×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rondreis Zuid-Afrika

4500 km dwars door Zuid-Afrika, Swaziland en Lesotho

Reisverslag: Ankie Kaskens
Foto's: Peter Kaskens

Vanaf Johannesburg, Pretoria en Soweto via de Panoramaroute door de bergen naar het Krugerpark voor een safari. Langs bananen- en suikerplantages naar Swaziland en het Hluhluwe-Umfolezi park. Via onveilig Durban en het Basotho-volk in Lesotho naar Transkei. De Indische Oceaan min of meer volgend door wijngebieden en rivierdalen naar eindbestemming Kaapstad.

Onderweg naar Zuid-Afrika moeten we om de tropische buien heen vliegen. Dat zijn grote zwarte wolkenkolommen waar je de onweersflitsen door ziet gaan. Er zijn grote zwarte wolkengaten met daarachter de rode ondergaande zon, een mooi gezicht. We landen op tijd in Johannesburg.

De volgende ochtend halen we onze huurauto op. Links rijden en links schakelen vallen in het begin niet mee. Al oefenend rijden we naar Pretoria, waar we voor één nacht kamers kunnen krijgen in het Burgers Hotel.

Dit hotel is in het centrum van de stad, waar we de middag ‘shoppen’ en wat noodzakelijke dingen aanschaffen, zoals een koelbox met elementen. Bier blijkt hier volgens Amerikaans systeem in de liquor store verkocht te worden en niet in de supermarkt. We zullen er nog een aantal bezoeken op deze reis.

Naast ons hotel heeft een schoenmaker letterlijk zijn tent opgeslagen. Met behulp van een oude trapnaaimachine repareert hij schoenen, voor 5 rand stikt hij voor ons een extra naadje in een portemonnee, waar een gaatje in zit. Een paar honderd meter verderop is een luxueus winkelcentrum, we merken al gauw dat dit het land van de grote verschillen is.

Soweto

De bebouwing varieert van zinken krotten tot stenen huizen

We maken een excursie naar Soweto. Eerst halen we andere toeristen op in een ‘witte woonwijk’ en daar vallen ons de hoge muren op, met elektra beveiligd en tralies voor de ramen. Dit kenmerkt alle woonwijken in het noorden, alleen in het uiterste zuiden (Kaapstad) vindt je dit niet in deze mate.

Ook Afrikaanse supermarkten en soms liquor stores zijn vaak met veel traliewerk beveiligd.

Soweto is indrukwekkend, een woonwijk met naar schatting 5 miljoen inwoners, 2,5 miljoen legaal en 2,5 miljoen illegaal. De bebouwing varieert van zinken krotten tot stenen huizen.

We bezoeken het huis waar Nelson Mandela na zijn vrijlating 11 dagen heeft gewoond en we laten aanwijzen waar Winnie Mandela tegenwoordig woont.

Overal zijn stalletjes waar Afrikaanse kunst wordt verkocht en we schaffen iets aan. Als je alle armoede ziet zou je veel meer willen kopen, maar dan moeten we met een vrachtschip terug en niet met het vliegtuig.

Bij het verlaten van Soweto rijden we langs een stuk ‘township-kunst’, een nagemaakte koeltoren met heel aparte beschildering.

Sun City

Het Las Vegas van Zuid Afrika

Vandaag gaan we naar Sun City, het Las Vegas van Zuid Afrika. We rijden door echt Afrikaans leefgebied. Er lopen veel mensen langs de weg en er rijden veel ‘bakkies’ met mensen in de laadbak.

Sun City is niet spectaculair, echt voor de rijken. Er is een aantal hotels en in het aller duurste hotel worden we niet eens toegelaten om een kopje koffie te drinken.

Eigenlijk is de krokodillenfarm nog het interessantste. In een rondgang leer je veel over hoe dit reptiel leeft. Er is een vijver met honderden jonkies en we vragen ons af of hun eindbestemming de tasjes en riemen, die in de winkel bij de farm voor forse prijzen worden aangeboden, is.

