×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Israël, land van contrasten

Historische steden, woestijnen en stranden

Reisverslag: Berry Hakkeling
Foto's: Berry Hakkeling

Israël biedt een enorme afwisseling op een klein oppervlak: vissershaventjes en stranden, historische steden en opgravingen, kruisvaardersburchten en moderne steden, woestijnen en meren. En natuurlijk Eilat, de Dode Zee en stad der steden Jeruzalem.

Na vier en een half uur vliegen verschijnen de stranden van Tel Aviv aan de horizon. We landen op een van de best bewaakte vliegvelden ter wereld. Na een uitgebreide controle gaan we op zoek naar de huurauto. Om 12.30 vertrekken we in onze Rover richting Nachsholim, onze eerste kibboets, waar we een huisje hebben op tien stappen van het strand, met een eigen terrasje, wat wil je nog meer.

Lekker badderen in zeewater van zo’n 25 graden en ‘s avonds op zoek naar het nachtleven van Nachsholim.

Een half uur later zitten we weer met een koel drankje op ons privé-terras… De vermoeienissen van twee dagen zonder nachtrust wreken zich en we leggen ons erbij neer.

Quesarea

Nog even indrukwekkend als in zijn hoogtijdagen

Met tranen in de ogen nemen we afscheid van ons Klein Hawaï. Langs de Middellandse Zeekust rijden we noordwaarts naar Caesarea. Vreemd, het staat wel op de kaart maar geen afslag te zien. Hmm… Na veel kilometers te ver te zijn gereden komen we er achter dat het hier Quesarea heet.

Quesarea is nog steeds even indrukwekkend als in zijn hoogtijdagen, met wat fantasie zie je de kruisvaarders weer rondbanjeren en de zeilschepen aanleggen. De oude vestingstad word bovendien keurig gerestaureerd. Er hebben hier nogal wat volken huisgehouden: Perzen, Romeinen, Byzantijnen, Arabieren, kruisvaarders, Mameluken en Ottomanen. Binnen dit Nationale Park ligt een schitterend Romeins amfitheater, waar eens op een warme zomeravond in een volgepakt theater 2500 (!) joodse burgers feestelijk werden afgeslacht.

 

In Akko wandelen we door de gezellige, nauwe straatjes van de souk, werpen een blik op de haven vol vissersbootjes en drinken een colaatje met een heerlijk pita-broodje bij Ahmed.

Dan verlaten we Akko alweer en gaan iets noordelijker het Carmelgebergte in. Na deze fraaie glooiingen, geroemd om zijn heerlijke wijnen, rijden we – letterlijk – over de Libanese grens naar onze volgende kibboets: Hagoshrim.

Golanhoogvlakte

Het landschap wordt steeds ruiger en kaler

Na het ontbijtje in Hagoshrim wordt het tijd de Golanhoogvlakte te trotseren. De benzinetank wordt leger en leger. Geen tankstation te bekennen. Een Druzische lifter brengt uitkomst.

Na enkele kilometers rijdt ons ros nog, dus het zal wel de juiste benzine geweest zijn die hij bij zich had. Bovenop de Golan heb je een fraai uitzicht over het grensgebied met Syrië. Kijk je achterom, dan zie je boven je bergen afluisterapparuur van de Israëliërs. Deze beweren eerder dan de Syrische koning te hebben geweten dat hij vader was geworden van een zoon!

Tussen mijnenvelden, tanks en kapotgeschoten Palestijnse dorpen door rijden we vlak langs de grens met Syrië en Jordanië naar het zuiden. Het landschap wordt steeds ruiger en kaler. Je merkt dat je steeds meer richting de Judeawoestijn rijdt. Een liftende soldaat wijst ons de verkeerde weg. Hij zegt dat hij na een jaar ‘in this fucking place’ toch wel de weg zal weten… Nee dus.

Steile wegen en veel haarspelden later komen we bij een deukje in de grens met Jordanië. In dit deukje ligt een heuse krokodillenfarm. Na een lawaaierige papagaaienshow en veel griezelige tasjes en schoenen in het water besluiten we de krokodil de krokodil te laten en koelere oorden te gaan bezoeken. Die heb je hier voor het uitzoeken: het meer van Tiberias, Galilea, Kinneret of Genessarat. Tiberias blijkt klein Nice te zijn en een doolhof van heuvels en wegen.

