×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rondreis Oekraïne

Kerken, kathedralen en kloosters met gouden koepels

Reisverslag: Ton Groothedde
Foto's: Wil Deckers & Ton Groothedde

Oekraïne is prima per trein te bereizen: de hoofdstad Kiev met zijn kerken en kloosters, Tsjernobyl dat nog steeds gebukt gaat onder de kernramp, Lviv met zijn musea en mooie panden rond het Ploshcha Rynok-plein, het wat tegenvallende Odessa en Jalta en de Krim, waar tsaren veel paleizen bouwden en de Zwarte Zee nooit ver is. Het land met de grote, met leed doordrenkte historie bloeit langzaam weer op.

Kiev

Oude kerken en nieuwe kledingzaken met de duurste merken

Als we de aankomsthal van Boryspil International Airport uitkomen worden we direct omringd door mensen die ons slaapplaatsen en taxi’s aanbieden. Boryspil ligt zo’n veertig kilometer ten oosten van hoofdstad Kiev. Na wat onderhandelen brengt een taxichauffeurs ons voor 150 grivna naar hotel Ukraina in het centrum van Kiev.

Het hotel ligt pal aan het centrale plein Maydan Nezalezhnosti, aan het eind van Khreshchatyk, een prachtige winkelstraat met brede voetgangersgedeelten. Overal zijn voetgangerstunnels, zodat je de drukke weg niet hoeft over te steken. In het weekend is de weg bovendien afgesloten voor het verkeer.

Kleine levensmiddelenzaken en horecagelegenheden worden afgewisseld door enorme parfumerieën en kledingzaken met de duurste merken. Mooie jonge Oekraïense vrouwen flaneren zich een vouw in de ultra-korte rokken, al is het rond het vriespunt.

Op straat wordt veel bier gedronken, gewoon uit de fles, zittend op een bankje of wandelend. ‘s Avonds zijn veel gebouwen aan Khreshchatyk en Maydan Nezalezhnosti mooi verlicht. De vele fonteinen zorgen voor een gemoedelijke sfeer.

Het communisme mag dan tot het verleden behoren, wat het personeelsbeleid betreft is het nog springlevend. Op elke verdieping van het hotel zit naast de lift een dame die de sleutels beheerd. Bij de deur van de ontbijtzaal van het hotel worden we opgewacht door een dame die onze ontbijtkaart aanneemt en afgeeft aan de ontbijtkaart-gatenknipper. We worden door een volgend personeelslid naar een tafeltje gebracht en krijgen van de knipper onze ontbijtkaart terug, met een keurig geknipt gaatje. Bijna alle tafels zijn leeg en een gedeelte van de grote hoeveelheid personeel staat verveeld om zich heen te kijken.

We wandelen via Maydan Nezalezhnosti en onder de winkelstraat Khreshchatyk door naar de Sofiskaya-straat en het daaraan liggende plein, waar we de lichtblauw en witte St. Sophia-kathedraal met de goud met groene koepels bekijken.

De kathedraal is 37 meter lang, 55 meter breed en 29 meter hoog. Het interieur is prachtig, met de wat donkere kleuren. Er zijn veel fresco’s, mozaïeken en sarcofagen, veelal uit de 10e en 11e eeuw. Een grote sarcofaag is van vorst Yaroslav de Wijze, die de kathedraal in 1017-31 liet bouwen.

We wandelen over het grote Sofiyska-plein langs het standbeeld van Bohdan Khmelnytsky, een kozakkenhoofdman die eerste helft 17e eeuw streed voor een onafhankelijke Kozakkenstaat.

Als we het plein zijn overgestoken staan we al gauw oog in oog met het imposante St. Michaelklooster. Een blauwe toren met gouden koepel doet dienst als entree. Het meest in het oog springend is het grote blauwe gebouw met de zeven gouden koepels.

We nemen de kabeltrein naar de oevers van de Dnjepr en wandelen langs de rivier, op zoek naar het Tsjernobyl-museum. Het wordt vooral foto’s kijken, niet alleen omdat er heel veel hangen, maar ook omdat geen enkele tekst in het Engels is vertaald.

