×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rome & Roma extra muros

Pijnbomen en cypressen vormen een prachtig decor

Reisverslag: Luk Carion
Foto's: Luk Carion

Rome is niet alleen een interessante stad waar veel te zien is, het loont ook de moeite om eens buiten de muren op verkenning te gaan: ook daar liggen boeiende archeologische sites, vaak in een pastoraal landschap. In de heuvels van Tivoli en in Ostia antica komt de Romeinse tijd tot leven, net als op de Via Appia. In Cerveteri, met zijn Etruskische graven, ga je nog verder terug in de geschiedenis.

Bij ons vorig Rome-bezoek stond het Vaticaans museum zeker op ons lijstje maar eenmaal aangekomen (in de namiddag) keken we aan tegen een rij wachtenden van bijna een kilometer. Ik had geen zin om urenlang aan te schuiven om de Sixtijnse kapel (want daar was het ons vooral om te doen) te kunnen bekijken.

Daarom zijn we vandaag extra vroeg uit de veren en om 8 uur staan we aan het museum, met nog steeds zo’n 200 meter wachtenden voor ons. Om 8.45 uur gaan de deuren open en de stoet wachtenden komt verrassend snel in beweging zodat we reeds om 9 uur het museum binnenwandelen.

De praal en pracht die hier bewonderd kan worden grenst aan het ongelofelijke, met inderdaad als hoogtepunt de Sixtijnse kapel. Het is hier dat al eeuwenlang de kardinalen in conclaaf bijeenkomen om een nieuwe paus te kiezen.

We bedenken dat het uitstallen van al deze rijkdom door de hiërarchie van het katholieke geloof nogal tweeslachtig is, zeker als we enkele dagen later op paasdag de paus een oproep horen doen om inspanningen te leveren voor de armoede in de wereld. Het lijkt wat op ‘luister naar mijn woorden maar kijk niet naar mijn daden’. De bedelaars in Rome (en zo zijn er nog wel wat) zullen er ook het hunne van denken.

Tivoli

Eeuwenlang een befaamde zomervakantieplaats

De bus brengt ons al snel buiten de stadsmuren, richting Tivoli, 30 km ten noordoosten van Rome. Tivoli is een mooi oud stadje, gelegen helemaal boven op een heuvel, vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de weidse omgeving.

Tivoli was eeuwenlang een befaamde zomervakantieplaats: de rijken van Rome werden er aangetrokken door het koelere klimaat van de Sabijnse heuvels en bouwden hier hun villa’s.

Rond 1550 deed kardinaal Ippolito II wat de vroegere welgestelden van Rome deden: deze rijke telg uit de familie d’Este liet in Tivoli een nieuwe woonst inrichten. Geld speelde geen enkele rol en hij huurde de beste architecten in om een oud klooster om te vormen tot een weelderig paleis.

Na tal van kleine landeigenaren te hebben uitgekocht, liet hij uitgestrekte tuinen aanleggen, terrassen, grotten, klassiek beeldhouwwerk, vijvers en honderden fonteinen.

Van op het terras van het paleis genieten we van een prachtig uitzicht over het tuinencomplex. Tijdens onze wandeling komen we langs de Dianafontein. Diana, die meestal afgebeeld is als godin van de jacht, wordt hier overduidelijk aanbeden als vruchtbaarheidssymbool. De Villa d’Este is door de Unesco opgenomen in de Werelderfgoedlijst.

We nemen de bus en rijden even terug, de helling af naar beneden, naar de vallei, en stappen af bij het eerste dorpje: hier moet de villa Adriana van keizer Hadrianus te vinden zijn.

Het woord villa is wat misleidend: het gaat om een heel complex met thermen, theaters, bibliotheken, uitgestrekte woonplaatsen voor gasten en paleispersoneel, geometrische tuinen met fonteinen en vijvers.

Een maquette bij de ingang geeft een duidelijk beeld hoe alles er eeuwen geleden moet hebben uitgezien. De belangrijkste gebouwen zijn met wegwijzers aangegeven.

Eén van de mooiste is het maritieme theater, een rond bassin met een eiland, bereikbaar via een draaibrug. Dit was de geliefkoosde plaats van Hadrianus, die zich er terugtrok om te schilderen en te lezen. Het terrein van de villa, met hier en daar zuilbrokken tussen olijfbomen en cipressen vormt een charmant decor voor een picknick.

Ostia antica

Op haar hoogtepunt telde deze stad 100.000 mensen

Een bezoek aan het oude Ostia (Ostia antica) geeft een goed beeld van hoe het leven er in een gewone Romeinse stad moet hebben uitgezien. Hier woonden en werkten mensen van alle sociale lagen.

