×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rondreis Namibië

Olifanten ruziën met een groepje jakhalzen

Reisverslag: Geja Rijsman
Foto's: Geja en Michael Rijsman, Jos Drabbels en Sophia Stein

Langs de rand van Waterberg naar Grootfontein, waar de Hoba meteoriet zo hard insloeg dat er bergen ontstonden. In Etosha NP dromt het wild samen bij de waterpoelen. Bij Brandberg zijn oude muurschilderingen van Bosjesmannen. Via de zeehonden van Cape Cross naar de duinen van Sossusvlei en de Fish River Canyon.

Vroeg in de middag komen we aan bij Zelda’s opvangkamp, 20 kilometer na de grensovergang met Botswana. Hier worden wat jachtluipaarden, een luipaard, een caracal en bavianen opgevangen.

Na de lunch gaan we de dieren bekijken. We zien bavianen, geiten en stokstaartjes. Het luipaard laat zich echter niet zien. Dan de cheeta’s. We zien er twee langs de rand van de kooi. Als we dichterbij komen, zijn ze echter verdwenen. Dan terug langs de luipaardkooi, want om half vijf wordt er gevoerd.

We blijven een hele tijd bij het luipaard en maken veel foto’s. We plagen ‘m een beetje door onze rug toe te draaien, waarop altijd een aanval volgt. Verder ziet hij er snoezig uit.

Als we weer bijna bij de ingang zijn komt er een jeep aan en wordt er naar ons gewenkt. We blijken in overtreding te zijn, je mag alleen bij de bavianen komen. Het luipaard is nog jong (2,5 jaar) en zou wellicht over het enorme hek kunnen springen.

Eerst worden de cheeta’s gevoerd. Het blijken er zeven te zijn, vandaar de enorme kooi. De stukken vlees worden over het hek gegooid. De grootste wint het steeds en gaat er dan vandoor met zijn ‘prooi’. Gelukkig voor de zwakste, want het laatste stuk is tevens het grootste.

Voor het luipaard ligt vlees in een apart stuk van zijn kooi. Als ze dat openmaken, gaat hij eerst z’n territorium afbakenen. Omdat hij alleen is heeft hij geen haast met eten.

De caracal heeft een veel kleiner kooitje met dak. Hij blaast vervaarlijk als je te dicht in de buurt komt. Gelukkig zijn de tralies heel dik.

Dan gaan we op bezoek bij de Bosjesmannen. Een stel vette blanken heeft dit geregeld en het is ons wel duidelijk dat zij het grootste deel van de opbrengst krijgen.

Eerst gooit een jongen met een speer. Dat is wel knap. Dan mogen we ze bekijken bij hun hutjes. Het is een groep van ongeveer 20 mannen en vrouwen (1 kind).

In de hutjes kun je de moderne kleding nog zien liggen, maar op dit moment dragen ze lendedoeken en lappen rokjes en een soort tamboerijnen om hun enkels.

Dan volgt de dans. Het zingen is nogal indringend en bezorgt mij hoofdpijn. Het kind doet mee, maar heeft er duidelijk geen zin in. Kinderarbeid!

We krijgen ook nog wat vlees en een slok bier en iets anders. Het vlees smaakt goed, de rest is smerig. Het kind loopt er met de fooienpot achteraan. Als ze proberen iedereen mee te krijgen in de dans, gaan wij ervandoor.

Waterberg en Grootfontein

De Hoba meteoriet is de grootste die is gevonden

‘s Ochtends vroeg vertrekken we per truck. We kamperen in Gobabis. Als iedereen nog zit te eten, vertrekken wij vast naar het uitzichtpunt. We hebben behoefte aan wat rust.

Eerst stijgt het pad geleidelijk tot voorbij het zwembad en resort, dan gaat het steil omhoog. Prachtige rode rotsen torenen boven ons uit. Na 40 minuten zijn we op de top. Onderweg hebben we geruime tijd stilgestaan om een aantal rock hyraxs (dassies) te bewonderen, fotograferen en filmen.

Op het uitzichtpunt staan we te genieten als Jos en Sophia boven komen. We besluiten ‘het pad’ verder omhoog te volgen. Uiteindelijk komen we op een prachtig uitzichtpunt, waar we het vorige uitzichtpunt beneden ons zien liggen.

Het is nog heel vroeg als we de volgende ochtend vertrekken. Ruim een half uur rijden we langs de rand van Waterberg en hebben een prachtig uitzicht. Iets later zien we links van de weg twee steenbokken. Vlak erna steken drie giraffenekken boven het dichte struikgewas uit.