Panoramaroute

Het is een prachtige rit door de bergen

Via Pretoria rijden we op aanraden van de hoteleigenaar in Rustenburg naar Dullstroom. Dit is een mooi groen gebied, waar veel op forel gevist wordt. We vinden een kamer in guesthouse Moria en eten ‘s avonds forel.

Via Lydenburg rijden we over de Long Tom Pass naar Sabie, een levendig plaatsje. Het is zaterdagmiddag en er zijn veel mensen op straat. We kijken rond in Pilgrims Rest, een oud mijnwerkersplaatsje, dat nu erg toeristisch is. Hier zijn de ‘autobewakers’ en autowassers behoorlijk irritant en opdringerig.

We eten in Graskop bij licht van olielampen in een restaurant, want er is een stroomstoring vanwege een behoorlijke onweersbui en het hele dorp is stikdonker. De stroomstoring duurt de hele avond, maar geen inwoner kijkt ervan op. Volgens de restauranteigenaar hoort dit bij het onweer in deze tijd.

Van Graskop rijden we de volgende dag via de uitkijkpunten van de Panoramaroute naar Sefapane in Phlaborwa, even buiten het Krugerpark. Het is een prachtige rit, je stapt regelmatig uit bij de uitkijkpunten. Na de panoramaroute daal je van de bergen naar een laagvlakte, waar de begroeiing ook direct anders wordt, echte bush. We rijden langs kaarsrechte wegen en zien al een enkele zebra achter een hek.

Vroeg op voor de riviersafari op Olifantsrivier. We zien krokodillen, hippos en veel vogels, waaronder de wevervogel met hangende nestjes.

Krugerpark

Een olifant klappert gevaarlijk met zijn oren

Laat in de middag gaan we voor het eerst het Krugerpark in voor de avondsafari. We zien twee olifanten (solitaire mannetjes), een kudde van tussen de 100 en 200 buffels, veel impala’s, een aantal uilen op de weg, een black mamba (giftige slang), die lekker ligt op te warmen op de asfaltweg, konijntjes en zebra’s. Maar omdat het al bijna donker is, zijn de foto’s heel onduidelijk.

We zijn nog vroeger op dan gisteren voor de dagsafari. Gelukkig worden we gewekt voor een kop thee. Ontbijten en lunchen doen we in de restcamps van het Krugerpark omdat je onderweg in geen geval mag uitstappen. We gaan met 7 personen op pad in de open safariwagen.

We zien olifanten, buffels, zebra’s, giraffen, een Afrikaanse jachtadelaar, gieren, een steenbok, een hartebees oftewel gnoe, een koedoe, nijlpaarden, krokodillen, een leguaan, boomeekhoorntjes, bavianen en een gevlekte hyena. We leren al aardig ‘spotten’: daar waar een plukje auto’s stil staat moet je beslist gaan kijken.

We hebben nog niet genoeg van het Krugerpark en boeken in Lower Sabie ( een kamp in het zuidelijke deel van het Krugerpark) telefonisch voor een nacht 2 huisjes. Via de Orpen ingang rijden we daar naar toe.

We maken een omweg tussen kamp Skukuza en Lower Sabie, waar we in een vallei olifanten, giraffen en zebra’s broederlijk door elkaar zien lopen. We treffen op 2 meter een olifant, die wat gevaarlijk gaat klapperen met zijn oren en voor ons steken 2 olifantenmoeders met kinderen de weg over. Maar we zetten de auto rustig neer en alles gaat goed. Ook veel apen maken met de familie een wandeling of liggen op de weg.

Lower Sabie is een mooi restcamp in het Krugerpark, waar je een echt Afrika-gevoel krijgt. Het restaurant van het kamp heeft een prachtig buitenterras dat uitkijkt over de rivier en waar je ‘s morgens de nijlpaarden tekeer hoort gaan.

