×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Hoogtepunten West-Anatolië

Overal zie je sporen van de Grieken en Romeinen

Reisverslag: Hans van der Ham
Foto's: Hans van der Ham

Papieren hoogtepunten als Troje en Pamukkale vallen in het echt tegen, maar daar staat veel tegenover: de Griekse en Romeinse opgravingen van Ephesus, Pergamon en Hiërapolis, de beroemde moskeeën en het Topkapi-paleis in Istanbul, Osmaanse gebouwen in Bursa en het kruisridderkasteel van badplaats Bodrum, van waar het maar een uurtje varen is naar het Griekse eiland Kos.

Vanuit Bodrum vertrekken we met onze gids (een afgestudeerd archeoloog) en onze Koerdische chauffeur voor een groepsrondreis door West-Turkije. De bestemming van vandaag is Izmir, 250 km noordelijker aan de Egeïsche Zee.

Tijdens de lunch onderweg komen we voor het eerst in contact met de uitgebreide Turkse keuken. De specialiteit van deze streek is ‘vrouwenbillen’, een soort bamibal maar dan van gehakt met kaas, melk en wat groente.

Ephesus

De Artemis-tempel was een van de 7 wereldwonderen

In de middag komen we aan in Ephesus, een van de grootste en mooiste steden uit de antieke wereld. De stad kende zowel onder de Grieken als, vele eeuwen later, onder de Romeinen een bloeitijd.

In 550 v. Chr. begonnen de Grieken met de bouw van de eerste tempel ter ere van Artemis, die pas in 436 v. Chr. werd voltooid en al in 356 v. Chr. door de Perzen werd vernietigd. Daarna werd begonnen met de bouw van een nieuwe Artemis-tempel, die in 323 v. Chr. werd voltooid en gold als een van de zeven wereldwonderen. Deze enorme tempel was 105 bij 50 meter en telde 127 18 meter hoge Ionische zuilen.

Ook tijdens het Romeinse Rijk kende Ephesus een bloeiperiode. En ook toen was de stad het centrum van de verering van de godin Artemis. Het was hier dat de apostel Paulus preekte om de bevolking zich van Artemis te laten afkeren. Ook zou Johannes hier zijn evangelie hebben beschreven.

Van de Artemistempel staat nu alleen nog een zuil overeind, want in 262 werd hij geplunderd en vernield door de Goten. Pas nadat de Turken in 1420 de stad innamen raakte deze definitief in verval. De haven verzandde en de stad lag niet langer aan de kust. Uiteindelijk werd de stad zelfs helemaal verlaten.

Tegenwoordig is Ephesus of Efeze een belangrijk archeologisch gebied, waar je ruimschoots resten treft van zowel de Griekse als de Romeinse cultuur. Verreweg de bekendste daarvan is de Romeinse Celsiusbibliotheek. Helaas zijn ook hier tijdens de opgravingen veel kunstschatten ‘verdwenen’ naar het British Museum in Londen.

Naast de Celsiusbibliotheek zijn er resten van een theater voor 24.000 bezoekers, Romeinse baden en veel zuilen van tempels te zien.

We rijden door naar Izmir, een weinig interessante stad met 1,1 miljoen inwoners, voor diner en overnachting. Vroeger was deze stad bekend onder de naam Smyrna, van de tapijten en de sinterklaaslegende. Het Griekse eiland Lesbos ligt hier slechts 12 km uit de kust.

Pergamon

Het perkament dankt zijn naam aan deze stad

Vanaf Izmir reizen we verder noordwaarts via Bergama naar Çanakkale, een rit van 350 km. Bergama heette in de Griekse tijd Pergamon. In veel opzichten lijkt het op Ephese. Ephese had in de Romeinse periode 300.000 inwoners, Pergamon ruim 200.000.

Pergamon was o.a. bekend vanwege de door Eumenes II gestichte bibliotheek, die na die van Alexandrië de grootste ter wereld was, met 200.000 banden van perkament. In die van Alexandrië lagen tussen de 400.000 en 900.000 boekrollen.

In Pergamon werd voor het eerst op grote schaal perkament uit dierenhuid gemaakt, dat het tot dan toe gebruikte papyrus verdrong. Het woord perkament is ook afgeleid van de naam Pergamon.

In de tweede eeuw bezochten velen Pergamon vanwege een geneeskrachtige bron, waarbij een Asklepeion was gebouwd: een heiligdom van Aesculapius. Dit ‘ziekenhuis’ is nog redelijk bewaard gebleven.