Het gravel van de weg en omgeving verandert van rood in wit. Regelmatig komen we over een wildrooster of moeten we een hek openmaken om verder te kunnen.

We komen aan bij de Hoba meteoriet, vlakbij Grootfontein. Deze meteoriet is de grootste die op aarde is gevonden en je kunt mooi zien dat er in de directe omgeving bergen zijn ontstaan door de inslag. Volgens een folder besloeg de meteorietenregen zo’n 2500 vierkante meter.

Etosha Nationaal Park

's Avonds verdringt het wild elkaar bij de waterpoel

We rijden verder naar Etosha. Daar zien we een groepje giraffen langs de kant van de weg. We blijven een hele tijd stilstaan en genieten van de prachtige beesten. Er zijn drie jongen bij. We zijn even na de middag op de camping Namutoni op 1100 meter.

Na de lunch gaan we op autosafari. We zien enorm veel dieren, veel giraffes en zebra’s en die hadden we nog bijna of niet gezien (behalve uit het vliegtuig boven de Okavanga Delta of dood) dus we zijn helemaal gelukkig.

We zien verder een enorme kudde olifanten met heel veel jongen, een jakhals, spiesbokken en springbokken. En ook nog een paar koedoe’s, bat eared foxes, wildebeesten, struisvogels, wrattenzwijnen en Kori-buizerds.

Na het avondeten gaan we bij de droge waterpoel kijken. Logischerwijs geen dieren hier. De poel is helaas droog omdat de waterpomp kapot is. Wij gaan na de waterpoel de wandelroute over de camping lopen. We zien alleen een giraffe die dicht bij het hek staat en wegloopt als we te dicht in de buurt komen.

De volgende ochtend gaan we al weer vroeg op autosafari. Meteen buiten de camping zien we een gevlekte hyena. Jammer dat ‘ie er zo snel vandoor gaat. We zien veel van dezelfde beesten als gistermiddag, alleen geen olifanten.

Verder een secretarisvogel, nog een gevlekte hyena en best of all een cheeta. Wel ver weg maar toch erg leuk. We blijven er erg lang bij staan en hopen steeds dat ‘ie wat dichterbij komt. Als de cheeta eindelijk in het gras gaat liggen rijden we nog even verder naar de waterpoel. Daar zien we echter niets en als we terugrijden zien we weer de cheeta. We blijven weer staan.

De cheeta ziet een wrattenzwijn uit de bush komen en sluipt erheen. Als wij de truck starten, schrikt hij echter en geeft z’n jacht op. Helaas. Na terugkomst vertrekken we meteen naar Halali, een andere camping in het midden van het natuurpark Etosha.

Onze chauffeur rijdt om via mooie waterpoelen waar we veel beesten zien. Helaas geen leeuw of luipaard, maar wel prachtige giraffen, zebra’s, spiesbokken en springbokken. We zien ook een paar keer een steenbokje in het struikgewas. Een keer stoppen we om foto’s te maken. Helaas stoppen we niet als een dikdik vlak voor de truck is overgestoken, maar de truck stopt wel voor een rood hartenbeest.

We lunchen op Halali en hebben de tijd om even naar de waterpoel te gaan. Daar komen net drie koedoe vrouwtjes naar het water.

We rijden verder naar de volgende camping, Okaukuejo. We gaan zo snel mogelijk bij de waterpoel zitten. Als we aankomen staat er een kudde van 12 olifanten waarvan vele nog jong. Als de olifanten weglopen maken ze trompetterend ruzie met een groepje jakhalzen.

Het duurt een tijdje voordat er na deze kudde nieuwe dieren op komen duiken. Wel vliegen er heel veel kleine vogeltjes rond de waterpoel. Ik erger me blauw aan mensen die veel te hard zitten te kletsen. Ineens komt er een eenzame olifant drinken. Hierna is het tijd voor een flinke groep jakhalzen.

Na het eten gaan we weer naar de waterpoel. Er komt een enorme olifant aan. Hij komt naar onze kant van de poel en gaat daar uitgebreid staan drinken. Dan denk ik een wrattenzwijn te ontdekken aan de rand van de lichtkring.

Als hij echter vlak bij de poel is blijkt het een neushoorn te zijn. Ik had verwacht dat die veel groter zou zijn. Samen met de olifant drinkt ‘ie een tijdje uit de poel. Als ze allebei weg zijn volgen nog jakhalzen en twee keer een springbok.