We wandelen naar de op loopafstand liggende Andriyivsky uzviz, een gezellig straatje met kinderkopjes, dat redelijk steil omhoog loopt en aan beide kanten vol staat met stalletjes waar souvenirs worden verkocht als babuschka’s, kettinkjes, houten figuurtjes, sierstenen en shirts.

Het straatje verbindt de lager gelegen wijk Podil en de oevers van de Dnjepr met het hoger gelegen gedeelte van Kiev. Op de top van de heuvel ligt de mooie, blauw-witte St. Andrivy (Andrew) kerk, met haar goud met groene koepels.

Er is net een huwelijksinzegening gaande. De voorganger zingt uit volle borst, terwijl het bruidspaar een drietal rondjes om het altaar loopt. Achter de bruid loopt een vrouw die een zilveren kroon boven haar hoofd houdt. Achter de bruidegom loopt een man die hetzelfde ritueel bij de bruidegom uitvoert.

Tsjernobyl

Stuiterend in een oude Lada naar de plek van de ramp

Via een Oekraïens reisbureau heb ik een excursie naar Tsjernobyl geregeld. Ik wil, nu ik in de gelegenheid ben, proberen mij ter plekke een voorstelling te maken van de impact van een kernramp van die omvang.

We zien de ene na de andere mooie luxe auto langsrijden en bij elke auto zeggen we tegen elkaar dat dat onze taxi wel moet zijn. Tsjernobyl ligt per slot van rekening zo’n 140 km boven Kiev, vlak bij de Wit-Russische grens en een beetje goed vervoer is geen overbodige luxe.

Dan komt een verschrikkelijk oude aftandse Lada voorrijden. De chauffeur stapt uit, loopt naar ons toe en vraagt of wij mister Ton en mister Wil zijn. Als we krakend en piepend de snelweg bereiken wordt duidelijk dat we een tijdje onderweg zullen zijn. De Lada haalt met moeite de 80 km/u en zo rammelen en stuiteren we richting Tsjernobyl. Ik vind het wel wat hebben.

We rijden door dorpjes waar veel mensen handel aan de weg hebben staan, zoals een emmer met aardappelen. Hoe verder van Kiev, hoe minder luxe auto’s we zien en uiteindelijk rijden er bijna alleen nog maar auto’s van de merken Lada, Volga, NSU en Wartburg.

We passeren plaatsjes als Teterev en Ivankiv. Alle stammen van de naaldbomen hebben vanaf een meter of twee boven de grond een rode kleur. We zien nu overal paard-en-wagens, op het land wordt nog ouderwets met het paard geploegd.

Enkele tientallen kilometers voor Tsjernobyl is er vrijwel geen gemotoriseerd verkeer meer te zien. De hoeveelheid vervallen huizen neemt zienderogen toe. We passeren verlaten gehuchtjes, waar alle huizen zijn overwoekerd door heesters en struiken.

Bij een checkpoint moeten we onze paspoorten afgeven. Na een tijdje mogen we door de slagbomen. We passeren steeds meer monumenten en een groter dorpje, waarvan alle huizen ook volledig overwoekerd zijn.

Ook Tsjernobyl ziet er verlaten uit, maar al gauw blijken hier toch mensen te werken, waaronder onze gids voor vandaag Dennis, die gekleed is in een militair uniform en goed Engels spreekt. We worden ontvangen in, let op: State enterprise ‘Agency of Information, International Cooperation and Development ChornobylInterInform’. Hier moeten we eerst plaatsnemen in een stralingsmeter: groen licht betekent acceptabele straling, rood onacceptabele.

Dennis geeft een rondleiding met uitleg over de ramp in 1986, het ontstaan ervan, de gevolgen, de besmette zones, de hoeveelheden radioactief afval enzovoort. De meeste radioactiviteit is neergeslagen op de regio Tsjernobyl en in Wit-Rusland, waar de wind naartoe stond tijdens de ramp. Voor de Kiev was dit een geluk. Minder geluk hadden de mensen in het dorpje Kopaci, dat volledig is verwoest en in zijn geheel is begraven.

