Op safari door de natuurreservaten van Kenia: Lake Nakuru, Masai Mara, Lake Naivasha, Amboseli, Tsavo West en Taita Hills. Hier leven onder andere de Grote Vijf: olifanten, leeuwen, buffels, neushoorns en luipaarden. Tevens een ontmoeting met Masai-krijgers. De laatste dagen bijkomen en duiken bij het koraalrif van Mombasa.
De eerste nacht in Kenia brengen we door in het sfeervolle en luxe Safari Park Hotel te Nairobi. De volgende dag gaan we al vroeg in de ochtend op weg naar Lake Nakuru, een reis van ongeveer drie uur.
Lake Nakuru is een beschermd wildreservaat, waar men onder andere de neushoorn-stand op peil probeert te houden. Bij aankomst in de Lake Nakuru Lodges kunnen we direct aanschuiven voor een uitgebreid lunchbuffet.
Het is werkelijk een geweldige ervaring om tijdens het eten de bavianen, wrattenzwijnen, struisvogels en buffels zonder enige angst rond het hotel te zien lopen. Aangezien we nog even moeten wachten tot we de eerste game-drive mogen maken, nemen we eerst maar een duik in het zwembad. Onbegrijpelijk, al die luxe midden in de jungle.
Eindelijk begint dan de eerste game-drive. We worden meteen al omringd door Thomsom-gazellen, antilopen, brutale bavianen en zebra’s. Na ongeveer vijftien minuten rijden komen we een groep leeuwinnen tegen die heerlijk liggen te rollen in de zon. We kijken onze ogen uit.
Ook de enorme neushoorns die we later tegenkomen maken een ongelofelijke indruk. De dieren schijnen al enigszins gewend te zijn aan de busjes, want ze gaan ondertussen gewoon door met de dagelijkse bezigheden zoals eten.
Verder zien we tijdens deze game-drive ook nog een waterbok, jakhals, wrattenzwijn giraffen en honderden flamingo’s en pelikanen. Tijdens de game-drive mag je de bus overigens nooit verlaten, alleen bij de flamingo’s en de pelikanen mag je er even uit.
Helemaal moe en voldaan kruipen wij ons bed in om de volgende ochtend weer vroeg op te staan, wat tijdens deze safari meer regel dan uitzondering is. Vroeg in de ochtend zie je dan ook de meeste dieren, dus je hoort ons niet klagen.
Vanaf Lake Nakuru begint een zeer vermoeiende, vier uur durende rit naar Masai Mara. De wegen hier in Kenia zijn absoluut niet te vergelijken met die in Nederland.
Eenmaal aangekomen bij het – ook weer zo luxe – Mara Sopa Hotel nemen we eerst een duik in het zwembad.
We genieten van alle zoet-geurende en fel-bloeiende planten rond het hotel waar de kleurige vlinders op spelen. De leguanen en hagedissen moet je heel langzaam benaderen als je ze van dichtbij wilt bekijken.
Bij de eerste game-drive in Masai Mara blijkt al dat we de vermoeiende rit niet voor niets hebben gemaakt. Het is in dit gebied wel even goed zoeken naar de dieren tussen al het hoge riet, maar wij hebben een paar goede speurneuzen met verrekijker in het busje zodat we al snel een groep etende giraffen mogen aanschouwen.
De buschauffeur moet overigens regelmatig hard op de rem voor een overstekende giraf, zebra, antilope of Thomson-gazelle.
Onze ontmoeting met een leeuw en zijn groep leeuwinnen met jongen is werkelijk machtig; op nog geen drie meter afstand ligt de grote baas heerlijk te zonnen terwijl jij met je hoofd uit het raam hangt en hem bijna zou willen aaien.
Ook heel bijzonder is de ontmoeting met een luipaard, die hoog in een boom met smaak een antilope aan het opeten is.
Luipaarden vangen hun prooi vaak ‘s avonds in de schemering en hangen de prooi dan in een boom, zodat de hyena’s er niet bij kunnen. De volgende ochtend klimt het luipaard de boom weer in en begint aan zijn ontbijt.
Verder zien we hier in Masai Mara onder andere olifanten, gnoes, hartebeesten, stokstaartjes, topi’s, buffels, parelhoenders, maribu’s, kraanvogels, jakhalzen en wrattenzwijnen.
Ook bezoeken we een Masai-dorpje. Het is heel fascinerend om te zien dat mensen nog steeds hutjes maken van hout en koeienmest. Gebrek aan vliegen is er dan ook niet. Onze gids vertelt boeiende verhalen over de gebruiken van het Masai-volk. De Masai-vrouwen maken sieraden die je in dit dorpje kunt kopen.
Lake Naivasha staat vooral bekend om de nijlpaarden en de vele soorten vogels. Bij aankomst wordt ons verteld dat wij de nijlpaarden waarschijnlijk niet in hun geheel zullen zien. Nijlpaarden liggen overdag tegen de warmte in het water en komen in het algemeen alleen ‘s avonds op de kant.
We stappen met zeven personen, inclusief de kapitein annex gids, in een klein motorbootje. Direct al horen we de roep van diverse vogels, zoals de kingfisher, Egyptische eend, aalscholvers, zeearend en flamingo’s.
De confrontatie met de nijlpaarden (hippo’s) is best een beetje eng. Wij als kleine mensjes in zo’n klein breekbaar bootje. Maar zodra je de camera pakt wil je eigenlijk alleen maar dichterbij voor een mooie foto. Het is dus wel jammer maar ook begrijpelijk dat het bootje veiligheidshalve op een behoorlijke afstand van de nijlpaarden blijft.
