×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Historisch Sicilië

Een reis door vele eeuwen geschiedenis

Reisverslag: Luk Carion
Foto's: Luk Carion

Reizen op Sicilië is reizen door de geschiedenis. Er zijn talrijke Griekse theaters en tempels te zien. In Agrigento is zelfs een vallei vol tempels. Op een reusachtig altaar in Syracusa werden jaarlijks honderden stieren aan Zeus geofferd. Op de Etna woonde Zeus’ zoon Hephaistos, de god van het vuur. Vanaf dezelfde vulkaan gooiden de cyclopen rotsblokken naar Odysseus. Ook vele andere veroveraars lieten hun sporen na, zoals de prachtige Romeinse mozaïeken in Villa Casale en de Normandische Dom in Monreale. En dan zijn er nog de vele schilderachtige steden en dorpen van meer recente datum, langs de kust en hoog in de bergen.

In de herfst is het op Sicilië nog volop zomer. Dat is niet de enige reden om dit eiland te verkennen: het is bezaaid met vaak goed bewaard gebleven restanten van antieke beschavingen: Grieks, Arabisch, Romeins, Normandisch, Spaans…

Al deze culturen hebben hun sporen nagelaten op deze grens tussen twee continenten. Deze mengelmoes aan invloeden is ook zichtbaar in het uiterlijk van de Sicilianen: sommigen zijn erg ‘Italiaans’, anderen hebben een uiterlijk dat doet denken aan Tunesiërs of Grieken. Allen zijn hartelijk, behulpzaam en nemen de tijd voor al hun bezigheden (behalve wanneer ze achter het stuur van de wagen plaats nemen).

Taormina

Beneden het 2500 jaar oude theater ligt de azuurblauwe zee

Na een aangename rit op de autoweg bereiken we Taormina, onze eerste bestemming. De Corso Umberto, de hoofdstraat, verbindt de twee toegangspoorten tot Taormina. De huizen kleven aan elkaar en elk zijstraatje moet beklommen of afgedaald worden. Het lijkt wel of het stadje zo van de berghelling af kan vallen.

De Corso Umberto wemelt van winkeltjes, bars, restaurantjes, hotelletjes en het is er dan ook een drukte van je welste, zelfs nu, einde september. Souvenirtentjes wijzen ons de weg naar ons hoofddoel: het theatro Greco.

Het geeft me een onwezenlijk gevoel wanneer ik de trappen opstap naar het hoogste punt waar vroeger het volk plaatsnam, eerst om er de Griekse toneelspelen te zien, later om de bloeddorstige Romeinse schouwspelen bij te wonen.

Het theater is een meesterwerk: welke plek kan de toeschouwer meer in bekoring brengen bij het opvoeren van de mythen van Hellas? Beneden ligt azuurblauw de straat van Messina. Ik voel de warmte van de ochtendzon. Cicero zei het reeds: in Sicilië schijnt elke dag de zon. Recht voor me zie ik de Etna, nog wat verhuld door de ochtendnevel. Westelijk op een rotspunt ligt Castelmola, een armoedig doch schilderachtig dorp dat als een stenen kroon geplaatst is op de top van een berg, zodat men al evenmin begrijpt hoe de bewoners er komen als wat zij er uitvoeren.

Tindari

Uitzicht op de Tyrrheense zee vanaf een vooruitspringende rots

Genoeg gemijmerd: we vervolgen onze weg naar Tindari: ditmaal niet op de autoweg via Messina maar door het binnenland. De weg is verlaten: op de hele rit komen we amper een andere wagen tegen.

Kronkelend slingert de weg zich over de berghellingen: een plots hevig onweer noopt tot voorzichtigheid.

Tindari is gelegen op een vooruitspringende rots. De zon is opnieuw van de partij. Ook hier werd door de Grieken tegen een helling een theater gebouwd dat uitkijkt op de Tyrrheense zee: het uitzicht is prachtig, we zien zelfs Vulcano, één van de Eolische eilanden.

We keren op onze passen terug en passeren de nogal pompeus aandoende kathedraal: Tindari is ook een bedevaartsoord en dagelijks komen hier mensen om de zwarte Madonna te vereren. Vanop het plein naast de kathedraal genieten we van een mooi uitzicht op de zee en de verzandingsplaten.

‘s Avonds eten we een heerlijke risotto met schelpdieren en een tonijn met uisaus.

