×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Kleurrijk Yunnan

Tempels en pagodes in een prachtig berglandschap

Reisverslag: Geja Rijsman
Foto's: Geja Rijsman

In de Zuid-Chinese provincie Yunnan is het toerisme in opkomst. Dat merk je in steden als Kunming, Lijian en Dali. Ook de wandeling door de ruige Tiger Leaping Gorge met zijn 3000 meter hoge wanden wordt steeds populairder. Maar in de dorpjes leven de talrijke minderheden van deze grensprovincie nog hun gewone leven. De bruiloft van Chinese kennissen geeft een bijzonder beeld van het leven in Yunnan.

Via Beijing vliegen we naar Kunming, de hoofdstad van de provincie Yunnan, om het huwelijksfeest van Erwin en Yang Mei bij te wonen. Mei is in Yunnan opgegroeid en haar familie woont hier.

Op de eerste avond in Kunming wandelen we in de omgeving van ons hotel en eindigen bij een restaurantje. Alle gerechten liggen uitgestald en worden in het zicht klaargemaakt. Wij nemen een tafeltje op straat met heel kleine krukjes. We maken kennis met specialiteiten uit Yunnan: varkensstaartjes en -pezen.

De volgende dag bezoeken we Cuihu park, waar vooral ouderen en ouders met kleine kinderen komen. Overal zijn tafeltjes waar Mahjong, Chinees schaak of andere spelletjes gespeeld worden. Op andere plaatsen wordt muziek gemaakt en gezongen.

In het Cuihu park zijn tempeltjes en vijvers met enorme vissen. Vanuit het park heb je uitzicht op de wolkenkrabbers van Kunming.

Vanuit Cuihu park lopen we naar de vlakbij gelegen Universiteit van Yunnan. Mei heeft hier Engels gestudeerd. De campus ligt op een heuvel en overal zitten studenten te blokken.

Mei vertelt intussen over het leven op de universiteit. De studentenkamers worden gedeeld door 8 personen (dames en heren gescheiden) en hebben geen eigen sanitaire voorzieningen. Voor de douches staan altijd lange rijen.

We lunchen bij het beroemde ‘Over The Bridge Noodles’. De specialiteit van dit restaurant is een hete soep waar op tafel verse ingrediënten in gekookt worden. Heel lekker.

Qujing

Op de BBQ liggen varkensdarmen, kippenmagen en veel tofu

Een lijnbus brengt ons in een hevige regen- en onweersbui naar Qujing in het oosten van Yunnan, 157 kilometer van Kunming. Vanaf het ShuHan Koningrijk (221-263) tot aan de vroege Tang dynastie was het een politiek, economisch en cultureel centrum. Tegenwoordig is Qujing de tweede stad van Yunnan.

De chauffeur van de lijnbus is zo aardig om ons bij ons hotel af te zetten. Dat moet wel even overlegd worden met de overige passagiers, maar die maken geen bezwaar.

In Qujing bezoeken we Mei’s ouders in hun tweede huis. Vervolgens gaan we eten in een restaurant dat eigendom is van familie van Mei. Tijdens het eten schuiven tantes en ooms van Mei aan. Ze zijn voor de bruiloft naar Qujing gekomen. Ze lachen vriendelijk naar ons, maar spreken helaas geen woord Engels.

De volgende dag vindt het eerste bruiloftsfeest plaats. ‘s Ochtends zitten we opgedoft in de hal van het hotel te wachten tot Mei arriveert met een prachtige zwarte trouwauto die helemaal met bloemen versierd is.

Omdat haar moeder het belangrijk vindt dat alles volgens de traditie gaat, mag Mei haar eigen make-up en kapsel niet kiezen. Zij vindt dat ze er afschuwelijk uitziet en is bang dat de make-up zal breken als ze lacht. Wij vinden het wel bijzonder en van een afstandje zie je niet hoe veel make-up er op zit.

Voor het feest is er tijd om een markt te bezoeken. Hij beslaat een aantal straatjes en er wordt vooral vlees verkocht, zoals eend en varkensneuzen, maar ook pepers, rijst en kruiden.

