Reis door West-Turkije: Istanbul, de loopgraven van Çanakkale, het antieke Troje, de Akropolis en het Asklepieion van Pergamon, Selçuk en de Artemis-tempel van Ephese, het stadion van Afrodisias, de witte kalksteenterrassen van Pamukkale, Egirdir en de dansende derwisjen in Konya, de grillige tufsteenformaties van Cappadocië en hoofdstad Ankara.
Istanbul, de belangrijkste historische stad van Turkije, is gesitueerd tussen de Gouden Hoorn en de Zee van Marmara. Dat klinkt meteen al als een sprookje uit 1001 nacht. Na aankomst in Istanbul merk ik echter dat ik te maken heb met een moderne stad.
Istanbul wordt gekenmerkt door zowel oosterse als westerse invloeden. Commerciële bedrijven, moderne kantoorgebouwen en goed onderhouden wegen wijzen op het westen. Ik zie Turkse vrouwen met zonnebrillen en mobiele telefoons voor juwelierszaken staan.
De gebeden die uit de moskeeën klinken en vrouwen met zwarte gewaden wijzen op de oosterse invloed. Buiten lopen zij vaak onder leiding van een Turkse man. Deze streng gelovige mensen moet je niet (zonder toestemming) fotograferen, dat wordt beschouwd als een belediging. De gebeden die vanaf de moskeeën klinken worden niet ter plekke uitgesproken, doch komen binnen via een telefoonverbinding.
Godsdienst heeft nog steeds een grote invloed op het maatschappelijke leven. Vrijdag is de islamitische vrije dag, moskeeën en badhuizen worden dan druk bezocht. Het als gast bezoeken van een moskee is, met bedekte kleding, geen probleem. Vrouwen behoren wel het hoofd te bedekken en hun schoenen moeten de bezoekers buiten laten staan.
Ik bezoek Istanbul tijdens de ramadan en ben getuige van de halfslachtige houding van haar inwoners. Direct rond de moskeeën is het niet mogelijk alcohol te nuttigen. Maar een ober die ziet dat wij wat willen drinken geeft ons wat raki in een plastic bekertje.
Sommige restaurants schenken tijdens de ramadan geen bier, anderen schenken wel bier maar pas na 21.00 uur. Westerse zaken zoals McDonald’s verkopen hun complete menu, ook tijdens de ramadan.
In het drukke verkeer van Istanbul is het met name voor voetgangers oppassen geblazen: het recht van de sterkste geldt. In het zuidwestelijke deel van de stad klopt het hart van Istanbuls beschaving: de wijk Sultanahmet in het stadsdeel Eminönü, het oudste gedeelte van de stad.
In de Sultanahmet vind ik de prachtige historische monumenten van Istanbul. Op de kop van het schiereiland staat het Topkapi-paleis, met een onovertroffen uitzicht op de Bosporus en de Gouden Hoorn. Van 1465 tot 1853 was het de residentie van de Osmaanse sultans.
Tegenwoordig herbergt het Topkapi-paleis een museum met verzamelingen uit het alledaagse leven van de sultans. Als religieus hoogtepunt is er de verzameling relikwieën van de geloofsstichter Mohammed. De legendarische harem kan alleen in combinatie met een rondleiding worden bezichtigd.
Andere monumenten zijn ondermeer de Yerebatan Sarayi (‘verzonken paleis’), Sultan Ahmet Camii (Blauwe Moskee) en de Ayasofya Camii Müzesi. Van de buitenzijde zijn de gebouwen indrukwekkend.
Ook van binnen ademen zij pracht en praal: koepelvormige grote ruimten, mozaïeken, tapijten en minaretten. Lopend maak ik mij een voorstelling wie hier in de loop der eeuwen hebben gelopen. Ik ervaar hier binnen iets van de oosterse sfeer en de geschiedenis van Istanbul.
