×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Op eigen houtje door de Mekongdelta

Een waterrijk gebied vol zijrivieren en dwarskanalen

Reisverslag: Thomas Dijkhuizen
Foto's: Thomas Dijkhuizen

Op eigen houtje door de Mekongdelta, met racende minibusjes en met grote bussen die om de haverklap stoppen. In Ben Tre hangen tijdens een boottocht palmen over de smalle kanalen. Bij Vinh Long leent het eiland An Binh zich voor een fietstocht over zandpaden. Can Tho heeft (nog steeds) een grote drijvende markt. Het Cham-volk kweekt in Chau Doc vis onder hun drijvende huizen. Tot slot bijkomen op het paradijselijke eiland Phu Quoc.

De Mekongdelta in Vietnam is een interessant gebied vol met cultuur en natuur. Voordat de Mekong in de Zuid-Chinese Zee uitmondt vormt de rivier, met zijn netwerk van door dwarskanalen met elkaar verbonden zijrivieren, een waterrijk gebied waar de teelt van rijst en de kweek van vis een belangrijke inkomstenbron vormen.

De Mekongdelta heeft ook nog eens een uitstekende keuken. Bovendien kan ik het gebied als inwoner van Ho Chi Minh City bijna als mijn achtertuin zien. Tijdens de TET-vakantie (het Vietnamese nieuwjaar) neem ik de tijd om dit gebied eens volledig te doorkruisen op zoek naar inspirerende plekken. Januari is een perfecte tijd voor deze regio: het is lekker koel (voor Vietnamese begrippen dan) en er zal de komende maanden geen spatje regen vallen.

De Vietnamese hoofdstad, bij velen nog bekend als Saigon, is het startpunt van mijn tocht. Ho Chi Minh City ontwikkelt zich in een razend tempo en is een bron van energie. Toch kan ik de stad even missen als kiespijn. De drukte, de chaos en de hitte die blijft hangen tussen al het beton maken dat ik zin heb om naar het platteland te reizen.

Ik vertrek vanuit Chinatown in district 5 en neem een bus in zuidwestelijke richting naar het 85 km verderop gelegen Ben Tre.

Ben Tre

Waterpalmen hangen over de kanalen

Na een busrit van een kleine twee uur ben ik in Ben Tre, midden tussen de rivieren en kanalen van de Mekongdelta. Ik wil deze reis goedkoop houden, dus loop ik op zoek naar een hotel weg van de leuke Huong Vung-kade. Een stuk verderop vind ik aan een meertje een goedkoop maar schoon hotelletje voor acht euro per nacht. Na het droppen van mijn spullen loop ik terug naar de rivier.

De drukke Huong Vung-kade is het epicentrum van de stad. Op de markt langs en op de rivier komen de meest exotische geuren en kleuren op mij af en na een korte wandeling heb ik al een aantal leuke foto’s gemaakt.

Ik wil een tochtje maken over de smalle kanalen van de Mekongrivier en loop even binnen bij een toeraanbieder naast het mooie Viet Uc-hotel. Een tocht van vier uur komt uit op 35 dollar en omdat ik alleen ben is dat behoorlijk aan de prijs. Omdat er verder geen toeristen zijn om de kosten mee te delen loop ik naar de overkant van de rivier. Daar zie ik in de verte wat bootjes liggen, waar ik ga proberen om een goedkopere toer te scoren.

In mijn beste Vietnamees onderhandel ik een prijs van 10 dollar voor een tocht over de rivier en de kanalen. Ben Tre is beroemd vanwege de handel in kokosnoten die hier plaatsvindt. De waterpalmen hangen over de kanalen waar we door varen, boten afgeladen met kokosnoten varen af en aan.

We passeren kleine dorpjes waar we zien hoe de locals hun dagelijkse leven leiden. Bij een fabriekje gaan we aan land. Hier wordt het lokale snoepgoed Keo Dua gemaakt van gekaramelliseerde kokosmelk en kokoscrème. Ik probeer wat en koop een lading om te snacken. Lekker!

Terug aan wal eet ik een gerecht dat Bo La Lot heet, rundvlees in La Lot-bladeren. Het rundvlees rol ik samen met koude vermicellinoedels en komkommer in een bladpeper. Dipsausjes maken het geheel af. Voldaan ga ik slapen na deze eerste dag. Morgenochtend reis ik door naar Vinh Long, dat een stuk westelijker ligt.

Vinh Long

Het eiland An Binh leent zich uitstekend om te fietsen

Rond acht uur in de ochtend loop ik naar Ben Xe Buyt, het busstation van Ben Tre. Er komt al gauw iemand naar mij toe om te vragen waar ik heen wil en hij leidt me naar een roestige bus. Ik krijg een mooi plekje achter in de bus, die om de haverklap stopt om goederen en mensen in te laden. Onderwijl genietend van het mooie uitzicht en een lekker muziekje kom ik 3 uur later aan in Vinh Long.