Rond vijf uur arriveren de eerste gasten. Iedereen legt een rood envelopje met een bijdrage voor het bruidspaar op een dienblad en pakt er sigaretten of snoep af. Vervolgens gaan ze (soms zonder het bruidspaar te groeten) naar het restaurant en nemen plaats aan één van de 30 tafels voor 10 personen.

Als wij de zaal binnenkomen, merken we dat we een bezienswaardigheid zijn. Iedereen zit ons aan te staren. We zitten aan een tafel voor het podium en hebben goed zicht op de ceremonie. Mei en Erwin moeten op het podium komen en een dame steekt een verhaal af over bruiloften in China.Alles wordt in het Engels vertaald door Wan Quan Yan, een vriendin van Mei die tolk is.

Nadat de wederzijdse ouders aan het woord zijn geweest, volgt Kow-Tow: eerst moeten Erwin en Mei drie keer buigen naar de ouders, dan drie keer naar het publiek en vervolgens drie keer naar elkaar. De ceremonie eindigt als Erwin zijn bruid naar hun tafel draagt, waarbij ze door de kinderen bespoten worden met confetti.

Tijdens de ceremonie is het eten op tafel gezet en de gasten zijn meteen begonnen. Als Erwin en Mei nog maar net aan tafel zitten, zijn de eerste gasten al klaar voor vertrek. Dat betekent dat zij en hun ouders en de getuigen bij de uitgang moeten staan om afscheid te nemen. Zelf hebben ze nog geen hap gegeten.

Het feest duurt dus maar kort. Na afloop maken we een korte wandeling in het naast het hotel gelegen Forest Park en gaan dan met de vriendinnen en broers van Mei mee naar een karaokebar. Karaoke is in China populair en een bezoek aan een karaokebar is vrijwel de enige mogelijkheid om uit te gaan.

Na de karaoke hebben Mei en haar vriendinnen honger en willen ze net als vroeger gaan straatbarbecuen. We gaan naar een straatje waar een aantal restaurantjes met BBQ’s zitten.

Op de BBQ liggen varkensdarmen, kippenmagen en veel tofu. Het meeste vlees vind ik niet lekker en daarvan neem ik dan ook weinig, maar de tofu is heerlijk. Natuurlijk wordt alles weggespoeld met Chinees bier.

Huize

Een man loopt met een enorme bos dennennaalden omhoog

De volgende dag worden we door de lijnbus opgehaald bij ons hotel en deze brengt ons naar ons hotel in Huize, een klein stadje ten noordoosten van Kunming.

Waren er in Qujing al geen andere toeristen, hier worden we echt aangestaard op straat. De broer en de zus van Mei wonen in Huize en Mei heeft hier vroeger ook gewoond.

Die avond eten we opnieuw in een restaurant dat eigendom is van familie van Mei. Elke tafel staat in een eigen ‘kamertje’. Doordat we met veel mensen zijn, zitten we in drie kamertjes. Dat is minder gezellig dan wanneer je elkaar kunt zien.

De volgende ochtend bezoeken we één van de huisjes waar de familie Yang vroeger gewoond heeft. Dat was geen makkelijke tijd, omdat de grootouders ook onderhouden moesten worden en Mei’s zus i.v.m. polio operaties moest ondergaan. Er was toen nog geen elektriciteit, tegenwoordig wel.

We ontbijten vlakbij Mei’s oude huis. Het is niet lekker, maar wel een plaatselijke specialiteit. Lange, in olie gebakken deegslierten moeten in sojamelk gedoopt worden. Helaas is de melk aangebrand, wat het niet smakelijker maakt.

Na het ontbijt gaan we de tempel boven de stad bekijken. Deze ligt op Huize Jinzhong Mountain en heet Wanshou.

De tempel bestaat uit een aantal kleinere gebouwen, maar is niet meer in gebruik en straalt weinig sfeer uit. Aan de buitenkant zijn de gebouwen en vooral de daken wel mooi.

Na de bezichtiging beklimmen we de erachter gelegen berg. Het pad loopt recht tegen de berg op, waardoor het vermoeiend is om vooruit te komen.

Halverwege rusten we geruime tijd bij een huisje. Terwijl we zitten, komt een man met een enorme bos dennennaalden recht door het bos omhoog gestapt. Hoewel hij gebogen gaat onder zijn last, lijkt het hem geen moeite te kosten.