Etna

De god van het vuur en stenengooiende cyclopen

Vanuit Belpasso rijden we de flanken van de Etna op, één van ‘s werelds grootste en meest actieve vulkanen.

In de Griekse mythologie werd deze berg gezien als de woonplaats en smederij van de zoon van Zeus en Hera: Hephaistos, de god van het vuur. Aardbevingen en uitbarstingen waren het gevolg van zijn activiteiten. Ook Odysseus zou vanop deze berg belaagd geweest zijn door cyclopen die hete brokstukken naar beneden gooiden.

Tijdens de rit naar boven verandert het landschap van heel vruchtbare hellingen naar een soort maanlandschap: gestolde lavastromen zijn een blijvende herinnering aan de nietsontziende natuurkrachten die hier aan het werk zijn geweest.

Halverwege de top (3300 m) houden we halt: bovenaan is de top in enkele witte wolken gehuld, maar hier is het uitzicht naar de kust fenomenaal.

Piazza Armerina en Villa Casale

Romeinse mozaïeken van trainende jonge atletes in bikini

Via de snelweg naar Enna gaat de tocht verder naar Piazza Armerina, één van de meest schilderachtige steden van Sicilië. Het binnenland is hier erg heuvelachtig doch landbouw is er mogelijk. Sicilië was vroeger dan ook de graanschuur van Rome. Net als in Toscane worden de heuvels bewerkt met tractoren op rupsbanden.

Dorpen of steden zijn er nauwelijks: de 5 miljoen inwoners wonen hoofdzakelijk langs de kust. Dit was vroeger ook niet anders: haast alle belangrijke archeologische opgravingen liggen langs of in de onmiddellijke nabijheid van de zee.

De huizen van de stad klampen zich vast aan een steile helling rondom de duomo, een adembenemende kerk gebouwd in de 16de eeuw op 720 m hoogte. Het is gezellig wandelen in de oude stad door de nauwe middeleeuwse straatjes.

Ons doel ligt iets verder: de villa Casale (400 n C) met haar mozaïeken. Deze grootse luxueuze Romeinse villa ligt in een mooie vallei. Hier vindt je de mooiste, grootste en meest complexe mozaïeken uit de laat-Romeinse periode op een oppervlakte van meer dan 3500 m2. Omdat dit gebied werd bedekt door een modderstroom is alles zo gaaf bewaard gebleven.

Verbaasd bekijken we de taferelen die veel vertellen over het alledaagse leven uit die periode. Fenomenaal is het tafereel van de grote jacht: hier wordt het vangen van wilde dieren in Afrika en de inscheping ervan op realistische wijze weergegeven op een oppervlakte van 280 bij 80 m. Wereldberoemd is de kamer van de jonge meisjes in bikini: jonge atletes in volle training.

Syracusa

Op het altaar van Zeus werden jaarlijks 450 stieren geofferd

We doorkruisen verder het Siciliaans binnenland richting Syracusa, eens de grootste en machtigste Griekse stad van het eiland.

Het Parco Archeologica ligt even buiten de stad en is vooral beroemd om het Griekse theater (5e eeuw v C), het grootste van Sicilië en het belangrijkste ter wereld in de klassieke oudheid.

Hier werden stukken opgevoerd van Euripides en Aischylos. Hier kwamen Archimedes, Plato, Pindaros en Sappho, de dichteres van de damesliefde, als toeschouwers.

Even verder stop ik voor een sterk tot de verbeelding sprekend archeologisch restant: het altaar van Zeus waar jaarlijks 450 stieren werden geofferd. De grootste (23 X 189 m) offertafel uit de oudheid. Het bloed moet er overvloedig gestroomd hebben.

Even verder weer een trefplaats voor bloederig spektakel: het Romeinse theater (het grootste van Sicilië) waar gladiatoren op leven en dood streden.

We trekken verder naar het oude stadsgedeelte van Syracuse, het eiland Ortigia. Nergens vind je zoveel bouwstijlen naast elkaar als hier: barok, gotiek, Normandische stijl.

Bijna alle kerken hier hebben een lang verleden. Meestal waren ze oorspronkelijk een Griekse tempel, dan een Byzantijnse kerk, vervolgens zelfs een moskee om te eindigen in een rooms-katholieke kerk zoals de huidige duomo in barokstijl.

Na een wandeling verpozen we even op Piazza Archimede met een schitterende Jugendstilfontein die de jachtgodin Artemis en de nimf Arethusa uitbeeldt: een teken van verbondenheid van het oude Siracusa met Griekenland.