Brandberg

's Nachts scharrelen jakhalzen om de tent

We gaan de volgende ochtend vroeg nog even snel naar de waterpoel, waar we een kudde zebra’s aantreffen. Daarna moeten we vertrekken. We vragen onze chauffeur Janni of hij nog even bij de waterpoel wil stoppen want Willemijn dacht daar een vos gezien te hebben.

Het blijkt een jakhals te zijn. Er staan ook nog steeds zebra’s en er komt een hele kudde springbokken aan. Daar genieten we nog een kwartiertje van en dan gaan we verder, het park uit.

Vandaag rijden we naar Brandberg. Het landschap is nogal kaal. De kleur van de grond verandert weer van wit in rood als we in de buurt van Brandberg komen. We stoppen onderweg nog in Outjo, waar we even naar huis kunnen mailen. En we stoppen langs de weg bij een paar vrouwen in traditionele klederdracht die poppen in dezelfde klederdracht verkopen.

Al vroeg in de middag zijn we bij Brandberg. We zetten onze tent op in een bushkamp. Dan gaan we wandelen onder begeleiding van een gids. We lopen door een kloof tussen de heuvels en stijgen slechts 110 meter. Het is een mooie eenvoudige wandeling.

Onze gids is een rare snuiter, hij heeft geen voortanden, rookt wiet en praat onverstaanbaar Engels. In het begin proberen we ‘m wel te verstaan maar langzaam aan geeft iedereen het op.

We bewonderen de muurschilderingen van de White Lady en lopen nog verder naar andere muurschilderingen. Ze zijn door echte kunstenaars gemaakt, je kunt de springbokken, zebra’s en mensen bijzonder goed herkennen. Tijdens de wandeling zien we alleen dassies.

Terug in het bushkamp zet Janni een spade klaar die je mee kunt nemen als naar de wc moet. Hij heeft al een vuur gemaakt met de in Zambia gekochte kolen en vraagt een aantal heren om hout te gaan sprokkelen. Michael, Jos en Jay komen uiteindelijk zwetend met een enorme boomstronk aanzetten. Hiermee kan de hele nacht wel vuur gestookt worden. De zon kleurt de wolken prachtig rood.

Dan gaan de stukken vlees op het vuur. Springbok wel te verstaan en enorme lappen. Ze hebben het vlees al voorgekookt, dus het is vrij snel klaar. We genieten van de opkomst van de volle maan.

Het lijkt net of de tentjes tussen de bergen op een sneeuwvlakte staan, zo wit kleurt het gras. Het is al half elf als we naar bed gaan. ‘s Nachts scharrelen jakhalzen om de tent, maar dat weerhoudt me er niet van om te gaan plassen.

Sesriem

Het avondlicht kleurt de duinen steeds roder

Het oprollen van de tent de volgende ochtend moet voorzichtig gebeuren want er kan een slang onder de warme tent gekropen zijn. Gelukkig is dat niet het geval.

In ruim anderhalf uur rijden we naar Cape Cross waar we een half uur de tijd krijgen om de zeehonden kolonie te bekijken. Er leven hier tussen de 130- en 180 duizend zeehonden. Het stinkt ontiegelijk, maar het is wel leuk en indrukwekkend om zo dichtbij zo veel zeehonden te staan.

Vervolgens rijden we verder naar Swakopmund, een kustplaats, waar we aan het begin van de middag arriveren. We overnachten hier in een hotel.

Rond half één ‘s nachts worden we wakker van een schreeuwende vrouw. Ze is erg boos en waarschijnlijk op zoek naar een overspelige echtgenoot bij wie ze wel wat wil breken. Ze staat minstens een kwartier te schreeuwen.

Na het ontbijt maken we een wandeling. We gaan eerst naar de duinen, waarvan we één beklimmen. Het zand is veel beter beloopbaar dan verwacht. Over het strand gaan we terug richting hotel.

We besluipen een groepje pelikanen, bij een binnen-meertje vlak bij zee staan een paar flamingo’s en op de rotsen aan de kust staan aalscholvers.

De truck haalt ons op bij het hotel. Net buiten Swakopmund stoppen we even om een duin te beklimmen. Daarna gaat het in één keer door naar Walvisbaai. Daar stoppen we aan de kust bij een baai waar veel pelikanen en flamingo’s zitten.

Onderweg zien we prachtige rotsen liggen. Vervolgens gaan we in één keer door naar de camping in Sesriem. Janni rijdt ons naar een duin in de buurt om de zonsondergang te bekijken.

