×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Mozambique

Maputo, Inhambane en Bazaruto archipel

Reisverslag: Mariska Riesewijk
Foto's: Harold Kolkman

Maputo, de hoofdstad van Mozambique, is een leuke toegankelijke stad. In Inhambane zijn heerlijke Portugese restaurantjes en spelen de kinderen op straat. Op weg naar Tofo Beach zover het oog kan kijken palmbomen en nog meer palmbomen. Met een dhow naar Benguerra Island, onderdeel van de Bazaruto archipel, waar je kunt snorkelen of duiken langs de riffen.

Maputo is de hoofdstad van Mozambique. Normaal gesproken hebben wij het niet echt op grote steden maar Maputo is een leuke toegankelijke stad. Heel relaxed, veel te doen en veilig. Je kunt bijna overal rondlopen, je wordt nergens lastig gevallen. Er leven weinig mensen op straat, vergeleken met de grote steden in Oost-Afrika zoals Nairobi of Kampala.

We zijn in Maputo, omdat we nergens anders onze travellers cheques kunnen inwisselen. Ondanks dat we hier niet uit vrije keuze zijn, vermaken we ons prima.

De Janeta market is leuk, je koopt er vooral eten maar ook leuke pollepels en andere Afrikaanse zaken. Het is leuk om op zoek te gaan naar de ingrediënten voor de kip pindakaas met xima schotel. Het kost tijd voor je alles vindt maar het is een aangename tijd, waarin je veel mensen leert kennen en waarbij veel gelachen wordt.

We bezoeken het Nucleo Arte Centre, waar de expositieruimte gesloten is. Wel is de werkplaats open, waar we meteen welkom zijn. Verschillende kunstenaars zijn aan het werk, oude hardrock muziek schalt uit de radio, stoeltjes worden bijgeschoven, schilderijen voor de dag getoverd.

Inhambane

Spelende kinderen op straat en heerlijke Portugese restaurantjes

Inhambane is onze volgende stop, na te veel dagen in een stad willen we op een mooi strand hangen. En wat meer in Afrikaanse sferen belanden. Bij de bus is het een heerlijk gedrang. Verkopers proberen van alles aan de man te brengen, van brood tot gekleurde plastic zakken en telefoonkaarten.

Er gebeurt veel: mensen nemen afscheid, mensen lachen, kinderen worden wakker of vallen in slaap, een hele huisraad moet meegesleept en in de bus gepropt. In Mozambique betaal je apart voor je bagage, maar niet voor handbagage, dus men sleept zo veel mogelijk mee de bus in.

Heerlijk om in de bus te zitten en het landschap langs je te zien glijden. Al die fragmentjes van het dagelijks leven waar je een glimp van mag opvangen.

Mozambique is goed bezig met wederopbouw na de burgeroorlog en de overstromingen, de wegen worden allemaal vernieuwd. Na zo’n 6 uur komen we aan in Inhambane.

We gaan naar Fatima’s Nest. Ze halen je gratis op bij de bushalte en brengen je naar Fatima’s Nest, 25 kilometer verder op Tofo Beach. Een mooie rit, zover het oog kan kijken palmbomen en nog meer palmbomen. De Tsonga-hutjes zijn nog steeds in dezelfde stijl, maar van ander materiaal.

We worden naar onze rieten hut gebracht en hangen binnen no time in een hangmatje onder een rieten dakje op het strand. Heerlijk dat verre uitzicht, we lezen wat, voelen het water, onderhandelen wat met strandverkopers en gaan eten bij een strandtentje iets verderop.

Het eten is vies, maar het is wel een relaxte plek om te hangen. Bij de wandeling terug in het donker op het strand komt ineens een grote donkergele maan uit het water omhoog. We gaan er maar even voor zitten.

In Fatima’s Nest stikt het van de westerse backpackers. Wij willen meer Afrika-gevoel om ons heen in plaats van westerse muziek, gezichten en attitude. Op naar Inhambane city. Het vervoer moeten we zelf regelen. Wachten dus op een chapa die ons naar Inhambane wil brengen.

De chauffeur en zijn vriend willen ons graag helpen met zoeken naar een leuke slaapplek. We willen niet meer in een backpackershotel. Zij komen op het idee om eens te informeren bij de Universiteit voor Toerisme.