Daarna stappen we naar de fonte Aretusa, een in steen gevatte zoetwaterbron op nauwelijks 5 meter van de zee, beplant met papyrusplanten. Schepen hebben zich hier met zoet water bevoorraad.

Hier leefde en stierf Archimedes. Het is niet uitgesloten dat hij zijn bad had gevuld met water uit deze bron toen hij zijn beroemde inval kreeg en ‘Eureka!’ riep.

Een mooie mythe verklaart het ontstaan van deze bron: een knappe nimf had de gewoonte zich te baden in het water van de Alpheerivier. De rivier kreeg er nogal gekke fantasieën van. Daarom smeekte de nimf de godin Artemis (beschermgodin van de maagdelijkheid) iets te doen.

Artemis veranderde haar in een bron en liet haar weer opduiken op het eiland Ortigia. De rivier liet zich niet ontmoedigen en stak op zijn beurt de zee over en voegde zich bij haar om haar water met het zijne te vermengen.

We genieten na bij een diner van mosselen, maritieme pannenkoek en risotto ortegiano.

Agrigento

Prachtige tempels rijzen op tegen een mooi landschap

De Vallei der Tempels te Agrigento ligt op onze weg naar Makari waar we een knus hotelletje zullen betrekken aan zee.

De archeologische vindplaats is uitgebreid en bestaat uit twee delen. Het gedeelte met de tempel van Castor en Pollux is nogal teleurstellend: een puinhoop van stenen waar ik me met de meeste fantasie weinig kan bij voorstellen. Eigenlijk is enkel de tempel van Castor en Pollux zelf de moeite waard.

De andere zijde van de opgravingen maakt echter alles goed. Prachtige tempels, vrij goed bewaard, rijzen op tegen een mooi landschap.

Hoogtepunt is de Concordiatempel (500 v C) die de tand des tijds goed heeft doorstaan dankzij het feit dat hij al in de 6de eeuw in een christelijke kerk werd veranderd. Het is een van de best bewaard gebleven gebouwen uit de Griekse oudheid en het hoogtepunt van de Dorische architectuur.

Het uitzicht op zee doet zin krijgen in een pauze: we verlaten Agrigento en rijden noord-westwaarts tot Eraclea Minoa, een heel klein kustplaatsje.

Vooraleer de kust te bereiken moeten we door een cederbosje: de krekels en cicaden zingen een eindeloos sjirpend lied. Even verder mengt zich het geluid van de golfslag: een breed zandstrand, een bar met mooi terras en rieten dak wachten op ons.

Het geluid van de golven overstemt weldra het gezang van de krekels. Hier geen toeristen, ook al bevinden zich in dit gebied de beste zandstranden met mooie baaien. Een frisse drank, het zicht op de golven, de zon, een baai in het oosten, krijtrotsen in westelijke richting: we blijven lang zitten.

San Vito la Capo en Erice

Het uitzicht op de zee en de Egadische eilanden is verbluffend

We komen aan in ons hotelletje te Makari, nabij San Vito la Capo, noordwestwaarts van Trapani, een belangrijke havenstad. Onze gastvrouw, Marilu, een filosofe, ontvangt ons hartelijk.

Het hotel ligt nabij de zee, het terras waar we ontbijten en dineren (Siciliaanse specialiteiten) biedt een mooie blik op zowel de zee als de naburige baaien en bergen. ‘s Avonds is het feeëriek verlicht.

Binnen oogt het hotel Siciliaans met o.a. de typische Siciliaanse poppen. Vanuit de kamer zie ik een prachtige zonsondergang. Enkel het geruis van de zee en het gezang van de krekels doorbreken de stilte, evenals het belgeluid van de koeien en het geblaat van schapen in de verte. Even voel ik me één met de geschiedenis en de natuur.

Ik zie dezelfde sterrenbeelden als bij ons, ze zijn enkel veel helderder. De oude Grieken en Romeinen oriënteerden zich tijdens hun lange reizen over zee op dezelfde sterren. De zee is een donkere vlek, langs het land tekenen zich de silhouetten van de bergen af.

Vandaag doen we het rustig aan. We bezoeken Erice, op een steenworp van onze verblijfplaats.

Een kronkelende weg voert ons de 750 m hoge berg op in de richting van dit middeleeuws dorp, dat echter nog een veel langere geschiedenis achter de rug heeft.