Het is na een bezoek aan de Galatabrug lekker uitwaaien tijdens een rondvaart over de Bosporus. Vanuit de boot heb je een fraai uitzicht over de brede rivier. Op en rond de brug is veel te zien: vissers, vissersboten, kraampjes. Tijdens de boottocht passeer ik ondermeer de Europabrug en een aantal oude forten en huizen.
Net als bij alles is het ook bij een rondvaart zaak goed op te letten wat je betaalt. De verkoper meldt 100 lira voor vier personen voor een rondvaart van een uur. Na afdingen wordt dat 60 lira. Aan de andere zijde van de brug blijkt het mogelijk een rondvaart van anderhalf uur in een grotere boot te doen voor 6 lira per persoon.
Bij de entree word je een welkomstdrankje aangeboden. Naderhand komt de ober langs voor de betaling, een irritant verschijnsel. Sommige toeristen betalen het drankje á 2 lira niet, een sterke man van het schip wordt erbij gehaald. Het is dan zaak je niet te laten intimideren, de zaak te duiden en niet te betalen.
Veel tijd breng ik door in de enorme, deels overdekte bazaar, bestaande uit een netwerk van gespecialiseerde winkelstraatjes. Veel is hier te zien: textiel, sieraden, tapijten en boeken. Ook voor de fotograaf interessant, gezien alle mensen, kleuren en patronen die er te zien zijn.
Na afdingen zijn in de winkeltjes spullen tegen een acceptabele prijs te koop. Een bezoek aan een zogenaamde fabriek waar handgeweven tapijten worden gemaakt kan misleidend zijn. In het voorportaal zie je arbeidsters die handweven. Vraag is of de tapijten die uiteindelijk tegen hoge prijs te koop worden aangeboden wel handgeweven zijn.
Toon je interesse dan kunnen verkopers in zo’n tapijtenzaak op irritante wijze druk op je uitoefenen. Zaak is om ook dan het hoofd koel te houden en je niet te laten verleiden met drankjes.
Vanuit Istanbul neemt ons reisgezelschap de ferry naar het Aziatische deel van Turkije. Per bus rijden wij westwaarts naar Çanakkale, een rustig havenplaatsje aan de smalle doorgang van de Dardanellen. Het is hier aangenaam en de mensen zijn vriendelijk.
Vanuit Çanakkale is het mogelijk met een veerboot naar het Gallipoli Nationaal Park te gaan. Hier zijn ondermeer monumenten en loopgraven van de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog te zien. Een en ander is nationalistisch getint. Fransen en Britten vochten hier tegen de Turken en de Duitsers, in een vergeefse poging controle te krijgen over de Dardanellen, waardoor een verbinding moest ontstaan met de Russische vloot in de Zwarte Zee. De ligging van een aantal graven aan de kust is mooi. Het terrein is vrij omvangrijk, dus het kost de nodige tijd om alles te bekijken.
Vanaf Çanakkale reizen we zuidwaarts langs de Egeïsche kust. Onderweg naar Bergama bezoeken wij de opgravingen van het legendarische Troje. Er resten enkele herkenbare ruïnes. Zo zijn er nog stukken van de oude stadsmuur, een poort, wegen en een offerplaats te zien.
In Troje is het handig een goede gids te nemen. Onze gids Mustafa Akin is geboren in Troje en groeide hier ook op. Hij heeft economie en Engels gestudeerd en archeologie is een hobby van hem. Op zeer deskundige en enthousiaste wijze vertelt hij ons de ins en outs van zijn Troje.
Bij de monumenten van Troje zijn regelmatig zwerfkatten en honden te zien. Maak gerust een foto van ze, maar aai ze niet. Ze zitten onder de vlooien en een beet kan een bacteriële infectie geven.
Vanuit Troje vertrekt de stoet naar Bergama. In dit gezellige, landelijke plaatsje liggen de resten van de Griekse stad Pergamon. Gedurende de 2e eeuw v.Chr. was deze stad het centrum van kunst en wetenschap in Klein-Azië. De Akropolis is bijzonder fraai.
Opvallend zijn de wensbomen: op een papiertje of zakdoekje schrijven mensen een wens en hangen deze in de boom. Men verwacht dan dat deze wens uit komt.
