×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Jamaica

Weelderige natuur, schitterende watervallen, mooie rivieren en een heerlijk klimaat

Reisverslag: Marianne Bekkering
Foto's: Marianne Bekkering

Jamaica heeft een weelderige natuur met een uitbundige plantengroei zoals je alleen in de tropen tegenkomt. Planten die wij thuis in een pot hebben staan zijn hier grote bomen. Daartussen klateren rivieren waar je kunt raften op een bamboevlot. Er groeien suikerriet, bananen, koffie, cacao en veel soorten fruit. Tel daarbij de blauwe baaien en de witte stranden. Je hoeft alleen de stroom toeristen van de cruiseschepen te mijden om je hier prima te vermaken. Het lokale eten is bovendien erg lekker. Maar het roekeloze verkeer op de vaak slechte wegen vormt een groter gevaar dan de volgevreten krokodillen.

Na een vlucht die door een tussenstop in Havana zo’n 11 uur duurt, komen we om 4 uur ‘s morgens Nederlandse tijd op Jamaica aan in Montego Bay. Als we uit het vliegtuig stappen valt de zwoele, warme lucht om ons heen. ‘s Avonds, het is 22.00 uur lokale tijd, is het hier nog zo’n 25 graden, heerlijk.

Omdat het voor ons doen al laat is gaan we gelijk door naar het hotel. Daar nog even iets drinken en dan lekker slapen.

Montego Bay

Veel velden met suikerriet waar rum van wordt gestookt

We ontbijten met lekker vers fruit, zoals papaja, ananas, meloen en banaan. Dat geeft al gelijk een lekker vakantiegevoel. We hebben met onszelf afgesproken dat we de eerste dag zullen afkicken aan het strand.

Montego Bay is dé toeristenhoofdstad van het eiland en de steden zijn hier niet echt interessant – druk, vies en niet mooi qua bebouwing. We zijn ook naar dit eiland gekomen voor de natuur, die weelderig is met een uitbundige plantengroei zoals je alleen in de tropen tegenkomt. Planten die wij thuis in een pot hebben staan zijn hier grote bomen.

Veel strand vind je niet in Montego Bay maar het lokale (betaalde) strand Dr. Cave Beach heeft spierwit zand en is redelijk rustig. Bovendien is er ook nog een restaurantje waar je lekker kunt eten en waar de sfeer ook erg relaxed is.

We nemen allebei een vers gefrituurde red snapper, die bij wijze van spreken zo uit de zee de frituurpan induikt om vervolgens op je bord te belanden. Daarbij een lekker pittig accent van uien en rode peper in precies de juiste hoeveelheid en je hebt een heerlijk maal. Een goede manier om het drukke leven van Nederland achter ons te laten en te acclimatiseren.

We halen de auto op bij het verhuurbedrijf. We hebben voor een automaat gekozen omdat men hier links rijdt en het ons lastig leek om links te moeten schakelen. Inderdaad is het even wennen maar dat gaat al vrij snel.

De ‘snelwegen’ op Jamaica zijn zo ongeveer wat bij ons een secondaire weg is: tweebaans en redelijk goed onderhouden. De kleinere weggetjes, waar wij bij voorkeur over rijden omdat de natuur daar veel mooier is, zijn meestal erg slecht onderhouden en zitten vol met gaten, die hier ‘potholes’ worden genoemd. Wel zijn het over het algemeen (ooit) geasfalteerde wegen.

Als je rustig rijdt en langzaam de soms knap diepe gaten omzeilt of (als er tegenliggers zijn) er voorzichtig en vooral langzaam door rijdt is er niets aan de hand. Je moet er in ieder geval continu op voorbereid zijn dat er zo’n pothole komt, dus langzaam rijden. Dit in tegenstelling tot de Jamaicanen zelf, die er flink de pas in houden.

We vinden het niet zo’n goed plan om ‘s avonds in het donker te rijden en zullen dat ook niet doen. Dit in verband met de spaarzame verlichting bij de wegen, de in onze ogen wat roekeloze rijstijl van de Jamaicanen en het alcoholgebruik hier.

We rijden over de ‘snelweg’ naar het oosten richting Falmouth en slaan daar af, de kleine weggetjes het binnenland in. Hier kom je meteen in de mooie en uitbundige natuur. Het idee was om vandaag op een bamboevlot op de Martha Brae-rivier te raften.

Nu zijn we wel toeristen maar we zitten er het liefst niet middenin en naar ons idee zijn er op de Martha Brae-rivier teveel van die vlotten met toeristen erop, dus we besluiten pas later deze week te raften op een andere rivier; de Rio Grande, waar het zeker zo mooi is en waar de toeristen van de grote cruiseschepen niet zo vaak komen omdat het te ver weg is.