Daar kunnen we tussen alle studenten een goedkope en mooie kamer krijgen. Luxe gewoon: twee bedden, wastafel, douche en eigen toilet. Wel veel herrie, want iedere studentenkamer heeft zijn eigen radio-installatie.

Er staat een stoomtrein uit vervlogen tijden voor de deur en er is een internet shop vlakbij. ‘s Avonds lopen we rond in Inhambane, het is een rustig, slaperig stadje. Geen gevaarlijke gebieden, maar wel spelende kinderen op straat en heerlijke Portugese restaurantjes.

Bij onze zoektocht naar de hangplekken van plaatselijke kunstenaars blijkt dat alles al maanden gesloten is. Maar zo staan we wel midden in Mozambique ineens Duits te praten met een Mozambikaan die jaren in Duitsland heeft gewoond. Een leuke en gezellige afsluiter van onze eerste dag.

De volgende ochtend vroeg een wandeling door het stadje. Ook nu weer alom rust. Hier en daar staat een vrouw de stoep nog schoner te vegen. Een mooi en aangenaam stadje, met zijn oude Portugese gebouwen en moskeeën.

De enige bedrijvigheid is op en rond de pier. Prachtig om te zien hoe de dhows zich volladen met mensen om naar naar het plaatsje Maxixe aan de overkant te varen. De dhows worden helemaal volgeladen en om er in en uit te komen moet je door het water. Welgestelde Afrikanen in pak worden op de nek van de dhow-vaarders aan land gebracht zodat hun kleren niet vies worden.

Alle dhow-vaarders hebben een matrozenpakje aan. We spreken met dhow-vaarder Adriano af om ons morgen naar Maxixe te laten brengen.

Op de pier kun je eten kopen, van sinasappels tot broodjes met een soort viskoekjes. Heerlijk. Je kunt ze overal in Mozambique op straat kopen. Op de pier wordt veel gevist. Dit doet men met een visdraad met haakje en een stukje vis.

Aan het eind van de pier zit een groepje mannen op de grond met een radio. Ik gebaar dat ik het een leuk liedje vind en voor ik het weet staat een oude dhow-vaarder op, pakt me vast en daar staan we midden op de pier de kizumba te dansen op een liedje van Beyonce. (kizumba is een dans die een beetje op salsa lijkt en die vooral in Angola en Mozambique populair is.)

De slaperige pier komt spontaan tot leven, grote glimlachen op gezichten, sommige mensen willen niets missen van het schouwspel en komen zelfs aangerend.

Terug in het stadje drinken we wat op een terrasje en maken kennis met een aantal studenten. Zij vertellen ons over de universiteiten in het land. Wat we opvallend vinden is dat in andere Afrikaanse landen jongeren ontzettend politiek bewust zijn. In Mozambique wordt er niet over politiek gesproken.

Na de lunch lopen we de straat bij de universiteit uit om de rest van de middag aan het water door te brengen. Het blijkt eb te zijn. Bootjes liggen te wachten tot het vloed wordt. Overal lopen mensen van of naar de overkant, die vol staat met palmbomen. Een behoorlijk eind lopen. Mannen lopen langs met opgerolde broeken en sandalen in de hand, vrouwen met hun jurken en rokken opgeknoopt.

De volgende ochtend naar de pier voor onze afspraak met Adriano. De overtocht naar Maxixe duurt niet lang. Als je in Inhambane bent en je wilt verder naar het noorden, moet je naar Maxixe omdat daar de bussen en chapa’s staan. Wij gaan naar Vilankulo.

Vilankulo

Vrouwen zorgden voor de wederopbouw van het land

Adriano wijst ons de weg naar de bushalte. Op de gewone bus moeten we wachten en eigenlijk vinden we reizen in een chapa leuker, dus kiezen we hiervoor. Een chappa is een minibusje met een bepaalde bestemming en je kunt overal waar je wilt uitstappen. Het vertrekt pas als het vol is. Dat duurt dus even, maar het is leuk om op deze manier mensen te leren kennen en te zien wat er allemaal op straat verkocht wordt.

In Oost-Afrika heten de chapa’s matatu’s. Als toerist word je gewaarschuwd om ze niet te gebruiken, vanwege het gevaarlijke rijgedrag van de vaak oververmoeide chauffeurs. In Mozambique is dit anders. De chauffeur rijdt niet harder dan 100 km/u, houdt afstand en geeft zelfs richting aan. De volumeknop van de radio staat wel overal hetzelfde: op zijn aller hardst.

