×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Oostkust USA

Washington DC, Shenandoah National Park en New York

Reisverslag: Hetty Dirksen
Foto's: Hetty Dirksen

Van de nog in de 19e eeuw levende Amish in Pennsylvania naar Washington DC, met het Capitool, Witte Huis, Library of Congress, Supreme Court, Lincoln Memorial, The Mall en Arlington National Cemetary. Via de herten en eekhoorns van Shenandoah National Park in Virginia, waar de kleuren in de herfst op hun mooist zijn, naar New York aan de Hudson, voor een bezoek aan o.a. Central Park, Times Square en Broadway.

De eerste beelden van Amerika zijn zoals ik ze ken van televisie: grote vrijstaande huizen, de krant ligt ‘s morgens in de voortuin, aan de mailbox zit een handeltje en als dat omhoog staat, weet de postbode dat er post in zit. Bij kruisingen hangt het verkeerslicht in het midden te bungelen in de wind of aan de overkant van de kruising; vrachtwagens zijn heel groot en de wegen zijn breed. Koffie bestel je in small, medium of large, small is al een emmertje.

Pennsylvania

De Amish leven in de negentiende eeuw

Na een paar dagen bij mijn tante in New Jersey vertrek ik met haar naar Pennsylvania; we overnachten in een Bed & Breakfast in het kleine plaatsje Blue Bell. ‘s Avonds eten we in de plaatselijke pub een Hot Beef Sandwich met friet. We rijden door leuke plaatsjes waar de bouwstijl opvalt, prachtige grote huizen met veranda.

Pennsylvania is in trek bij toeristen vanwege de grote groep Amish die er leeft. De Amish hechten zeer aan hun puriteinse protestantse geloof, evenals aan een hecht gezinsleven. De Amish laten de moderne wereld bewust aan zich voorbij gaan en leven een eenvoudig leven in agrarische gemeenschappen, grotendeels nog precies zoals men in de eerste helft van de 19e eeuw leefde. Ze maken gebruik van traditionele landbouwmethoden en verrichten ambachtelijk werk.

Men draagt de eenvoudige plattelandskledij uit die tijd. Mannen en jongens donkere pakken met zwarte hoed in de winter en een strohoed in de zomer, vrouwen en meisjes lange rok, zwarte kousen en een kapje op het hoofd, meestal wit evenals het schort.

Opvallende zijn de buggies, hoge zwarte koetsjes die door een paard getrokken worden, ze rijden behoorlijk hard, steeds in draf en niet alleen op de binnenwegen. Gelukkig zijn er waarschuwingsborden dat je koetsjes kunt tegenkomen op een grotere weg.

We rijden over één van de vele overdekte bruggen (‘covered bridges’) waar Pennsylvania om bekend staat. We bekijken winkels in het plaatsje Intercourse en drinken koffie met Shoo-Fly Pie, allemaal erg toeristisch maar wel gezellig.

Als we kriskras door het boerenland rijden, zien we grote boerderijen met hoge graansilo’s. Het is prachtig om te zien hoe de Amish het land bewerken met een ploeg met zes paarden ervoor. Een beeld dat ik herken van de film Witness uit 1985.

Washington DC

Een stad vol monumenten en historische symbolen

Deze week huur ik een auto, een automaat, want in Amerika is niet anders te krijgen. Het is even wennen maar ik moet zeggen, het rijdt super. De wegen zijn breed en met een maximum snelheid van 65 mijl (110 km/u) is het heerlijk rijden.

Je moet in Amerika goed weten welke kant je opgaat, want de genummerde wegen hebben tevens aanduidingen van de richting: noord, oost, zuid, west. Dankzij de GPS van mijn nicht rijd ik moeiteloos naar mijn hotel in de wijk Alexandria in Washington. Er vertrekt hier elk halfuur van ‘s morgens vroeg tot 8 uur ‘s avonds een shuttlebusje naar het metrostation. Zo kom je gemakkelijk in het centrum, zonder gedoe met parkeren.