We volgen de man een eindje naar een pas. Daar rust hij even uit en wij gaan bij hem in de buurt zitten en genieten van het uitzicht.

Vanaf hier gaan we weer naar beneden. Het is bijna net zo steil als de weg omhoog. Hoewel het afdalen minder energie kost, is het wel goed opletten en gaan we nog steeds niet al te snel.

In de namiddag eten we plaatselijke specialiteiten: een soort gelei van geperste rijst en een combinatie van kool en plakjes geperste bonen. Een beetje glibberig, maar met ketjapsaus heel smakelijk.

De volgende middag is er nog een trouwfeest, maar ‘s morgens gaan we eerst naar de markt vlakbij het hotel. Via een straatje waar alleen vlees verkocht wordt, kom je op de overdekte markt. Hier worden vooral groente en fruit verkocht. Alles ziet er schoon, fris en aantrekkelijk uit.

Vanaf de markt lopen we naar de winkelstraat. Veel mensen staren ons na. Ik denk dat ze zulke blonde en lange mensen niet vaak zien. Ook wij kijken onze ogen uit. Een enkeling draagt een soort klederdracht, maar de meerderheid loopt in het saaie uniformenblauw.

Voordat het tweede huwelijksfeest begint gaan we naar de op één na grootste aarden dam ter wereld, enkele kilometers buiten Huize. Daar maken we een korte wandeling. Erwin moet bloemen plukken voor zijn bruid.

Dan maken we een tochtje met twee bootjes die bij de dam liggen. We varen met veel snelheid rondjes om elkaar heen. In onze boot zit de cameraploeg, in het andere bootje staan Mei en Erwin à la Titanic voorin. Elke keer als het bootje een bocht maakt, horen we Mei schreeuwen.

Na het boottochtje wandelen we nog een keer over de markt, waar we een enorme berg varkenspoten zien, die zijn ingesmeerd om te zorgen dat het vlees langer goed blijft.

‘s Avonds wordt het trouwfeest voortgezet in een grote feestzaal. Als wij binnenkomen, worden we weer door iedereen aangestaard. Onze tafel blijkt net als die van het bruidspaar op het podium te staan. We hebben nog nooit zo sterk het gevoel gehad steeds bekeken te worden.

 

De gasten vertrekken weer snel en laten een enorme chaos achter. In China is het de gewoonte om etensresten onder de tafel te gooien. Op tafel is geen plek. Het draaiplateau neemt 90 % van de ruimte in beslag. Je hebt net genoeg ruimte voor bier, een kopje thee en een kommetje om uit te eten.

Op onze laatste dag in Huize bezoeken we de Wanshigong tempel. Deze ligt vlakbij Mei’s vroegere ouderlijke huis. Het is een mooi tempelcomplex, maar niet meer in gebruik en nogal vervallen.

Daarna lopen we via de winkelstraat naar de boeddhistische tempel aan de hoofdstraat. Die is klein, goed onderhouden en in gebruik. Vooral de gong, bel en wierookbrander vind ik erg mooi.

Als we op de trappen voor het tempeltje zitten, vraagt de vrouwelijke monnik ons binnen te komen. Hoewel we niet weten wat er van ons verwacht wordt, nemen we plaats op de kussens. De monnik biedt ons lychees aan en gebaart dat we zo veel mogen nemen als we willen.

We eten er allemaal een paar en als duidelijk wordt dat er verder geen ceremonie plaats gaat vinden, verlaten we de tempel, waar we natuurlijk een gift achterlaten. Erna hebben we nog tijd om over de markt vlak bij de tempel te lopen. Wat liggen de groenten en kruiden hier prachtig uitgestald.

‘s Middags gaan we met drie taxibusjes naar een dorpje even buiten Huize. De bevolking hier is nog niet veranderd door westerse invloeden.

Een grote groep schoolkinderen volgt ons op de voet, maar durft ons niet aan te spreken. Jeroen vist een schriftje uit één van de tassen. Terwijl hij het bekijkt, komt de hele klas om hem heen staan.