Het blijft leuk, zittend in een chapa kijken naar de landschapsveranderingen. Na een tijdje zien we ook weer baobab-bomen, dat betekent dat we noordwaarts rijden. Baobab’s komen alleen voor boven de breedtegraad die grofweg langs de zuidgrens van het Krugerpark loopt.

Bij aankomst in Vilankulo vraagt iedereen waar je heen wilt, iedereen wil je de weg wijzen. Allereerst maar wat eten. Een paar lokale jongens hebben ons een Afrikaans eetplekje gewezen waar we lekker xima (zelfde als ugali/maispap) met stoofschotel eten.

Een gezellige club jongens waarvan twee ons later naar Baobab Beach brengen. Een strand met leuke hutjes en de mix van lokale bewoners met backpackers geeft een relaxte atmosfeer.

De jongens nodigen ons uit om die avond naar de disco te gaan, het is tenslotte vrijdag. En wij nodigen ze uit om een hapje mee te eten voor we gaan dansen.

In de tussentijd relaxen we en regelen een dhowsafari voor de volgende twee dagen naar een van de eilanden. Baobab Beach laat op zijn terrein alleen medewerkers van veilige dhowsafari-companies toe. Je hoeft dus alleen te kiezen. Wij kiezen voor een dhow-safari op een traditionele boot, naar het eiland Benguerra, inclusief snorkelen en eten en drinken dat door de crew wordt verzorgd.

Maar eerst eten en natuurlijk de disco. Jeff en Julius zijn er al vroeg en samen met een aantal Spaanse reizigers eten we lekker. Rond negen uur trekken we naar het dorp. De meeste bars zijn open, maar voor de disco is het te vroeg. Die begint pas na elf uur.

Dus eerst op kroegentocht. Leuke sfeer en opvallend veel Afrikaanse vrouwen. Jeffrey, de eigenaar van Baobab Beach, legt me later uit dat dat komt omdat de vrouwen meer geëmancipeerd zijn doordat ze voor de wederopbouw van het land hebben gezorgd.

Uiteindelijk gaan we naar de disco. We zijn de eersten die binnenkomen. De disco is in een grote bioscoop. Er wordt een soort space-film gedraaid op het doek en voor het doek is de dansvloer. Dan loopt de zaal omhoog met plastic klapstoeltjes en helemaal bovenin is een eenvoudige bar.

Terug hoeven we gelukkig niet te lopen. Jeffrey is met de auto, dus kunnen we mee terug rijden naar Baobab Beach.

Benguerra Island

De bewoners snappen niets van de toeristen

Na een te korte nacht staan de mensen van de dhow-safari ons al op te wachten. Je moet goed opletten of alles er is wat je hebt besteld. Zo willen ze ons in de plastic boot laten gaan (scheelt benzine) en hebben ze geen drinkwater. Maar als je dat zegt, doen ze wat er is afgesproken. Ze proberen het alleen maar.

Samen met twee Zwitserse meiden gaan we in de boot op weg naar Benguerra Island. Dit is een onderdeel van de Bazaruto Archipelago, die uit vijf eilanden bestaat. Deze eilanden met de oceaan eromheen vormen een nationaal park. Hier kun je met een beetje geluk dolfijnen en schildpadden treffen bij het snorkelen of duiken langs de riffen.

De zee is ruw en laten we nu net allebei geen watermensen zijn. Zo’n boot klotst dan toch behoorlijk. De vaart duurt een uur of vier wegens tegenwind. Het is koud op de boot en we zijn zeiknat.

Op Benguerra Island zijn twee plekken waar je kunt overnachten. Een duur hotel en Gabriels Point, waar je kleine hutjes kunt huren. Gelukkig zetten we eerst de twee Zwitserse vrouwen af bij Gabriels Point voordat we gaan snorkelen. We zijn blij dat we na vier uur weer even vaste grond onder de voeten hebben.

Het blijkt dat we vandaag niet kunnen snorkelen omdat de zee achter de eilanden te ruw is. Gelukkig, want eigenlijk hebben we geen zin in nog twee uur op die boot naar Two Miles Reef (en weer terug).