Washington is een stad vol monumenten, symbolen en andere herinneringen aan de Amerikaanse geschiedenis. Presidenten en oorlogen hebben veel bezienswaardigheden opgeleverd.

De eerste dag in Washington neem ik om half 9 de metro bij Van Dorn Street en stap uit bij Capitol South. Ik sta achter Capitol Hill; het eerste dat mij opvalt is hoe gigantisch de gebouwen hier zijn.

In Washington betaal je nergens entreegeld maar bij de ingang moet je door security: net als op vliegvelden loop je door een poortje en wordt je tas gecontroleerd of gescand.

Als eerste bezoek ik het Thomas Jefferson Building, waarin de Library of Congress – de nationale bibliotheek van de Verenigde Staten – is gevestigd. Deze behoort tot de belangrijkste en grootste bibliotheken in de wereld, met zo’n 144 miljoen documenten. Binnen is alles van marmer, er zijn brede trappen en enkele beelden van Griekse goden.

Naast de Library of Congress ligt het Supreme Court, het Hooggerechtshof. Dit is de hoogste rechterlijke macht in de VS. Aan het eind van de hal staat een standbeeld van John Marshall, de vierde Chief Justice; zijn standbeeld stond tot 1981 op de West Plaza van het Capitool, waar het Huis van Afgevaardigden en de Senaat zijn gevestigd.

Iets verder, op de hoek van het volgende blok, staat het Dirksen Senate Office Building, genoemd naar een naamgenoot, de Republikein Everett M. Dirksen die senator was van 1951 tot zijn overlijden in 1969. Hij schijnt heel ver familie van mij te zijn maar wij hebben elkaar nooit ontmoet.

Ik steek over en loop langs het Capitool, een gigantisch gebouw. Het is nog vroeg en ik besluit om eerst verder te kijken. Ik loop om het gebouw heen en heb dan uitzicht op het Washington Monument. Het lijkt op de naald van Apeldoorn maar dan vele malen groter. Ik besluit er heen te lopen, een aardige wandeling, maar het is lekker weer en ik heb er zin in.

Het Washington Monument is 169 meter hoog en staat op de National Mall, in het centrum van de stad. Het wordt omringd door vlaggenmasten, waarbij elke vlag een staat van de Verenigde Staten vertegenwoordigt.

Bij het monument loop ik door naar het monument voor de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog. Dit monument bestaat uit 56 identieke witte zuilen die in twee halve cirkels staan opgesteld rond een centraal plein. Op elke zuil staat de naam van een van de 48 staten die tijdens de Tweede Wereldoorlog deel uitmaakten van de Verenigde Staten. Er zijn ook zuilen voor de huidige staten Alaska en Hawaï, evenals voor Puerto Rico, Guam, de Filippijnen, Amerikaans Samoa en de Amerikaanse Maagdeneilanden. Aan de zuilen zijn lauwerkransen van graniet en brons bevestigd.

In het centrum van het plein ligt de Rainbow Pool (regenboogvijver) waarin een reeks fonteinen in een cirkel staat. Aan de ingang van het monument staan vlaggenmasten en op granieten muren zijn de emblemen van de diverse korpsen van het leger bevestigd.

De drie meter hoge Freedom Wall, versierd met 4.043 gouden sterren, herdenkt de slachtoffers van de oorlog, waarbij elke ster staat voor 100 Amerikaanse soldaten die omkwamen.

Nog een stuk verder staat het Lincoln Memorial. Binnenin de 30 meter hoge tempel bevindt zich een 5,8 meter hoog standbeeld van Abraham Lincoln, gezeten op een stoel.

Aan de linkerkant van Lincoln Memorial ligt het Vietnam Memorial, een muur in de vorm van een V. Twee zwarte gabbro (een soort graniet) muren die een driehoek vormen, werden verzonken in de grond in een hoek van 125 graden. Elke muur is 76 meter lang.

