×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rondreis door Zuid-India

Tempels, theeplantages en helse busritten

Reisverslag: Chantal Nederstigt
Foto's: Chantal Nederstigt

Rondreis van Bangalore via de tempels van Belur en Halebid, het paleis van de maharadja in Mysore, koffieplantages rond Madikeri, Cochin dat op eilanden ligt, theeplantages bij Munnar, het wild in Periyar National Park bij Kumily, per boot vanuit Alleppey over de binnenwateren van Kerala en naar Kovalam om te snorkelen tussen gekleurde vissen.

Bangalore

De meest westerse stad van Zuid-India

Bangalore is de meest westerse stad van Zuid-India. Om 4 uur ‘s ochtends zijn we op zoek naar een hotel, maar dat is niet zo eenvoudig. Pas het vierde hotel heeft een kamer vrij. Dit is echter een benauwd en warm hok zonder raam. Weer buiten komen we een autoriksja-rijder tegen die wel een hotel weet. Dat heeft een kamer beschikbaar, wel aan de dure kant, maar dat kan ons niet meer schelen. We willen slapen.

Als we ‘s middags nog enigszins duf naar buiten lopen, beseffen we pas dat we in India zijn. We lopen door het Cubbon park, het grootste park van Bangalore, met een tennisbaan en een kinderattractiepark, naar het centrum, de MG Road.

Die ziet er bij daglicht heel anders uit dan vannacht, toen er geen mens te bekennen was. Nu is het er druk, er zijn koffiebars, winkeltjes en restaurants. We wandelen door de winkelstraten Church Street en Brigade Street.

We maken de volgende dag een dagtripje naar Whitefield, zo’n 25 km van Bangalore. Met de stoptrein is het een rit van anderhalf uur. Een paar jongens maken muziek met een trommel en zingen erbij. En ondertussen vaak omkijken om te zien of wij het wel leuk vinden.

Whitefield is bekend om zijn ashram, we mogen echter het terrein niet op omdat we geen lange broek aan hebben. Maar het is fijn om even de stad uit te zijn.

Belur

De tempel wordt gedragen door 360 olifanten

De trein vertrekt stipt op tijd en na twee uur tegenover een hyperactief kletsend jongetje zijn we in Arsivere. Hier stappen we over op de bus naar Belur, maar die vertrekt pas over twee uur. We vragen de man achter het loket of hij op onze bagage wil passen en lopen een rondje door Arsivere.

Mensen kijken ons nieuwsgierig aan en zeggen vriendelijk gedag. Hier zien ze niet vaak toeristen. Terug op het busstation weten we niet welke bus we moeten hebben, omdat we het Tamilschrift niet kunnen lezen. Gelukkig worden we geroepen als de juiste bus er is.

Het wordt een helse rit over een smal asfaltweggetje, waar twee bussen elkaar alleen kunnen passeren als er eentje de berm in gaat. Ze wijken pas op het laatste moment uit, doodeng. Eén keer komt een bus ons met sneltreinvaart tegemoet op het midden van de weg. Pas als hij tot op een paar meter is genaderd, wijken beide bussen uit.

We vragen de buschauffeur of hij wat meer afstand wil houden tot zijn tegenliggers, maar hij lacht en begrijpt niet waar wij ons zo druk over maken. We zijn echt wel wat gewend, maar dit is doodeng.

Na de middag arriveren we in Belur. Nadat we hebben geluncht met soep en naanbrood, gaan we de tempel van Belur bekijken. Deze stamt uit de Hoysala koningsdynastie (1000-1346) en hier maken heel wat toeristen een omweg voor.

Bij de ingang moeten onze schoenen uit. De stenen zijn gloeiend heet van de zon, uren later heb ik nog pijn aan mijn voetzolen. Maar de tempel is het waard. Hij dateert van 1117 en is rijkelijk versierd met danseressen en andere figuren. Hij wordt ‘gedragen’ door 360 olifanten die allemaal verschillend zijn.

De moslimlegers die de opdracht hadden om de tempels te vernielen, vonden die in Belur en Halebid zo mooi dat ze ze ongedeerd hebben gelaten. Daarna lopen we door straatjes met felgekleurde huisjes. We volgen een pad dat buiten het dorp uitkomt bij een groot meer. We volgen het weggetje langs het meer. De late middagzon is aangenaam.