Ook stond in Pergamon een groot altaar van Zeus, maar dit is helaas (met toestemming van de toenmalige sultan) overgebracht naar het Pergamon museum in Berlijn, waar meer zaken uit West-Anatolië terecht zijn gekomen.

Verder zien we in Pergamon o.a. de tempels van Pallas Athene en Trajanus, de Acropolis en een groot amfitheater. Pergamon ligt boven op een berg en het uitzicht is er heel mooi.

Na het indrukwekkende Pergamon reizen we verder naar Canakkale. Vanuit het hotel hebben we een mooi uitzicht over de monding van de Dardanellen. We zitten hier in het donker op een schommelbank tussen de pijnbomen naar de overkant te staren. Het is volkomen stil en donker, ook al omdat de stroom nogal eens uitvalt.

De volgende morgen bezoeken we eerst Troje, voordat we in 320 km naar Istanbul rijden. Troje werd in 1871 ontdekt door de Duitse archeoloog Schliemann, die tijdens zijn opgravingen (zowel in Troje als in Mycene) niet alleen veel schatten achterover drukte maar ook een spoor van vernielingen achterliet.

Omdat er een chronisch geldgebrek is in Turkije stagneren de opgravingen. Er ligt nog zo’n 85% onder de grond. Veel is hier dan ook niet te zien. Behalve dat de naam blijkbaar goed verkoopt in reisbrochures is er eigenlijk geen reden om Troje te bezoeken.

Istanbul

Het Topkapi-paleis is het hoogtepunt van de hele reis

Vanaf Troje rijden we naar de veerboot die ons naar de Europese kant van de Dardanellen brengt, een overtocht van ruim een half uur. Door het Turkse deel van Thracië rijden we naar Istanbul, het hoogtepunt van deze rondreis.

Bij nadering van Istanbul blijkt al dat we met een zeer grote stad te maken hebben. Een onafzienbare zee van huizen, meest flats van 4 en 5 hoog, verspreid over een aantal heuvels doemt voor ons op. Istanbul telt 15 miljoen inwoners.

Na de lunch gaan we naar de Aya Sophia. De Aya Sophia werd in 537 gebouwd als Byzantijnse kerk (het was de kathedraal van Constantinopel) en in de 15e eeuw verbouwd tot moskee. Kemal Ataturk sloot de moskee en sindsdien is het een museum.

Aan de buitenkant valt het wat tegen. Het is vooral massief, gebladderde rode verf en rode steen. Dat laatste is ook een kenmerk van de Byzantijnse bouwstijl. Je ziet de ouderdom eraan af.

Maar binnen is de Aya Sophia des te mooier. Zo zijn de Byzantijnse mozaïeken en muurschilderingen die schuilgingen onder een pleisterlaag weer tevoorschijn gehaald.

De Blauwe moskee ligt naast de Aya Sophia en ook aan het hippodroom. Het Romeinse hippodroom kon maar liefst 150.000 mensen bergen. Nu is er vrijwel niets meer van over en is het een park. In het midden daarvan staan drie obelisken. De oudste, een Egyptische van ca. 3500 jaar oud, kan ik nog net fotograferen.

Tijdgebrek is de rode draad tijdens deze twee dagen in Istanbul. Dit is het voornaamste nadeel van deze rondreis. Je kunt net even ruiken aan een aantal bezienswaardigheden en vaak zelfs dat nog niet eens.

Bij de ingang van de Blauwe moskee treffen we een groep mannen in oude Osmaanse kleding. De Blauwe moskee of Sultan Ahmetmoskee is nog steeds als moskee in gebruik. Binnen kom je ogen tekort om de handgeschilderde tegels, de koepels en de marmeren mihrab te bekijken.

Van de Blauwe moskee gaan we naar het Topkapi-paleis. De meeste bezienswaardigheden in Istanbul liggen op een hoek van de Gouden Hoorn en de Bosporus, in het Europese deel. Op de uiterste punt van die hoek ligt het Topkapi-paleis, met uitzicht op zowel de Gouden Hoorn als de Bosporus.

Het Topkapi-paleis, gebouwd tussen 1459 en 1465, is een groot complex dat van 1465 tot 1853 het centrum van de Osmaanse heerschappij was. Het huisvestte niet alleen de sultan maar vormde ook het regeringscentrum. Binnen de muren leefden maar liefst 40.000 mensen.

Via een eerste poort kom je in een groot park. In het midden daarvan is weer een poort, geflankeerd door twee torens, waardoor je in het eigenlijke paleis komt. Maar ook dit bestaat weer uit meerdere gebouwen, elk meestal met een binnenterrein of -tuin.