We rijden samen met Dennis in de Lada van Anatoly naar het monument voor de eenendertig brandweerlieden die direct na de ramp probeerden de schade te beperken en allen binnen drie maanden overleden. Al behoorlijk onder de indruk van de verhalen passeren we een tweede checkpoint met geüniformeerde mannen.

Het enige wat nog herinnert aan Kopaci, het begraven dorp, zijn enkele gele driehoekige waarschuwingsborden. De geigerteller van Dennis slaat uit naar 67, terwijl 50 normaal gesproken het maximum toelaatbare is.

Na Kopaci komen we eerst bij de reactors 5 en 6, waar de meter oploopt tot 175 microröntgen. Deze reactors waren nog in aanbouw tijdens de ramp. Reactor 3 heeft nog doorgedraaid tot 2000. Er hebben hier nog duizenden mensen doorgewerkt na de ramp.

Uiteindelijk staan we op zo’n 100 meter van de rampreactor, nummer 4, waar volgens Dennis nog 32 ton plutonium in zit. Het omhulsel, bestaande uit ijzer, zand en rotsachtig materiaal, komt verschrikkelijk krakkemikkig over en lijkt aan alle kanten in elkaar te storten. Het lijkt mij sterk dat dit nog een fatsoenlijke beschermende werking heeft. In 2008 wordt een nieuwe sarcofaag om de reactor gebouwd.

Ik sta bij een monument en de geigerteller geeft 550 microröntgen aan. Bij elke stap die ik dichter bij de reactor kom, stijgt dat met vijftig. Het geeft het gevoel dat de straling als het ware in laagjes in de lucht hangt, waarbij je elke stap een nieuw level binnenstapt.

Na het passeren van nog een checkpoint bereiken we Prypiat, ongeveer drie kilometer van de reactor. Ten tijde van de ramp woonden hier vijftigduizend mensen, waaronder veel arbeiders van de reactors.

Prypiat is nu een desolate spookstad met lege flatgebouwen, straten en andere gebouwen. Het is vreemd om in een redelijk grote plaats rond te lopen terwijl alles verlaten is. Op een kermisterrein, waar de kermis in 1986 juist was opgebouwd voor de 1 mei-viering, zijn het reuzenrad en de botsauto’s roestige getuigen van de ramp.

Mos, bessen en paddestoelen schijnen straling te absorberen en langer vast te houden. Op het kermisterrein legt Dennis de geigerteller op een tegel. De meter geeft 100 microröntgen aan. Vervolgens legt hij de geigerteller op een stuk mos. De geigerteller schiet in recordtempo naar de 2000.

We rijden door het Rode Bos, dat enorm besmet is geraakt en helemaal rood was gekleurd, tot aan de naalden van de bomen toe. Ook het feitelijke Rode Bos schijnt te zijn begraven. Inmiddels is er alweer redelijk wat bos te zien, het zal allemaal nieuwe aanplant zijn.

Anatoly stopt midden op de weg en Dennis houdt de geigerteller buiten het raam, nadat hij hem eerst heeft omgeschakeld op milliröntgen. De teller ratelt dat het een lieve lust is en als het metertje omgerekend ruim 3000 microröntgen aangeeft, haalt Dennis snel de meter binnenboord en maant Anatoly door te rijden. Op deze plek zal de meter volgens Dennis doorlopen tot 10.000 microröntgen.

Sinds 1996 zijn in Tsjernobyl en Prypiat weer toeristen toegelaten. Veel zijn het er in ieder geval niet, we zien vandaag alleen een bus met schoolkinderen uit Oekraïne.

Op weg naar Paryshev gaan we eerst langs het plaatselijke winkeltje, waar Dennis ons vraagt om iets te kopen. De dame van de winkel kan zo een klein beetje verdienen. Wij kopen wat grote flessen bier en wat water. Dennis doet hetzelfde en koopt ook wat brood.