Belur/Halebid

Eekhoorntjes klimmen langs de tempelmuren omhoog

We gaan vandaag op gehuurde fietsen naar Halebid, 16 km verderop. Dat klinkt eenvoudiger dan het is, want het gaat heuvel op, heuvel af met een loodzware fiets zonder versnellingen. Het is wel een rustig weggetje met uitzicht op berglandschappen en akkertjes.

We stoppen bij een man en vrouw die op het land aan het werk zijn. Als we Halebid bereiken, hebben we veel bekijks. Hier zien ze niet veel toeristen per fiets het dorp binnenkomen, de meeste komen met een luxe touringcar.

We gaan de mooiste tempel van deze provincie (Karnataka) bekijken. Hij lijkt op de tempel van Belur, ook veel olifanten en danseressen. Maar hij is nog gedetailleerder en de beelden zijn nog sprekender. Aan de zijkant van de tempel staan twee vier meter hoge beelden van stieren. Eekhoorntjes klimmen langs de muren van de tempels omhoog.

We bezoeken twee andere tempels, maar die zijn minder mooi. We liggen een uurtje in de schaduw van een palmboom in de tuin van de tempel en gaan daarna naar onze fietsen.

Als we bij de fietsen zijn, blijkt dat iemand het slot dat ik niet dicht kon krijgen, heeft dichtgedaan en de sleutel heeft meegenomen. Welke grapjas heeft dat nou weer gedaan? Er komt een jongen aangelopen die ons de sleutel geeft en zegt dat hij dat voor de veiligheid heeft gedaan.

De terugweg is vermoeiend, de zon is nog heet en we stijgen meer dan we dalen.

Mysore

Het paleis is sprookjesachtig, met allemaal torentjes

We nemen de volgende ochtend de bus naar Hassan, waar we binnen een uur aankomen. We laten onze backpacks achter in het treinstation en nemen een autoriksja naar het centrum.

We lopen de markt op en kopen bananen en tomaten. Iedereen is superaardig en we mogen foto’s maken. Daarna drinken we een lassi, een yoghurtdrankje en ons favoriete drankje in India, en zoeken het park op.

De trein doet er twee uur over om in Mysore te komen. Dit stadje is heel populair bij toeristen. Dat is al te merken op straat: autoriksja’s, taxichauffeurs, winkeliers, iedereen spreekt je aan om zijn diensten aan te bieden. Na het eten lopen we door Mysore. De gebouwen en koepeltjes op de rotondes zijn prachtig verlicht.

We lopen naar het paleis van de maharadja van Mysore. Hij heeft geen macht meer maar is een soort ereburger. We moeten wachten, want we zijn een half uur te vroeg. Er hangen bakjes water in een boom, waar steeds eekhoorntjes van komen drinken. Ze zijn niet schuw. Ook zien we twee apen.

Het paleis is sprookjesachtig, met allemaal torentjes. Alles aan het paleis is mooi, de vloeren van mozaïek, de deuren met houtsnijwerk en het plafond, dat van glas in lood is. Er lopen veel Indiase scholieren rond die hun Engels willen oefenen met ons. Ze willen onze namen weten en giechelen dan. Wij zijn voor hen meer een bezienswaardigheid dan het paleis.

Na de lunch lopen we naar de markt van Mysore. Er zijn veel kraampjes met alle kleuren verfstoffen, mooi opgestapeld in een punt. Ook gaan we hier op tassenjacht. We willen er net zo een als de Indiërs zelf hebben, met Hindi-tekens of hindoegoden erop.

Vanochtend gaan we met de bus naar Chamundi Hill, net buiten Mysore. Je kunt naar boven lopen (meer dan 1000 treden), maar de bus gaat ook naar de top. Boven is het enorm druk. Er staat een lange rij om de tempel binnen te gaan, dus die slaan we maar over. We genieten van het uitzicht en lopen een museum binnen.

Daarna lopen we naar beneden. Aan de andere kant van de trap komen ons hijgende mensen tegemoet. Zij hebben geen geld voor de bus. Twee meisjes verven op elke traptree een gele en rode stip. Halverwege staat een groot beeld van de Nandistier (het rijdier van Shiva), vijf meter hoog.