Bij dit dorpje zijn resten van Ming-graven gevonden en men is druk bezig er een museum overheen te bouwen. Als het vliegveld bij Huize straks af is, moet dit een trekpleister worden.

We lopen met de kinderen het dorp door en zien prachtige mensen, zoals een wassende vrouw en een oude dame met een kind op haar rug.

We mogen op uitnodiging van één van de kinderen in een huis kijken. Het is een typisch Chinees huisje met een sober ingerichte woonkamer, keuken met gasfles en fornuis en een stoffig zoldertje als slaapkamer. Als dank geeft Mike hem een setje stenen klompjes.

Kunming

Fietstocht naar Lake Dianchi en de Western Hills

De volgende dag gaan we terug naar Kunming. We rijden langs een dal dat helemaal gevuld is met wolken. Zelfs de chauffeur en bijrijder van de bus lijken dit niet eerder gezien te hebben.

We maken de dag daarop een fietstocht naar Lake Dianchi net buiten Kunming. Ik fiets het grootste deel van de rit op met Wan, de vriendin van Mei. Ik vertel over Nederland en vraag haar naar Chinese gewoonten en regels. Na zo’n anderhalf uur zijn we bij het meer.

Het Dianchi Lake, ook bekend als Kunming Lake of Green Lake, is het zesde grootste zoetwatermeer in China. Het ligt aan de voet van de Western Hills en is zo’n 300 vierkante kilometer groot en meet 40 kilometer van noord naar zuid.

Nadat we naar het meer en de Western Hills gekeken hebben, fietsen we verder naar de startplek van de kabelbaan. Een deel van de groep neemt de kabelbaan, de rest beklimt de trappen. De wandelaars arriveren het eerst bij de Dragon Gate.

Gezamenlijk volgen we het pad omhoog, waarbij we beroemde tempeltjes passeren. We hebben prachtig zicht op Kunming en Lake Dianchi.

Langs het pad, dat tussen 1781 en 1853 door Taoïstische monniken is uitgehouwen in de rotsen, bevinden zich paviljoens, beelden en grotten.

Bij de meeste tempels in China kun je een grote waterton aantreffen. Het brengt geluk als je in staat bent een muntje op het water te laten drijven om het daarna in de mond van de draak te laten verdwijnen. Mij lukt dat helaas niet.

‘s Avonds gaan we met de hele groep eten in een heel oud restaurant. De tafeltjes zijn verspreid over kamers die zich rondom een overdekte binnenplaats bevinden. Overal hangen prachtige lampions.

Als we zitten te eten, begint het te hozen. Er breekt enige paniek uit bij het personeel, want het water komt aan alle kanten het restaurant binnenstromen. Binnen de kortste keren staat er een paar centimeter water op de binnenplaats. Alle tafels en stoelen worden op elkaar gestapeld tot een soort toren van Pisa.

Dali

Drie pagodes tegen een prachtig wolkendek

De volgende ochtend vliegen we al vroeg naar Dali, zo’n 430 kilometer ten westen van Kunming en vooral bekend om Erhai Lake.

We bezoeken een batikwerkplaats waar het gehele proces van afbinden en kleuren wordt gedemonstreerd.

Dan bekijken we de San Ta (drie pagodes) van de Chongsheng Tempel in Dali. Deze pagodes liggen een paar kilometer buiten het oude Dali in een apart complex. De middelste pagode is rond 900 gebouwd en onder het dak van één van de torens zijn kortgeleden kunstvoorwerpen gevonden.

Vanaf de ingang van het complex zie je achter de pagodes het prachtige wolkendek tegen de bergtoppen liggen. De wolken kolken over de bergtoppen heen.

De grootste pagode, genaamd Qianxunta, is bijna 70 meter hoog. Hij is rond 850 gebouwd en heeft 16 lagen. De twee kleinere pagodes hebben elk 10 lagen, zijn 42 meter hoog en zijn zo’n 200 jaar later gebouwd.

Na het bezoek aan de Chongsheng Tempel gaan we op souvenirjacht in het oude centrum van Dali. Vanaf de noordelijke toegangspoort loopt een lange straat vol kleine winkeltjes naar de zuidelijke toegangspoort.

