×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Jordanië van noord naar zuid

Talrijke ruïnes in ruige landschappen van zand en rotsen

Reisverslag: Johan Siegers
Foto's: Johan Siegers

Jerash heeft Romeinse ruïnes. Madaba een 6e eeuws mozaïek met de kaart van Palestina en de Nijldelta. Vanaf de berg Nebo zag Mozes het beloofde land. Via de Dode Zee naar Kerak, met een kruisvaarders­burcht. Vlakbij ligt het Dana natuurreservaat. Dan is er Petra, de verborgen stad die in kleurige rotsen is uitgehakt. In Wadi Rum per kameel langs rotsen en zandduinen. Tot slot kustplaats Aqaba.

Jerash (Gerasa)

Een van de best bewaarde Romeinse steden

Aangezien Jerash beschut in een dal ligt nemen we geen jas mee. De zon laat ons echter halverwege in de steek, waardoor het toch fris wordt.

Jerash, in het noorden van Jordanië, is bekend om de ruïnes van de oude Romeinse stad Gerasa. Het is een van de best bewaarde steden in het nabije oosten. Jerash was al in de bronstijd (3200-1200 voor Chr.) en de ijzertijd bewoond.

In 63 voor Chr. werd Jerash geannexeerd door de Romeinse provincie Syrië. De stad bloeide op dankzij landbouw en winning van ijzererts, maar na de vernietiging van Palmyra (in Syrië) en de opkomst van handel via de zee braken slechtere tijden aan.

Een Perzische invasie in 614 en een aardbeving in 747 brachten de stad grotendeels tot verval. Omdat een groot gedeelte onder het zand bedolven werd, is de oude stad goed bewaard gebleven. Op dit moment is ca 30% opgegraven.

Een bezoek aan de uitgestrekte archeologische site van Jerash is de moeite waard. Het forum, de kathedraal, het nymphaeum en andere Grieks-Romeinse bouwwerken zijn goed bewaard gebleven.

Madaba

6e eeuws mozaïek met de kaart van Palestina en de Nijldelta

We reizen van Jerash zuidwaarts naar Madaba. Een van de belangrijkste bezienswaardigheden hier is een 6e eeuws mozaïek van de kaart van Jerusalem en alle andere belangrijke plaatsen uit de bijbel.

Het mozaïek, een archeologische vondst, ligt op de vloer van de 19e eeuwse Grieks-Orthodoxe kerk die hier omheen is gebouwd en bestaat uit 2 miljoen gekleurde steentjes.

De kaart omvat het oude Palestina en de Nijldelta, inclusief het huidige Israël, Syrië, Libanon en Jordanië. Het mozaïek is echt heel groot. Te groot om in zijn geheel te fotograferen. Gelukkig hangen er buiten borden waarop het mozaïek wel in zijn geheel te zien is. In de kerk hangen nog diverse andere mozaïeken met bijbelse afbeeldingen.

Neboberg en Dode zee

Volgens de bijbel zag Mozes het beloofde land vanaf deze top

Op weg naar de Dode Zee bezoeken we allereerst de Neboberg, vanwaar Mozes volgens de bijbel het beloofde land zag. Vandaag is het een beetje heiig in de verte zodat het zicht slecht is. Op de tegenoverliggende berg ligt Israël en kunnen we net Jeruzalem onderscheiden.

Iets duidelijker zijn de Jordaanvallei en de Dode Zee te zien. Op de berg staat een gestileerd kruis met slangmotieven, een soort replica van de staf van Mozes, die hij in een slang liet veranderen en waarmee hij water uit een rots sloeg. Het stroompje water vloeit overigens nog steeds.

Om bij de Dode Zee te komen moet de bus dalen van +810 meter naar -420 meter. Dat merken we aan onze oren. De Dode Zee is hier uitgesproken toeristisch, met een boulevard en winkeltjes.

Er staat vandaag een behoorlijke wind en er is zelfs een echte branding. Dat maakt het in zee gaan en proberen rustig te drijven er niet eenvoudiger op.

De scherpe steentjes op de bodem trouwens ook niet. Eigenlijk moet je van die plastic schoenen of sandalen aan hebben. Het belangrijkste is te zorgen dat je geen water in je ogen krijgt. Het water is zo zout dat het brandt in je ogen, net als in alle kleine wondjes die je hebt overigens.