We tuffen verder en stoppen na een korte tijd op een brug over de Prypiatrivier. Vanaf de brug is Wit-Rusland te zien en Dennis, die een sigaretje wil roken, neemt alle tijd om een beetje rond te kijken en nog wat feiten te vertellen. Zoals dat het koelwater van de reactors tot 1999 nog werd geloosd in de Prypiatrivier, die uitmondt in de Dnjepr.

Over een zandweg met enorme kuilen komen we in het gehucht Paryshev, waar inmiddels weer 14 mensen wonen. Piepkleine huisjes duiken op. Sommige zijn redelijk onderhouden, andere totaal vervallen. Het geheel biedt een troosteloze aanblik.

We gaan op bezoek bij Maria en Mikhail, een oud echtpaar dat in een slecht onderhouden huisje woont. Ik vraag hoe ze de ramp hebben doorstaan, Dennis tolkt. Maria blijkt slechts drie dagen weg te zijn geweest en Mikhail helemaal niet, hij weigerde. 21 jaar na de ramp leven beide mensen in ieder geval nog, al piept en kraakt Mikhail in alle voegen.

Maria geeft af op de regering die haar beloftes niet nakomt. Het komt erop neer dat de arme mensen het moeten doen met een ‘goedmakingpensioen’ van vijfentwintig dollar per maand. Als ik vraag hoe de beide mensjes dan in hun levensbehoefte voorzien zegt Dennis ‘ze hebben een koe’.

Uit de kast komt een fles met een minuscuul bodempje wodka, wat Wil en mij wordt aangeboden. Weigeren is eigenlijk uit den boze, maar gezien het kleine beetje wat er nog in de fles zit, slaan we toch beleefd af. Pa na drie keer aanbieden en evenzoveel keren weigeren leidt de uitleg dat we niet hun laatste wodka op willen drinken tot begrip bij de oude mensen. Ze vragen of we nog een foto willen maken, wat we maar doen. Dennis geeft het pas gekochte brood aan Maria en een fles bier aan Mikhail. Wij geven ze ook ons bier en wat geld.

Als we na een bezoek aan een tweede huisje uiteindelijk de zandweg weer af zijn gehobbeld, gaan we langs het Monument of Glory ter herinnering van de slachtoffers van de ramp, maar ook van WO II. Op een veldje naast het monument staan wat tanks en voertuigen, die volgens Dennis zijn schoongemaakt. Op onze vraag hoe je die dan schoon moet maken, zegt Dennis in al zijn wijsheid: ‘That’s not possible’.

Tot slot bezoeken we een kerk uit de 18e eeuw die in 2004 is gerestaureerd. De overheid zet bussen in om de paar mensen die inmiddels weer in de omgeving wonen de gelegenheid te geven deze kerk te bezoeken.

Na de zeer uitgebreide maaltijd die ons als afsluiting van ons bezoek aan Tsjernobyl wordt aangeboden nemen we afscheid van Dennis en pruttelen terug naar Kiev. We zijn nog maar net op weg of het volgende checkpoint dient zich aan. We moeten uitstappen en staand plaatsnemen in een manshoog apparaat. Het apparaat scant, iedereen groen en door maar weer. Na een lange rit zet Anatoly ons af bij het station van Kiev, waar we de trein naar Lviv nemen.

Lviv

Rond het Ploshcha Rynok-plein staan mooie panden

Rond acht uur de volgende morgen komen we aan in Lviv (Oekraïens), Lvov (Russisch) of Lemberg (Nederlands en Duits). Lviv heeft een mooi met kinderkopjes geplaveid centrum. Rond het centrale plein Ploshcha Rynok, met 19e eeuwse stadhuis, staan mooie panden, die echter wel een likje verf kunnen gebruiken. Op elke hoek van het plein staat een beeld van een Griekse god: Diana, Neptunus, Adonis en Amphitrite.