Beide muren starten op een hoogte van 20 cm en raken elkaar op hun hoogste punt, waar de muren 3 meter hoog zijn. In de muren staan de namen van meer dan 58.000 personen gegrift die omkwamen tijdens de Vietnamoorlog of die nog steeds vermist zijn. Een ruit (‘wybertje’) naast de naam geeft aan dat de persoon gedood werd, een kruis geeft aan dat de persoon vermist is. Als een lichaam geïdentificeerd is, is het kruis omcirkeld.

Ik loop terug naar het Washington Monument, vanwaar ik rechtstreeks naar het Witte Huis loop. Eerst loop ik er omheen naar de noordkant, daarna naar de zuidkant; deze is het meest bekend want die zie je altijd als het Witte Huis in beeld komt. Er is een grote souvenirwinkel, waar je bijna alleen maar spullen ziet die met de president, zijn familie of vroegere presidenten te maken hebben, niets voor mij.

Ik loop door naar het oude postkantoor. Het Old Post Office was het eerste gebouw in Washington met een stalen geraamte. Met zijn hoogte van 96 meter en twaalf  verdiepingen was het ook de eerste wolkenkrabber in de stad. Binnen is het gezellig met kleine winkeltjes en een restaurant waar ik een heerlijk belegd broodje koop.

Op de terugweg naar het hotel neem ik de Blue Line vanaf Smithonian Castle naar Van Dorn Street.

Arlington National Cemetary, Washington DC

De affuit wordt getrokken door zeven zwarte paarden

De volgende dag neem ik vanaf Van Dorn Street de metro naar Arlington National Cemetery, een militaire begraafplaats waar ook veel bekende Amerikanen begraven liggen: presidenten, astronauten, politici en verdienstelijke burgers. De begraafplaats telt zo’n 300.000 graven.

Een bijzonder monument is het Graf van de Onbekende Soldaat. Het monument wordt 24 uur per dag, 7 dagen per week bewaakt door drie militairen. Als ik er ben begint net een kranslegging door oud-militairen, gezien hun hoge leeftijd denk ik dat het veteranen uit de tweede wereldoorlog zijn. Ik bezoek het graf van John F. Kennedy en Jacky Onassis.

Als ik terug loop komt er net een begrafenisstoet aan; muziekkapel voorop, daarachter een affuit met de kist, overdekt met de Amerikaanse vlag, getrokken door zeven zwarte paarden. Achter de kar loopt een soldaat met een paard aan de hand, gezadeld maar zonder ruiter, de laarzen staan omgekeerd in de stijgbeugels.

Ik verlaat Arlington en loop over de Arlington Memorial Bridge naar het Lincoln Memorial. Vandaag ga ik de rechterkant van The Mall bekijken, Hier ligt het Smithsonian Institution met een hele verzameling musea. Het kroonjuweel van het Smithsonian is het eerste gebouw van het instituut: Smithsonian Castle, een groot gebouw uit 1855.

Tegenwoordig zijn de administratieve diensten van het Smithsonian er gevestigd. Ook is er een gezellig restaurant, waar ik koffie en een broodje neem. Ik bezoek de Freer Gallery of Art, het Hirshhorn Museum, het Air and Space Museum en het American Indian Museum.

Shenandoah National Park, Virginia

De kleuren van park zijn in de herfst het mooist

Na het ontbijt ga ik op weg. Het is heerlijk weer te rijden en al snel rijd ik Washington uit en Virginia in, naar Shenandoah National Park in het westen van Virginia. Het nationale park, gelegen op een bergrug van de Blue Ridge Mountains, is lang en smal.

Ten westen van de bergrug ligt de Shenandoah-vallei waardoor de rivier Shenandoah stroomt. In het oosten liggen de golvende heuvels van het district Piedmont. Het hoogste punt is de Hawksbill Mountain met zijn 1.235 meter.