Het hoge zoutgehalte is ontstaan doordat er eeuwenlang wel water met mineralen de zee in kon stromen, maar er door de lage ligging niet meer uit kon. Het water kon alleen verdampen en alle zouten bleven achter in de zee.

Sommige mensen laten zich insmeren met Dode Zeemodder. Als je dat laat opdrogen schijnt het heel zuiverend te werken op je huid. Tegen de avond is er een prachtige ondergaande zon, die je hier letterlijk achter de horizon kunt zien verdwijnen.

Kerak (Al-Karak)

Kruisvaardersburcht in een spectaculaire omgeving

De plaats Kerak, ten zuidoosten van de Dode Zee, wordt al bewoond sinds de ijzertijd. De beroemde kruisvaardersburcht op 1000 m boven zeeniveau stamt uit 1142 en is bekend onder de naam Krak des Moabites.

De burcht is niet zo indrukwekkend als Krak des Chevaliers in Syrië, maar is met zijn zeven niveaus nog altijd de moeite waard om te bekijken. Krak des Moabites ligt bovendien in een mooie, spectaculaire omgeving. Juist omdat het minder groot is, is het ideaal om zelf rond te wandelen en te ontdekken. Zonder gids ontgaat je wel de betekenis van sommige gedeelten.

Tegen het einde van de middag bezoeken we nog even Siq al-Berid of Little Petra, een kleine uitvoering van de stad Petra die we morgen zullen bezoeken. Ook hier zijn de gebouwen in de rotsen uitgehouwen.

Little Petra is al mooi, doch valt in het niets bij wat we morgen zullen zien, aldus onze gids. Het is hier in ieder geval wel lekker rustig.

Dana natuurreservaat

Met een ranger over smalle met keien bezaaide paadjes

Het Dana natuurreservaat ligt een stuk ten zuiden van Kerak. Het is het grootste natuurreservaat van Jordanië en tevens een indrukwekkend ecotoerisme project.

Het dankt zijn naam aan het 15e eeuwse plaatsje Dana. De hoogte varieert van 50 m onder zeeniveau in het laagliggende woestijngebied van Wara Araba tot pieken van 1500 m hoogte bij Quadesiyya.

In het Dana natuurreservaat leven circa 800 plantensoorten, 180 soorten vogels en 45 soorten zoogdieren, waarvan er 25 met uitsterven worden bedreigd. Er bevinden zich bijna 100 ruïnes in het gebied. Wij maken met een lokale ranger een 3.5 uur durende wandeling in het gebied.

Ik had een wandeling in een groene omgeving verwacht, ook al omdat er veel planten en vogels te zien zouden zijn. De wandeling gaat echter door bergachtig gebied, over een smal paadje dat vaak bezaaid ligt met keien. Het klimmen en dalen maakt het zwaarder dan verwacht.

Toch is het voor iedereen te doen, eventueel met een beetje hulp. De uitzichten onderweg zijn verbijsterend mooi. Dit is absoluut niet op een foto vast te leggen, al doe ik natuurlijk wel een poging.

Petra

Spectaculaire in kleurige rotsen uitgehakte verborgen stad

De historische stad Petra is zonder meer de mooiste plaats in Jordanië, met zijn in zandsteen uitgehakte gebouwen, tempels en tombes. De Nabateeërs maakten deze verborgen plaats, die alleen via een smalle kloof bereikbaar is, tot hun hoofdstad. Er zijn enkele vrijstaande gebouwen, maar het leeuwendeel is uit de rotswand gehakt.

Het is niet precies bekend wanneer met de bouw van Petra is begonnen. Vermoedelijk was het ergens in de 6e eeuw v. Chr. toen de Nabateeërs tol begonnen te heffen aan karavanen die over de handelsroutes door dit gebied reisden.

In 363 en 551 hebben aardbevingen de stad grotendeels vernietigd. De stad werd verlaten en Petra was alleen bekend bij lokale bedoeïen. De Zwitserse ontdekkingsreiziger Jean Louis Burckhardt herontdekte Petra in 1812 voor de westerse wereld. De stad was inmiddels tot een ruïne vervallen.