We lopen verder de berg af, wat veel treden. Eenmaal beneden heb ik trillende benen van het afdalen. Het is nu nog maar 3 km lopen naar het centrum. Onderweg kopen we een komkommersnack (gesneden, met kruiden erop) bij een kraampje, een lekker fris tussendoortje.

‘s Middags bezoeken we de Brindavan Gardens, 16 km van Mysore. Een ritje van een uur met de bus. In de mooie tuinen met veel fonteinen en bloemen lopen we een rondje en zoeken daarna een plekje in de schaduw op het gras.

Die avond is het paleis met duizenden lampjes verlicht. De poorten zijn open, dus je kunt om het paleis heenlopen. Het is druk, maar er hangt een leuke sfeer. Iedereen is vrolijk, een fanfare speelt muziek en er worden suikerspinnen en ballonnen verkocht.

Madikeri

Mooie vergezichten en koffieplantages

Na een paar uur schudden in de bus arriveren we in Madikeri, een bergdorpje in de streek Coorg, ook wel het Schotland van India genoemd omdat het hier zo groen is. Er wordt in Coorg voornamelijk honing en koffie geproduceerd.

‘s Middags gaan we het fort bekijken, maar daar is niet veel aan te zien. Veel interessanter is Raja’s Seat, een tuin gemaakt voor de koning. Hier heb je uitzicht op een vallei met bomen, akkers en meertjes. Er staan bankjes in de schaduw en het is rustig.

Vanmorgen wandelen we 8 km over een weggetje langs mooie vergezichten en koffieplantages naar de Abi Falls, een waterval. Omdat het ochtend is, is het nog niet zo warm. De waterval is mooi, maar in de zomer schijnt hij indrukwekkender te zijn, omdat dan het natte seizoen is.

De weg terug is moeilijker, hij stijgt merendeels en het is behoorlijk warm aan het worden. De autoriksja’s die hier staan, wachten allemaal op de mensen die ze hier hebben gebracht. Gelukkig kunnen we meerijden met een rijke Indiase familie, die voor dit dagtripje een minibusje heeft gehuurd. De schoonzoon heeft een tijd in Manchester gewoond.

‘s Middags liggen we een tijdje in het gras van de tuin van Raja’s Seat en eten een gekocht meloentje. Aan het eind van de middag, als het wat koeler is, lopen we naar Raja’s Tombs. Die liggen aan de rand van het stadje. Onderweg komen we veel schoolkinderen tegen, die net uit school zijn. Een aantal wil ons wel de graven wijzen.

Cochin

De stad ligt op eilanden, waartussen ferry's varen

Vandaag reizen we de hele dag: eerst de bus naar Virajpet; daar nemen we de bus naar Kannur. We zijn blij als we daar touringcars zien klaarstaan, maar dan komt er een vooroorlogse roestbak aan zonder ramen en dat blijkt de bus naar Kannur te zijn.

We krijgen de slappe lach. Dan komt er een mooie bus aan die naar Tellicherry gaat, dit ligt iets onder Kannur en ziet er op de kaart uit als een behoorlijk stadje. Dus nemen we die maar.

Het eerste uur is verschrikkelijk, veel gaten en hobbels in de weg en veel bochten. Als we de bergen eenmaal uit zijn, wordt het beter. In Tellicherry kunnen we de trein nemen naar Cochin, onze uiteindelijke bestemming.

Het is hier aan de kust veel warmer en vochtiger dan in het binnenland. Na de lunch lopen we de rest van de middag wat door het stadje. De inwoners van Tellicherry zijn niet gewend aan toeristen en dat merk je. We hebben nog nooit zulke goedkope appels en komkommer gekocht als hier.

We zien voor het eerst deze vakantie de zee en zitten een tijdje op het verlaten strand.

In de trein blijken we in de verkeerde klasse te zitten. We moeten naar de tweede klas. We vragen of we ons treinkaartje om kunnen boeken, zodat we kunnen blijven. Dat kan niet, alle plekken zijn gereserveerd. De conducteur raadt ons aan in het airco-treinstel te gaan zitten en te vragen of we daar mogen blijven.