Wel rijden we een stuk langs de rivier het mooie, groene binnenland in met veel suikerrietvelden waar de rum van wordt gestookt.

We eten ‘s avonds bij de Tappas Bar in Montego Bay, een leuk restaurantje dat in het hogere deel van het plaatsje ligt en waarvandaan je een schitterend uitzicht hebt op de lichtjes van de stad.

Ocho Rios

De Afrikaanse tulp geeft het landschap een prachtig accent

Vandaag gaan we door naar Ocho Rios waar de schitterend mooie Dunn’s River Waterfalls zijn.

Het eerste stuk van de weg is inmiddels bekend terrein want dat gaat weer langs de Martha Brae-rivier. Dan volgt een mooi heuvelachtig landschap.

De Afrikaanse tulp of zoals hij hier heet ‘flame of the forrest’ – een soort grote oranje-rode tulp maar dan als bloem in de boom – staat in volle bloei en geeft het landschap een prachtig accent met zijn grote bloemen.

De zon schijnt en het landschap is mooi. Wat wil je nog meer ? Als we Ocho Rios naderen rijden we door Fern Gully, een oude, diepe rivierbedding waar het nog wat nattig is en waar daardoor manshoge varens staan.

 

We eten ‘s avonds op het terras van het restaurant bij de Hibiscus Lodge, romantisch in de open lucht en met een heerlijke lokale schotel: Plantation rice, rijst met kerrie, diverse vlees- en vissoorten, banaan en ananas. Het lijkt wel een beetje op paella.

Dunn's River waterval

Hij klatert via een eindeloze serie reuze-treden naar beneden

‘s Morgens gaan we even het stadje in om te zien wat dit ons zal brengen. We zijn er door het internet op voorbereid dat dit ook een erg toeristisch oord is waar de grote cruiseschepen aanmeren. En ja hoor, het deel van Ocho Rios bij de haven is één grote shopping mall met juwelierswinkeltjes waar de toeristen rondbanjeren en een markt met locale kunst.

‘s Middags gaan we naar de watervallen. Er is ons verzekerd dat het dan het rustigste is en dat is gelukkig ook zo. De toegangsprijs is een paar US dollars. Naast de Jamaicaanse dollar is dit een veel gebruikte valuta op het eiland.

De Dunn’s River waterval is de grootste en meest bekende waterval van het eiland. Hij klatert via een eindeloze serie reuze-treden van diverse hoogtes naar beneden en wurmt zich door de tropische begroeiing tot hij op het strand uitkomt.

Daarbij is maart een tijd van het jaar waarin erg veel in bloei staat dus zien we overal – meest rode – bloemen. Je kunt als je wilt de waterval beklimmen onder leiding van een gids maar gewoon lekker erin zitten is ook lang niet verkeerd. Een soort natuurmassage.

Port Antonio

'Undertakers love careless overtakers'

Vandaag reizen we verder naar Port Antonio, helemaal in het oosten van het eiland. Dit is de oude bananenhoofdstad van het eiland met aan het water nog wat gebouwen uit die tijd.

Het is vanaf Ocho Rios ongeveer 3 uur rijden door weer een prachtig landschap met suikerrietvelden, bananenplantages, baaien en overweldigend weelderige begroeiing, afgewisseld met zeer drukke en rommelige plaatsjes.

Inmiddels zijn we wel wat gewend aan de rijstijl hier. Het is erg uitkijken want er wordt vrij roekeloos gereden over wegen vol met grote gaten, maar als je rustig rijdt en afremt voor alle bochten om de tegenliggers vrij baan te geven kom je er zonder krassen van af.

Overal staan grote borden langs de weg met teksten als: ‘Undertakers love careless overtakers’, ‘Arrive alive’, ‘Don’t drink and drive’ en ‘Don’t be in a hurry to enter eternity’. Dit geeft wel ongeveer aan hoe er wordt gereden.

We logeren net iets buiten Port Antonio en hebben vanuit ons huisje een schitterend uitzicht over de San San baai ver beneden ons. We gaan wat boodschappen doen en rondkijken in het stadje. Als we de winkel uitkomen krijgen we onze eerste echt tropische bui over ons heen. Maar goed, dat is wel hevig maar vrijwel altijd maar kort.

