×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rondreis Dominicaanse Republiek

Palmenstranden, tropisch regenwoud en bultrugwalvissen

Reisverslag: Marianne Bekkering
Foto's: Marianne Bekkering

In de Dominicaanse Republiek valt er veel te verkennen, voor wie zich niet opsluit in de luxe resorts aan de kust: cowboys te paard met kuddes koeien, tropisch regenwoud, watervallen, mangrove, rijstvelden, fruitplantages, walvissen en dolfijnen. Rondreis langs Punta Cana, Miches, Jarabacoa, Cabarete, Las Galeras en La Samana. En natuurlijk zijn er ook volop palmenstranden.

Punta Cana

Hagelwit zand, kokospalmen en een blauwe zee

Na een rechtstreekse vlucht van 10 uur landen we 18:30 uur lokale tijd op Punta Cana op de oostpunt van de Dominicaanse Republiek. Het is ca. 25 graden als we uit het vliegtuig stappen en er is een lekker zwoel windje.

Omdat het al snel donker wordt en we de weg niet kennen hebben we een transfer naar het hotel geboekt i.p.v. de huurauto al op de luchthaven af te halen. Het is een half uurtje rijden en onderweg begint het licht te regenen.

We slapen in een van de grote resorts aan de noordkust bij Punt Cana. In de kamer als welkom een mooi gevouwde zwaan van handdoeken, versierd met bloemen. Ook de wastafel is helemaal versierd met bloemen. Al die luxe is wel een beetje dubbel, als je bedenkt dat er hier veel armoede is. Maar vanavond willen we daar even niet aan denken.

De volgende ochtend zijn we al om 06:00 uur wakker van het eerste getjilp van de vogels en om 06:30 wordt het licht en zien we vanaf ons terras de onstuimige zee, met de golven die op het koraalrif breken. Om te acclimatiseren hebben we vandaag een lome dag, die we op het strand doorbrengen. Lekker zwemmen, in de zon zitten of lezen onder de parasol van palmbladeren. Het strand van Punta Cana is druk, vanwege de vele hotels hier, maar wel erg mooi. Kilometers lang hagelwit zand, omzoomd door kokospalmbomen en een blauwe zee.

‘s Avonds eten we in een Mexicaanse restaurant. Tijdens het eten is er drie keer een totale stroomuitval en de obers brengen uiteindelijk kaarsjes rond. We rekenen erop dat we bij het licht van de sterren de weg naar onze kamer wel zullen vinden en het is inderdaad een prachtige sterrenhemel.

De volgende dag ga ik ‘s morgens vroeg foto’s nemen op het nu nog lege strand en zie een enorme regenbui over het water op ons afkomen. Een prachtig gezicht om die bui boven zee te zien vallen met daarnaast de zon weer achter de wolken.

Tijdens het ontbijt valt deze tropische stortvloed op ons dak. Met bakken komt het de lucht uit vallen. Het blijft de hele dag vrij veel regenen. Gelukkig hebben we heel wat boeken bij ons en op het terras is het warm en droog. Om 15:30 halen we de huurauto op in het dorp.

Miches

Veel riviertjes en kleurrijke houten huisjes

Vandaag begint onze tocht door het achterland. Punta Cana is leuk, maar heeft weinig met de echte Dominicaanse Republiek te maken. Het is een erg prettig, maar ook erg toeristisch oord, met veel luxe all-inclusive resorts. De meeste toeristen komen niet veel verder dan het complex.

We rijden vandaag zo’n 120 km naar Miches, in het noorden van deze punt. We rekenen erop dat we een gemiddelde halen van zo 40-50 km/uur.

De wegen in de Dominicaanse Republiek – en zeker de binnenwegen – zijn over het algemeen erg slecht, met grote gaten en vrij veel hoge en slecht aangegeven verkeersdrempels bij de plaatsjes. Bovendien is de rijstijl van de Dominicaners op zijn zachts gezegd chaotisch, dus moet je ruim de tijd nemen om van A naar B te komen.

De zon schijnt volop. Eerst kopen we bij het benzinestation een gedetailleerde wegenkaart en dan gaan we op weg. We rijden richting Higuey en slaan bij Otra Banda af naar de oostkust.