We klauteren enthousiast de duin op en krijgen dan een domper. Erachter liggen hogere duinen en daarachter gaat de zon straks onder. We klauteren verder. Als ik nog een duin hoger klauter, zie ik een nog hogere duin voor me.

Ik besef dat ik nooit op tijd boven zal komen en ga moedeloos zitten. Ook de anderen die nu bovenkomen zien het niet meer zitten. We besluiten naar beneden te gaan en te proberen om het duin heen te lopen. We lopen een heen eind om de duin heen, maar komen niet ver genoeg. Wel staan we op een gegeven moment heel dicht bij twee koedoe’s die net iets hoger op de grasvlakte staan.

Michael is wel op tijd om de foto’s te maken. Het licht op de vlakte verandert langzaam en dat geeft een prachtig resultaat. In de verte kleurt het gras groen in plaats van geel en de duinen worden steeds roder.

We staan heel vroeg op en rijden al voor zonsopgang in de ijzige kou naar Dune 45 waar we de zonsopgang gaan bekijken. Een mooie klim over de kam van het duin levert een prachtig uitzicht op. Langzaam kleuren de duinen roder er roder als de zon omhoog kruipt.

We zijn gelukkig op tijd, dus we hoeven niet naar boven te rennen deze keer. We blijven geruime tijd op het duin van het uitzicht genieten en rennen dan samen met Jos en Sophia via de steile kant van de duin naar beneden. Je zakt zover in het zand dat je niet teveel snelheid ontwikkelt.

We rijden verder naar Sossusvlei. Daar gaan we wandelen. We volgen het pad dat door de jeeps gemaakt is de vallei in. Aan beide kanten rijzen hoge zandduinen boven ons uit. Achter ons, tegen het licht in, lijkt het net of de duinen bedekt zijn met een laag sneeuw, terwijl ze voor ons prachtig rood kleuren.

 

Na een uurtje besluiten we over een duintje te klimmen en komen we in een erachter gelegen vallei terecht. We denken eerst dat we een fata morgana zien, maar als we dichterbij komen blijkt hier echt een meer te zijn.

Jos is al op een duin geklommen en Sophia klimt naar hem toe. Terwijl Bianca en Chris rechtsomkeert maken, proberen wij recht over de duinen naar de truck terug te keren. Dat is een flinke klauterpartij.

Ik ben bang dat we niet op tijd bij de truck zullen zijn. We moeten steeds hoger en hoger om over de duinen heen te komen. Dan zien we gelukkig eindelijk weer een vallei die we recht over kunnen steken.

In de vallei zien we zelfs een springbok, een spiesbok en een struisvogel. Hierna is het nog een kilometer over de duinen naar de truck. We moeten dus nog wel wat klauteren, maar gelukkig zijn de duinen hier niet zo hoog. Tot mijn verbazing zijn we toch op tijd terug bij de truck.

Aan het einde van de middag brengt Janni ons naar de Sesriem canyon. Volgens de legende waren er zes riemen van ossenhuid nodig om met een emmer water uit de kloof te halen, vandaar de naam Sesriem.

We dalen af in de kloof. Na een tijdje door de kloof gelopen te hebben, gaan we naar boven en lopen langs de rand van de kloof terug naar de truck.

Fish River Canyon

We lopen langs de rand naar het volgende uitzichtpunt

We vertrekken ‘s morgens vroeg voor de zeer lange rit naar Fish River Canyon. Het landschap gaat over van duinen in bergen en dan zien we de kloof mooi liggen. We maken nog een korte stop om een kokerboom te bewonderen.

We zetten snel onze tent op en dan vertrekken we naar de kloof om de zonsondergang te zien. Janni dropt ons bij een uitzichtpunt en we lopen langs de rand van de kloof naar het volgende uitzichtpunt. Dit is tevens het startpunt van de meerdaagse wandeltocht door de kloof. Helaas mag je niet meer voor een ééndaagse wandeling afdalen in verband met ongevallen die hier gebeurd zijn.

Met het grootste deel van de groep bewonderen we de zonsondergang die de kloof niet zo rood kleurt als door de folder beloofd. Pas als we bijna terug zijn bij de truck kleurt de lucht prachtig rood. We gaan niet al te laat naar bed. Onze laatste nacht in Namibië.

We vertrekken om 7 uur richting Zuid-Afrika. In Zuid-Afrika bezoeken we Kaapstad en de Tafelberg, om vervolgens het vliegtuig naar huis te nemen.

Geja en Michael Rijsman, Jos Drabbels en Sophia Stein.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!