×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rondreis Toscane II

Glooiende heuvels en een rijke cultuur

Reisverslag: Angélique Woudenberg
Foto's: Angélique Woudenberg

Toscane is bekend vanwege de glooiende heuvels met wijngaarden, olijfbomen en cipressen. En om de rijke cultuur. Vanuit Montecatini Terme, al in de Romeinse tijd een kuurplaats, wordt de regio verkend. Volterra, waar de Etrusken al albast verwerkten, heeft een Romeins amfitheater. Via de wijnstreek Chianti Classico wordt Sienna bereikt, met zijn indrukwekkende dom en het Piazza del Campo. Ook Lucca is ommuurd en heeft fraaie middeleeuwse kerken. Hoogtepunt is Pisa, met zijn plein vol wonderen der bouwkunst.

De vlucht van Vliegbasis Eindhoven naar Aeroporto di Pisa Galileo Galilei duurt ca. één uur en 50 minuten. Pisa ligt in het westen van Toscane aan de rivier de Arno. Later in de week zullen we Pisa zelf bezoeken. Nu gaan we eerst naar het hotel in Montecatini Terme. Vanuit deze thermale badplaats zullen we de komende week diverse excursies door Toscane maken.

Montecatini Terme

Al tijdens het Romeinse Rijk een belangrijke kuurplaats

Het is een korte wandeling van het hotel naar het centrum van Montecatini. Zo te zien is deze tussen Lucca en Florence gelegen plaats een populaire uitvalsbasis voor groepen toeristen die Toscane gaan verkennen. We lopen langs hotels waarvoor bussen uit diverse landen staan geparkeerd. Het is zoeken naar een plekje op een van de terrassen; bijna alle stoelen zijn bezet door groepen toeristen en de oudere lokale bevolking.

Vroeger was Montecatini Terme een belangrijke kuurplaats en bekend om zijn geneeskrachtige bronwater. Er zijn nog veel oude Romeinse thermen te vinden, badhuizen die gebouwd zijn tijdens het Romeinse Rijk. We zien ook de Terme Tettuccio, die pas gebouwd is in het begin van de 20e eeuw.

De entree van het badhuis is al mooi ingericht, met zuilen, vijver, beelden en fresco’s op de wanden. In totaal zijn er nog negen kuuroorden actief in het stadje.

Montecatini bestaat uit twee delen; Terme en Alto. We kunnen lopend naar Montecatini Alto, maar we besluiten om vanuit Montecatini Terme met een funicolare (kabeltreintje) naar het hoger gelegen dorpje te reizen. ‘Alto’ betekent niet oud, maar hoog.

Het dorpje is ontstaan rond een gelijknamig kasteel. We gaan iets eten op één van de terrasjes op het dorpsplein en genieten van een mooi uitzicht over het verlichte Montecatini Terme.

San Gimignano

De ommuurde stad telt nog 14 woontorens

De volgende ochtend vertrekken we met de bus naar San Gimignano, volgens de gids één van de mooiste middeleeuwse plaatsen in Toscane.

We vinden de route erheen al prachtig. We rijden door glooiende heuvellandschappen met cipressen, spits toelopende zuilvormige naaldbomen die worden geplant als bescherming tegen de wind maar ook vanwege het hout. Ze vormen een mooi decor voor een ansichtkaart of schilderij.

San Gimignano is een ommuurde stad op een heuvel van ca. 334 meter hoog en staat bekend om de hoge woontorens. Het van oorsprong Etruskische plaatsje werd in de 10e eeuw een stad en werd genoemd naar de heilige bisschop van Modena, St. Gimignano, van wie gezegd wordt dat hij de stad heeft behoed voor barbaarse aanvallen.

San Gimignano had in de middeleeuwen ca. 72 woontorens. Hoe hoger de woontorens, hoe groter de invloed en rijkdom van de aristocratische families die er woonden. De torens waren het symbool van macht en welvaart van die families maar dienden ook als verschansing als er weer een bloedige vete tussen de families werd uitgevochten.