Het is lekker in de airco-klasse. Na een uur komt de conducteur langs. Hij wordt boos omdat we hier met een 2e klas kaartje zitten en nee, we kunnen het kaartje niet omboeken. Hij wil ons zelfs een boete geven. Dat zet hij gelukkig niet door.

Bij een groot station lopen we via het perron naar de 2e klas. Mensen zitten met z’n zessen op banken voor drie personen en boven op het bagagerek zitten er net zoveel. Gelukkig weet ik een half plaatsje bij het gangpad te bemachtigen. Saskia vindt een plekje op het bagagerek. De jongens die daar al zitten, vinden het leuk om onze verhalen te horen. Ze bellen zelfs hotels om te vragen of ze nog plek voor ons hebben.

Dat lukt niet erg, de meeste zitten vol of ze krijgen geen verbinding. Eenmaal in Cochin blijkt de zoektocht naar een hotel mee te vallen, het tweede hotel is raak. We nemen een airco-kamer, dat is nodig met deze tropische hitte.

Vanmorgen zijn we laat wakker. Beneden nemen we toast met jam, het enige westerse ontbijt op de menukaart. De Indiërs zitten al aan de rijst met curry om 11uur ‘s ochtends. Daarna gaan we naar de ferry die ons naar het eiland Fort Cochin brengt. Cochin ligt op een aantal eilanden, waartussen ferry’s varen. Voor een paar roepies ben je aan de overkant en het is nog een leuk boottochtje ook.

Fort Cochin is het toeristische gedeelte met bezienswaardigheden zoals Dutch Palace en de Joodse wijk.

Eerst lopen we langs de Chinese visnetten. Dat is goed bedacht, met een houten constructie laten ze het visnet in zee vallen en met behulp van stenen als tegengewicht hijsen ze de boel weer op. Ze vangen er alleen niet zoveel mee, alleen kleine visjes die er direct uitgepikt worden door de raven.

Daarna lopen we naar de Portugese kerk en het Hollandse kerkhof, overblijfselen van het kolonialisme. Het kerkhof is leuk, er staan Nederlandse teksten op de grafstenen, zoals ‘Johanna, huisvrouw van baron Van Dam’.

Vroeg in de avond gaan we naar een dansvoorstelling. Het wemelt er van de muggen en het dansen valt tegen. Er wordt niet echt gedanst, het zijn meer bewegingen met hoofd en armen en het gaat nogal traag. De dansers zijn wel mooi geschminkt.

Vanmorgen gaan we de Joodse wijk bekijken, die helaas heel toeristisch is en een aaneenschakeling van souvenirwinkels en antiekzaakjes. Iedereen probeert je zijn winkel in te lokken. De synagoge is dicht omdat vrijdag een vrije dag is voor de Indiërs.

Munnar

Wandelen langs theeplantages op de bergen

Vanmorgen vroeg gaan we naar het busstation. Er staat ‘superfast’ op de bus en hij maakt zijn naam waar. Binnen vier uur zijn we in Munnar. Het is hier koeler met droge lucht. We vinden een ‘cottage’, een huisje met drie hotelkamers, dat een klim boven het centrum van het dorpje ligt.

We zijn de enige gasten, dus onze gastheer is dolblij. Hij wil thee voor ons zetten, maar we zijn toe aan eten, dus we gaan eerst lunchen. Daarna lopen we een stukje de stad uit met uitzicht op de theeplantages op de bergen, waar Munnar bekend om staat.

Vanmorgen maken we een lange wandeling langs theeplantages, een waterval en nog meer theeplantages. Het tweede deel van de 10 km wandeling is het zwaarst, bergopwaarts.

De mensen zijn aardig, iedereen zwaait naar je alsof je al jaren goed bevriend bent. Aan het einde van de wandeling drinken we een verkoelende lassie in de tuin van het hotel.

Kumily

Olifanten, tijgers en apen in Periyar National Park

Vanochtend nemen we de bus naar Kumily, het vertrekpunt voor Periyar National Park. De busrit gaat door de bergen met mooi uitzicht op theeplantages.

