×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Jungletocht naar Ciudad Perdida

Vijfdaagse trekking naar de verloren stad Teyuna

Reisverslag: Peter van Boheemen
Foto's: Peter van Boheemen

Diep in het gebergte Sierra Nevada de Santa Marta in het noorden van Colombia, ligt op zo’n 1200m hoogte de precolombiaanse stad die de indianen Teyuna noemen. De Spaanse naam is Ciudad Perdida, de Verborgen Stad. Vanuit El Mamey is het 5 dagen klimmen en dalen door de groene jungle en talloze malen de Baritara-rivier doorwaden om de 44km te overbruggen naar de 1200 stenen treden die leiden naar de vanaf circa 800 aangelegde ronde terrassen, waar tot de Spaanse verovering een paar duizend Tairona-indianen woonden.

Wanneer ik met de nachtbus uit Bucaramanga in de kustplaats Santa Martha in het noorden van Colombia arriveer, is een hotel snel gevonden. De eigenaar begint meteen enthousiast de trektocht naar Ciudad Perdida te promoten. Ik had thuis al besloten dat ik dolgraag deze wandeltocht wilde doen, dus hij heeft weinig overredingskracht nodig om mij over te halen.

Na een etmaal Santa Martha wacht ik ‘s ochtends op de bus die mij naar het beginpunt gaat brengen van de wandeling door het kustgebergte Sierra Nevada de Santa Marta. Het laat allemaal even op zich wachten maar als uiteindelijk alle toeristen bij elkaar zijn gesprokkeld vertrekken we voor het avontuur.

Het is anderhalf uur rijden over het asfalt, waarna we met veel te veel mensen in een oude jeep stappen die het onverharde stuk langs vervaarlijk diepe afgronden voor zijn rekening neemt. Als de jeep echt niet verder kan gaan we lopen maar dan is het niet ver meer.

El Mamey

Vanuit dit boerendorpje start de jungletocht

In El Mamey zullen we overnachten. De groep van 15 personen is eigenlijk iets te groot. Het is een gemêleerd gezelschap van verschillende leeftijden en nationaliteiten, met vooral veel Duitsers.

Na de lunch kunnen we het boerendorp verkennen en dat is snel gezien. Het diner volgt en in het donker zoeken we met zaklampjes naar de locatie van onze slaapplaats in het dorp.

Het is een betonnen gebouwtje met slaapkamers, waar per kamer een stuk of vijf matrasjes op de grond liggen. We zoeken een plekje op en rollen de lakenzakken uit. Er is een eenvoudige badkamer waar eerst nog een grote spin moet worden weggejaagd maar dan kun je jezelf wassen met bakjes water uit een plastic ton.

Het is inmiddels gaan regenen. Tussen de buien door haal ik even een biertje bij de buurtsuper aan de overkant en dan kan de avond relaxed op een veranda worden doorgebracht.

De matrassen op de grond voldoen prima, want ik wordt ‘s ochtend heerlijk uitgerust wakker. Een ontbijt met veel eieren volgt. En dan lopen, daar zijn we uiteindelijk voor gekomen.

Hoge luchtvochtigheid

Ik snap nu wat met de zweettour wordt bedoeld

Er gaan op de eerste etappe paarden mee om de nodige bagage te vervoeren. Je persoonlijke spullen gaan op je eigen rug mee maar dat is niet veel. Met een toilettasje, handdoek, lakenzak, zwembroek, sandalen en een extra T-shirtje moet het wel lukken 5 dagen te overleven.

Het begin is meteen groots, met groene vergezichten over het bergachtige landschap van de Sierra Nevada de Santa Martha. We lopen langs, maar ook door, de snelstromende rivier Baritara. Dat zal de komende dagen nog vaak gebeuren en dat betekent steeds een zelfde ritueel: bergschoenen uit, sandalen aan en daarna de ene keer tot je enkels en de andere keer tot aan je middel door het water naar de overkant lopen.

Af en toe moeten we ook steile stukken naar boven lopen. Ik had al iets gelezen over de ‘zweettour’. Ik weet nu wat daar mee bedoeld wordt. De hoge luchtvochtigheid laat de zweetdruppels over het gezicht rollen.

Onderweg wordt in piepkleine kiosken het een en ander verkocht om te eten of te drinken. De lunch is in een klein indianendorpje aan de rivier. Er kan hier ook gezwommen worden. Heerlijk om met het bezwete lijf in het heldere frisse water te springen!

Na de lunch blijkt niet iedereen conditioneel opgewassen tegen de steile hellingen. Drie Duitsers blijven in het dorpje achter om de volgende dag terug te lopen naar El Mamey.

De rest loopt dapper door over de blubberige paden. Er is nu meer schaduw, doordat het pad dwars door de tropische vegetatie gaat, maar nog altijd veel zweet. Aan het einde van de middag arriveren we op de overnachtingplaats. Er zijn hier hangmatten en er is geen stroom. Zwemmen kan hier ook en er zijn zelfs primitieve (koude) douches.