Vinh Long is al meer gericht op toerisme dan Ben Tre. Vlak bij de centrale markt Cho Vinh Long en de veerpont vind ik een mooi hotel voor tien dollar. Vorig jaar was ik hier voor een boottocht naar de drijvende markt. De markt was leuk maar niet zo interessant als de markt van Can Tho die ik nog ga bezoeken.

Dit keer breng ik de dag daarom door op het eiland An Binh, dat te bereiken is met de veerpont. Het eiland leent zich uitstekend om te fietsen vanwege de smalle zandpaden en de kleine dorpjes die hier te vinden zijn. Ik huur een fiets bij een homestay op het eiland, waarna ik op verkenning uitga.

Dit is wat ik in gedachten had bij de Mekongdelta: leuke kleine huisjes aan zandweggetjes omringd door bomen vol met fruit. De locals die gezellig voor de deur zitten met een kopje ijskoffie groeten me vriendelijk. Verdwalen is gelukkig geen optie en in een kleine 1,5 uur, inclusief enkele stops, heb ik het hele eilandje gezien.

Terug naar het hotel om even te rusten en een hapje te eten, daarna vroeg slapen om morgen door te reizen naar de grootste stad in de Delta.

Can Tho

Een markt van boten vol met kokosnoten, fruit en groenten

Vroeg op om een minibusje te zoeken om snel in Can Tho te komen, dat weer een stukje westelijker ligt. Maar op het busstation van Vinh Long zijn geen minibusjes te bekennen. Een man gebaart dat ik in de grote bus moet stappen. Ok, dan deze maar. Wederom duurt de rit vrij lang omdat de bus overal stopt, wat het ook wel weer erg leuk maakt.

Aangekomen in Can Tho, aan de oever van de Hau-rivier, neem ik een brommertaxi naar de leuke rivierkade die luistert naar de naam Hai Ba Trung. Hier vind je vele hotels, bars en restaurants. Na het inchecken in een hotel wandel ik wat over de boulevard en bezoek de centrale markt.

Ik zie een hoop bureaus die tours aanbieden naar de beroemde drijvende markt van Cai Rang. Ik had echter gelezen dat je ook makkelijk je eigen bootje kunt charteren en dat is wat ik ga doen. Op de boulevard wordt ik aangesproken door een vrouw die mij haar bootje laat zien en ik besluit om morgenochtend met haar mee te gaan op een 4 uur durende tour langs de Cai Rang drijvende markt en het omliggende platteland. Vroeg naar bed dus, want ik word om 4.30 in de ochtend verwacht.

Om 4.30 sta ik op de kade. In de kleine sampan (letterlijk: een boot van drie planken) vertrekken we richting de drijvende markt. We komen vroeg aan, de eerste boten zijn langzaam hun positie aan het innemen. We stoppen bij een drijvend restaurant voor een warme kom Bun Rieu (een soep met rijstvermicelli) en een bakje koffie.

Het wordt langzaamaan licht en we varen wat over de markt, die inmiddels bevolkt is met boten vol met kokosnoten, fruit, groenten en andere handelswaar. Toch ben ik een klein beetje teleurgesteld omdat de markt een stuk kleiner is dan verwacht. Ik kom er later achter dat dit komt door de vele nieuwe bruggen en wegen die er in deze regio worden gebouwd. Hierdoor valt de noodzaak om op het water te handelen weg met als gevolg dat de markt elk jaar kleiner wordt.

Na de markt varen we nog wat door de smalle kanalen in de buurt maar ook dit haalt het niet bij de ervaring die ik bijvoorbeeld in Ben Tre had. Terug in de stad ben ik toch blij dat ik de tour gedaan heb maar ik zou iedereen aanraden om de verwachtingen niet te hoog te stellen.

Ik rammel inmiddels van de honger en besluit om een hele pizza te verorberen bij een tentje tegenover de markt dat een ruim aanbod aan westerse gerechten heeft. Na het eten ben ik zo moe dat ik maar even een middagdutje ga doen in het hotel.

Goed uitgeslapen is het tijd om plannen voor de avond te maken. Op internet lees ik over een sky bar in het Kim Tho-hotel dat ook aan de boulevard ligt. Ik ben gewend om in Saigon hoge prijzen voor drankjes te betalen in sky bars maar hier is het erg goedkoop. Twee dollar voor een biertje en een mooi uitzicht over de stad maakt dat ik hier een lange tijd zit alvorens ik ga slapen om mij klaar te maken voor de volgende ronde van deze trip. Chau Doc here I come.