Kumily is veel toeristischer dan we dachten, met veel souvenirshops. ‘s Avonds eten we heerlijke groenten met zoetzure saus en rijst voor minder dan een euro.

De volgende ochtend vroeg maken we een jungle walk in het park. We zien een groep van zes olifanten op zo’n 100 meter afstand. Vervolgens zien we een hert dat is gedood door een tijger, volgens de gids komt hij het hert later opeten.

Er is hier weinig concurrentie van andere tijgers, er zijn er maar 30 in het park, dus hij heeft niets te vrezen. Ook zien we een groepje wilde zwijnen.

Als we ‘s middags wachten tot we onze boottocht kunnen maken, horen we opeens een hoop kabaal. Er komt een aap aan. We zagen al een waarschuwingsbord dat je op je bezittingen moet letten. De aap loopt op de railing achter mij langs, pakt mijn glas sinas van tafel en laat het op de grond vallen. Ik spring op, omdat ik geen sinas op mijn broek wil hebben en de aap legt gelijk zijn tanden bloot. Wat een agressieveling. Er komen er nog een paar aan. Gelukkig zijn ze alleen uit op de sinas. Ze jatten onze flesjes met de rest van de inhoud. We gaan ergens anders zitten, enge beesten.

Tijdens het boottochtje zien we een kudde van ongeveer 10 olifanten met kleintjes erbij aan de oever van het meer. We kunnen ze nu van dichterbij bewonderen. Sommigen zijn aan het baden of modder op hun rug aan het spuiten. Ook zien we sambar herten, bizons, wilde zwijnen en aalscholvers, ibissen en ijsvogels.

Alleppey

Boottocht over de binnenwateren van Kerala

Na de middag arriveren we in Kottayam, waar we later de ferry zullen nemen naar Alleppey. We lopen door de winkelstraat en zien de meest lugubere bedelaar tot nu toe. De man is werkelijk over zijn hele lichaam bezaaid met gezwellen. Wat een erge ziekte. Tja, ook dit is India…

De boottocht naar Allepey duurt drie uur en dat is ons net te lang. We moeten ook wennen aan het warme vochtige klimaat.

We huren een bootje om de backwaters te zien. Het heeft een rieten dakje en twee rieten stoelen. Op het laatste moment stapt er behalve de schipper nog een jongen aan boord. Hij schijnt een gids te zijn, maar daar hadden we niet om gevraagd. Hij geeft alleen nutteloze informatie, zoals ‘Kijk, een school. Hier is hotel …’

Jammer, want het boottochtje zelf is leuk, langs het dagelijkse leven van de bewoners van de backwaters. Mensen doen de was, werpen een hengeltje uit of wassen hun koe. De hele walstrook is bezaaid met kokospalmen en bananenbomen. Af en toe zien we een woonboot.

Varkala

We mogen zelf de huurprijs voor de fietsen bepalen

We nemen de volgende dag een vroege trein naar Varkala. Op advies van de riksjaman nemen we een ander hotel dan we hadden gepland en daar zijn we heel blij mee. De kamer is schoon, heeft een balkon en is goedkoop. Het is hier goed uit te houden door het zeewindje. We zien de zee vanaf het balkon, achter wat huizen weliswaar.

Als we op onderzoek uitgaan, ontdekken we een leuke kustweg bovenaan de kliffen die recht uit zee steken. Langs de weg zijn winkeltjes en restaurantjes.

‘s Middags wordt het erg warm en we zoeken het strand op. Wel even de kliffen af klauteren. Eerst via een trap, dan een stukje over de rotsen maar het zandstrand is het waard. De zee is warm en er wordt gewaarschuwd voor de verraderlijke onderstroom.

De jongen van het hotel verhuurt zijn fiets en die van een vriend voor een ochtend aan ons. We mogen zelf de prijs bepalen. Helaas is het niet zo leuk fietsen, langs drukke wegen en behoorlijk heuvelachtig. Bovendien zijn mijn luchtwegen behoorlijk verstopt, dus na 10 km houden we het voor gezien.

De beloofde vissersdorpjes hebben we tot op heden niet gezien. Twee autoriksja’s willen ons wel terugbrengen met de twee fietsen. Zoiets hebben ze nog nooit meegemaakt. Ze lachen naar alle bekenden onderweg. Nu staan we tot in de wijde omtrek bekend als de toeristen die niet meer wilden fietsen.