In een straat die daaraan parallel loopt, zijn gewone winkels voor de lokale bevolking. Vrouwen in klederdracht bekijken koopwaar. Verderop worden kippen te koop aangeboden.

Het oude centrum van Dali is ommuurd en de muur wordt gebruikt om batik-doeken te etaleren en verkopen.

Lijiang

Een doolhof van gezellige straatjes en steegjes

Vanochtend gaan we met de bus naar Lijiang. Dit dorpje staat sinds de aardbeving in 1996 op de Werelderfgoedlijst.

In het centrum van Lijiang staan overal houten kaarten die je helpen de weg te vinden. Wij wandelen met zijn tweetjes naar de Black Dragon Pool. Deze vijver ligt ten noorden van de oude stad.

Onderweg zien we vrouwen in klederdracht Mahjong spelen. Ze wonen in een soort bejaardentehuis. De blauwe klederdracht is typisch voor de Naxi, die eigen vormen van schrift, schilderkunst, muziek en dans hebben. Zij vormen een kleine etnische groep die vasthoudt aan zijn tradities, ondanks de invloed van het moderne leven.

Een daarvan is de omdraaiing van de standaard-rolverdeling tussen de seksen. Vrouwen beheren de huishoudportemonee en doen het meeste werk op de markt, terwijl de mannen thuisblijven om de kinderen op te voeden, voor de tuin te zorgen en muziek te maken.

De Black Dragon Pool (Yuquan Park) ligt aan de voet van de berg Xiangshan ten noorden van het oude centrum van Lijiang in een mooi park met tempeltjes en vijvers vol vis. Onder de Shuocui Bridge zorgt een waterval voor een continu gerommel. Overal staan wilgen en kastanjebomen en mooie paadjes scheiden de grasperken van elkaar.

Het oude centrum van Lijiang ligt in Dayan, een Naxi stadje dat werd gebouwd tijdens de Song Dynastie zo’n acht eeuwen geleden. In 1997 plaatste UNESCO Lijiang op de lijst van ‘s werelds belangrijkste culturele erfgoed.

Vanuit Sifang Street in het oude centrum spreidt de stad zich in alle richtingen uit via een doolhof van gezellige straatjes en steegjes.

De meeste huisjes, geplakt tegen de voet van de berg of liggend aan de rivieren die door elke hoek van de stad stromen, zijn gebouwd van tegels en stenen met houtsnijwerkdeuren en geschilderde ramen.

Over de rivieren zijn een groot aantal kleine stenen en houten bruggen gebouwd. Overal hangen rode lampions die alles nog meer opvrolijken.

De Naxi zijn bekend om hun oude muzikale traditie. Lijiang heeft vier traditionele orkesten, waarin antieke instrumenten als dwarsfluit en driesnarige banjo, Chinese luit, gigantische bekkens en een visvormige houten trommel bespeeld worden.

De geschreven taal van de Naxi bestaat uit pictogrammen, zoals de hiërogliefen van de oude Egyptenaren. Voorbeelden ervan zijn op diverse plaatsen in de stad op muren van gebouwen te bewonderen.

Ten zuidwesten van het centrum van Lijiang ligt Chief Mu’s paleis, een reconstructie van wat hier in de Ming-tijd moet hebben gestaan. Het originele paleis werd vernietigd in de Qing dynastie en de overgebleven portalen zijn weggehaald door de Rode Gardisten. De paleizen lijken op gebouwen binnen de verboden stad in Beijing. De inscriptie boven de ingang van het complex zegt ‘laten we lezen’, een weerspiegeling van de passie van de Naxi voor kennis.

Baisha

De muziek van het Naxi-orkest is wel even wennen

De volgende dag bezoeken we Baisha dat 10 kilometer ten noorden van Lijiang ligt. Dit dorpje is bekend geworden door een artikel over dokter Ho en sindsdien trekken er drommen toeristen naartoe, met alle gevolgen van dien.

Vooral rond het centrum en de Great Precious Storehouse Temple (Dabaoji Gong) wordt opdringerig gebedeld. Op de weg van de parkeerplaats naar de tempel bevinden zich allerlei kraampjes en de ene verkoper is nog irritanter dan de ander.