Chau Doc

Onder de drijvende huizen wordt vis gekweekt

Ik weet op dit moment weinig over Chau Doc, behalve dat er veel toeristen komen. Er moet dus wel wat te doen zijn. Deze keer heb ik geluk dat ik een minibusje te pakken krijg, wat de reistijd aanzienlijk verkort. Ik heb soms wel het idee dat ik in een straaljager zit want de chauffeur scheurt als een gek en lijkt een nieuw wereldrecord te willen vestigen.

Ik ben blij als ik even later heelhuids uitstap in het stadje dat een stuk stroomopwaarts aan de Hau-rivier ligt, pal tegen de grens met Cambodja. Na aankomst neem ik eerst de tijd om mij wat in te lezen over de stad en besluit om een tour te doen over de rivier die mij langs drijvende huizen en Cham-dorpjes zal brengen. De tour brengt mij langs complete dorpen waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan.

Men leeft hier van de visteelt. Onder de drijvende huizen hebben de bewoners bassins gemaakt waarin zij vissen kweken die ze op de markt verkopen. Een luik in de vloer gaat open en er wordt wat visvoer door gegooid. Niet veel later begint het gekrioel van honderden vissen die zich in het water onder de huizen tegoed doen aan het voer.

We meren aan om een Cham-dorpje te bezoeken. De Cham vormen tegenwoordig een moslimminderheid die in deze regio van Vietnam en het aangrenzende deel van Cambodja leeft. Vanaf de tweede eeuw bewoonde het waarschijnlijk uit Indonesië afkomstige volk het koninkrijk Champa in Centraal-Vietnam en hadden ze een eigen religie. Vanaf de twaalfde eeuw raakte het rijk in verval en in de negentiende eeuw werd het laatste deel door Vietnam geannexeerd. Van hun eigen religie kwamen ze via het hindoeïsme en boeddhisme bij de islam uit.

De voorzieningen in het dorp zijn slecht en je kunt zien dat deze mensen het niet al te best getroffen hebben in het leven. Gelukkig verdienen zij tegenwoordig aan de vele toeristen die hier handgemaakte souvenirs kopen. Vooral het weefwerk ziet er erg fraai uit. Ik besluit een set placemats te kopen om bij mijn volgende bezoek aan Nederland aan mijn ouders te geven.

Chau Doc is leuk maar na bijna een week reizen begint de drang naar strand toe te nemen. Tijd dus voor de grote finale van deze reis: het paradijselijke eiland Phu Quoc.

Phu Quoc

Lichtblauw water, wit zand en wuivende palmen

Op het busstation van Chau Doc neem ik een minibusje naar de havenplaats Ha Tien. Dit keer heb ik pech: ik zit achterin het busje ingeklemd als een haring in een ton en na aankomst voelen mijn benen alsof ze bijna zijn afgestorven. Maar Ha Tien is schoon en de frisse zeelucht doet goed. Ik ben gelukkig net op tijd voor de laatste boot van de dag naar Phu Quoc.

Drie uur later sta ik met mijn voeten in het zand, nog net op tijd voor de meest spectaculaire zonsondergang die ik in Vietnam heb mogen zien. Mijn bungalow ligt aan Bai Truong, dat ook wel Long Beach wordt genoemd. Het is het populairste strand op het eiland: prachtig geel zand, leuke restaurantjes en barretjes wachten hier op mij.

Ik strijk neer bij een bar op het strand om de geroemde zonsondergang te bekijken, onder het genot van een vers gegrild visje en een koud biertje.

Na het ontbijt is het tijd om misschien wel het mooiste strand van Vietnam te bezoeken: Bai Sao aan de oostkant van het eiland. Ik huur een scooter bij de eigenaars van mijn bungalow en ga op pad. Onderweg stop ik bij traditionele vissersdorpjes vol met vriendelijke mensen en de zo karakteristieke vissersboten. Een uur later ben ik op Bai Sao en wat een strand is dit.

Ik heb het paradijs gevonden. Het water is zo helder en lichtblauw van kleur dat je hier nooit meer weg wilt. Het strand is oogverblindend wit, wuivende palmbomen aan de rand maken het geheel af. Ik wissel zwemmen af met relaxen op een strandbedje en eten, waarna ik aan het eind van de middag besluit om terug te rijden. Rijden in het donker is niet aan te bevelen in Vietnam.

Ik rij in één keer door naar de Dinh Cau-avondmarkt in het stadje Duong Dong, wat niet ver van mijn verblijf ligt. Dinh Cau is een gezellige markt vol met eettentjes en souvenirkraampjes. Ik bestel een gegrilde vis met gebakken rijst en groenten, terwijl ik de hordes toeristen zich zie vermaken op de markt. Onderwijl kijk ik terug op een geslaagde trip, wetende dat ik morgen terug moet vliegen naar Ho Chi Minh City.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win