Het eerste deel, van Punta Cana richting Otra Banda, is een vrij saai, vlak en niet zo mooi landschap maar daarna rijden we de uitlopers van het Cordilla Oriental-gebergte in en wordt het een stuk boeiender.

Heuvelachtig, mooie uitzichten, veel riviertjes en mooi groen, met kleurrijke houten huisjes langs de weg. We komen onderweg ook nog een paar echte cowboys tegen die de kudde koeien op hun paarden bijeen drijven.

We rijden via de wegen 105 en 104, die deels langs de kust gaan, en na 3,5 uur zijn we in Miches. We wisten dat Miches zelf niet zo geweldig is, maar de tocht ernaar toe is zeker de moeite waard. Hotel la Loma is vanuit de verte al te zien omdat het bovenop de berg ligt, met prachtig uitzicht op de baai eronder. La Loma is dan ook Spaans voor ‘de heuvel’.

De twee meisjes die er wat verveeld bij zitten spreken geen woord over de grens, maar gelukkig kunnen we ons wel redden in het Spaans en lukt het toch een kamer te krijgen. We hadden via internet geboekt maar dat schijnt niet helemaal te zijn doorgekomen.

Het uitzicht vanaf de kamer met terras is geweldig. Weids en een prachtig panorama over de baai en het plaatsje.

Later blijkt dat de Zwitserse manager wel érg graag in de bar van zijn eigen toko vertoeft en het dus niet zo nauw neemt met het hotel zelf.

De kamer zelf is een beetje een dump en echt schoonmaken is hier ook al een tijd niet gedaan. Maar goed, het is maar voor één nacht en we wisten van tevoren ook dat het niet geweldig zou zijn. Het hotel heeft zeker potentie maar het is nu erg verlopen.

De planning voor vandaag was dat we een boottocht in de mangrove zouden maken, maar dat wil niet lukken. Het zou moeten gebeuren via de manager van ons hotel, maar die is in geen velden of wegen te ontdekken en de meisjes kunnen ons ook niet helpen.

We rijden nu naar het mooie, kilometers lange en met palmbomen omzoomde strand van Miches. Daar wandelen we langs de zee en lunchen bij een strandtent, met heerlijke knoflookgarnalen, frietjes, een salade en twee ijskoude biertjes erbij.

Jarabacoa

Overal bloeit de oranje Afrikaanse tulp

We denken een lange dag voor de boeg te hebben (330 km à 40 km/uur) en starten vroeg. Na een perfect bij het hotel passend ontbijt gaan we op pad naar Jarabacoa, in het hart van dit land.

Het eerste deel van de route tot aan El Seibo is erg mooi. Dwars door het gebergte met af en toe een prachtig panorama op de baai van Miches. De weg is wel bar slecht. We halen niet meer dan een gemiddelde van 30 km/uur maar we hebben de hele dag de tijd.

Na Hator Mayor komen we op een ‘rode weg’ naar San Pedro de Macoris en die is in een stuk betere conditie. Het landschap is hier ook heel anders. Veel vlakker, met uitgebreide suikerriet- en rijstvelden tot aan de hoofdstad Santo Domingo, die aan de zuidkust ligt.

Santo Domingo is een grote, warme, volle en erg drukke stad met 3 miljoen inwoners. We willen niet de stad in maar moeten er jammer genoeg wel doorheen. Er staat gelukkig een detailkaartje van de stad op de achterkant van de wegenkaart en met een ruim half uur zijn we er doorheen.

Al snel zitten we weer in bergachtig gebied. De natuur is overweldigend, met ook steeds weer de fel oranje Afrikaanse tulp die overal in bloei staat deze tijd van het jaar. Een prachtig gezicht tegen de achtergrond van de donkere bergen.

De weg is nu prima – want snelweg – en we schieten flink op. Al om 13:00 uur zijn we in La Vega in het centrum van het land, vier uur eerder dan gedacht. Langs de weg tussen La Vega en Jarabacoa kopen we bij een kraampje langs de weg een stuk ‘betoncake’. Lekker maar erg zwaar.