Op haar hoogtepunt telde deze stad 100.000 mensen, maar de verzanding van de Tiber (Ostia komt van het Latijnse Ostium=riviermonding), waardoor deze haar vaargeul verlegde, betekende vlug het einde van de stad.

Vermits Ostia eeuwenlang onder het zand bedolven werd, is de stad heel goed bewaard gebleven. In onze fantasie zien we makkelijk op de hoofdstraat Decumanus Maximus haastige slaven en burgers die slingerende karren en rijtuigen ontweken. Handelaren deden zaken in de galerijen naast de straat.

Verder zien we meerdere thermen (openbare badplaatsen), een prachtig theater met daarachter het plein van de gilden, die hier hun kantoor hadden.

Vloermozaïeken vertellen veel over het havengebeuren (een olifant wijst er op dat hier wilde dieren vanuit Afrika werden verscheept om te dienen voor de gladiatorenspelen in het Colosseum te Rome). Schepen, graan (afkomstig van Sicilië en Afrika) en vissen zijn veel terugkerende motieven.

Achter de hoofdstraat liggen de huizen van de bewoners: alleenstaande woningen (domi) voor de rijken, appartementsgebouwen (insulae) voor de anderen. Vooral deze laatste zijn heel goed bewaard gebleven, ze telden soms zelfs tot 4 verdiepingen. Op het gelijkvloers bevond zich meestal een handelsruimte.

Een mooi voorbeeld hiervan is de Casa di Diana. Dit grote insula had winkels op de benedenverdieping, appartementen op de eerste verdieping en op de tweede etage nogmaals luxe appartementen met balkon.

Rechtover deze insula bevindt zich het Thermopolium, een oude bar. Op een vaag fresco is de prijs af te lezen van eieren, fruit en groenten. Er is nog een marmeren toonbank te zien voor klanten die hier hun wijn kochten.

Op onze ruim 2 uur durende rondwandeling komen we ook nog een wasserij tegen, een bakkerij, de brandweerkazerne, graanpakhuizen. Met een beetje fantasie kan je je een volledig beeld vormen van deze stad zoals die bijna 2000 jaar geleden er moet uitgezien hebben. Je aandacht wordt niet afgeleid door het massatoerisme.

De pijnbomen, het lentegroen en de eerste bloemen vormen een prachtig decor voor deze ‘vergeten’ stad. Vermits minder dan de helft van Ostia momenteel opgegraven is zullen we ooit nog eens moeten terugkomen!

De Palatijnheuvel

Hier zouden Romulus en Remus Rome gesticht hebben

Met het treintje terug naar Rome, we zien eerst de piramide, trekken dan verder naar het hart van het oude Rome: het Forum Romanum. In tegenstelling tot Ostia is dit eerder een puzzel van (omvergevallen) zuilen en andere overblijfselen. Je moet al bijna archeoloog zijn om hier nog een beeld te kunnen vormen hoe het vroeger was (de overblijfselen van het forum dateren van meerdere centennia).

De Palatijnheuvel, één van de zeven heuvels waar Rome op gebouwd is, biedt een goed overzicht van het forum. Op deze heuvel zouden Romulus en Remus, gezoogd door een wolvin, de stad Rome gesticht hebben. Recente opgravingen hebben bewezen dat hier inderdaad ca 600 AC een nederzetting was, waardoor de legende toch enige waarheid zou hebben.

De Palatijnheuvel was al vroeg geliefd door een aantal vooraanstaande Romeinen die hier hun villa hadden: de redenaars Cicero en Hortensius, Augustus, de politici Crassus en Catullus.

Het is een lieflijke plaats, schaduwrijk en groen: er staan vele bankjes om wat te rusten en te genieten.

Een groot deel van het Palatijn moet nog opgegraven worden. Nu zijn al een aantal villa’s te bekijken.

Interessant en heel romantisch zijn de Orti Farnesiani, een renaissancetuin, in de 16de eeuw aangelegd. De twee paviljoens bieden weer een mooi uitzicht op het Forum Romanum. Het geheel is omzoomd met sinaasappelbomen en pijnbomen.

Na een verpozing op deze mooie heuvel dalen we af naar het Colosseum, altijd een attractie die tot de verbeelding spreekt. Niet alleen de gladiatoren vochten hier op leven en dood, ook vele wilde dieren uit Afrika (ik denk aan de olifant uit Ostia) stierven hier op het platform dat bedekt was met zand.