In het grote park staan ook meerdere gebouwen, die elk een (belangrijk) museum herbergen, zoals het Archeologisch museum. Wij bezoeken alleen het paleis zelf. Het Topkapi-paleis is het hoogtepunt van de hele reis, maar uitgerekend hier komen we veel tijd tekort.

De schatkamers vallen ietwat tegen door de sobere presentatie in simpele vitrines. De rest van de ruimte is vrijwel leeg, op een ronde bank in het midden na. Er is veel, heel veel geschitter van edelstenen. Onder andere van de 86 karaat zware Lepelmaker-diamant, een van de grootste ter wereld. Ook zijn er tronen van sultans, rijk bestrooid met allerhande edelstenen.

Een volgend gebouw herbergt allerhande moslimrelikwieën, zoals een kistje met baardharen van de profeet Mohammed, een voetafdruk van de profeet en een vlag, een mantel en een tand van hem.

Er is in deze zaal een hokje (soort telefooncel) waarin een imam in een microfoon een stuk uit de Koran voordraagt. Enkele oudere mannen voor de vitrines gaan volledig op in hun gebed.

Vervolgens bezoeken we de voormalige keukens van het paleis en de karavanserai. De keukens zijn enorm, omdat er eten werd klaargemaakt voor de familie van de sultan, het gehele personeel en de vele dagelijkse bezoekers. Nu is er in dit gebouw een tentoonstelling van Chinees en Japans porselein. Ook is er een ruimte met fraai zilverwerk.

Ook zeer de moeite waard zijn de Poort van de Witte Eunuchen en de ontvangstruimte van de sultan. Er is erg veel te zien en de indrukken zijn overweldigend. Ik wil hier zeker ooit nog eens terugkomen.

Van het Topkapi-paleis rijden we met de bus langs de Bosporus richting Zwarte Zee. Vlak voor het eind, met de monding van de Zwarte Zee in zicht, is het tijd voor de lunch. We varen over de Bosporus terug naar de Gouden Hoorn, een boottocht van een kleine 2 uur.

Aan de beide oevers staan veel paleizen en buitenhuizen van welgestelden uit heden en verleden. Ook enkele moskeeën, waaronder de Dolmabahce-moskee, naast het Dolmabahce-paleis. Dit paleis werd eind 19e eeuw het nieuwe onderkomen van de sultans, die hier naartoe verhuisden vanuit het Topkapi-paleis. Het was toen chique om een renaissancepaleis te hebben, zoals in de westerse wereld. Helaas kon de schatkist dit niet meer trekken. Het rijk was al flink in verval geraakt. Het is ook nooit meer goed gekomen.

We varen onder twee van de langste hangbruggen van Europa door: de Bosporusbrug (1.590 m) en de Fatih Sultan Mehmetbrug (1.510 m). Deze verbinden het Europese continent met het Aziatische.

Als we weer voet aan land hebben gezet gaan we naar de Egyptische- of Kruidenbazaar die authentieker is dan de Grote bazaar, waar o.a. veel juweliers zijn en die als geheel meer op toeristen is gericht.

Daarna verzamelen bij de Nieuwe Moskee voor diner en vervolgens een stadstour bij nacht, die wordt afgesloten met een gezellig partijtje waterpijp roken. Voor de toeristen gebruikt men een slappe tabaksoort; appeltabak met de bijnaam Tsjernobyltabak.

Bursa

Veel gebouwen uit de tijd van het Osmaanse rijk

We vertrekken uit Istanbul en gaan op weg naar Bursa, aan de overzijde van de Zee van Marmara. Er is weer een oversteek met een veerboot, dit keer van ongeveer een uur.

Voor Bursa is er een stop bij een fabriek voor leren kleding, met een winkel erbij uiteraard. Ach, het zal er wel bij horen, maar ik had deze tijd liever gebruikt voor het dorpje Cumalikizik, hier slechts 10 km vandaan, dat volgens de boeken authentieke Turkse huizen heeft en veel voor filmopnamen wordt gebruikt.

Bursa (1,1 miljoen inwoners) was van 1326 tot de verovering van Constantinopel in 1453 de hoofdstad van het Osmaanse rijk. In de stad staan nog veel gebouwen uit deze tijd. We bezoeken de Ulu Camii (Grote Moskee, 1399) en de Yeşil Cami (Groene Moskee, 1420)

Tijdens een stadswandeling komen we langs het mausoleum van Sultan Mehmet I (1389-1421), die de Groene Moskee had laten bouwen. Het mausoleum is een fraai blauw gebouw met een hoge trap naar de ingang. De sultan en zijn familie liggen er niet meer, maar zijn elders herbegraven.