We krijgen een hut met twee bedden en achter een deurtje een douche en toilet. Als ik na de lunch naar het toilet wil, blijkt het al bezet te zijn door een slang. Ik sluit de deur en breng de manager op de hoogte. Een medewerker gaat met me mee. Hij is ervan overtuigd dat de slang al weg is, maar durft toch de badkamer niet in.

Mijn reisgenoot voelt zich niet lekker, later blijkt dat hij een zonnesteek heeft opgelopen. Hij gaat slapen. Ik maak een strandwandeling en heb een leuke tijd met een stel kleine jochies die graag naar mijn discman willen luisteren en daarbij de meest gekke danspasjes maken.

Het valt me op dat de meeste bewoners met een boog om toeristen heenlopen. De barman legt me uit dat de meeste mensen bang zijn. Ze hebben hun eigen taal en snappen niets van de toeristen.

Ik ga bij Harold kijken of hij zich al beter voelt. Het blijkt dat hij bijna een aanvaring heeft gehad met de slang, die toch niet weg was. Hij werd wakker van gesis, opende zijn ogen en daar hing de slang boven zijn hoofd. Hij is er onderuit gekropen en heeft iemand gehaald.

Toen bleek dat er echt een slang was, ontstond een slagveld. Zes mannen met grote panga’s sloegen net zolang op de slang tot ze zeker wisten dat ie dood was. Zonde vinden wij, maar wij hebben dan ook niemand in de familie die dood is gebeten door een slang.

‘s Avonds bij het kampvuur eet ik alleen met de crew. Harold blijft op bed. Daarna naar de bar. Met de barman heb ik een deal om bij zonsondergang Bob Marley te draaien. De zonsondergang gaat zo snel dat hij voorbij is voor je het weet en je je afvraagt of al dat moois wel echt was. De foto’s later bij thuiskomst doen je het pas echt beseffen.

De crew komt later bij me zitten en we praten en lachen heel wat uren. Te veel uren, want pas diep in de nacht ben ik terug in de hut. Harold is gelukkig wakker en voelt zich stukken beter, maar snorkelen ‘s ochtends vroeg, dat ziet hij niet zitten. Blij met dat excuus, want ik hou niet van water.

Ik ga terug naar de crew en vertel dat we niet gaan snorkelen. Misschien zullen we er spijt van krijgen, het is volgens de verhalen prachtig daar beneden.

In plaats daarvan gaan we samen met de Zwitsers en Erasmus (crew) en een lokale gids (mr. Beckham, wegens zijn T-shirt) op weg naar de lagunes. Onderweg komen we langs kleine dorpjes en plekjes waar ze palmwijn maken. Uiteindelijk is er een hoog en steil zandduin, zo uit het niets, waar je opklimt en uitzicht hebt over het hele eiland. Inclusief de lagunes beneden met krokodillen en flamingo’s (welgeteld 3).

Weer terug een duik in het water om af te koelen en lunch, spullen pakken en weer terug naar het vasteland met de boot. Gelukkig is het water rustiger en hebben we wind mee. De tocht duurt nu maar drie uur omdat het zeil gebruikt kan worden en wederom zijn we blij op het vasteland te staan.

Na onze aankomst op Baobab Beach komen Jeff en Julius meteen naar buiten. We hadden verteld dat we zondag terug zouden komen en ze staan uitbundig blij op ons te wachten. Heel gezellig allemaal, alsof je thuiskomt.

Jeff heeft zijn schoonzus Joacina en zusje meegenomen. Joacina heeft gewerkt aan sociale projecten na de oorlog en de overstromingen in Mozambique. Hierdoor heeft ze als vrouw alleen naast Baobab Beach een stuk grond kunnen kopen en er een huis op laten bouwen.

De volgende ochtend ga ik alleen naar de plaatselijke markt. Ik wil die avond zelf koken en over marktjes struinen vind ik heerlijk. Op de markt kom ik al snel Jeff en Julius tegen. Ze zijn beiden schooljongens die overdag op de markt werken en ‘s avonds naar school gaan. Zo kunnen ze een bijdrage leveren en toch aan hun toekomst werken.