We nemen een taxi, een heel oude Volga, naar het Lychakivski-kerkhof, waar 400.000 mensen hun laatste rustplaats vonden. Redelijk voor op het kerkhof ligt het graf van Ivan Franko (1856-1916), de grote nationale dichter. Er zijn ook graven van andere bekende Oekraïners en verder is het een rustplaats voor duizenden soldaten.

Het als een park aangelegde kerkhof is onderverdeeld in sectoren, waar je de meest eenvoudige graven naast de meest luxueuze en pompeuze tombes tegenkomt. Lychakivski wordt wel het Pere Lachaise van Oost-Europa genoemd. Op veel graven zijn foto’s van de overledenen te vinden en een enorme bloemenpracht, hoewel vaak kunst.

We nemen tram 7 terug naar het centrum, wandelen wat rond en bekijken onder meer het prachtige operagebouw en een orthodoxe kerk.

Het kleine busje naar Zhovkva, een plaatsje in de buurt van Lviv dat we de volgende dag bezoeken, zit vol. Twee oudere dames proberen naast elkaar te zitten, een hele opgaaf. Het bankje is smal, de achterwerken breed en de meegesleepte boodschappentassen omvangrijk. Het levert een vermakelijk schouwspel op, maar na een tijdje is alles in positie gemanoeuvreerd.

Midden in Zhovkva ligt een plein omringd door mooie gebouwen en een gedeelte van een oude vestingmuur, nog met een toegangspoort.

Na een paar uurtjes rondwandelen nemen we de bus terug naar Lviv, waar we het Nationale Museum bezoeken. Het hangt vol iconen en er zijn veel oude boeken te zien.

Rond Ploshcha Rynok zijn diverse musea te vinden, maar je moet er wel even voor zoeken. Nummer zes is het Italian House, met een mooie binnenplaats. Voordat we het renaissance-pand betreden moeten we sloffen aantrekken. We lopen over een prachtige parketvloer met mooie mozaïeken. Er zijn diverse meubels en schilderijen te bewonderen.

Na een kop koffie gaan we de Boims (ook wel Boyim) kapel binnen. Het is een renaissance-kapel met een prachtige zwarte façade, bestaande uit allerlei uitgesneden beelden. De kapel is klein, maar er zijn prachtige muurschilderingen en beelden tot in de top, met als ondergrond de overwegend lichtblauwe kleur van de muren. De beelden lijken je continu aan te kijken.

Na de kapel bezoeken we het Arsenaal, een wapenmuseum met een collectie uit dertig landen. Als we ons suf gekeken hebben naar allerlei, steek-, vuur-, slag- en andere handwapens slenteren we nog wat over een overdekte markt.

Het verkeer in Oekraïne is een enorme chaos. Echt alles rijdt luidt toeterend door elkaar. Wie het meeste lef heeft krijgt voorrang. Probleem is alleen dat veel mensen evenveel lef hebben, wat tot allerlei opstoppingen leidt. Voor het hotel rijdt een bus een spiegel van een tram, beide chauffeuses stappen uit en schelden enkele minuten tegen elkaar terwijl ze de hele weg blokkeren.

We pakken een taxi naar Castle Hill. We moeten een trap op met 255 treden. Op de top van de heuvel waar vroeger het kasteel stond staat nu een soort zonnewijzer, die de vier windrichtingen aangeeft. Hier heb je een mooi uitzicht over Lviv.

Weer beneden drinken we koffie en wandelen terug naar de stad. De oude en van buiten zeer vervallen Armeense kerk is niet te bezichtigen.

Het apothekersmuseum zit in een apotheek vlakbij het centrale plein. Het pand is niet al te groot maar het museum, dat wordt bereikt door een deur achter de toonbank, is verrassend ruim, met een grote hoeveelheid apothekersattributen in diverse kamers, kelders en gewelven.

De St. George kathedraal is het historische centrum van de Oekraïens-katholieke kerk. De kathedraal, vlakbij het standbeeld van Ivan Franko in het Ivan Franko-park, is opgetrokken uit geel steen en erg mooi van binnen.

Ook Lviv heeft een prachtig stationsgebouw. We nemen er de trein naar Odessa, waar we 8 uur de volgende ochtend aankomen.