We vluchten de stad uit en gaan lekker badderen in het meer. Al dobberend bedenk ik hoe het geweest zal zijn: de storm op het meer, Jezus wandelend over het water, het brood en de vissen en ga zo maar door.

Kfar Naum

Oord van wind en water

We gaan op zoek naar Kapernaum, dat blijkt hier Kfar Naum te heten. Boven het huis van de discipel Petrus heeft men een UFO gebouwd. Hoe verpest je een stukje historie? Zo dus. Van de synagoge waar Jezus heeft geleerd en genezen is nog veel over en het is mooi gerestaureerd. In het nabij gelegen Tabcha staat een kerk op de plaats waar de eerste spijziging met het brood en de vissen was. Een goed voorbeeld van het feit dat elke kans is aangegrepen om op iedere bijbels-historische plaats een kerk of iets dergelijks te bouwen. Zonde van sfeer en historie.

We verlaten met gemengde gevoelens dit oord van wind en water en gaan op weg naar Nazareth, een gezellig druk stadje. Het is een kunst de Kerk van de Verkondiging te vinden tussen de duizend-en-één andere kerken. Onder deze kerk liggen de overblijfselen van het huis van Maria en Jozef. Of in ieder geval van een soortgelijk huis. Maar hoe dan ook, het geeft wel een aardige indruk.

Daarna pinnen bij de bank en dan een heerlijk broodje shawoarma met salade en groenten naar keuze. Waarschijnlijk verkoopt deze vriendelijke man, zonder dat hij het zelf weet, het lekkerste broodje van Israël!

De volgende kibboets waar we overnachten is orthodox. Ben benieuwd. Wel, behalve dat de gasten van kibboets Lavi waarschijnlijk wat meer gefortuneerd zijn is er weinig verschil (behalve op sabbat) en kun je lekker badderen in het overdekte zwembad en in het ligbad op de kamer. Vlakbij deze kibboets staat de enige vestiging van McDonald’s in Israël. Big Macs zonder varkensvlees!

Bet Shean

Een van de oudste steden van het Midden-Oosten

We zijn vandaag in Bet Shean, een enorme opgraving van een van de oudste steden van het Midden-Oosten. Het ongeveer 7.000 jaar oude gedeelte ligt op een behoorlijk hoge heuvel. Het is ondoenlijk om die bij een temperatuur van 40-50 graden te beklimmen. De stad er omheen is toch ook nog 2500 jaar oud en werd in 600 v. Chr. door zo’n 40.000 mensen bewoond.

In verschillende perioden werd de stad bewoond door Romeinen, joden, moslims en christenen. Crisis, wat is het hier heet… Er wordt geadviseerd om in Israël minstens een liter water per uur te nuttigen en dat is echt niet overdreven. Doe je het niet, dan merk je het vanzelf…

Enkele kilometers vanaf Bet Shean ligt de grenspost naar de Westbank. Het is er momenteel vrij rustig, dus we wagen het er maar op. Een lange weg van noord naar zuid brengt ons door woestijnlandschap met schitterende vormen en uitzichten naar Jericho. Enkele waarschuwingsborden willen of kunnen we niet lezen en we slaan af naar Jericho, een stad onder Palestijns zelfbestuur en beroemd om zijn muren. Onwillekeurig komt een melodie van de basisschool boven drijven. We rijden iets te ver door en komen bijna in de stad zelf uit. Gezien ons Israëlisch nummerbord lijkt ons dat niet zo heftig, of juist wel… We gaan terug en vinden Tel es-Sultan, een heuvel met daarin de luttele overblijfselen van de muren van Jericho. We lopen er zeven keer omheen maar er gebeurd niets…

In de verzengende zon liggen twee kamelen te sudderen. Zullen we of zullen we niet? We zullen wel. Kameel rijden in Jericho, dat heeft toch wel wat?

Het blijkt tien minuutjes rondjes schommelen over een parkeerplaats te zijn. Zeeziek en duizelig strompelen we weer naar de auto en gaan verder, op weg naar een van de hoogtepunten van deze reis: Jeruzalem.

Natuurlijk nemen we de verkeerde toegangsweg en verdwalen enigszins in de smalle straatjes tussen steile heuvels en zwarte jassen. We blijven optimistisch en vinden uiteindelijk onze kibboets Mitzpe Ramat Rachel. We twijfelen, zullen we de markt met zijn vele kleuren, artikelen en nationaliteiten gaan bezoeken of toch maar even afkoelen in het zwembad. We besluiten tot het laatste.