Over wensen gesproken: wat je niet moet missen is een bezoek aan het Asklepieion, het sanatorium. In dit heiligdom hoopte men door de god Asklepios genezig te vinden.
Opvallend is opnieuw hoeveel restanten van de zeer oude historische gebouwen in Turkije nog te zien zijn: de straten, de zuilen, zelfs de oude bron.
Fraai is dat deze monumenten deel uitmaken van het meestal dorre, bergachtige landschap. Wij zijn hier in de vroege ochtend. Het licht is dan warm en dat geeft mooiere foto’s.
De reis gaat vervolgens naar Selçuk en het nabijgelegen Ephese, in de oudheid een grote Ionische haven- en handelsstad. In tegenstelling tot wat sommige gidsen beweren is het hier ‘s avonds goed toeven. Op het sfeervolle marktplein staan kraampjes en vinden concerten plaats. Wij worden nog vergast op een optreden van de lokale grootheid Elym.
Het bezoeken waard in Selçuk zijn de 6e-eeuwse Johannes-basiliek en het archeologisch museum. En in Ephese de grote Artemis-tempel, één van de antieke zeven wereldwonderen.
Nabijgelegen badplaatsen als Kusadasi ademen een grote leegte, met alle commerciële tentjes en eetgelegenheden.
In deze commerciële kernen gedragen de obers en bewoners zich brutaler. Er lopen Engelsen met blote, dikke buiken.
Blijkbaar worden de toeristen hier vooral als inkomstenbron gezien. Obers kijken graag in je tas om te zien wat je hebt gekocht of je wordt enigszins bespot.
Er zijn bij de diverse uitstapjes in de omgeving van Selçuk steeds meerdere gidsen die zich aanbieden. Het is zaak om hun deskundigheid vast te stellen en om goede prijsafspraken te maken. Laat je ook niet te snel verleiden door een aangeboden drankje bij een café of nachtclub. Later komt de kater.
Erg veel indruk maakt een bezoek aan het oude handelscentrum Niké. Ik krijg hier het gevoel in een Romeinse stad te lopen.
De monumenten zijn goed bewaard gebleven en talrijk. Vele straten zijn aanwezig. Af en toe zie ik een straatkat lopen of onder een steen zitten.
De unieke, uitgestrekte opgravingen geven een goed beeld van het dagelijks leven in de oudheid. Pronkstukken zijn ondermeer het theater en de Celcusbibliotheek.
Met een groothoeklens is het mogelijk mooie overzichten vast te leggen. Een macrolens biedt goede mogelijkheden om details van zuilen, mozaïeken en andere details vast te leggen.
Op weg naar Pamukkale, dat landinwaarts ligt, stoppen we bij de beroemde tempel van Afrodite bij Afrodisias. Ook het goed bewaard gebleven stadion in Afrodisias is indrukwekkend, met 22 rijen zitplaatsen die plaats boden aan 30.000 toeschouwers. Een mooi gevoel om hier alleen met mijn camera getuige van te zijn. Ik zie niet alleen de ruïnes maar voel ook de wind en probeerde mij een voorstelling te maken van de spelen die hier werden gehouden.
Pamukkale, het Katoenkasteel, is een fraaie attractie vanwege de blinkende witte kalksteenterrassen.
Vlakbij liggen bij de resten van de Romeinse toeristenplaats Hierapolis, die bij de heilzaam geachte thermale bronnen van Pamukkale werd gebouwd. Cleopatra liet hier een bad bouwen waar je nog steeds in kunt zwemmen.
De terrassen ontstaan door kalkafzetting tijdens het afkoelen van het warme kalkrijke water dat hier uit bronnen stroomt. Omdat de terrassen door de enorme bezoekersaantallen beschadigd zijn geraakt, mag je er alleen op blote voeten over lopen. Over het algemeen is de kalk glad en soepel te belopen. Wat gruisachtige stukjes zijn wat ongemakkelijker.