Maria, onze kokkin, weet op een houtvuur een enorme pan voortreffelijke maissoep te koken. Indrukwekkend hoe zij met primitieve middelen voor een grote groep mensen de maaltijd weet te bereiden.

De duisternis valt in en de kaarsen kunnen aan. Nog even gezellig napraten met de reisgenoten. Het duurt dan niet lang meer of we gaan de hangmatten opzoeken.

Zoveel mogelijk diagonaal in de hangmat gaan liggen is de gebruiksaanwijzing voor een goede nachtrust. Het lukt mij goed.

Authentieke dorpjes van Tairona-indianen

Een steile stenen trap leidt ons naar de verborgen stad

Na het ontbijt van vruchtensalade en yoghurt kunnen we onze rugzakken weer inpakken en lopen we verder. We passeren authentieke dorpjes met hutten van de Tairona-indianen. Daarna gaat het wandelpad weer langs de snelstromende Baritararivier. Soms kijk je diepe afgronden in. De woeste natuur maakt veel indruk.

De bergschoenen moeten ook vandaag weer vaak worden gewisseld voor de slippers voor de rivieroversteken. Het maakt de voeten wat week. Direct na de laatste rivieroversteek zijn we in het kamp Parayso Tayanu, waar we zullen overnachten. Er staan tenten op een veranda. Ik krijg een grote tweepersoonstent voor mij alleen.

De liefhebbers kunnen vanmiddag alvast een bezoek brengen aan Ciudad Perdida (de verborgen stad). ‘Alleen water en camera meenemen’ roept gids Luiz. Had hij niet moeten doen. Ik gooi nu de slippers uit mijn tas maar we moeten wel vier keer de rivier oversteken. Dan maar op blote voeten en dat doet pijn. Maar ik kom er. Een steile stenen trap die deel uitmaakt van de verborgen stad leidt ons naar boven.

Ciudad Perdida is waarschijnlijk vanaf 800 na Chr gebouwd door de Tairona-indianen. Het is een van de grootste precolombiaanse steden die is ontdekt. Er moeten zo’n twee- tot vierduizend mensen hebben gewoond.

Doordat het ver van de bewoonde wereld ligt en overwoekerd was door tropische plantengroei, werd Ciudad Perdida pas begin jaren 70 ontdekt door grafrovers. In 1976 is het door de overheid in bescherming genomen als archeologisch erfgoed. Er moeten zo’n 170 terrassen geweest zijn, waarvan drie grote met een prachtige ligging op de top van de berg.

Reisinformatie heeft mij gewaarschuwd dat je deze tocht vooral voor de wandeling door de wildernis moet doen en niet voor de bestemming. Daar ben ik het niet mee eens. De bestemming is zeker zo mooi, met de vele stenen trappen, de groene terrassen en de herkenbaarheid van de ligging van de stad.

Het hele gebied wordt beschermd door het Colombiaanse leger, nadat er hier in 2003 een groep toeristen werd ontvoerd. Op het uitzichtspunt is zelfs een permanent militair kamp. De militairen vervelen zich dood, want er is sinds 2003 helemaal niets meer gebeurd. Wanneer een blonde Duitse toeriste vraagt of ze met de soldaten op de foto mag, wordt haar verzoek dan ook met gejuich ontvangen.

Na wat fotosessies keren we terug naar ons eigen kamp. Weer met de blote voeten door het water. En, auw, nu gaat het fout. Doordat ik uit balans raak maakt mijn camera water. Ik heb het eerst nog niet door. Na de ontdekking maak ik de camera snel droog maar er zit al vocht in de lens. Een Amerikaan uit de groep heeft de gouden tip: stop de camera een nacht in een zak rijst. Rijst neemt immers vocht op en zal de camera laten opdrogen. Ik biets een zak rijst bij de kokkin en jawel, de volgende dag is de lens weer droog en alles werkt nog.

‘s Avonds heeft de kookploeg onder leiding van Maria weer een prima maaltijd bereid. Een enorm ovaal bord vol spaghetti geeft weer veel energie. Zo ook de nacht in de tent.

Ciudad Perdida in de ochtendzon

Sommige vragen blijven onbeantwoord

We kunnen de nieuwe dag er weer fris tegenaan. Vandaag gaan we opnieuw naar Ciudad Perdida, maar nu gaat onze gids Enruique mee voor tekst en uitleg. Carlos, onze Colombiaanse Fransman, zorgt voor de vertaling naar het Engels. Ciudad Perdida ligt er in de ochtendzon mooier bij dan gisterenmiddag in de nevel.

Er is eigenlijk niet zoveel bekend over de beschaving van de Tairona-indianen die hier geleefd hebben. Sommige vragen blijven dan ook onbeantwoord. Want waarom ligt deze verborgen stad op het hoogste punt van zo’n 1200 à 1300 meter? Wellicht vanwege het koelere klimaat maar zeker weten zullen we het niet.