Bij de ingang van het tempelcomplex zit een aantal Naxi muziek te maken en ze laten duidelijk merken dat ze er geen plezier aan beleven. Ze spelen heel kort en vragen dan om een gift. Bij de ingang van de tempel zitten vrouwen in klederdracht en zodra Michael een foto van ze maakt, moet hij geld betalen.

In de tempel lopen we met de zaklamp rond om de muurschilderingen te bekijken. Ze moeten erg kleurrijk zijn, maar zijn bedekt met een laag bruine viezigheid. Wel bevat de tempel nog steeds mooi houtsnijwerk, hoewel een belangrijk houten standbeeld spoorloos verdwenen is.

Na de tempel verlaten we het centrum van het dorpje en hier komen we gelukkig ook vriendelijker mensen tegen en leuke huisjes met op de binnenplaatsen stellages om het net geoogste graan te drogen. Spelende kinderen vermaken zich met de omgebouwde tractor van papa.

We gaan verder naar Wenmingcun om de Dragon Spring Temple (Longquansi) te bekijken. Wanmingcun is een zeer gemoedelijk dorpje en de bevolking is heel aardig.

De tempel blijkt erg vervallen te zijn. Het is een klein tempeltje met een eveneens vervallen tuintje. De god op het hoofdaltaar is gemaakt in de Dongba stijl en de omringende Chinese karakters betekenen geluk voor elke familie. De muurschilderingen zijn allemaal vernietigd, maar sommige deuren, ramen en railingen bevatten nog prachtig houtsnijwerk.

Op onze laatste avond in Lijiang eten we in een restaurant met uitzicht op de Yulong Xueshan, één van de zuidelijkste gletsjers op het noordelijk halfrond. Shanzidou, de hoogste piek van de berg op een hoogte van 5,596 meter boven zeeniveau, lijkt op een draak en is het hele jaar gehuld in sneeuw. De Yulong Xueshan is zo’n 15 kilometer van Lijiang verwijderd en achter deze berg bevindt zich de Tiger Leaping Gorge.

We wonen ‘s avonds een concert bij van een Naxi-orkest dat onlangs nog in Europa en de VS heeft opgetreden.

De muziek is wel even wennen. En als de dames hun mond open doen, kun je alleen maar hopen dat het nummer niet al te lang duurt.

Tiger Leaping Gorge

Trektocht door de diepste kloof ter wereld

We nemen afscheid van de familie. Mu, een lokale gids, zal ons begeleiden op een trekking door de Tiger Leaping Gorge. Deze kloof ligt ten noordwesten van Lijiang. De weg erheen loop langs de Haba Snow Mountains. De wielen van de bus staan regelmatig op het uiterste randje om een tegemoetkomende vrachtauto of bus genoeg ruimte te geven. De Jade Dragon Mountain aan de overkant heeft hellingen van maar liefst 70 tot 90 graden en het lukt de bevolking dan ook niet om daar een weg aan te leggen.

In de kloof stroomt de Jinsha Rivier. De Jinsha, het eerste deel van de Yangtze, is in de omgeving van Shigu 150 tot 350 meter breed. Het water stroomt rustig van Shigu tot Xiaqiaotou, schepen van 30 ton kunnen hier zonder problemen door. Het stuk van Xiaqiatou stroomafwaarts heeft echter een sterke stroming en is slechts 30 meter breed. De rivier wordt ook nog eens geblokkeerd door de Tiger Leaping Rocks.

De Tiger Leaping Gorge is 17 km lang en het water verliest ongeveer 300 meter hoogte in een serie van 18 stroomversnellingen. De kloof loopt van Yulong Xueshan Mountain in Lijiang tot de Haba Xueshan Mountain in Zhongdian en zou met zijn 3000 meter hoge bergwanden de diepste kloof ter wereld zijn.

Bij het dorpje Qiaotou dalen we via trappen tot aan de Jinsha en bewonderen vanaf het plateau de eerste Tiger Leaping Stone. In de kloof bevinden zich drie stenen waarvan beweerd wordt dat ze ‘de’ Tiger Leaping Stone zijn. Feit is dat de kloof zijn naam dankt aan de legende dat een tijger ooit via een steen over de kloof sprong.