Er loopt één weg door het park, van noord naar zuid: de 170 km lange Skyline Drive. Langs deze weg zijn vele parkeerplaatsen met unieke vergezichten over de Blue Ridge Mountains en de Shenandoah-vallei en de heuvels van Piedmont.

Het is herfst en dat is de mooiste tijd van het jaar om het park te bezoeken. Het is 24 graden en de zon schijnt, dus veel mensen komen hier voor het weekend. Na drie pogingen vind ik een motel dat nog een kamer vrij heeft, vlakbij de ingang van het park in Luray.

Ik koop voor 15 dollar een kaartje voor het park dat mij zeven dagen toegang geeft. Het park heeft vier ingangen: noord, zuid en twee halverwege het park. Mijn motel is het dichtst bij een van de twee laatste, aan State Route 211.

Ik rij op de Skyline Drive en stop steeds bij de uitkijkpunten, geniet van het uitzicht en maak foto’s. De vallei is wat de kleuren betreft nu op z’n hoogtepunt, de herfst is hier werkelijk prachtig.

Ik stop bij de Big Meadows, hier is een Visitor Center met een kampwinkel, restaurant, toiletten, winkel en alle informatie over het park en wandelmogelijkheden. Ik eet en drink wat in het restaurant, koop ansichtkaarten en bekijk de mogelijkheden van diverse wandelroutes.

Het schemert al als ik terug rijd naar het motel. En wat ik verwacht, gebeurt ook: langs de kant van de weg zie ik twee witstaartherten (white tailed deer), het zijn hindes.

De volgende dag besluit ik eerst om het park heen naar de zuidingang te rijden, een mooie route waarbij ik door veel kleine plaatsjes kom. Tegen de middag bereik ik de ingang van het park. Ook vanaf deze kant is de route prachtig. Ik stop vaak om van het uitzicht te genieten.

Als ik bij het Visitor Center kom, parkeer ik mijn auto en besluit de Meadow Walk te doen, een gemakkelijke route over een groot vlak stuk land, waarop je vanaf de parkeerplaats een mooi uitzicht hebt.

In de loop van de volgende morgen arriveer ik weer bij het bezoekerscentrum; het is zaterdag en erg druk. Dit keer loop ik de Dark Hollow Falls Trail. Dit leidt zo’n 2 km naar beneden langs een rivier die uitkomt bij een waterval. Daar loop ik verder het bos in en zie chipmunks, kleine gestreepte eekhoorntjes die zich razendsnel in de bomen en over de takken bewegen.

Na een uur of twee lopen kom ik bij de Skyline Drive. Ik steek over en volgens mijn kaart ben ik nu bij de Fishers Gap Overlook. Ik loop verder door het bos en ontmoet twee Amerikanen die met mij oplopen om mij gezelschap te houden. Na een tijdje komen we uit op het kampeerterrein waar de Amerikanen dit weekend kamperen. We nemen afscheid en ik loop een extra rondje over het terrein, leuk te zien hoe Amerikanen kamperen. Ik zie zowel heel kleine koepeltentjes als heel grote campers.

De volgende morgen ga ik terug naar Dover, New Jersey. Ik vertrek vroeg en ga eerst tanken: omdat ik achteraf wil betalen, moet ik eerst naar de kassa en 30 dollar geven, het bedrag dat ik denk dat erin gaat; de pompbediende geeft mijn pomp dan vrij en na het tanken krijg ik het wisselgeld en een bon.

Ik neem route 81 door West Virginia, Pennsylvania en dan Route 80 in New Jersey. Onderweg stop ik bij een outlet, waar ik kleren koop en ‘s avonds om half zeven ben ik weer in Dover bij mijn tante.