Vroeg op om te kijken of er nog beesten te zien zijn. De apen lopen over het grasveld en springen moeiteloos over het hek dat om het kamp staat en dat onder stroom staat.

Na het ontbijt rijden we naar het zuiden. We zien bavianen en nijlpaarden en een groepje wilde honden langs de weg. Dit is bijzonder, want er schijnen er maar 350 te leven in het Krugerpark.

Swaziland

De markten zijn heel kleurrijk

Bij Crocodilebridge verlaten we het park en rijden via de N4 langs bananen- en suikerplantages naar Jeppersreef, de grens met Swaziland, een apart koninkrijk. Bij de grensovergang probeert men ons te verleiden om een voorstelling te zien, maar we willen verder, want we weten niet hoe lang we nog moeten rijden.

Dit blijkt heel verstandig want voor Mbabane staan we anderhalf uur in de file, het is onduidelijk waarom. Aan de reacties van de chauffeurs om ons heen te zien, zijn files hier niet de normaalste zaak van de wereld.

Het noordwesten van Swaziland is groen en heuvelachtig. Veel schoolkinderen lopen langs de weg op blote voeten, in keurige schooluniformen, naar huis. Er loopt ook veel vee over de weg, het is oppassen met rijden, je hebt zo een biefstuk op je motorkap.

Nadat we de weinig spectaculaire markt in Mbabane hebben bekeken (er wordt alleen fruit verkocht) rijden wij via de Ezulwini Valley naar Manzini en terug. De markten zijn heel kleurrijk en de vallei is heel groen.

Bij de markten wachten vrouwen met zware vracht op hun hoofd op de bus. Veel van die bussen zijn nog uit de jaren 50. Toch is dit het meest welvarende gedeelte van Swaziland.

Onderweg vinden we een Afrikaanse kunstuitstalling van minstens een kilometer stalletjes, die we helemaal langs lopen. Uiteraard schaffen we een kleinigheidje aan.

In Mbabane is een gigantisch overstapstation voor de taxibusjes, we hebben er nog nooit zoveel bij elkaar gezien en er stappen per bus ook veel meer mensen in dan bij ons toegestaan is. Onderweg tellen we 29 mensen in een busje, met bagage, maar volgens berichten worden er nog wel meer mensen ineens vervoerd.

Hluhluwe-Umfolezi park

Stenen op de weg blijken schildpadden te zijn

We rijden Swaziland uit via het zuidoosten, het is een arm gedeelte en de huizen zijn hutjes. Het landschap wordt ook steeds droger en droger. In Zuid-Afrika doen we op het nippertje in Mkuze nog een boodschap in de bottle store en daarna rijden we naar het telefonisch gereserveerde chalet in Hilltop in het Hluhluwe-Umfolezi park.

We hebben tot nu toe nog maar twee soorten van de ‘big five’ gezien, nl. de buffel en de olifant. Hluluwe staat bekend om zijn neushoorns, die willen we in ieder geval nog zien. Twee km na binnenkomst spotten we onze enige leeuwen, man en vrouw, die gezellig onder een boom liggen.

Tocht door het park, eindelijk zien we neushoorns, met jong, maar op afstand, giraffen, gnoe’s, nyala’s en impala’s (er zijn veel jonkies, het is voorjaar hier) terwijl na de regenbui er plotseling stenen op de weg liggen. Dit blijken schildpadden te zijn, waarvan we er een paar ‘redden’, d.w.z. we stappen toch maar uit de auto en dragen ze naar de kant van de weg.

Durban

Na 15.00 uur is het onveilig in de stad

In de regen rijden we van Hluhluwe naar Durban door een groot, aangeplant bosgebied. Waarschijnlijk voldoen deze bossen voor een groot deel aan de behoefte aan hout in dit land.