Goed om weten is dat deze ‘spelen’ wel even langer duurden dan een voetbalmatch; soms wel drie maanden…

Als Japanse toeristen trekken we verder naar de Trevi-fontijn, het Pantheon, de Piazzia Venezia met een bezoek aan de kerk Aracoeli en een bestijging van het monument voor V. Emmanuel (de onbekende soldaat)…

De voeten beginnen wat pijn te doen en we zoeken een terrasje op in een rustiger omgeving richting Tiber. Immers, Rome is erg druk, wellicht altijd, maar zeker deze paasweek.

Cerveteri

Een Etruskische necropolis in een groene omgeving

Vanuit Rome is het amper een uurtje sporen naar Ladispoli, een aardig badstadje. Vandaar nemen we de bus naar Cerveteri om er in het spoor van de Etrusken te lopen. Vanaf de bushalte leiden de wegwijzers ons naar een helling bovenaan het dorp.

In een rustige groene omgeving, met weids zicht op enerzijds de heuvels, anderzijds de zee in de verte, stappen we de bijna drieduizendjarige necropolis binnen. De stilte wordt enkel door het gezang van de vogels verbroken. Deze plaats is nog niet ontdekt door toeristen, wat ergens jammer is: er is immers veel te zien en te beleven.

Van de ‘levende’ Etrusken zijn weinig sporen gevonden: dit heeft te maken met het feit dat de behuizing en ook de bouw van de tempels, grotendeels gebeurde aan de hand van houten constructies. Gelukkig hadden de Etrusken heel veel aandacht voor het hiernamaals, waardoor toch veel materiaal gevonden werd en we ook heel wat te weten komen over de levenswijze van deze mensen die 700 à 800 jaar AC leefden.

Zoals de Egyptenaren geloofden de Etruriërs in het voortbestaan na de dood. De overledene leeft in zijn graftombe zijn vroeger leven verder; het graf moet dus ingericht worden als een eeuwige verblijfplaats met grafgiften, nl. herinneringen en gebruiksvoorwerpen uit het vroeger leven.

De Etruriërs leggen hun doden in sarcofagen, dit zijn (gewoonlijk stenen) lijkkisten; op het deksel van de sarcofaag wordt dikwijls de afbeelding van de overledene of van het overleden echtpaar aangebracht. De sarcofagen worden in grafkamers geplaatst, veelal uitgehouwen in de rotsachtige bodem en bedekt met een aarden heuvel. Deze graven en grafheuvels bevinden zich geordend bij elkaar, er lopen straten doorheen zodat er echte ‘dodensteden’ ontstaan.

We wandelen door de necropolis, dalen de graftombes binnen, zitten op een stenen zetel….We stappen over de straten waarvan de stenen al wat afgesleten zijn van het geloop en vervoer doorheen de begraafplaats. Het geeft allemaal een onwezenlijk gevoel.

Na het bezoek drinken we iets op een eenvoudig terrasje dat ter plaatse uitgebaat wordt en genieten van het uitzicht op de groene heuvels, het drankje, de zon. En we mijmeren over hoe het hier was drieduizend jaar geleden.

We stappen terug naar beneden, naar het centrum van het dorp en bezoeken er het Etruskisch museum: vele vazen, maar weinig uitleg over deze oude beschaving. En de beste stukken worden bewaard in Rome, namelijk in het Vaticaans museum en in de villa Giulia.

Hier in Cerveteri wordt ook aan wijnbouw gedaan. In een soort garage, met houten banken, vinden we onze gastheer Bruno die de plaatselijke (witte) wijn laat proeven. We bestellen een kleine karaf: de wijnsmaak doet denken aan ciderwijn.

Enkele dorpsgenoten vervoegen zich bij ons en bieden een stuk zelfgebakken brood aan. We laten het ons smaken, nemen een foto van hen, waarop we getrakteerd worden op nog een karaf witte wijn. Hier ben je bij de autochtone bevolking en dat doet ons plezier: de ‘commercie’ van Rome is hier ver weg.

We nemen de bus terug naar Ladispoli, een fraai badstadje. In tegenstelling tot Ostia Lida (even voorbij Ostia anica) waar we vorige keer waren, is het strand hier volledig toegankelijk: dus geen zones waar je moet betalen om op het strand te komen (althans nu, in het voorjaar).

We genieten van de branding van de golven, de geur van de zee, de gloed van de lentezon.

Achteraf eten we een lekker ijsje en nemen de trein terug naar Rome Termini. We zullen er dineren in Trastevere, de overkant van de Tiber, waar je nog de echte Italiaanse restaurants vindt en heel lekker eet aan een democratische prijs.