Om 14:00 uur zijn we al bij hotel Gran Jimenoa in Jarabacoa, dat we via internet hebben geboekt. Leuk hotel, lekker sfeertje en uit de drukte, even buiten het dorp. Het is alles wat we ervan hadden verwacht. Onze kamer ligt ook – zoals gevraagd – pal aan de rivier met de stroomversnellingen.

Omdat het nog zo vroeg is gaan we vandaag al naar de waterval, die 6 km verderop ligt. Dit is de Salto Jimenoa en het moet de mooiste van de hele streek zijn. De weg ernaar toe is mooi, de waterval zelf valt ons wat tegen.

Terug in het hotel drinken we een heerlijk lokaal biertje (president) en ‘s avonds eten we op het terras aan het water.

Cabarete

Een kudde koeien zoekt verkoeling in de stroomversnelling

We beginnen de dag lekker in het zonnetje op ons riante terras boven de stroomversnelling in de rivier. In de rivier loopt een kudde koeien zich lekker af te koelen. Even later komt er een cowboy te paard met een paar honden om ze weer aan wal te drijven.

Na het ontbijt vertrekken we richting Cabarete, aan de kust in het noorden. Eerst terug naar La Vega en dan naar de Santo Cerro, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de vallei. Het is wel wat heiig vandaag maar toch een riant panorama.

Dan via secondaire wegen naar Moca. Daar raken we even de koers kwijt en belanden in Villa Trina, iets ten oosten van de route die we hadden gepand. Bonus kilometers dus, maar wel erg mooie want langs prachtige bergen, begroeid met bloeiende Afrikaanse tulpenbomen.

Elke keer raak ik weer helemaal enthousiast over het uitzicht.

Uiteindelijk vraag ik aan een paar mannen de weg, en ja hoor… we moeten helemaal terug naar Moca. Dit is een grote en drukke stad met – zoals overal trouwens – nauwelijks wegwijzers. Maar ook hier vinden we weer de juiste weg: nummer 21.

Het is een prachtige route door bergachtig landschap. Het wordt wel beschreven als één van de mooiste routes van de Dominicaanse Republiek en dat kunnen we alleen maar beamen.

We lunchen laat bij de hoog gelegen Rancho La Cumbre, halverwege Moca en Cabarete. Het is een open restaurant vanwaar je een geweldig panorama hebt over de omgeving. Ze hebben hier lekkere crèpes, met van alles gevuld, en we genieten een tijdje van het uitzicht.

Daarna weer via kleine weggetjes door naar Cabarete aan de kust. Als je Cabarete binnen rijdt slaat de schrik je wel even om het hart. Het dorp is eigenlijkeen doorgaande straat en in eerste instantie lijkt het een geweldig druk en erg toeristisch oord met veel toeterende auto’s, maar gelukkig hebben we hier een kamer aan de strandkant geboekt en daar merk je niets van de drukte op de straat er achter.

We pakken de koffer uit en gaan op een van de gezellige terrassen op het strand een cocktail drinken. Het strand is verlaten, de cocktails lekker.

‘s Avonds lopen we het strand op, op zoek naar een leuk restaurantje. We komen uit bij La Casita de Alfredo en bestellen Papi’s overheerlijke gamba-pannetje met aardappeltjes en een salade vooraf. Lekker op het strand, onder de palmbomen en de sterrenhemel. Romantiek ten top.

De volgende dag gaan we naar Rio San Juan om een boottocht door de mangrovebossen te maken, over de Gri-Gri lagune. Het is maar een klein uurtje rijden vanaf Cabarete.

Rio San Juan is een druk plaatsje en weinig inspirerend, zoals trouwens de meeste plaatsjes hier. Door de harde wind die er vandaag staat zijn er hoge golven op zee en dat deel van de tocht wordt dus afgeblazen. De mangrove is leuk om te zien.

We hadden gepland om hier als lunch ergens aan het strand een visje te eten en dat lukt op de terugweg naar Cabarete bij Playa Magante, een van alles verlaten mooi strand, omzoomd met palmen.