Zo is er ook een grote ingegraven bak. Maar wat is het geweest? Een graf, een waterreservoir of kon je er een lekker bad nemen? We zullen het waarschijnlijk nooit te weten komen. Wel herkenbaar zijn stenen bakjes met ovaalronde keien die werden gebruikt om maïs en granen fijn te maken. Er zijn ook replica’s van de hutten die hier ooit gestaan hebben.

Op de terugweg zoekt Eric, onze Canadees, naar slangen die hier leven. Na vele stenen te hebben gelicht heeft hij nog niets gevonden, maar aangekomen op het kamp heeft iemand een verrassing voor hem.

Er is een kleine gifslang gevonden. Het jonge reptiel heeft een dodelijke gifbeet! Nadat iedereen er een foto van heeft gemaakt wordt het beest afgemaakt. Wel bruut, maar ja wat zouden wij doen wanneer er een giftige slang in onze achtertuin zou leven?

Van 8 meter hoogte in de rivier duiken

Ik word meegenomen door de sterke stroming

We moeten onze spullen weer oppakken om aan de terugtocht te beginnen. Die gaat over dezelfde weg als de heenweg maar nu is het meer bergafwaarts. We overnachten weer in het kamp met de hangmatten.

Onze Amerikanen hadden op de heenweg een plek ontdekt waar je van tien meter hoog de rivier in kon springen. Ik dacht dat de Amerikanen het erg hadden overdreven maar er aangekomen is het naar mijn schatting toch zeker wel een meter of acht!

Ik wil de sprong ook wagen. Toch wel eng vanaf deze hoogte. Ik spring van de rots, zweef door de lucht, plons in de rivier en voel mij meteen meegenomen worden door de sterke stroming, waarna ik in rustiger water weer met mijn hoofd boven water kom. Ja, dit is toch wel even kicken.

We krijgen vanavond het aanbod om te zien hoe cocaïne wordt gekookt. Men vraagt er echter $ 15,00 per persoon voor. Dat vinden we te gek. Ook nadat we het excuus horen dat de prijs zo hoog is omdat het illegaal is.

Wel krijgen we van lokale bevolking tekst en uitleg over de leefwijze van de Tairona-indianen. Wat vinden zij eigenlijk van het toerisme in hun gebied? Bedreigt dat hun traditionele leefwijze niet? Ze vertellen ons er geen problemen mee te hebben. Wanneer er over hun land wordt gewandeld krijgen zij er een vergoeding voor, wat een welkome extra inkomstenbron is.

De kaarsen gaan weer uit en we zoeken de hangmatten op. Het slapen gaat nu wat minder doordat ik de laatste dagen wat teveel geslapen heb. ‘s Ochtends ben ik toch goed uitgerust.

Ik schrik echter pas goed wakker van een schelle gil van een Duitse. Iemand heeft net een enorme harige spin gevonden in een vuilniszak. Ze komt er nuchter mee aangewandeld. Het beest is toch zeker zo’n 20 centimeter lang! Gids Enrique moet het dier eerst ver weg in de struiken laten verdwijnen voor de Duitse weer naar haar hangmat durft.

Santa Martha

Een maquette in Museo del Oro geeft een realistisch beeld

Vandaag de laatste etappe. We komen onderweg nog meer leven tegen; een krab, een rivierkreeftje en een wandelende tak.

Een paar venijnige klimmetjes zorgen weer voor de nodige zweetdruppels. Ondanks dat we over hetzelfde pad teruglopen, blijft de natuur veel indruk op me maken. Het heeft bijna iets surrealistisch uit een Jurassic Park-animatie maar het is realiteit

Weer terug in El Mamey is er een laatste maaltijd. Dan nog een stukje lopen naar de jeep die ons op staat te wachten. Het wordt een zware rit met een aflopende band en veel geglibber langs afgronden. Af en toe, als het echt te gevaarlijk wordt, stappen we allemaal uit om de jeep het moeilijke traject leeg te laten rijden.

Terug bij de geasfalteerde hoofdweg wachten we op de bus die ons weer naar Santa Martha moet brengen. Bij de bushalte doet de plaatselijke buurtsuper goede zaken met koud bier. Als de bus arriveert zijn we anderhalf uur later weer in Santa Martha, waar iedereen weer zijn of haar hotel opzoekt.

Ik blijf hier nog een dag. Museo del Oro wil ik niet missen. Hier staat een maquette van Ciudad Perdida die een realistisch beeld geeft van hoe het er ooit uitgezien moet hebben.

Toen ik voor zeven weken naar Colombia vertrok had ik verwacht dat deze trektocht het hoogtepunt zou zijn van mijn reis en ik kan nu zeggen dat de hoge verwachtingen helemaal zijn waargemaakt.

Deze trektocht maakte deel uit van een langere rondreis door Colombia.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!