Tegenwoordig zijn er nog 14 torens over. Genoeg om het ommuurde centrum in de lijst van werelderfgoederen van UNESCO op te nemen.

We lopen vanaf de parkeerplaats in rap tempo door de Via San Giovanni, een winkelstraat waar we vooral juweliers zien en winkels met lokale producten. De straat en steegjes doen middeleeuws aan. Ondanks de verzengende hitte heeft de gids haast.

Via een poort komen we op een gezellig plein met veel terrasjes. Piazza della Cisterna is genoemd naar de grote waterput (cisterna) in het midden van het plein. De waterput stamt uit 1237. We gooien, net als de vele toeristen, muntgeld in de waterput in de hoop dat het ons geluk brengt.

Italiaanse steden tellen vaak veel pleinen en fonteinen. Dat hebben we ook tijdens onze eerdere stedenreis in Rome en Florence al gezien. We zien rondom de piazza veel (ook religieuze) gebouwen uit de middeleeuwen. De grote huizen in de stad worden palazzo (paleis) genoemd en zijn meestal vernoemd naar de eigenaar. Het hoofdplein van de stad is meestal ook het middelpunt van veel activiteiten.

We lopen naar het volgende plein, het Piazza del Duomo, waar we veel historische gebouwen zien. Daaronder het Palazzo Vecchio del Podestà, het huis van een vroegere burgemeester. We kunnen het niet bezoeken, omdat het niet toegankelijk is voor publiek. Naast dit huis zien we de Torre della Rognosa, één van de oudste torens in San Gimignano. En met 51 meter de hoogste, want de inwoners van San Gimignano mochten geen woontoren bouwen die hoger was dan deze.

Op de Piazza del Duomo zien we ook het stadhuis, Palazza del Populo. Naast het stadhuis staat 54 meter hoge de Torre Grosso, van waaruit je volgens de gids een mooi uitzicht hebt. Nee, hier hebben wij tijdens de stadswandeling geen tijd voor.

Op de Piazza del Duomo bezoeken we wel de Collegiata Santa Maria Assunta, de kapittelkerk Maria Boodschap, uit de 11e eeuw. Omdat het nooit een bisschopszetel is geweest is het geen domkerk en klopt de naam van het plein Piazza del Duomo niet echt.

De kerk heeft een romaanse bouwstijl. We zien dikke muren, ronde bogen en kleine ramen. De kapittelkerk oogt aan de buitenkant sober, maar is aan de binnenzijde prachtig versierd met fresco’s. Direct na de entree zien al een mooie fresco.

In heel Toscane zijn de muren van kerken, openbare gebouwen en paleizen versierd met fresco’s. Fresco betekent ‘vers’ en is een schildertechniek waarbij waterverf wordt aangebracht op een muur van natte kalk. De fresco’s beelden Bijbelse verhalen uit, zoals ‘De schepping van Adam en Eva’ van Bartolo di Fredi en ‘Het Laatste Oordeel’ van Taddeo di Bartolo.

We zijn onder de indruk van de tientallen grote fresco’s die op de muren zijn aangebracht. Helaas mogen we er geen foto’s van maken. Na dit bezoek hebben we nog even de tijd om te lunchen, voordat we verder rijden naar Volterra.

Volterra

Etruskische stadsmuren en een Romeins amfitheater

Tijdens de bochtige busrit naar Volterra (11.000 inwoners) krijgen we informatie over de geschiedenis van Toscane, beginnend bij de Etrusken die hier vanaf de 9e eeuw v. Chr. de dienst uitmaakten. Volterra heeft nog veel overblijfselen uit het Etruskische tijdperk, zoals oude stadsmuren met daarin de poorten Porta dell’Arco (uit de 3e eeuw voor Christus) en Porta Diana.