Een paar tafeltjes met parasols van palmbladeren en een heerlijk relaxed sfeertje. We bestellen een hele gefrituurde Red Snapper met frietjes en als uitsmijter de lekkerste ‘banana flambee’ die we ooit hebben gegeten.

Terug in Cabarete hebben we – na zo’n lunch – niet veel trek meer, maar lekker op het strand wat drinken is nooit weg. Bij Casanova hebben ze ‘s avonds één grote fakkel en wat kleinere om te verlichten en je zit er heerlijk in het zand, onder de palmbomen.

Weg van alle herrie van de straat, alleen de golfslag, de palmen en de sterrenlucht.

Las Galeras

Het Caribische paradijs op schiereiland La Samana

Vandaag rijden we naar Las Galeras, het beloofde Caribische paradijs op het schiereiland La Samana.

Het eerste stuk is bekend terrein omdat we weer via Rio San Juan rijden. Het is een mooie route. Steeds vlak langs de kust met mooie stranden en heel veel kokospalmen. Ook het schiereiland zelf is prachtig: heel heuvelachtig en dicht begroeid met o.a. palmbomen en steeds weer uitzicht op de kust.

In Sanchez lunchen we aan het water. Dan door naar Las Galeras en ons hotel Villa Serena. Dit is een regelrechte dream-come-true. Een geweldig leuk, relaxed en klein hotel in Victoriaanse stijl, op een mooie locatie, direct aan de kust en in een mooie tuin. Tegenover het hotel ligt een koraaleilandje met palmen erop, de golven breken hier in prachtige rollers op stuk.

De volgende dag hebben we een hele relaxte dag. Na het ontbijt gaan we met de boeken de tuin in om aan onze kleur te werken. Beetje lezen, beetje zonnen, lekker zwemmen in de o zo lekkere en schone zee. Lekker lunchen in de tuin en dan wordt de hele riedel herhaald.

We boeken in het hotel voor de volgende dag een tour bij de biologe Kim Beddall om walvissen te kijken in de baai van Samana.

Wat later in de middag gaan we het dorpje Las Galeras in, dat best gezellig is. Even kijken of er hier leuke restaurantjes zijn en een biertje drinken. Dit in gezelschap van een hond die na twee keer aaien niet meer weg te krijgen is. Ze loopt ons overal achterna tot ze haar hondenvriendje van het strand weer tegenkomt.

‘s Avonds eten we in het dorpje bij Chez Denise lekkere vis in kokossaus en een crêpe na.

Bultrugwalvissen

De enorme staarten komen prachtig uit het water

‘s Nachts regent zo hard dat we er wakker van worden. Maar ‘s morgens komt de zon op aan een wolkenloze hemel. We gaan naar Samana voor de bultrugwalvissen. Het lijkt er een uitgelezen dag voor te zijn: zonnig weer en een rustige zee.

Het is een mooie boottocht en we zien heel wat walvissen, waaronder een moeder met jong. Het is een geweldige ervaring om die enorme vissen (tot 16 meter lang en 35 ton zwaar) van behoorlijk dichtbij te kunnen zien. Ze zijn best nieuwsgierig en komen vlak bij de boot.

De walvissen zijn hier van december tot maart om te paren en te bevallen. Ze nemen hun jongen van het afgelopen jaar mee. De rest van het jaar leven ze in de buurt van IJsland en Groenland, ze leggen dus ieder jaar zo’n slordige vierduizend kilometer af.

In de zomer eten ze zich rond met zo’n 1,5 ton vis per dag, maar tijdens de paartijd eten ze niet en vallen zo’n 20 procent van hun lichaamsgewicht af. Als de moeder nog zoogt is het helemaal bar, want een jong drinkt ruim 200 liter moedermelk per dag.

Een zwangerschap duurt bij een bultrugwalvis een jaar. Een moeder wordt het ene jaar bevrucht en bevalt het jaar erop in de baai. Het jong wordt in de tweede winter aan zijn lot overgelaten en moet het dan verder zelf rooien. Moeder is weer beschikbaar en klaar om te paren.

Er wordt behoorlijk om de aandacht van de vrouwtjes gestreden, compleet met staart capriolen en uit het water springen. Jammer genoeg zien we dat laatste niet vandaag, maar wel de staarten die prachtig uit het water komen.