Het eerste deel van de route kronkelt het pad langzaam omhoog. Af en toe passeren we een aantal huizen en leden van de lokale bevolking die hun paarden, ezels of geiten van a naar b brengen. Na het eerste steile stuk wordt het pad vlakker en kunnen we op ons gemak van de omgeving genieten.

Onderweg zien we regelmatig berggeiten aan de wanden geplakt. Terwijl ze balanceren hebben ze zelfs nog tijd om te ruziën. Na een aantal uren wandelen is het zachtjes gaan regenen. Als het nog wat harder gaat regenen, verschijnt een prachtige dubbele regenboog aan de kant van de Jade Dragon Snow Mountain. Gelukkig duurt het niet lang voordat we arriveren bij het Halfway Guesthouse, waar we de nacht doorbrengen.

De volgende dag leidt het pad vooral naar beneden. Onderweg zien we prachtige terrassen. We moeten een flinke waterval oversteken. Iedereen neemt daar rustig de tijd voor, want uitglijden is hier levensgevaarlijk.

Aan het begin van de middag komen we aan bij Woody’s. Terwijl ik hier ga uitrusten gaan de anderen naar de tweede Tiger Leaping Stone. Ook hier is de kloof erg nauw en stroomt het water hard.

Na het ontbijt gaan we de volgende morgen naar Daju. De bus brengt ons naar het pad naar de nieuwe ferry. Het pad is behoorlijk steil en regelmatig glijd je een beetje op losse stenen. Aanvankelijk zijn er nog wel wat bomen en bosjes, maar later wordt het steeds kaler. Af en toe lijkt de rotswand op een echte glijbaan. Net nadat Wilko onderuit gegaan is, waarbij hij ineens met zijn benen over de rand hing, ga ik ook onderuit. Ineens zit ik midden op het pad!

Het laatste stukje naar de ferry is een pad uitgehouwen in de rotsen. Het instappen in de ferry moet wel voorzichtig gebeuren. Als je in de rivier valt, zul je dat hoogstwaarschijnlijk niet overleven. Vanuit de ferry heb je een prachtig zicht door de kloof. De ferry heeft veel moeite om de rivier over te steken. De stroming is zo sterk dat een heel stuk stroomopwaarts gevaren moet worden, zodat de ferry de landingsplek aan de overkant niet mist.

Naarmate we verder omhoog lopen, wordt het uitzicht op de kloof zeker niet minder. Boven is een hut waar drankjes gekocht kunnen worden en uitgerust kan worden. De taxi rijdt heen en weer tussen deze hut en Daju. Na heel wat wikken en wegen besluiten we te gaan wandelen. Ik heb intussen aardig last van mijn rug gekregen, maar omdat de route naar Daju vlak is, wil ik het wel proberen.

Wel dringen we erop aan dat we de afsteek nemen die in de Lonely Planet beschreven staat.

Hoewel het minder afsnijdt dan we gehoopt hadden, is het wandelen op de smalle paadjes in ieder geval een stuk aangenamer dan op de hete weg. Als we weer op de weg moeten lopen en de gids aangeeft dat we er nog lang niet zijn, begin ik de moed te verliezen. Mijn rugpijn wordt alleen maar erger en het is echt afgrijselijk heet. Uiteindelijk besluiten we dan ook de taxi te bellen.

Na de lunch in Daju nemen we de taxi naar de weg richting de oude ferry. Hiervandaan kunnen we in ongeveer een kwartier afdalen naar de ferry, die ons weer naar de Haba-kant brengt. Deze ferry is veel groter dan de nieuwe en in de machinekamer staan twee oude tractormotoren.

We moeten weer flink klimmen om in het nieuwe Haba uit te komen. Haba is tijdens de aardbeving van 1996 zwaar beschadigd. Met steun uit het buitenland is op deze plek een nieuw dorp gebouwd. De huizen zijn hier erg symmetrisch gebouwd en we zien dat het grootste deel nog niet bewoond is. De bus staat ons hier op te wachten en brengt ons terug naar Woody’s.