Nijlpaarden hebben bovendien een enorme snelheid in het water, daar mogen wij even getuige van zijn als het bootje naar hun zin iets te dichtbij komt. Wel hebben wij het geluk dat sommige nijlpaarden even op de kant komen.
Vanochtend zijn wij met onze safaribus en onze gids door Nairobi gereden. Hier bezoeken we een grote markt, waar je onder andere allerlei soorten houtsnijwerk kunt kopen. Het is niet verstandig om hier waardevolle spullen bij je te dragen, want er lopen veel zakkenrollers rond. Ook zijn er veel bedelaars en lijmsnuivers. Rond de veertig procent van de bevolking van de Keniaanse hoofdstad is werkloos.
Na het bezoek aan de markt lunchen we in het Carnivore Restaurant, waar we allerlei soorten wild proeven, zoals zebra, buffel, struisvogel, topi, hartebeest en krokodil. Persoonlijk vonden wij de zebra wel lekker mals en smakelijk.
Vanaf het restaurant worden we direct naar Amboseli gereden. Eenmaal in de buurt van Amboseli zie je de reusachtige Klimanjaro opduiken, de hoogste berg van Kenia. Onderweg zien we de eerste hyena, een groep olifanten, nijlpaarden en nog wat andere dieren. Ook genieten we van de schitterende zonsondergang.
Eenmaal aangekomen in het Serena Lodge Hotel te Amboseli worden we weer geconfronteerd met alle luxe. Heerlijk gegeten en ‘s avonds zitten we onder het genot van een drankje en Afrikaanse muziek naar diverse dieren te kijken die als het ware in de achtertuin lopen. Wat een paradijs!
Bij het ontbijt worden we geconfronteerd met veel ondeugende aapjes. Schitterend om te zien dat ze iemands kopje koffie opdrinken. Het is wel zaak om je tas in de gaten te houden!
Om 6.30 uur gaan we weer het busje in voor een game-drive en oh wat is de zonsopkomst schitterend met die zebra’s in de roze schemering! Verder zien we jakhalzen, kraanvogels, gnoes, buffels, hartebeesten, wrattenzwijnen, hyena’s, zebra’s en Thomsom-gazellen.
Maar het meest indrukwekkendste van deze hele vakantie is toch wel de kudde Olifanten die we hier zien, met een jong van een maand oud op nog geen tien meter afstand. Ruim 45 minuten staan we met open mond de olifanten te bewonderen terwijl ze aan het eten zijn.
Als het baby-olifantje steeds meer onze richting op komt lopen komt er een volwassen mannetje klapperend met z’n oren en toeterend met z’n slurf onze richting op rennen om de hem te beschermen. Uiteraard zijn wij een stukje verder gereden.
Tijdens de rit van Amboseli naar Taita Hills maken wij een stop in Tsavo West, een enorm wildgebied waar de dieren zeer moeilijk te vinden zijn omdat alles dichtbegroeid is. Onderweg erheen hebben we nog giraffen en zebra’s kunnen spotten.
In Tsavo West ligt het park Mzimba Springs, vanuit deze plaats wordt heel Kenia voorzien van bronwater. Mzimba Springs is ook het verblijf van enkele nijlpaarden, krokodillen en apen die wij hier dan ook te zien krijgen.
Vanuit een onderwatertank kun je hier ook het leven van de vissen zien. We hebben het geluk een nijlpaard voorbij te zien zwemmen. Op de terugweg naar de bus zien we in een flits een felgekleurde slang over het voetpad kronkelen.
Ons laatste hotel op de safari is het Hilton in Taita Hills. De vogels die in groten getale rond het hotel vliegen hebben werkelijk alle kleuren van de regenboog. Tijdens een game-drive zien we ter afsluiting nog bavianen, giraffen, olifanten, een waterbok, hagedissen, eekhoorns en een Dik-Dik hertje.
In Mombasa verblijven we in het Severin Sea Lodge Hotel. Behalve het duiken doen we hier weinig anders dan wat uitrusten. Het is ‘s avonds in verband met de veiligheid niet aan te raden de straat op te gaan, je bent dus erg op je hotel aangewezen.
Ons Hotel ligt aan Mombasa Beach, dit schijnt niet de mooiste plaats van Mombasa te zijn om te duiken maar wij vinden het groots en kleurrijk. Er zijn diverse duikscholen in Mombasa, bij elk hotel is er wel één in de buurt. Je moet per dag zo’n vijf euro betalen om gebruik te mogen maken van het rif, dit is niet bij het duiken inbegrepen. Per duik moeten wij veertig euro per persoon betalen.
Je kan hier zowel voor als achter het rif duiken. Als je aardig kunt duiken zou ik niet de moeite nemen om voor het rif te gaan duiken. Achter het rif staan welbehoorlijke golven die je eerst even moet trotseren.
Een selectie van wat wij onder water te zien krijgen: papegaaivissen, zeebaars, koraalduivel, anemoonvis, murene, arendsrog, stingray, zeenaald, een enorme schildpad en dito Napoleonvis, twee kleine rifhaaien en een kogelvis. Onder water hebben wij nog dolfijnen gehoord maar helaas niet gezien, pas als we eenmaal weer op de boot zitten zien we de dolfijnen voorbij flitsen.