We bereiken Petra na een wandeling door de 2 km lange siq, een natuurlijk gevormde kloof. Aan de ene zijde is een open sleuf om water voor de dieren Petra binnen te brengen, aan de andere zijde een gesloten systeem van buizen voor water voor de mensen.

Aan het eind van de kloof sta je opeens voor Al Khazneh (de schatkamer), een van de mooiste gebouwen van Petra. Het is geheel in de rotsen uitgehouwen. De rotsen hebben allerlei kleurschakeringen van geel tot roze, plus allerlei donkere gedeelten.

Het gros van de groep gaat naar de hoge offerplaats, die alleen te bereiken is via een trap van ruim 600 treden. Vanaf daar heb je een mooi overzicht over heel Petra. Ik besluit eerst wat door Petra te wandelen, want mijn spieren doen nog pijn van de wandeling van gisteren door Dana.

Sommige gebouwen zijn heel mooi, andere heel simpel. Petra beslaat een behoorlijke oppervlakte. Het is wel duidelijk dat dit een complete stad is geweest. Het klooster schijnt heel mooi te zijn, maar daarvoor moet je 880 treden omhoog. Dat lokt me momenteel niet, dus ik laat me overhalen om op de rug van een ezel naar boven te gaan.

De ezel heeft het vaker gelopen, want hij weet precies hoe hij lopen moet. Toch blijft het een beetje eng met een afgrond vlak naast je en eigenlijk schaam ik me ook wel een beetje. Op driekwart begint de ezel het ook moeilijk te krijgen. Hij heeft eigenlijk geen zin meer en ook zijn passen zijn niet meer zo zeker.

Het lijkt me beter om het laatste deel zelf te lopen. Ik geef de jongen die is meegelopen een extra fooi (het afgesproken bedrag gaat naar zijn baas) en loop het laatste gedeelte zelf. We zitten wat hoger en ik heb toch regelmatig adem tekort. Ik ben niet de enige, want ik zie anderen ook regelmatig even rusten.

Eenmaal boven doemt het klooster op. Het gebouw is nog mooier en groter dan de schatkamer. Als je nog verder klimt, kun je Israël en Wadi Araba zien liggen, maar daar heb ik even geen zin in.

Ik ga eerst een colaatje drinken en rustig zitten in een van de stoelen van een drinkgelegenheid. Zo kan ik het klooster uitgebreid bewonderen en ondertussen met een poes spelen.

In de verte beginnen zich donkere wolken af te tekenen en ik besluit maar weer op weg naar beneden te gaan, uiteraard pas nadat ik het klooster van dichtbij heb bewonderd. De ruimten van het klooster zijn heel simpel, zonder enige versiering.

Halverwege de weg omlaag slaat het weer om. Het begint hard te waaien en er vallen soms een paar druppels regen. Dit zal aanhouden tot ik terug ben bij het hotel. De harde wind neemt zand mee, waardoor soms complete zandstormen ontstaan. Gelukkig duren die niet lang, maar ze zijn wel vervelend. Als ik bij het hotel ben zit ik dan ook onder het zand.

De volgende dag staat een wandeling op die programma die vergelijkbaar is met die bij Dana. Hierbij benaderen we Petra vanaf de achterzijde. Ik bedank hiervoor en besluit te werken aan mijn achterstallig reisverslag.

Aan het eind van de ochtend zijn de wandelaars terug en vertrekken we naar Wadi Rum. We moeten onze bagage scheiden in een gedeelte dat we in de woestijn nodig hebben (slaapzak, toiletspullen, reservekleding) en de rest.

Wadi Rum

Op een kameel langs grillige rotspartijen en zandduinen

Wadi rum is een vallei in het zandsteen en graniet in het zuidwesten van Jordanië. De Arabische uitspraak is wadi ramm. De Britse officier T.E. Lawrence gebruikte dit als basis tijdens de Arabische revolutie (1917-1918). Ook de film Lawrence of Arabia is hier grotendeels opgenomen.

Het gebied is in trek bij bergbeklimmers, vanwege zijn indrukwekkende rotsformaties. Het gebied is ook favoriet voor een korte safari per paard of kameel.