Zhongdian

De bronzen klok uit 1432 is over de hele berg te horen

De volgende ochtend vertrekken we met de bus naar Zhongdian. De weg is erg slecht en het duurt dan ook lang tot we bij de Baishuitai-terrassen aankomen. Deze liggen bij het Naxi-dorpje Baidi, zo’n 108 kilometer ten zuidoosten van Zhongdian. Men gelooft dat de terrassen 2 à 300.000 jaar geleden gevormd zijn. Baishuitai was al tijdens de Tang en Song dynastieën een bezienswaardigheid.

Het witte waterterras geldt als de geboorteplaats van de Naxi Dongba-religie en is een pelgrimsoord. In maart, als het water op z’n hoogst is, komen duizenden pelgrims naar het gebied om de bronnen en terrassen te eren.

Het water zou geneeskrachtig zijn en vrouwen die niet zwanger kunnen worden komen hier om uit de bron te drinken. Tegenwoordig mag je alleen aan de bovenkant door het water lopen, verder zijn de terrassen omheind. De Baishuitai-terrassen worden vaak vergeleken met Pamumukale in Turkije.

We reizen per bus verder naar Zhongdian. Het is even zoeken naar het oude centrum. Daar staan Tibetaanse huisjes en er heerst een landelijke sfeer. We zien een pagode en tempel op de heuvel achter het oude centrum en we klimmen er naar toe. Het is erg warm in dit hoog gelegen stadje en de klim is behoorlijk steil.

De pagode is vervallen, dus na even uitgerust te zijn, gaan we verder naar de tempel. Ik geef alle gebedsmolens even een zwaai, maar we durven de tempel niet te betreden omdat er twee enorme honden woest naar ons staan te blaffen.

Gelukkig komt een jonge monnik naar ons toe gehold en nadat hij in onze reisgids vergeefs op zoek is gegaan naar een foto van de Dalai Lama, nodigt hij ons uit binnen te komen. De honden proberen woedend tegen de muur op te klimmen om bij ons te komen, maar gelukkig zijn de lijnen niet lang maar wel sterk.

De tempel is ook erg vervallen en binnen ligt van alles opgestapeld, zoals wierookstokjes en kandelaars. Toch heeft het tempeltje wel sfeer, vooral door de aanwezigheid van de vriendelijke monnik.

We wandelen weer naar beneden en bezoeken Zangong Hall, die dient als herinnering aan de Lange Mars van het Rode Leger. Hierna betalen we entree voor het Zhondian Hill Park en beklimmen de trappen die ons naar de tempel brengen.

In de tempel zijn een paar zeer jonge monniken aanwezig en als ik een foto wil maken van één van de beelden, roept een van hen dat dat niet mag. We beperken ons dus tot foto’s van de buitenkant.

De volgende ochtend vertrekken we om zeven uur naar de luchthaven. Na een vlucht van een uur landen we in Kunming, waar Tang ons op staat te wachten. Ze heeft ervoor gezorgd dat de bus klaarstaat om ons naar het Kunming hotel te brengen.

Dan gaan we naar de vogel- en bloemenmarkt. Hier wordt van alles verkocht, waaronder veel dieren. Jonge katjes, vogeltjes, schildpadden, etc. Als dierenvriend beleef je hier niet veel plezier, maar ik heb het gevoel dat het minder erg is dan vroeger.

We bezoeken de Golden Tempel. Deze ligt 11 kilometer ten noordoosten van Kunming in een dennenbos op de top van Phoenix Song Mountain.

De Taoïstische tempel staat op een terras van marmer uit Dali bovenaan een stenen trap die door vier Hemelse Poorten loopt. De oorspronkelijke tempel uit 1604 is verplaatst naar Jizushan in West-Yunnan. Net als zijn voorgangers is het huidige gebouw, dat uit de Qing dynasty stamt, gemaakt van koper. Het gebouw is 6,5 meter hoog en weegt 300 ton.

In het park bevindt zich een 600 jaar oude kamilleboom die in februari honderden rode bloemen draagt. Achter de tempel bevindt zich een toren van drie verdieping, waarin een 14 ton zware bronzen klok hangt uit 1432. Het geluid van de klok is over de hele berg te horen.

Met het bezoek aan de Golden tempel sluiten we ons bezoek aan Yunnan af. We zullen nog een nachtje in Peking doorbrengen en dan vliegen we terug naar huis.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win