Odessa

Gehavend beton en verroeste steigers langs een vies strand

We wandelen door een grote winkelstraat en komen uit bij de haven. Van de eerste indruk van Odessa worden we niet echt gelukkig. Er is al enorm veel luid claxonnerend verkeer en op dit vroege tijdstip voel en proef je gewoon de uitlaatgassen.

We komen aan de onderkant van een hoge trap en vragen ons af of dit slecht onderhouden geheel de wereldberoemde Potemkin-trappen zijn, die te zien zijn in de filmklassieker Pantserkruiser Potemkin en te pas en te onpas worden gebruikt om Odessa te promoten.

Ik heb een gids geregeld om meer van Odessa en de achtergronden van deze stad te weten te komen. Op voorhand hadden we Odessa namelijk hoog ingeschat. Gids Natalia, een keurig verzorgde vrouw van een jaar of zestig, pikt ons met auto en chauffeur op bij hotel Tsentralnaya.

We rijden door het verschrikkelijk drukke Odessa, beklimmen de Potemkin-trappen en wandelen langs het mooie stadhuis en het net gerestaureerde operagebouw. Het moet gezegd, je kunt vanaf de Potemkin-trappen wel een mooie wandeling maken over de boulevard die vanaf het stadhuis loopt.

Natalia stelt voor het strand te bekijken. Na twintig minuten rijden slenteren we vanuit de Franse wijk over een zeer slecht onderhouden weggetje naar beneden. Gezien de vele grote tankers in de haven van Odessa konden we ons bij die stranden al niet zoveel voorstellen en onze vrees wordt bewaarheid. Een vies strand, met overal gehavend beton. Verder staan er verroeste steigers in het water, dat ook een hele vieze indruk maakt.

Tijdens een kop koffie vraagt Natalia wat voor werk we doen. Als ik zeg dat we voor de overheid werken, zie ik de schrik in haar ogen. Vanaf dat moment bespeur ik een soort wantrouwen en gereserveerdheid bij Natalia. Zo vraagt ze Wil of zijn camera een professionele is, op een manier die afwijkt van gewone interesse.

Als Wil even een stukje bij ons vandaan is, komt Natalia met haar gezicht dicht bij het mijne en vraagt op samenzweerderige toon, wijzend op een blokje reflecterend materiaal: ‘What is that on your coat?’ Ik buig mij even samenzweerderig naar haar en zeg: ‘reflection’. Natalia gelooft er geen moer van en stelt voor naar de auto te gaan. We rijden nog een paar minuten rond en dan zegt Natalia: ‘Ok, gentlemen, the tour is finished. Thank you very much’.

We bezoeken het archeologisch museum van Odessa, met oudheden van rond de Zwarte Zee: veel beelden, maar ook sarcofagen, skeletten en potten en pannen. Opvallend en grappig vind ik een Romeins beeld: authentiek naar een Grieks voorbeeld, zo valt op het begeleidende bordje te lezen.

Het literatuurmuseum is gevestigd in een prachtig pand. Het museum is de moeite waard om te bezoeken, de bijbehorende beeldentuin absoluut niet.

Op weg naar het station komen we op een grote overdekte vleesmarkt. Er wordt gehakt en gesneden dat het een lieve lust is. Overal hangen halve koeien, varkens en schapen. Als we buiten komen via een achteruitgang zien we dat de halve varkens gewoon in een aanhangwagen worden aangevoerd, zonder enige vorm van bescherming of koeling.

Jalta

Prachtig uitzicht op de Zwarte Zee en het Krimgebergte

Om 05.00 uur lopen we station Simferopol uit richting trolleybus. Het is de meest tijdrovende en de minst comfortabele manier van vervoer naar Jalta, maar je krijgt maar één keer de gelegenheid om het langste trolleytraject ter wereld af te leggen. Dus pruttelen we de donkere nacht op de Krim in.

Trolleybus 52 doet 2,5 uur over de 85 km van Simferopol naar Jalta. Af en toe klinkt er een geraas door het oude gevaarte en wordt de bus verwarmd, maar lang duurt dit niet, waardoor het snel weer afkoelt.