Er leven al sinds de prehistorie mensen in de Wadi Rum. Tegenwoordig wordt het hoofdzakelijk bevolkt door bedoeïen (stammen, vaak nomaden, bestaande uit personen met een sterke onderlinge verwantschap, meestal geleid door een sjeik).

Op weg naar Wadi Rum moeten we door de bergen. In de berm ligt pasgevallen sneeuw. Dat kan leuk worden grappen we, want er is ons verteld dat het ‘s nachts af kan koelen.

Vanaf het bezoekerscentrum lopen we in ongeveer anderhalf uur naar de eerste overnachtingplaats, prachtig verscholen tussen de rotsen. We overnachten in een bedoeïentent, of voor de liefhebbers gewoon buiten.

‘s Avonds hebben we een prachtige sterrenhemel, vooral als je even wegloopt van het kampvuur, de duisternis in. Dan pas valt op hoeveel van de sterrenhemel je mist door het strooilicht van de steden.

De volgende dag gaat een gedeelte met landcruisers kriskras door de woestijn om interessante plekken te bezoeken en rotstekeningen te bekijken. Het alternatief is het schip van de woestijn: de kameel. Ik kies voor het laatste. Heerlijk relaxed vanaf de rug van de kameel het bijzondere landschap bekijken. Zelden heb ik zulke bijzondere kleuren en grillige rotspartijen gezien.

Een van de kamelen wil niet knielen om zijn berijder op te laten stappen. Hij verzet zich met heftig gebrul. De begeleiders trekken hem uit alle macht naar beneden en gooien zand in zijn bek als hij probeert op te staan. De andere kamelen zijn zo mak als een lammetje.

Onderweg proberen de kamelen al lopend van elk struikje dat er groeit iets te eten.

Bij de tweede overnachtingplaats komen we weer allemaal samen. Ook nu overnachten we in een bedoeïentent, er zijn zelfs dekens voor wie het koud krijgt. Het eten ‘s avonds is weer uitstekend verzorgd; soep, mezze en kip. De volgende ochtend kun je per kameel of lopend naar de plek voor de laatste lunch. Vanaf hier gaan we met ons busje naar Aqaba.

Aqaba

De belastingvrije stad is populair bij watersportliefhebbers

De kustplaats Aqaba is een favoriete bestemming bij watersportliefhebbers. Het is tevens een belastingvrije stad. Om de stad in en uit te komen moet je langs een soort douane. Er is de mogelijkheid om te snorkelen. Normaal zouden we ook kunnen duiken, maar dat mag nu niet omdat we morgen moeten vliegen. Het drukverschil is dan te groot.

Er is inderdaad een groepje dat gaat snorkelen. Ik besluit echter om rustig een beetje in het stadje te gaan kijken. Het valt al snel op dat het warmer en vochtiger is in Aqaba. Ik ga ik eerst ergens een kopje mint-thee drinken en kijken naar de drukte aan de kustlijn.

Daarna bezoek ik het lokale museum. Het museum is klein en toont voorwerpen die men heeft gevonden bij opgravingen. Ik krijg steeds meer het gevoel dat overal in de bodem resten van oude beschavingen terug te vinden zijn. Variërend van resten van potten tot complete steden. De droge lucht en het zand zorgt ervoor dat alles uitstekend geconserveerd is gebleven.

Het museumkaartje is ook geldig voor het kleine kasteeltje van Aqaba. Het is niet indrukwekkend, maar wel bijzonder omdat men bezig is het kasteel zoveel mogelijk in de originele staat te herstellen.

De rest van de dag dwaal ik gewoon wat door de stad. Ik ga wat eten, bezoek de soek en breng een kort bezoek aan een internetcafé. Tegen het eind van de middag rijden we terug naar Amman, vanwaar we morgen zullen vliegen.

Jordanië heeft nog één verrassing voor ons in petto: een echte zandstorm. Nadat het donker is geworden begint een harde wind op te steken. De weg loopt door een woestijnachtig landschap, waardoor grote hoeveelheden zand over de weg worden geblazen. Op een gegeven moment is het zo erg dat de auto’s stapvoets rijden met alle knipperlichten aan. De chauffeur weet ons echter heelhuids naar Amman te brengen. Hier hebben we nog een laatste overnachting voor we terug vliegen naar Nederland.

Johan Siegers begon deze reis in Syrië.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win