuk slechter dan de vorige keer dat we hier waren. Hoe we hier de vorige keer de korte route met een personenauto konden rijden is me een raadsel.

Bij de zoutpan Salina Mathijs zien we gelijk al een stel flamingo’s. Tussen de behoorlijk roze flamingo’s zien we een redelijk kleurloos exemplaar. Vreemd, want ze eten hetzelfde en zouden dus ook zo’n beetje dezelfde kleur moeten hebben.

De noordkant van het park is een beetje zoals de noordkust van Aruba: arm aan vegetatie en met mooie ruige golven. Supladó is een mooi smal inhammetje, waarin het door de golven opgestuwde water opspat en dan door de harde wind wordt meegenomen.

Iets verderop zien we hoog in een cactus een hagedis zich tegoed doen aan de vrucht van die cactus.

Via de vuurtoren helemaal in het noorden rijden we naar Pos di Mangel, een zoetwaterbron waar veel vogels te zien moeten zijn. Helemaal tot aan het einde mogen we vandaag niet lopen, maar vogels zien we inderdaad in alle formaten en kleuren.

Bij het begin zit al een warawara of kuifcaracara in de grond te graven naar een prooi. De oranje troupiaal laat zich ook zien en even later nog een stel parkieten en de Para di Misa, een prachtig geel zangvogeltje.

Daarnaast zien we ook nog de chuchubi (spotlijster), de barika hel (suikerdiefje) en de totolika (loopduifje)

Door naar een andere drinkplaats: Put Bronswinkel. Vogels zien we hier minder, het is ook al tegen de middag. Wel zien we een grote leguaan, die lui tegen een boom aan op de uitkijk ligt.

Het was de bedoeling om of bij Playa Funchi of bij Slagbaai nog een beetje te snorkelen, maar aan deze kant is de zee vandaag flink ruw en er staat een erg harde wind, dus zie ik daar van af. We drinken wat in het kleine restaurantje bij Slagbaai en rijden dan door naar de uitgang.

Bij Rincon krijgen we toch een beetje trek en halen bij de lokale Chinees-annex-snackbar twee heerlijke loempia’s. Thuis bij Captain Don is het qua golven veel rustiger en is het alsnog even tijd om te snorkelen. Prachtig om boven al dat moois te dobberen. Op een gegeven moment zit ik midden in een school diepblauwe vissen. Geweldig!

We hebben bij Captain Don het romantische hoekje beneden aan zee gereserveerd voor onze laatste avondmaaltijd, want onze vakantie op Bonaire is helaas alweer voorbij.

Deze vakantie begon op Aruba.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win