Jeff verkoopt eieren en Julius is een van de vele sigarettenverkopers. Jeff ziet het als zijn taak om mij rond te leiden op de markt, Julius zal wel op de eieren letten. We moeten de hele markt over om alle ingrediënten te vinden. Ik wil graag verse kip van de markt, maar Jeff zegt dat ik een diepvrieskip moet halen bij de supermarkt. Hij kan niet in het Engels uitleggen waarom. Daarom laat hij het me zien. De kippen op de markt leven allemaal nog…

Met alle boodschappen neemt Jeff mij via een binnendoorweggetje mee terug naar Baobab Beach. We gaan langs bij Joacina voor een kop thee en nadat hij mij heeft afgeleverd bij Baobab Beach gaat Jeff weer naar de markt.

Die avond komt de hele crew in de bar afscheid nemen.Volgens Jeffrey is het niet aan te raden om ‘s ochtends in het donker als toerist zonder begeleider naar de bushalte te lopen. Het is wel eens voorgekomen dat toeristen overvallen zijn. Hij belt zijn buurman die een auto heeft en wel eens tegen betaling toeristen naar de bushalte brengt. Helaas heeft de man geen benzine. Dus moet er een andere optie gevonden worden.

Erasmus biedt aan ons de volgende ochtend om 3:15 uur op te halen. Eigenlijk zou een vriend van hun dit doen maar de hele crew is ervan overtuigd dat hij niet op tijd wakker zal worden na een paar biertjes.

‘s Nachts dus van Baobab Beach naar de bushalte voor de bus terug naar Maputo. Bij het afscheid altijd dezelfde vraag: wanneer komen jullie terug?

Maputo

Van omgesmolten Kalasnikovs worden kunstwerken gemaakt

Na een lange reis zijn we terug in Maputo. Onze rugzakken hebben heerlijk tussen de vis gelegen en stinken een uur in de wind. Maar weer naar backpackershotel Fatima’s Place, want we hebben geen zin om aan het eind van de dag iets anders te zoeken.

Eerst proberen we de ergste vislucht te verwijderen en dan ga ik slapen. Ik voel me de hele dag al niet zo lekker.

Een paar uur later maakt Harold mij wakker. Hij heeft een paar leuke kunstenaars ontmoet die hij aan me wil voorstellen. Ik voel me na wat slapen stukken beter en ga mee naar de bar.

Daar ontmoet ik Lionel en Don. Beiden afkomstig uit Zimbabwe en in Maputo op zoek naar een goede locatie voor hun bedrijfje. Interessante mensen en we voeren goede gesprekken tot laat in de avond. Harold spreekt af om de volgende dag kunst te bekijken bij hun thuis. Ik ben wel toe aan tijd alleen, lekker in mijn uppie door Maputo struinen.

Uiteindelijk beland ik na een paar uur struinen in de straat waar Don en Lionel een appartement hebben gehuurd en ik ga toch maar even langs. Ze hebben een mooi vierkamer-appartement met uitzicht op de oceaan. We bekijken verschillende kunstwerken en lunchen samen.

Na de lunch gaan we met zijn vieren naar het Nucleo Arte Centre, aangezien Harold een beeld gemaakt van Kalasnikovs wil kopen. Dit is een initiatief dat het nog prille vredesproces heel beeldend maakt. Kalashnikovs en andere wapens worden in de plattelandsgebieden ingezameld in ruil voor landbouwgereedschap. De wapens worden in Maputo omgesmolten en verwerkt tot de meest uiteenlopende kunstwerken. Van bescheiden figuren van 40 cm hoog tot complete tuinbanken.

Het kunstwerk dat het uiteindelijk wordt – een saxofoonspeler met 1 arm – zorgt later op London Heathrow nog voor de nodige opschudding als het langs de scanner gaat. Het pak moet uiteraard opengescheurd en dat zorgt weer voor een walm van schoonmaakbenzine en geweerolie die volgens de crew brandgevaarlijk is.

De laatste avond in Maputo. We staan even stil bij alle mooie momenten in dit prachtige land. Dit doet ons natuurlijk denken aan onze vrienden in Zuid-Afrika. Morgen zullen wij weer terugkeren naar het startpunt van de reis en zullen we ze weerzien in het Tsongakraal openluchtmuseum voor het afscheidsfeest in Tsonga-style. De Tsonga’s hebben ons aan weerszijden van de ZA-grens veel mooie herinneringen gegeven.

Mariska en Harold begonnen hun reis door Mozambique in: Great Limpopo Transfrontier Park.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win