Kovalam

Snorkelen tussen prachtig gekleurde vissen

We nemen vanmorgen de trein naar Trivandrum, die bijna op zijn eindbestemming is, dus hij is praktisch leeg. Eindelijk eens ruim zitten in een Indiase trein. In Trivandrum is het een klein stukje lopen naar het busstation.

In Kovalam vinden we een prima hotel net achter de boulevard van de Lighthouse Beach, het populairste strand van Kovalam. We hadden ons Kovalam veel groter voorgesteld, maar het is een rustig badplaatsje zonder massatoerisme.

De boulevard is leuk omdat het strand op hetzelfde niveau ligt en niet 20 meter lager zoals in Varkala. Na de lunch wordt het een middagje strand, dit keer met lekkere ligbedden. Het is goed uit te houden in de zon door het stevige zeebriesje.

De volgende ochtend gaan we snorkelen. We stappen in een boot met onze duikbrillen, snorkels en flippers. Het is een half uur varen naar het koraal, langs een leuk vissersdorpje en een mooie moskee. Alleen het boottochtje is al leuk, lekker op het water met alleen het gepeddel achter je. Onderweg worden we door mensen in andere bootjes gegroet. We zien roofvogels vis uit zee vangen.

Na een half uur hebben we een rustig baaitje bereikt. Duikbril, snorkel en flippers aan en het warme zeewater in. Het koraal is niet groot, af en toe wat stukjes, maar de vissen zijn fantastisch. Het lijkt wel of we in een groot zee-aquarium zwemmen. Prachtig gekleurde vissen, grote en kleine, en rare bolle vissen met uitstekende ogen. Ook zien we een school met zilveren visjes, sardines? Verder veel zee-egels en zeekrabben. We snorkelen een uur en ondanks dat het een klein stukje is waar ze zitten, blijf ik mijn ogen uitkijken.

Na de lunch hebben we niet zo’n zin om alweer op het strand te gaan liggen, dus we wandelen naar het dorpje Vizhinjam, dat we zagen tijdens het boottochtje. Het is een vissersdorpje met kleurige bootjes op het strand.

Een aantal jongens van een jaar of 10 loopt met ons mee, ze oefenen hun Engels met ons. Ze vragen om een pen, maar we hebben niets bij ons. Alle pennen, stickers en ballonnen liggen in het hotel. We hadden deze meegenomen voor zo’n moment als dit. Een jongen geeft ons zijn adres en wil het onze ook, maar we hebben geen pen bij ons.

Hij vraagt ons mee te gaan naar zijn huis. Dat doen we. Daar maken we een foto van hem en zijn familie en beloven die op te sturen. De familie is erg aardig, hij heeft nog twee broers en twee zussen. Zijn vader is visser. We beloven morgen terug te komen met alle spulletjes. De jongen heeft zakenbloed en maakt gelijk een afspraak met ons om 16.00 uur. We lachen ons rot. We lopen terug terwijl de jongens ons begeleiden en de kortste weg wijzen.

Vanochtend maken we een tripje naar Arruvikara, een dorpje op 15 km afstand van Trivandrum. Hier zou volgens de Lonely Planet een mooie tempel aan een rivier liggen. Als we met de bus aankomen, kijkt iedereen ons raar aan, wat doen jullie hier? Als we vragen waar de tempel ligt, zeggen ze dat er geen tempel is. Ook als we rondlopen, zien we niets wat er op lijkt, het is gewoon een woongebied. Dan nemen we maar de bus terug naar Trivandrum. Na een wandelingetje daar, gaan we terug naar Kovalam.

Rond 15.00 uur lopen we terug naar het dorpje van gisteren, met alle spullen in een plastic tas. Ondanks onze afspraak is de jongen er niet, hij zit nog op school. Maar we zijn van harte welkom bij zijn moeder en geven haar de zak met spulletjes. Het jongere zusje heeft de sleutelhanger met de klompjes al te pakken.

We lopen terug en genieten van onze laatste avond en kopen de laatste souvenirs. Morgen vliegen we naar Nederland.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win