In Durban slapen we in een hotel langs het strand en we kijken uit op de strandpretparkjes, die overal tussen strand en boulevard zijn en door iedereen gratis gebruikt kunnen worden. Hele schoolklassen worden er met de bus naar toe gebracht, waarschijnlijk een vorm van schoolzwemmen, want hier en daar wordt ook zwemles gegeven.

Na 17.00 uur worden we door de politie aangehouden, als we downtown willen gaan wandelen, ze adviseren dit nu niet te doen, het is onveilig! Informatie de volgende dag leert ons dat we na 15.00 uur op de strip langs het strand moeten blijven en niet meer in de stad. Ook voor het diner moeten we in deze buurt blijven.

Nadat we het eerste stuk in de stad lopen, nemen we toch maar een taxi naar de Indian Market en spreken een tijd af om opgehaald te worden. We bezoeken de Indian markt en de Juma moskee en kijken ‘s middags langs het strand. Er zijn veel surfers, die ‘s morgens vroeg al te vinden zijn op zee. Op het strand worden zandfiguren gemaakt. Omdat Durban inderdaad een niet zo heel veilige stad is, als je op alle waarschuwingen moet afgaan, reizen we de volgende dag verder.

Via Pietermaritzburg, een heel relaxed stadje met mooie Victoriaanse gebouwen, waar we een paar uur rondlopen, rijden we langs groene velden naar Underberg.

We maken een tocht naar de Sani pas met een 4 x 4 wheel drive. Als wij naar boven rijden komen we vrachtwagentjes met een lading schapen tegen, die naar beneden gaan. Hier lunchen we in de hoogstgelegen pub van Zuid Afrika.

Lesotho

Wit voor bier, groen voor brood, rood voor vlees

De beambten aan de grens met Lesotho stempelen voor het gemak maar meteen in en uit. We maken kennis met het Basotho-volk (het volk met de dekens), mogen een hut van binnen bekijken en het ter plekke gebakken brood en zelfgebrouwen bier proeven.

Onze gastvrouw is Bellina, 45 jaar en moeder van 18 kinderen. Ze verkoopt het bier, dat in een groot vat in de hut is opgeslagen. Ieder dorp in Leshoto verkoopt iets op het gebied van eetwaren en dat wordt aangegeven met een vlag: wit voor bier, groen voor brood, rood voor vlees. In dit dorp is dus de witte vlag uitgehangen.

Bellina’s man is schaapherder en komt onregelmatig thuis, de jongste kinderen zitten in de buurt op school en de oudere kinderen zitten op kostschool voor het voortgezet onderwijs. Het is indrukwekkend te zien met hoe weinig spullen men hier kan leven, gelukkig levert ons bezoek de mensen van dit dorp wat inkomsten op.

Als we naar beneden hotsen, komen we de vrachtwagens weer tegen zonder schapen, verkocht. Schapen zijn hier de belangrijkste inkomstenbron voor het volk.

Indische Oceaan

Wij zijn helemaal alleen op het strand

Een ‘rijdag’ van zo’n 600 kilometer via Kokstad en Umtata naar East London. De tocht gaat door het thuisland Transkei. We passeren dorpjes en soms een wat grotere plaats in een groen heuvelgebied. Hier en daar is de 2-baans weg behoorlijk druk met soms overstekende koeien en geiten. We steken onderweg de Grote Kei rivier over.

Vanaf East London rijden we via Grahamstown, een oud-Victoriaans stadje (het regent en bovenop de heuveltoppen mist het behoorlijk) naar Jeffreys Bay, een eldorado voor de jongere surfers aan de Indische Oceaan. Vanaf hier volgen we westwaarts min of meer de kust tot Kaapstad.

Maar eerst rijden we de Tuinroute. Het is niet helemaal de goede tijd hiervoor, er zijn al veel planten uitgebloeid. Maar je kunt zien, dat de vegetatie hier heel apart is.