The Blue Lagoon

Een diepblauwe baai omzoomd met tropisch oerwoud

Als we wakker worden is er weer een stralende zon en we ontbijten op ons terrasje met dat prachtige uitzicht op de baai . We zitten nog lekker een tijdje te lezen. We hebben twee weken uitgetrokken voor Jamaica en kunnen alles op ons dooie akkertje doen. Een week is te kort, twee is riant en relaxed.

We lunchen bij The Blue Lagoon met onze favoriete vis, de red snapper en ditmaal is er gefrituurd ‘breadfruit’ bij. Dit lijkt erg op gefrituurd brooddeeg maar het is een vrucht die aan de bomen groeit. Vroeger kregen de slaven dit te eten omdat het zeer voedzaam is, veel koolhydraten bevat en bovendien erg goedkoop is.

Het eten is op Jamaica over het algemeen vrij pittig en de rode peper is een vaak gebruikt ingrediënt. Het verhaal gaat dat de slaven dit vroeger deden omdat de kwaliteit van het eten dat ze van de eigenaar kregen zo slecht was dat ze het op deze manier verbloemden.

Blue Lagoon is een erg idyllisch plekje met een diepblauwe, diepe baai, omzoomd met het tropische oerwoud.

We rijden een eind het binnenland in, richting startpunt voor het bamboe-raften op de Rio Grande. De wolken zijn inmiddels terug en de regen dreigt dus het wordt niet vandaag maar we gokken op morgen. Tja, als het ergens mooi groen is dan regent het er nu eenmaal veel.

Terug bij Port Antonio gaan we naar het intieme strandje van French Man’s Cove, dat aan weerszijde door hoge, met struiken begroeide rotsen wordt ingeklemd

 

Helaas is het nog steeds regenachtig maar het is wel een erg leuk strandje en het waait flink dus de golven zijn hoog, wat naast lekker zwemmen ook een mooi gezicht is.

Bamboe-rafting op de Rio Grande

De captain stuurt het vlot soepel over de mini-watervalletjes

De ochtend begint weer flink bewolkt met erg veel wind maar gelukkig breekt later de zon door en gaan we op weg naar het beginpunt van de bamboe-rafting in Berrydale, zo’n 15 km ten zuidwesten van Port Antonio.

Daar besluiten we voor de langste tocht te kiezen, die zo’n twee-en-half uur duurt. We laten de auto staan en gaan met de ‘captain’ in een taxi het binnenland in, richting de bergen, zodat je stroomafwaarts weer naar beneden kan glijden.

In de taxi krijgen we een lesje in ‘jamaican driving’, dat wil zeggen: keihard en alle potholes nog net ontwijkend. Hij rijdt het stuk in een derde van de tijd die wij erover deden. Als we aankomen schijnt de zon volop.

Vroeger werden de bamboevlotten gebruikt om de bananen vanuit het binnenland richting kust te vervoeren. Het is een prachtige tocht dwars door het binnenland, met heuvels op de achtergrond, mooie begroeiing langs de kant waaronder grote bamboe bossages en de stilte om je heen.

Lange tijd zijn we de enige drie mensen op de rivier. Onze captain is een aardige man en hij stuurt het bamboevlot heel soepeltjes over de mini-watervalletjes heen.

Kingston

In de tuin van Devon House kun je lekker taart eten

Vandaag gaan we door naar Kingston en de bedoeling is dat we via de hoogste top (zo’n 2300 meter) gaan van de Blue Mountains, een prachtig berggebied in het oosten van Jamaica waar o.a. de beroemde koffie- en cacao-plantages liggen, en dan al slingerend naar beneden afzakken richting de hoofdstad.

Maar de regen komt bij bakken uit de hemel en ons is verzekerd dat je dan vooral niet de route moet volgen die wij in gedachten hebben. Bovendien zitten de toppen in de wolken zodat je toch geen uitzicht hebt. Het is daar altijd wel wat nevelachtig maar nu zijn er echt dikke grijze wolken.

We wachten het nog even af maar besluiten dan toch maar de op een na mooiste route te nemen en dat is via Annotto Bay. Gelukkig klaart het later toch wat op.

Kingston zelf willen we eigenlijk niet in maar we gaan wel naar het Devon House, een oud koloniaal huis, in 1880 gebouwd door een rijke Jamaicaan. Het is een mooi huis en je kunt er heerlijke taart eten in de tuin, onder de bomen.

De oude stallen zijn omgebouwd tot o.a. een bakkerij en een ijszaakje waar de ‘Kingstonezen’ graag ‘s avonds na het eten even langskomen om in de tuin nog iets te eten. Ook heb je er een leuk restaurant op de achter-veranda van het huis.