Mooi is hier om bij zonsopkomst of zonsondergang te lopen. Dit geeft een fraai licht. Het mooist is een zonsondergang bovenaan de heuvel met reflecties in het kalkwater.
Vanuit Pamukkale reizen we verder het binnenland in naar Egirdir. Het plaatsje ligt aan een mooi, blauw meer met dezelfde naam. Er zijn appelboomgaarden en rozentuinen. De sfeer is aangenaam. Er is tijd om uit te rusten en te genieten van de omgeving en de uitzichten over het meer.
Bij de avondmaaltijd aan de oevers van het meer genieten we van ter plekke gevangen vis. Er zijn hier vele wandelmogelijkheden en het is mogelijk een tochtje in een bootje te maken.
In het nog dieper in West-Anatolië gelegen Konya is het Konya Mevlana Museum. Het is gevestigd in een 16e-eeuws derwisj-klooster en er is veel islamitische kunstnijverheid te zien. Er hangt hier een religieus sfeertje. Bepaalde relikwieën worden aanbeden.
Zoals gebruikelijk bij moskeeën vindt ook hier het ritueel van handen en voeten wassen plaats.
Het is de moeite waard een (serieuze) extatische voorstelling van dansende derwisjen te zien. Door de lachebektrekjes van enkele muzikanten krijg ik de indruk dat sommige derwisj-dansen zijn geënsceneerd en blijkbaar dienen om toeristen een poot uit te draaien.
Dieper in het binnenland had ik verwacht dat de temperatuur zou stijgen. Het tegendeel blijkt: terwijl het aan de kust zo’n 28-35 graden was met een verfrissende noordenwind, is het in het binnenland zo’n 25 graden. Dit ligt denk ik aan de toenemende bewolking. Bovendien is het in het binnenland minder vochtig.
De rit naar Cappadocië voert over kale en uitgestrekte Anatolische steppen. Ik ga terug in de tijd dat de kamelenkaravanen langs de kampementen van de nomadenstammen trokken. Al fotograferend zie ik iemand op een ezel die een schaapskudde begeleidt naar mij zwaaien.
In de omgeving van Ürgüp krijgt het landschap een bizar uiterlijk. Erosie van de vulkanische tuflaag vormde een landschap met valleien, kloven en grillige rotsformaties. De regio was eeuwenlang een toevluchtsoord voor vervolgde groeperingen, zoals de christenen.
Vele rotskerken en ondergrondse steden in Cappadocië zijn bewaard gebleven en te bezoeken. In het openluchtmuseum van Göreme zijn in zeer oude rotskerkjes mooie fresco’s te zien.
Tijdens een bezoek aan de donkere grotten kan een zaklantaarntje handig zijn. Ook kleine, verborgen kerkjes langs de weg herbergen schatten, zoals de fresco’s in de basiliek van St. John.
Hoewel enigszins kostbaar (circa 120 euro p.p.) is een ballonvaart boven dit gebied de moeite waard. Kies wel voor professionele ballonvaarders. Het uitzicht over dit gebied is zeer fraai. Mooi is om vanuit de ballon de zonsopkomst te zien.
Het bezoek aan Ankara valt tegen. Een gevoel van leegte overvalt mij. Hoewel Ankara de hoofdstad van Turkije is, is er nabij het station geen goed restaurant te vinden.
Interessant in Ankara is een bezoek aan het Museum voor Anatolische beschavingen, de moskee Kocatepe Camii en het mausoleum van Atatürk, de nationale held van Turkije. Ankara kan echter niet tippen aan de historische uitstraling en gezelligheid van een wereldstad als Istanbul.
Terugkijkend heeft het mij bijzonder verrast hoeveel historische monumenten er in Turkije nog te zien zijn. Ik had ook niet verwacht dat Turkije zo’n modern land is. De Turken zijn over het algemeen erg gastvrij en eerlijk, ook bij het afrekenen. Maar met name in de commerciële stadjes is het oppassen geblazen voor bedriegertjes en is de sfeer niet goed.