Als het licht wordt zien we dat de omgeving prachtig is, hoge bergen doemen op en we kijken uit over de Zwarte Zee. Om tien over half acht rijden we Jalta binnen.

We nemen een taxi en brengen de bagage naar hotel Jalta, een groot gebouw hoog op een heuvel net buiten Jalta. Via een lift naar beneden komen we in een soort slurf van beton, die ons naar het strand aan de Zwarte Zee leidt. Het uitzicht op de zee en het omringende Krimgebergte is geweldig.

In Jalta zelf ligt langs de zee een prachtige boulevard, waar het gezellig druk is. Er worden boottochten aangeboden en in horecatenten kun je eten en drinken. Er is een kleine kermis en veel mensen genieten van het lekkere weer.

Rondreis over de Krim

Door de eeuwen bouwden de tsaren hier kastelen

In verband met de uitgestrektheid van de Krim en de vele bezienswaardigheden hebben we een gids met auto geregeld om ons de vele historische hoogtepunten te laten zien.

We bezoeken eerst Livadia, enkele kilometers ten westen van Jalta. Hier vond februari 1945 in het Livadia-paleis de Jalta-conferentie plaats, tussen de Britse premier Winston Churchill, president van de Verenigde Staten Franklin D. Roosevelt en de Russische leider Josef Stalin.

Het Livadia-paleis is één van de vele paleizen op de Krim, waar vooral in de regio Jalta door de eeuwen heen veel tsaren een eigen kasteeltje lieten bouwen. Het Livadia-paleis werd in 1911 door de Russische tsaar Nicholas II in neo-renaissancestijl gebouwd.

In de biljartkamer van de tsaar werd tijdens de Jalta-conferentie het communiqué getekend, waarbij de indeling van het naoorlogse Oost-Europa werd vastgelegd en Duitsland werd verdeeld.

De tweede verdieping van het Livadia-paleis is het Romanov-gedeelte. Zo is onder andere de privé-kamer van Nicholas II te bezichtigen met boven de haard een Perzisch kleed, een cadeau van de toenmalige Sjah van Perzië.

Na de Russische Revolutie in 1917 werd de hele familie Romanov door de bolsjewieken gearresteerd en in 1918 geëxecuteerd.

We rijden verder door het Krimgebergte en komen bij het beroemde Zwaluwnest, een kasteeltje op de punt van een klif, dat niet zo oud is als het lijkt. Het is in 1912 gebouwd als datsja voor de rijke industrieel Sjteingel. Het kasteeltje is omgeven door souvenirstalletjes en leuk om te zien, maar meer ook niet.

We vervolgen onze rit en rijden onder de top van de berg Ay-Petri door. De omgeving is prachtig en vanuit de hoogte is er een heel apart uitzicht op de kleurenpracht van de Zwarte Zee.

Na de lunch in Simeyiz bezoeken we het paleis van graaf Vorontsov in Alubka. Het paleis is opgetrokken uit groen vulkanisch gesteente en is een vreemde combinatie van stijlen: aan de ene kant een Schots aandoend kasteel en aan de andere kant een combinatie van Moorse en Russische stijlen.

Het paleis wordt omringd door prachtige Franse en Engelse tuinen en een nog mooier park. Niets was te gek om het park te realiseren: rotsen werden opgeblazen en rivieren verlegd om watervallen te creëren, bomen en struiken als magnolia’s en sequoia’s werden uit de hele wereld geïmporteerd.

Het is gaan regenen als we doorreizen naar het plaatsje Foros, dat bekend werd omdat Gorbatsjov hier in 1991 tijdens een coupe werd vastgehouden in zijn datsja. Hoog op een berg ligt hier een kerkje.

We genieten van het uitzicht over de Zwarte Zee, waar ook hier weer de vreemde kleureffecten opvallen, en rijden we door naar Balaklava.