Treasure Beach

Uitzicht op de zee die vlak voor ons op de koraalriffen rolt

We hebben er nog even aan gedacht om vanmorgen toch een eindje de Blue Mountains in te rijden maar het is weer zwaar bewolkt en er is dus weinig uitzicht.

Vandaag gaan we door naar Treasure Beach in het zuiden van het eiland. Het eerste deel van de route is niet spectaculair qua natuur – wat saai en veel droger dan de rest van het eiland – en daarom nemen we een stukje de tolweg. De enige van het eiland en zowaar zonder potholes. Verderop wordt het landschap weer mooier en uitbundiger en gaan we weer de kleine weggetjes op.

Nog even naar Lover’s Leap waar volgens het verhaal twee slaven de dood insprongen, de rots af en de zee in, omdat de eigenaar het meisje voor zichzelf wilde hebben en hen daarom verbood elkaar te zien.

Dan door naar Treasure Beach waar we bij Jake’s logeren, een klein paradijsje: een huisje, uit klei opgetrokken, direct aan zee, de douche buiten op het terras en een heerlijk relaxed sfeertje.

In de tot luiheid aanzettende stoelen bij het barretje nemen we een lekker koud drankje met uitzicht op de zee die vlak voor onze neus op de koraalriffen rolt. ‘s Avonds eten we lekker en romantisch bij kaarslicht in de tuin onder de bomen.

Dit keer kiezen we Jerk Chicken, een kipgerecht waarvan de kip een aantal uren wordt gemarineerd in een saus van olie, rode peper, ui, soja en nog wat kruiden om daarna op de BBQ gaar gemaakt te worden. Voor ons bekend terrein omdat we een Caribisch kookboek hebben en het thuis ook nog wel eens maken. Als groente krijg je op Jamaica vaak een soort spinazie of paksoi.

YS-falls en Black River

Mangrove-bossen waar bomen lange luchtwortels hebben

Vandaag willen we naar de YS-falls en een boottocht maken op de Black River, een rivier een eindje verderop in een veenachtig mangrovegebied met o.a. krokodillen.

We gaan naar het stadje Black River en meteen als je er binnenkomt de brug over waarvandaan de boten vertrekken. Je kunt hier zowel bootjes huren bij een lokale visser als iets luxere overdekte boten. Beiden varen even ver de rivier op, zo’n anderhalf uur.

Weer een mooi landschap, totaal anders dan de Rio Grande. Hier zijn grote mangrove-bossen waar de bomen lange luchtwortels hebben en grote varens die in brak water leven. Het is een veenachtig vlak landschap met daarachter de heuvels.

We zien een stel vogels en een paar krokodillen die zo tam (lees: volgevreten) zijn van de kip die de gidsen meenemen dat je ze ‘in actie’ kan zien. Nou, mooi niet dus.

Na de boottocht lunchen wij in Black River met een ‘patty’, een soort gefrituurd deegflapje met een lekker pittige vulling. Daarna gaan we door naar de YS-falls, weer iets verderop.

Als je de auto hebt geparkeerd word je er in een soort treintje achter een tractor naar toe gebracht. Minder indrukwekkend en mooi dan de Dunn’s River Falls in Ocho Rios maar toch zeker de moeite waard. Als je de YS falls als eerste ziet vind je deze waterval schitterend, dus wij zien ze in de verkeerde volgorde.

Op de terugweg naar Treasure Beach rijden we door de Bamboe Lane, een weg die kilometers lang omringd wordt door overhangende bamboe waardoor er een soort tunnel ontstaat.

Negril

Voor je het weet zit er rum in je vruchtendrankje

Vandaag nemen we – met moeite – afscheid van ons huisje bij Jake’s en gaan door naar Negril in het uiterste westen van het eiland. Dit is de plek waar we hebben gepland om onze laatste dagen aan het strand te luieren.

 

Jammer genoeg is Negril veel toeristischer dan we hadden gedacht en is het strand minder riant dan de indruk die we kregen bij de voorbereiding, maar voor een paar lome dagen ook lang niet verkeerd.

Er worden op het strand veel ‘fruit-punches’ gedronken. Hiervoor doen ze allerlei vers fruit zoals ananas, papaya, meloen en banaan samen met limonadesiroop en veel ijsblokjes in een blender zodat je een heerlijk koud vruchtendrankje krijgt. Wel even vermelden of je er wel of geen rum in wilt hebben, anders zit het erin voor je het weet.

Al met al hebben we een heerlijke vakantie gehad op een prachtig eiland met een overvloedige tropische natuur, schitterende watervallen, mooie rivieren en een heerlijk klimaat.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win