Ook Rome werd 150 jaar geregeerd door Etruskische koningen. Daarna werd Rome een republiek, die in de laatste eeuw v. Chr. over ging in een keizerrijk. Dat Romeinse Rijk strekte zich uiteindelijk uit over grote delen van West-Europa en van het Midden-Oosten.

Het belang van Volterra in de Romeinse periode blijkt uit het theater dat keizer Augustus hier in de eerste eeuw v. Chr. bouwde en dat 19 rijen met zitplaatsen telt. In dit amfitheater bekeken de Romeinen o.a. gladiatorengevechten. De overblijfselen van het Teatro Romano werden pas in 1951 blootgelegd en daarna deels gerestaureerd. De tribune van het theater ligt tegen een heuvel, die een natuurlijke ondersteuning van de zitplaatsen vormt.

Als we de theaterheuvel aflopen hebben we een mooi uitzicht op de oude huizen van Volterra, die schots en scheef zijn gebouwd. Bijna elk huis heeft een schotelantenne.

De gids vertelt dat in de middeleeuwen de structuur is ontstaan van de stad zoals we die vandaag voor ons zien. Dat geldt niet alleen voor de stadsmuur, maar ook voor het concept van de stad met zijn smalle straatjes, de gebouwen, de torenhuizen en de kerken.

Volterra is daarnaast al sinds de Etrusken bekend vanwege de bewerking van albast, die in de omgeving wordt gedolven. Deze zachte gipsachtige steensoort is gemakkelijk te bewerken. Tijdens onze wandeling zien we een paar werkplaatsen van ambachtslieden, maar die bezoeken we helaas niet.

Ook voor een bezoek aan het Etruskische museum waar talrijke albasten voorwerpen liggen is geen tijd.

In het middeleeuwse centrum aangekomen, bezoeken we het Piazza dei Priori. Op dit plein zien we Palazzo dei Priori. Op de voorgevel van dit stadhuis uit de 13e eeuw hangen veel wapenschilden van belangrijke families uit Volterra.

Rond Piazza dei Priori kunnen we ook het baptisterium en de dom van Volterra bewonderen. Battistero di San Giovanni is een 13e eeuwse doopkapel gewijd aan Johannes de Doper. Hier werden in de middeleeuwen de Volterranen gedoopt. Het is een sober gebouw met een oranje dak en een gevel van groen en wit marmer.

Er tegenover staat de Cattedrale di Santa Maria Assunta, ook wel de dom genoemd, die tussen de 12de en de 14de eeuw in romaanse stijl werd gebouwd. De voorgevel moest met marmer bekleed worden maar dat is er nooit van gekomen. Het interieur van de dom is wel rijk bewerkt.

Aan de Piazza dei Priori staat ook een campanile, een vrijstaande klokkentoren. Deze werd in 1493 gebouwd ter vervanging van de originele toren van de dom, die teveel overhelde. De stadsklokken kondigen tot op de dag van vandaag een mis of bijeenkomst in Volterra aan.

Chianti Classico

Veel boerderijen verkopen hun eigen olijfolie of wijn

Via bochtige wegen rijden we een mooie route door de wijnstreek Chianti Classico, waar we de wijnboerderij Casa Sola gaan bezoeken. De gids vertelt dat in Toscane zowel rode als witte wijnen worden geproduceerd. De bekendste rode wijn uit Toscane is de chianti.

Het glooiende heuvellandschap van Toscane wordt gesierd met Toscaanse boerderijen die meestal olijf- en wijngaarden hebben. Veel boerderijen verkopen hun eigen olijfolie of wijn. In veel boerderijen kun je ook wijn proeven.

Casa Sola ligt in Barberino Val d’Elsa, in het centrum van de Chianti Classico. Deze wijnboerderij heeft maar liefst 120 hectare grond, waarop 30 hectare wijngaarden en 40 olijfgaarden staan. De directe omgeving is prachtig: heel rustig en zeer groen.