Na een verfrissende duik in het zwembad probeer ik een van mijn leerlingen te bereiken in Ramallah (Westbank) om een afspraak te maken voor een ontmoeting. Op de vraag aan de receptioniste waarom de buitenlijn het niet doet, antwoord zij dat deze is afgesloten wegens een bomaanslag in de oude stad… op de markt… We schakelen de televisie aan en zien de beelden van de markt: paniek, veel bloed, ledematen en huilende soldaten. Het blijft even stil op de kamer. Vijftien doden en honderden gewonden. Onwillekeurig kijk je naar je schouder. Daar zit toch echt wel eens een engeltje…

Ondanks de schok en ellende door deze twee zelfmoordacties gaat het leven in Israël weer verder. ‘s Avonds is er een bruiloft op de kibboets. Een groot feest, iedereen gaat uit zijn bol. Bellen gaat nog steeds niet.

Jeruzalem

Uitzicht op de stad der steden

‘s Morgens nemen we een taxi naar de Olijfberg. Daar heb je een magnifiek uitzicht over de oude stad Jeruzalem. Halverwege de berg stopt de chauffeur. Verder wilt hij niet.

Het dorpje boven op de berg is Arabisch en daar waagt hij zich nu niet. Het laatste stukje gaan we met een Arabische taxi en op de berg genieten we van het uitzicht op de stad der steden. Naar beneden lopen we maar. Met zere bovenbenen komen we bijna onderaan de Olijfberg bij het Hof van Getsemané. In deze tuin staan olijfbomen van meer dan 2000 jaar oud. Als je er even bij stil staat, besef je wat deze bomen allemaal hebben meegemaakt: de discipelen die in slaap vielen, het verraad van Judas, de arrestatie van Jezus…

We lopen door een van de vele poorten in de standvastige muren de stad binnen. Via de Via Dolorosa, de kruisweg, lopen we de veertien statiën af. Bij elke statie wordt een gebeurtenis tijdens de weg van Jezus naar Golgotha herdacht. Een processie komt voorbij, we lopen mee, om de beurt neemt iemand het kruis op zijn rug. Bij elke statie wordt gesproken en gezongen. De laatste vijf statiën zijn in de Kerk van het Heilige Graf. Deze kerk is gebouwd op Golgotha. Hierbinnen kunnen je de plaats van de kruisiging en het graf van Jezus zien. In de kerk staat een marmeren kelk die het middelpunt van de wereld aangeeft en daarom de navel van de aarde genoemd wordt.

Na dit circus lopen we naar de joodse wijk. Door de omstreden tunnel, waar rond de opening een bloedbad ontstond, onder de berg Moriah door naar de Klaagmuur. Metaaldetectoren, tasinspectie en hoofdeksel op. We worden uitgenodigd de nissen te bekijken, waar veel joden bidden en in de Thora lezen. Indrukwekkend.

Na weer een controlepost staan we op het Tempelplein. Een Arabische pseudo-gids probeert ons kaartjes aan te smeren. We grinniken en zeggen dat je hier geen kaartje nodig hebt. De kleine driftkop scheldt me uit voor ‘madman’ en ‘you are a silly man’. Foeterend loopt hij naar zijn volgende slachtoffers. We bekijken de El Aksa moskee en zien dat de Gouden Poort nog steeds is dichtgemetseld. Stel je voor dat er nog een keer palmbladeren voor neergelegd worden…

We eten shoarma in de Arabische Wijk. Als ik me lekker uitrek word ik zelf ook bijna gegrild, aan een open stopcontact achter m’n hoofd. Op naar het graf van Jezus. Huh…? Alweer? Net buiten de muren van de stad ligt de Graftuin. Een oase van rust en koelte in een hectische stad. Ook hier ligt een graf van Jezus. Er is een nis in de heuvelwand. Vlakbij zie je de vorm van een menselijke schedel in de heuvel.

Terug in de kibboets overpeinzen we alle indrukken in het Turkse stoombad en de jacuzzi. ‘s Avonds nog eens met een Arabische taxi naar de Olijfberg. Jeruzalem by night.