We maken een lange rit over de kale hoogvlakte van Anatolië naar Afyon, waar we na 350 km reizen overnachten.

Pamukkale

Het naastgelegen Hiërapolis is wel de moeite waard

De volgende dag wacht alweer een rit van 350 km: via Pamukkale naar Bodrum, het eindpunt van de rondreis. Onderweg bezoeken we eerst een coöperatieve tapijtfabriek.

Erg interessant, maar uiteraard kunnen er ook tapijten gekocht worden en de manier waarop wordt verkocht is nogal verstikkend: na de technische uitleg krijgt ieder koppel een persoonlijke verkoper op zich afgestuurd. Je hoeft maar ergens naar te kijken en het tapijt wordt al voor je uitgerold. We vluchten snel naar buiten.

Door het prachtige landschap van het Taurus-gebergte rijden we naar Pamukkale, dat bekend is vanwege zijn sterk kalkhoudende warmwaterbassins. Ik heb hier hoge verwachtingen van, maar de gids waarschuwt vooraf al dat het tegen zal vallen.

Er zijn in Pamukkale veel hotels gebouwd, compleet met zwembaden, die allemaal hun water uit de ondergrondse bronnen halen. Tel daarbij de irrigatie door de boeren uit de omgeving en het resultaat is dat het grondwaterpeil zo is gezakt dat het merendeel van de terrassen droog staat.

Wat er over is, niet meer dan een bodempje water, mag je niet in. Bovendien is de kalksteen vaak vaal door de vele toeristenvoeten. Net als bij Troje weten de reisagenten dit ook wel, maar het verkoopt nu eenmaal.

Wat rest is een fraai uitzicht (Pamukkale ligt hoog) en het naastgelegen Hiërapolis, een Romeins kuuroord uit de 2e eeuw voor Chr. met thermen, een theater, delen van oude stadsmuren, ruïnes van tempels en een grote necropolis (begraafplaats).

Bodrum

Op een heuvel staat een groot kruisridderkasteel

Vanuit Pamukkale rijden we door naar Bodrum aan de Egeïsche kust. De volgende morgen is het afscheid het reisgezelschap. Wij blijven nog een week in Bodrum.

Bodrum is een bekende badplaats, maar daarnaast ook een erg oud stadje, dat vroeger bekend was onder de naam Halicarnassus. Hier stond het Mausoleum van Halicarnassus, een van de zeven wereldwonderen van de klassieke oudheid. Het werd vernietigd door een aardbeving en alleen de fundamenten zijn nog zichtbaar.

Op een heuvel in Bodrum staat een groot kruisridderkasteel waarin nu een museum voor onderwater archeologie zit. Je vindt er o.a. kruiken van 3000 jaar voor Chr. die men van de zeebodem heeft gehaald. En je hebt er een prachtig uitzicht.

Kos

Griekenland ligt op slechts een uurtje varen

Vanuit Bodrum nemen we een retourtje met de veerboot naar Kos, dat slechts 8 km van de Turkse kust ligt. Het is maar een uurtje varen. Het in- en uitchecken is nogal streng en chaotisch. Uiteraard paspoortcontrole en visumstempel, maar daarna worden bij toegang op de boot visum en paspoort alweer gecontroleerd

Bij aankomst op Kos gaat het wat soepeler, maar ook hier is een goede controle. Het is ook de buitengrens van de Europese gemeenschap. Op Kos heb je duidelijk het gevoel in Europa te zijn. Er zijn weer trottoirs, alles is netjes en redelijk georganiseerd en de euro is het betaalmiddel.

Kos Stad heeft een leuk centrum. Tijdens een wandeling door de stad komen we op een pleintje waar een zeer oude plataan staat, waaronder volgens de overlevering Hippocrates zijn wijsheden verkondigde aan zijn leerlingen. De boom moet zwaar gestut worden maar doet het nog steeds goed, ondanks zijn gebarsten stam.

Ook op Kos is er een groot kasteel uit de kruisvaardertijd. Ook dit is een museum met fraaie uitzichten en veel archeologische vondsten. Zowel in Turkije als op Kos is het opvallend hoe veel van die vondsten er zijn en hoe achteloos men ermee omgaat. Op terreinen en langs wegen, overal ligt het ermee bezaaid.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win