We krijgen een uitgebreide rondleiding over de wijngaard en leren hoe de chianti wordt gemaakt. De wijn wordt direct na de oogst in oktober gemaakt en in het voorjaar vindt de tweede gisting plaats. Daarna laat men de wijn rijpen in houten vaten. Volgens de eigenaar van Casa Sola verkoopt hij één van de beste wijnen van de streek en dit kunnen we na de rondleiding zelf proeven en beoordelen.

Siena

Piazza del Campo is beroemd vanwege de paardenrace

Siena (53.000 inwoners) is aan de rand van de wijnstreek Chianti op heuvels gebouwd. Vanaf de parkeerplaats lopen we via een wirwar van straten en steegjes naar Piazza del Duomo, waar we de indrukwekkende Duomo di Siena gaan bezichtigen.

Er staat een zeer lange rij voor de dom, die ook wel Cattedrale di Santa Maria Assunta (Kathedraal van Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming) wordt genoemd.

We vinden het wachten niet erg, aangezien de buitenkant van de tussen 1136 en 1382 in gotische stijl gebouwde kathedraal met de 77 meter hoge campanile er al prachtig uitziet. We zien spitsbogen, luchtbogen, steunberen en glas-in-lood ramen.

Boven de ingang zien we een zonnesymbool. De gids vertelt dat dit het symbool is van de herrezen Christus. St. Bernadino van Siena wilde dat de inwoners van Siena hun loyaliteit aan hun contrada (wijk) opgaven en zich zouden verenigen onder dit symbool.

Na de bezichtiging van de dom lopen we via middeleeuwse straatjes en steegjes naar Piazza del Campo. Onderweg vertelt de gids dat Siena uit 17 stadswijken bestaat die contrada’s worden genoemd. Een contrada is een soort stad in de stad, met een eigen vlag, kerk en symbool. Bijvoorbeeld het symbool van een slak, slang of schildpad.

Piazza del Campo heeft de vorm van een schelp. Hier wordt twee keer per jaar (2 juli en 16 augustus) de palio gehouden. Dit is een paardenrace waarin de contrada’s van Siena strijden om de eer. De jockeys vertegenwoordigen hun wijk en de paarden worden voor de race in de lokale kerk van de wijk gezegend.

De winnaar van de paardenrace krijgt een palio (vaandel). De paardenrace Palio di Siena speelt ook een rol in de James Bond-film ‘Quantum of Solace’. De race bestaat uit drie rondjes om het plein en is in een goede minuut voorbij. De start daarentegen kan wel drie kwartier in beslag nemen, omdat nadat de startvolgorde door loting is bepaald op basis van de kansrijkheid van de startpositie een uitgebreid omkoopritueel van start gaat.

Tijdens de race is alles toegestaan, van elkaar de bocht afsnijden tot elkaar met rijzweepjes slaan. Hoe je wint doet er niet toe, als je maar wint. Na afloop wordt in de winnende contrada langdurig gefeest.

Piazza del Campo stamt uit de 12e eeuw en wordt, net als de andere piazza’s in Toscane, omringd door palazzi, zoals Palazzo Pubblico, het stadhuis. Naast het stadhuis staat de 102 meter hoge campanile Torre del Magia, dit schijnt de tweede hoogste middeleeuwse toren van Italië te zijn. Vroeger moest de klokkenluider de bewoners van Siena waarschuwen voor eventuele gevaren.

Het plein is verder heuvelachtig en het veld (campo) is verdeeld in negen sectoren. Deze strepen zien we ook op de grond. De negen sectoren symboliseren de Raad van Negen; het bestuur van de stad in de middeleeuwen.

Het middelpunt van Piazza del Campo is een mooi gedecoreerde fontein die versierd is met beelden van o.a. Adam en Eva en Maria met Kind. Het water uit de fontein is afkomstig van een aquaduct dat het uit de heuvels naar Siena brengt. Nu zijn het vooral de duiven die water drinken uit de fontein.