Erice was in de oudheid een verdedigingsvesting maar uit die tijd zijn geen overblijfselen, behalve de vestingwallen die dateren uit de Normandische periode en die rusten op grote steenblokken uit de 5de eeuw v C.

Het is een lust om te wandelen door de nauwe straatjes. Op het centrale plein zitten enkele mannen te keuvelen. Het uitzicht op Trapani, de zee en zelfs de Egadische eilanden is verbluffend.

We stoppen even bij een Siciliaanse carretto, een eenvoudige boerenkar die vooral in de 19de eeuw als vervoermiddel voor goederen en arbeiders gebruikt werd. De oorsprong van de beschildering is niet bekend: felle contrasterende kleuren hebben de overhand.

Een strijd tussen milieubewegingen en de autowegenindustrie (maffia) werd beslecht ten gunste van het behoud van wat nu het mooiste en meest oorspronkelijk stukje van Sicilië genoemd mag worden.

Het natuurreservaat Zingaro dankt zijn naam aan het kleine vissersdorpje dat ten behoeve van het reservaat werd ontmanteld.

We volgen het pad vanuit San Vito la Capo richting Scopello. Links de blauwe zee, de baaien en zandstranden. Langs de rechterzijde rotsen, heuvels en grotten.

Onderweg toont een maritiem museum aan de hand van vele foto’s de geschiedenis van de tonijnvangst. Even verder werd een oud vissershuisje omgebouwd tot een agrarisch museum: heel wat voorwerpen die vroeger in de landbouw gebruikt werden staan hier tentoongesteld. Een mandenvlechter is druk bezig. Halverwege besluiten we op onze passen terug te keren: het hele traject is 10 km lang, we hebben niet de tijd om dit heen en terug te doen.

Levanzo

Op dit eilandje zijn geen asfaltwegen, alleen steile ezelpaden

Tijd voor een ontspannende dag: we gaan naar het eiland Favignana, één van de Egadische eilanden, waar je ook lekker kunt fietsen. Twee maatschappijen verzekeren de overtocht: Siremat (hoofdzakelijk ferryschepen) en Ustica (draagvleugelboten). We nemen de draagvleugelboot voor de heenvaart.

Aangekomen op het eiland verwonderen we ons dat heel wat passagiers de boot niet verlaten. We vinden niet onmiddellijk een fietsverhuur…

Even later vernemen we dat we niet op Favignana zijn maar op Levanzo, het kleinste eiland met amper 200 inwoners. Het enige dorpje, Levanza, oogt wat Grieks. We vinden toch een fietsverhuur maar we worden gewaarschuwd: geen asfalt hier, enkel stenen (ezel)wegen en het klimt en daalt er sterk. De mountainbikes zijn in goede staat, toch vallen we. Toch was het aangenaam vertoeven op dit eiland.

We nemen tickets voor de terugtocht en verkiezen ditmaal de trage ferry: dit geeft meer een echt vaargevoel: op het dek zie je veel meer en je ruikt en hoort de zee. Na 45 min komen we aan in Trapani en we moeten nog heel de haven langs vooraleer we de wagen bereiken. De haven is sterk verouderd, maar er wordt serieus gewerkt om alles te moderniseren.

Segesta

Een Dorische tempel en een Grieks theater in een natuurdecor

De majestueuze Dorische tempel van Segesta (5de eeuw v C) heeft de tand des tijds wonderbaarlijk goed doorstaan en staat op de heuvel bij Monte Barbaro. De stad zelf (waarvan restanten te zien zijn, men is nog bezig met opgravingen) bevond zich bovenaan de heuvel waar zich ook het theater bevindt.

De aanblik van deze tempel doet me versteld staan: harmonie, eenvoud, grootsheid, en dat alles in een mooi landschappelijk kader.

Ik ervaar de vergankelijkheid en het broze van het bestaan bij het bekijken van dit monument. In deze tempels werden de Goden aanbeden: om overwinningen op de vijand te aanroepen, maar wellicht ook door vele mensen om minder spectaculaire zaken: hoop op genezing, dank om een liefde als een godengeschenk, vraag om vergeving. De hoop op een goede reis en aankomst in de Hades, de onderwereld.

Deze bedenkingen laten me niet los als ik de berg omhoog stap naar het theater. De tempel wordt steeds kleiner en wordt stilaan opgeslokt door het landschap. Het theater biedt opnieuw een mooi spektakel op de omgeving.