We besluiten er een rustig dagje van te maken. Niet naar de oude stad, want Hamas dreigt met meer bomaanslagen. We bekijken de Knesset en gaan naar het Israëlmuseum. We verbazen ons over de Dode Zeerollen in The Shrine of the Book. Dan, bewust als laatste, naar Yad Vashem. De herdenkingsplaats voor de shoah. Een eeuwige vlam tussen de namen van de concentratiekampen. Tekeningen van een overlevende. Het Kindermausoleum. Hier staan in een donkere spiegelhal zeven kaarsen, die oneindig worden weerspiegeld. Elk kaarsje symboliseert één van de anderhalf miljoen kinderen die zijn omgekomen in de kampen. Tegelijkertijd hoor je een geluidsband met de namen al deze vermoorde kinderen. De band duurt van begin tot eind drie jaar…

We nemen de gok en gaan proberen de Westbank binnen te komen en Bet Lehem te bezoeken. Helaas, we worden teruggestuurd. Ligt niet aan ons uiterlijk. Het is er niet veilig nu. Dus rijden we er omheen naar de woestijnstad Be’er Sheba. Nog even een colaatje en dan op naar het laagste punt van de aarde, de Dode Zee, vierhonderd meter onder zeeniveau. We dumpen onze spullen in de kibboets Ein Gedi. De temperatuur overschrijdt hier alle normen van redelijkheid. We gaan drijven in de Dode Zee, smeren ons van top tot teen in met heerlijke modder en nemen een zwaveldouche. Even vraag je je af of je ooit nog wel normaal kunt zien, maar het valt mee. En dan een van de specialiteiten van Israël: frozen-yoghurt!

Negevwoestijn

Eindeloze kilometers zand en rotsen

Je kijkt omhoog naar de 400 meter hoge berg Massada, vlak bij de Dode Zee. Je vraagt je af hoe ooit daar te komen en stapt dan in de kabelbaan die je omhoog voert naar zeeniveau.

Elke meter stijgt de temperatuur. Jammer dan, het laatste stukje moet je zelf lopen: zeventig treden bij vijftig graden. Als je maar blijft drinken. Wat een uitzicht en wat een drama heeft zich hier afgespeeld.

We dalen weer af en rijden de Negevwoestijn in. We bewonderen de krater Mitzpe Ramon, met een doorsnede van dertig kilometer. Dan verder naar het zuiden, eindeloze kilometers zand en rotsen. Timna Valley, een vallei vol bizarre vormen van gesteenten; de Zuilen van Salomo, de Mushroom en ga maar door. Schitterend.

We scheuren (te hard) richting Eilat. Omdat we Nederlanders (‘good people’) zijn verscheurt oom agent onze bon voor tweeëndertig kilometer te hard. Een stuk rustiger rijden we Eilat binnen, het Benidorm van het Midden-Oosten. Vijftig graden in de zon is niks. ‘s Avonds zitten we op het strand met een Maccabi-pils en kijken uit over de Golf van Eilat of Golf van ‘Aqaba. Kies maar uit. Je voeten rusten in het zand van Israël. Aan de overkant zie je de lichten van Jordanië. Rechts de oliehavens van Saoedi-Arabië. Aan je rechtervoet de grens van Egypte. Vele uren later zitten we er nog.

We nemen het er een dagje van. Lekker uitslapen en dan snorkelen aan de Coral Beach. Zwemmen tussen koraal en schitterende vissen. Adembenemend. Nadeel van snorkelen is dat je rug boven het water uitkomt. De kleur doet ‘s avonds denken aan die van Westlandse tomaten. ‘s Avonds een lekker, maar duur biertje in de Yaht Pub. Meisjes met machinegeweren op de rug paraderen over de boulevard. Hmm… da’s uitkijken geblazen hier…

We moeten vanuit Eilat door de Negevwoestijn naar onze laatste kibboets, ten noorden van Tel Aviv. Gelukkig zijn er weinig oompjes in de woestijn vandaag.

Een verkeersbord in de woestijn: links en rechts vuurlinie over 26 kilometer. Even later rijden er links en rechts tanks en pantservoertuigen, bezig met schietoefeningen..

Op Ben Goerion ondervragingen en controles op bommen, tot in vuilnisbakken en toiletten. Al vliegend overdenk ik Israël en zijn veelkleurige bevolking, de mooie en vooral aparte natuur, de historie en de altijd instabiele situatie. Duizend vragen en nog meer antwoorden. Het is een land wat je gezien moet hebben, dat is het enige wat we zeker weten….

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win