New York, New York

In Central Park varen mensen in roeibootjes

Een vriendin van mijn tante brengt mij naar New York City. We parkeren vlakbij Central Park. Het is prachtig weer, de zon schijnt. Central Park is echt heel bijzonder, zo midden in New York een plek waar het rustig is, waar mensen liggen te zonnen, fietsen, joggen, of wandelen met of zonder hond.

Ik bezoek het John Lennon Memorial op Strawberry Fields. Het is er druk, veel mensen staan stil bij het monument en een meisje is bezig het met roosjes te versieren. Ik moet denken aan de film Love Story, een oude film die in deze tijd van het jaar is opgenomen in Central Park. In een grote vijver varen mensen in roeibootjes en op een plein staat een man saxofoon te spelen.

Aan de oostkant van het park komen we door de dierentuin. Als we Central Park verlaten, zijn we op 5th Avenue. We nemen een kijkje in het Plaza Hotel: wow, echt heel groot en luxe. We eten een broodje in een gezellig zaakje en lopen weer terug het park in, nu langs de andere kant.

We zien een schaatsbaan, waarop mensen aan het schaatsen zijn. Het ijs blijft goed bij een temperatuur van zo’n 22 graden, er staat geen water op. Dat zal wel een aardig dollarcentje kosten.

De volgende dag ga ik met twee vriendinnen van mijn nicht naar Marist College in Poughkeepsie, New York State, waar wij een studente ophalen. Het is een mooie weg, via Route 87 naar Newburg waar we Route 84 over de Hudson rivier nemen en dan Route 9 naar Poughkeepsie.

We zijn er al vroeg en besluiten te gaan lunchen op The Culinary Institute of America, een vooraanstaande kookschool in Hyde Park aan de Hudson. Hyde Park is het bekendst als de geboorteplaats van de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt. Het is een prachtig oud gebouw. We zien hoe en waar de studenten les krijgen en gaan lunchen in de Apple Pie Bakery Cafe.

Vandaag is mijn laatste dag in Amerika. Ik neem ‘s ochtends de bus naar New York, waar ik na vijf kwartier aankom op Port Authority Bus Terminal 42nd Street. Ik loop met mijn veel te zware koffer en een grote tas naar een locker store in 36th Street tussen 8th en 9th Avenue.

Alles is heel gemakkelijk te vinden, want New York mag dan groot zijn, de straten in Manhattan lopen allemaal recht van noord naar zuid (de avenues) en van oost naar west (de streets).

Ik heb nog een hele dag voor me, want mijn vliegtuig vertrekt pas om 10 uur vanavond. Ik loop eerst naar het zuiden, naar Times Square en Broadway. Het is er heel druk, maar wel gezellig. Het eerste dat opvalt, zijn de enorme verlichte reclameborden.

Ik neem een kijkje in het Hard Rock Café en steek dan door naar Rockefeller Center, waar onder andere Radio City Music Hall en de NBC studio’s zijn. Er is een prachtig overdekt centrum met o.a een grote winkel van de NBC studio’s, waar je allerlei merchandise van bekende TV-series zoals Sex & the City kunt kopen. Je kunt ook een rondleiding krijgen in de studio en naar het observatieplatform van Rockerfeller Center, waar je een mooi uitzicht hebt op de stad. Het is erg druk en er staat een lange rij mensen te wachten, dus ik besluit door te lopen naar Rockerfeller Plaza. Hier staat een 5,5 meter hoog gouden standbeeld van Prometheus. Hoewel het zeker 20 graden is, is de ijsbaan al open en wordt er al geschaatst.

Rockefeller Plaza komt uit op 5th Avenue, waar ik een bezoek breng aan de St. Patrick’s Cathedral, een heel grote kathedraal tussen wolkenkrabbers van glas. Binnen is een dienst en ik neem plaatst in de banken om alles even in me op te nemen.

Het is vijf uur en ik neem de metro naar station Jamaica, waar ik de airtrain neem naar JFK Airport. Dit is een supermoderne trein die bij elke terminal op het vliegveld stopt. Heel handig.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win