De Grieken hebben wellicht bewust gekozen voor dit natuurdecor want het theater situeert zich noordwaarts, wat tegen de gebruiken in was.

De terugweg duurt amper 15 min (de helft van de bestijging) en we zijn blij niet de pendelbus genomen te hebben: we zouden heel veel gemist hebben aan mooie uitzichten, vooral op de tempel.

Monreale

Normandische Dom met mozaïeken op muren en gewelven

Monreale is vooral beroemd om zijn kathedraal die, samen met de kloostergang, één van de bekendste en mooiste attracties is van Sicilië.

De Normandische Dom is beroemd om de prachtige mozaïeken waarmee de gewelven en de muren zijn bedekt. Deze zijn het werk van onvermoeibare Byzantijnse en Arabische mozaïekwerkers.

De Christus Pancreator werpt met een strenge blik zijn oog op elke hoek van de kathedraal: door een optische illusie krijg je als bezoeker het gevoel dat je van overal door hem bekeken wordt.

De mozaïeken, met een vergulde ondergrond, stellen diverse taferelen voor uit het oude en nieuwe testament. Het gaat mijn verstand te boven hoeveel werk en planning er niet moeten geweest zijn om deze tientallen vierkante meters te realiseren, en dat op zo’n grote hoogte! We kunnen niet lang van dit prachtige kunstwerk genieten want een jong koppeltje wacht om hier te trouwen.

Naast de Dom vinden we het Benedictijnenklooster met prachtige kruisgang: 228 ranke dubbele zuilen met uiteenlopende en zeer gedetailleerde versieringen. Het werk met eindeloos geduld uitgevoerd door Byzantijnse en islamitische ambachtslui.

In de zuidwest-hoek van de kloosterhof bevindt zich een Moorse, enigszins Spaans aandoende fontein. De legende wil dat als een dame in deze fontein haar handen wast, ze onmiddellijk 10 jaar jonger wordt. Ik bekijk na de wasbeurt mijn vrouw en tja: ze lijkt heel ontspannen, de ogen fonkelen en de haren glinsteren, en ook haar huid heeft een mooi bruine teint. Volgens mij werkt het dus.

Cefalù

Nauwe middeleeuwse straatjes met doorkijkjes naar zee

Het is onze laatste dag, maar vermits we een nachtvlucht hebben van Catania naar Brussel hebben we alle tijd.

Cefalù verkennen is een lust op zich. De nauwe middeleeuwse straatjes met doorkijkjes naar zee, de winkeltjes.

Het mondaine strand laten we naast ons liggen, we hebben iets rustigers en subliemers gevonden: aan de Piazzo Francesco Crispi, naast de Chiesa dell’ Itra, voert een trap ons naar de rotsen.

Ik zet me neer en bekijk en aanhoor het geweld van de golven (die hier minstens 3 m hoog zijn ondanks windstil weer) die zich in een enorme witte spettering te pletter botsen tegen de grote donkere rotsen: het klinkt als muziek in mijn oren.

Een eenzame meeuw zweeft over de baai. Noordwaarts zie ik de oude vissershuisjes. Klein, bouwvallig maar mooi. Het bestaan moet voor deze vissers hard geweest zijn.

Enna

Een ontmoeting met oud-landgenoten

We rijden verder richting Catania, maar gaan eerst nog even naar Enna, het middelpunt van Sicilië. De autoweg naar Enna toont een wondermooi Siciliaans landschap en we moeten over tientallen kilometers viaduct rijden. Reeds van ver zien we Enna. Rechtover Enna oogt zeer aanlokkelijk een klein dorp, als een arendsnest genesteld bovenop een heuvel: Calascibetta.

We maken er een korte wandeling, bekijken het weidse panorama en besluiten iets te drinken in de plaatselijke bar (een bar in Sicilië is een verzamelnaam voor drankgelegenheid, ijssalon en banketbakkerij). We ontmoeten er twee Sicilianen die dertig jaar in België gewerkt hebben en nu terug in hun geboortedorp teruggekeerd zijn. Ze spreken vloeiend Frans en een vlotte conversatie komt op gang. Aan het klimaat van België hebben ze nooit kunnen wennen. Ze hadden ook de heimwee naar het dorp waar ze als kind opgegroeid zijn. Ik kan hen begrijpen. Ik voel nu al heimwee naar Sicilië.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win