De Via Appia

Over deze ruwe stenen vertrokken de legioenen uit Rome

Een lange smalle weg van Rome tot Brindisi, omzoomd met cipressen en pijnbomen: zo zag het er tweeduizend jaar geleden uit en zo ziet het er nu nog uit. Grote ruwe stenen die de sporen tonen van de karren die er eeuwen geleden overheen ratelden en uitgehouwen zijn uit de basaltachtige lavalagen van de nabijgelegen Albaanse heuvels.

Er is hier op 2000 jaar weinig veranderd. Dit maakt de Via Appia tot een monument en een archeologisch restant van de eerste orde. Omdat het bij wet verboden was lijken te begraven binnen de muren, werden langs de wegen die van het centrum afliepen vele grafmonumenten gebouwd (hoe korter bij de muren, hoe rijker de overledene).

We wandelen over dit stukje geschiedenis en zien inderdaad talrijke grafmonumenten, nog dikwijls in goede staat. Het geeft een louterend gevoel deze eeuwenoude straat, midden de velden, te bewandelen: hier werden ook de slaven uit de film Spartacus gekruisigd. Hier vertrokken de legioenen uit Rome op weg naar nieuwe veroveringen. Hier reden de karren met stenen en ander bouwmateriaal voor Rome.

De catacomben (christelijke) zijn ook in de buurt, doch we hebben geen zin om te wachten op een gids (enkel groepsbezoeken o.l.v. een gids zijn mogelijk) en we nemen het busje terug richting Roma intra muros naar een ander, wellicht even macaber en luguber evenement: de Sancta Maria della Concezione.

Hier in deze sobere kerk komt de gruwel van de dood tot uiting in de crypte: onder de slogans ‘Hier ligt stof, as, niets’ en ‘Wij waren zoals jullie nu zijn, jullie zullen zijn zoals wij nu’ liggen hier gebeenten van meer dan vierduizend skeletten van kapucijners om dit macabere memento mori te scheppen, waarmee einde van de 17de eeuw werd begonnen.

We nemen de metro en besluiten de basiliek San Paolo fuori le Mura (letterlijk ‘buiten de muren’) te bezoeken. Deze kerk werd gebouwd op de plaats waar Paulus werd onthoofd. Tot de bouw van de Sint Pieter was dit de grootste kerk van Rome, en zonder twijfel de mooiste. De afmetingen zijn ook immens.

De fraaie zuilen van de kleine kloostergang zijn één van de mooiste in Europa. Het grote middenschip van de basiliek is van zijschepen gescheiden door tachtig zware zuilen.

We besluiten om verder te stappen naar de Aventijn, ook één van de zeven heuvels rond Rome. Het is één van de rustigste wijken van Rome. Onderaan de heuvel getuigen twee kleine tempeltjes op het forum Boarium en het Circus Maximus nog van het klassieke Rome.

We naderen de boog van Janus vlak bij het forum Boarium: deze boog stond nabij de oude dokken. In de schaduw ervan was het voor handelaren en klanten ideaal om zaken te doen. We verkennen eerst de kerk Sancta Maria in Cosmedin, een mooie sobere kerk (momenteel byzantijns) die echter in de steigers staat.

Er staat een lange file voor ‘de mond der waarheid’: een middeleeuwse traditie vertelt dat de machtige kaken van dit beeld dichtklapten om de hand van elke leugenaar omtrent echtelijke ontrouw op de proef te stellen.

We omzeilen de file Japanse toeschouwers die per sé hun hand willen testen en gaan direct de kerk binnen: helaas is deze volop in restauratie, we moeten ons noodgedwongen beperken tot één fotootje van een zijkapel met een verdiepinkje, een soort tribune waar de vrouwen plaats nemen.

We vervolgen onze weg naar boven, naar de Aventijnheuvel, met de magnifieke basilica Sancta Sabina. Naast deze kerk vinden we een analoog beeld aan dat van de Cosmedin-kerk: we stoppen er onze hand in en…

Naast de basilica Sancta Sabina ligt het Parco Savello, mooi beplant met sinaasappelbomen en pijnbomen. Het is een oase van rust en bovendien biedt het een heerlijk uitzicht over de stad.

‘s Avonds zakken we af naar de Tiber en het Tibereiland. Het is heerlijk om in het zonnetje even te verpozen aan de stroomversnelling, een ijsje te eten. In de late avond zullen we iets eten in Trastevere, de overkant van de Tiber: een heerlijke maaltijd, vele herinneringen… Morgenochtend vertrekken we terug naar Brussel.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win