Balaklava, dat een onderzeebootbasis huisvest, was tot 1996 een verboden zone. Balaklava is een prachtig plaatsje aan een inham van de Zwarte Zee. Het is 2500 jaar oud en was toentertijd een zogenaamde ‘sub-kolonie’ van Chersonissos. Van het 14e eeuwse fort Jimbala kijken nu alleen nog de ruïnes over Balaklava uit.

We bekijken een onafgebouwde atoombunker in de buurt van de in een grot verborgen nucleaire onderzeeboothaven. De tunnel door de bergen voor de onderzeeërs, was naast de enkele gewone toegangsweg de enige manier om Balaklava te bereiken.

Florence Nightingale werkte hier tijdens de Krimoorlog, waarbij veel Britten de dood vonden, onder andere in the Valley of Death, welke we ook bekijken, tijdens The Charge of the Light Brigade.

Kiev

Pecherska Lavra telt vele kerken met gouden koepels

Dag van de arbeid en prachtig weer. We wandelen naar het strand van Jalta en drinken, genietend van het zonnetje, een laatste bak koffie. Met de taxi gaan we naar Simferopol en nemen daar de trein naar Kiev, waar we vroeg in de morgen voor de tweede keer tijdens deze reis arriveren.

In hotel Ukraina wachten we tot de sneeuwbui voorbij is. Dan nemen we een taxi naar Pecherska Lavra, het Holenklooster van Kiev met een 30 km lang ondergronds gangenstelsel. Pecherska Lavra is opgedeeld in Upper Lavra (eigendom van de overheid) en Lower Lavra (eigendom van de kerk).

Het enorme kloostercomplex (gesticht in 1051) aan de rand van de stad telt een grote hoeveelheid kerken met gouden koepels en verdeeld over diverse gebouwtjes is er een interessant museum met oudheden. Verder is er een bibliotheek, weliswaar in het Cyrillisch, maar zeker de moeite waard.

We bezoeken onder andere een orthodoxe kerk uit 1116 met mooie schilderingen en beelden. Voor pelgrims is Pecherska Lavra heilige grond en het is maar goed dat we hier vroeg op de dag zijn en dat het geen weekend is. Het schijnt dat je dan echt voetje voor voetje moet manoeuvreren.

We lopen de kinderkopjes af naar Lower Lavra en kopen bij een stalletje een kaars, omdat het gebruikelijk is maar ook omdat je zonder kaars echt niets ziet. Ik loop het zeer nauwe gangenstelsel in en voor ik het weet kijk ik recht op de eerste gemummificeerde monnik. De monniken liggen achter glas onder een kleed. Van onder die kleden steekt af en toe een gitzwarte vinger naar buiten. De pelgrims die in de gangetjes lopen kussen soms de glasplaten en slaan aan één stuk door kruisjes.

Als we Pecherska Lavra, na een uur of drie van de ene verbazing in de andere te zijn gevallen, uitlopen wandelen naar Rodina Mat, ook wel de moeder van de natie genoemd. Een andere bijnaam voor het ruim zestig meter hoge beeld is ‘tinnen tieten’.

Rodina Mat staat op het terrein van het Museum van de Grote Patriottische Oorlog (WO II), waar nog meer grote beelden staan. Uit luidsprekers klinkt een soort krijgsmuziek. In het museum staan allerlei soorten vliegtuigen.

Ter afsluiting van onze reis door Oekraïne nemen we de metro naar Babyn Yar, een ravijn waarin de nazi’s tussen 1941 en 1943 meer dan 100.000 door hen vermoorde inwoners van Kiev, waaronder 34.000 joden, begroeven.

Drie monumenten herinneren aan deze slachting: vlakbij de metro staat een monument ter herinnering aan de kinderen die zijn vermoord, verderop in het park staat een joods monument en aan de overkant van de weg een groot Russisch monument.

Met een comfortabele terugvlucht sluiten we de vakantie af. Oekraïne is een prachtig land, waar op vele plekken nog armoede heerst, maar dat met name in de grote steden opbloeit. Een land ook met een grote historie, soms doordrenkt met veel leed.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win