Volwassen bultrugwalvissen kunnen ca. 40 minuten onder water blijven. Baby-walvissen kunnen per week steeds een minuut langer onder water blijven. Gevaarlijk dus om hier snel te varen omdat de schroeven van een schip moeder en kind gemakkelijk kunnen verwonden. Ze moeten immers aan de oppervlakte blijven omdat de jongen vaak naar boven moeten om adem te halen.

Volgens mij neem ik zeker 100 foto’s vandaag. De camera staat op ‘sport-stand’ zodat ik achter elkaar foto’s kan nemen. Prachtig om te zien hoe sierlijk die grote vissen omhoog komen en weer de diepte induiken.

Op de terugweg zwemmen er als toegift ook nog een paar dolfijnen een stukje met ons mee. En het uitzicht op de kust is prachtig: mooie met palmen bezaaide heuvels die tot vlak in zee uitlopen.

Schiereiland Samana

Kilometers wit strand en geen kip te bekennen

De volgende dag toeren we over het schiereiland Samana. We beginnen met de weg naar Playa Rincon, wat een mooie route is door bergachtig landschap, eindigend in een kokosplantage.

Het strand is alles wat we hier dachten aan te treffen. Een totaal verlaten kilometers lang spierwit strand, omzoomd door palmbomen en een glasheldere blauwe zee.

Naast de kokosplantages zijn er in dit deel papaja- en ananasvelden. We rijden via Limon naar het strand van El Portillo. Alweer zo’n prachtig, kilometers lang wit strand zonder een kip te bekennen. El Portillo loopt weer over in Las Terrenas, wat veel toeristischer is, maar hierdoor zeker niet minder mooi of leuk. Ook hier weer een droomstrand, maar dan met veel terrasjes.

We lunchen aan een picknicktafeltje onder de palmbomen op het strand. Er komt af en toe een visser langs met zijn waar, die hij aan het restaurant wil verkopen.

Terug naar Punta Cana

Palmplantages, rijstvelden en suikerrietplantages

Een lange rit vandaag, van Las Galeras terug naar Punta Cana. Het is 500 km en we doen er bijna 10 uur over. Het alternatief zou zijn geweest om onderweg een hotelletje te nemen maar we hebben ervoor gekozen om een dag langer in Las Galeras te blijven.

Wel gaan we vandaag zo veel mogelijk over de snelweg. Het eerste deel – tot aan Santo Domingo – gaat heel voorspoedig, maar in de stad zelf is het waardeloos. We doen er bijna 1,5 uur over om de stad uit te komen. Terwijl we in de file stil staan rijdt er ook nog een bus van achteren tegen ons aan. Gelukkig maar heel zachtjes en er is géén schade, maar leuk is anders.

We rijden vandaag door uitgebreide palmplantages (Samana schiereiland) rijstvelden (voor St. Domingo) en suikerriet plantages (bij Punta Cana). Het land lijkt goed in de basisbehoeften te kunnen voorzien. Rijst en aardappels, veel groentensoorten, bak- en gewone bananen, héél veel soorten fruit (ananas, papaja, banaan, meloenen, zelfs appels, peren en aardbeien in de bergen bij Jarabacoa).

Overal zie je varkens dus er is ook voldoende varkensvlees, kippen en hun eieren, kaas en melk van de koeien, de zee zit vol met vis en het regent geregeld overvloedig, als je dit goed opvangt (niet dus) heb je genoeg schoon water voor het hele jaar. Elektra is op te wekken bij de watervallen en dat gebeurt ook. In potentie een land dat veel heeft, maar er is helaas nog vrij veel armoede.

Om 17:30 zijn we weer in ons hotel in Punta Cana. We hebben de afgelopen weken veel moois gezien en zijn veilig en zonder kras op de auto terug bij het beginpunt.

De laatste dag brengen we de auto terug. Verder genieten we nog één keer van alles wat het strand ons te bieden heeft. Als ik wat dieper zwem duikt er op 2 meter afstand een pelikaan de zee in om een vis te vangen en als hij die heeft verorberd blijft hij rustig naast me op de golven dobberen.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win