We gaan op één van de vele terrasjes op de piazza lunchen. Voordat we in de bus terug naar Montecatini Terme stappen kopen we de nodige souvenirs van Siena.

Lucca

De eerste stadsmuren stonden er al voor onze jaartelling

Op het station van Montecatini nemen we de stoptrein naar Lucca, een treinreis van ca. driekwartier. Ook deze stad (85.000 inwoners) werd door de Etrusken gesticht.

We lopen langs een gedeelte van de vier kilometer lange stadsmuur rond het centrum van Lucca die volledig intact is gebleven. De eerste muren stonden er al voor onze jaartelling maar de huidige muren zijn tussen 1504 en 1645 gebouwd. Ze moesten de vesting Lucca verdedigen tegen aanvallen van met name Florence.

De stadsmuren hebben tegenwoordig de functie van stadspark en bovenop de muren zijn wandel- en fietspaden aangelegd.

Vervolgens lopen we naar de 11e eeuwse kerk San Michele in Foro aan Piazza San Michele. De buitenkant is prachtig, met verschillende kleuren marmer. Bovenop de façade zien we aartsengel Michaël die de draak doodt.

Onderweg drinken we nog iets op een terras en dan lopen we verder naar de oudste kerk van Lucca, de basiliek van San Frediano op Piazza San Frediano. De originele kerk stamt uit de 6e eeuw maar het gebouw in romaanse bouwstijl dat nu te zien is werd voornamelijk in de 12e eeuw gebouwd.

De bovenkant van de façade is in de 13e en 14e eeuw versierd met een groot goudkleurig mozaïek dat De Hemelvaart van Christus voorstelt, met eronder de twaalf apostelen. We vinden het contrast van de marmerkleurige kerk met de gele huizen ernaast heel mooi.

Na deze korte wandeling gaan we iets eten en drinken op Piazza Cittadella waar het standbeeld staat van de componist Puccini, die vlakbij in de Corte San Lorenzo geboren werd. Zijn geboortehuis is in de originele staat teruggebracht en kan bezocht worden. Ieder jaar in juli en augustus vindt in Lucca een Puccinifestival plaats.

Toscane heeft ook iets met Pinokkio. Het plaatsje Collodi (Carlo Collodi is het pseudoniem dat auteur Carlo Lorenzini gebruikte, naar het geboortedorp van zijn moeder) ligt vlakbij Lucca en we zien diverse souvenirwinkeltjes die allerlei prullaria verkopen met de houten pop Pinokkio erop afgebeeld.

Pisa

Piazza dei Miracoli is een verzameling hoogtepunten

Van Lucca reizen we per trein door naar Pisa, een ritje van ongeveer twintig minuten. Zeg Pisa en iedereen roept: ‘de scheve toren.’

Vanaf het station lopen naar het meest gefotografeerde plein van Pisa; Piazza dei Miracoli. Letterlijk vertaald: het ‘plein der wonderen’. Tja, je mag Toscane niet verlaten voordat je de Toren van Pisa hebt gezien. Veel toeristen poseren zo voor de foto dat het lijkt alsof ze de scheve toren recht willen duwen.

Op het plein zien we naast de Torre Pendente ook de romaanse Duomo Santa Maria uit 1064, waarvan de scheve toren de campanile is, een rond romaans baptisterium uit de 12-14e eeuw (de grootste doopkapel van Italië) en het 13e eeuwse Camposanto, een ommuurde begraafplaats waar rijke mensen werden begraven.

Door het volle programma en het geslenter van de afgelopen dagen vinden we het wel best en besluiten om op een van de terrasjes neer te ploffen en te genieten van de omgeving. Morgen vliegen we vanaf de luchthaven Pisa terug naar Eindhoven. Het was een leuke rondreis.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win