We komen onderweg een troepje apen op de weg tegen en kruisen de Bloukrans Bridge, waar we uitstappen en de kloof zien. Na een extra rondje door 2 rivierdalen eten we iets aan het strand van Plettenberg Bay en rijden door naar het huis van een bekende van onze reisgenoot in een klein dorpje bij Wilderness. We mogen van dit huis gebruik maken.

Helaas regent het vandaag. We gaan rondkijken in George, dat op zo’n 20 km. afstand ligt. Als het in de middag droog is, maken we een strandwandeling. Wij zijn helemaal alleen op het strand, dit maken we niet vaak mee.

Omdat het huis erg afgelegen ligt van de bewoonde wereld, rijden we vandaag verder naar Oudtshoorn. Daar bezoeken we ‘s morgens de Wildlife Ranch, hier wordt wild gefokt, o.a. krokodillen en witte tijgers. We aaien een cheetah. De verzorgers verzekeren ons dat deze krokodillen niet bestemd zijn voor tasjes. Er is een uitgebreid uitwisselingsprogramma om inteelt te voorkomen.

‘s Middags bezoeken we een een struisvogelfarm, waar we ons laten rondleiden. Het aanbod om op een struisvogel te rijden slaat iedereen af.

We vinden onderdak in High Street, in een pastorie met een Bed en Breakfest, geleid door de vrouw van de dominee. Het pand staat op de monumentenlijst en wordt gerestaureerd. Het is ‘s avonds gezellig struisvogelbiefstuk eten in Oudshoorn.

Ook de dominee komt ons tijdens het ontbijt nog in fietstenue begroeten en heeft nog wat tips voor de omgeving.

We rijden echter verder door het wijngebied naar Stellenbosch. Onderweg komen we leuke, rustige dorpjes tegen en rijden door een prachtige, woeste omgeving.

Wij kijken ‘s morgens rond in Stellenbosch, bezoeken Oom Samie Se Winkel en kopen township-kunst op de markt en een kalender van schilder Portchie. We maken ook kennis met de schilder zelf in zijn galerie, waar hij zit te schilderen.

Het is druk in Stellenbosch, er lopen heel wat toeristen rond, het is ook een aantrekkelijk plaatsje. Aangezien we onderweg elke dag bij het diner wel een Zuid-Afrikaans wijntje geproefd hebben, gaan we niet meer naar een wijnproeverij, wij vonden onze manier van proeven leuker.

Kaapstad

De zeehonden vermaken zich goed in de haven

Daarna rijden we naar Kaapstad. We maken een wandeling in het centrum en ontdekken de Afrikaanse kunstmarkt op Greenmarket Square.

Het centrum van Kaapstad bestaat uit laagbouw, voornamelijk oude huizen in Hollandse en oud-Engelse (Victoriaanse) stijl met daar tussenin hoge gebouwen. Een van de weinige echte oud-Hollandse gebouwen is Kasteel de Goede Hoop, gesticht in 1652 door Jan van Riebeeck. Tijdens ons bezoek maken we toevallig het aflossen van de wacht mee. Er komt nog flink wat lawaai uit het kleine kanonnetje.

We winkelen ‘s middag aan het Waterfront, een groot winkelcentrum met dure winkels. De restaurants zien er gezellig uit met zicht op de haven, waarin de zeehonden zich goed vermaken.

Via Muizenberg, James Beach en Simonstown rijden we naar Kaap de Goede Hoop. Bij Boulder Beach zien we een pinguïnkolonie, wat een leuke beestjes zijn dit toch, de hele kolonie staat bijna onbeweeglijk te wachten op ‘iets’.

Onderweg lift een baviaan een stukje mee op onze auto, tot vermaak van alle voorbijgangers. Zelf zien wij niets, wij vermaken ons met de reacties van de passerende toeristen. Dankzij het aanbod van een passerende automobilist vinden wij bij thuiskomst zijn foto’s op de mail.

Onderweg zien wij een verkooppunt van Afrikaanse kunst van steen, een grote collectie, hier komt dus vandaan wat wij in onze tuincentra wel eens zien staan.

We rijden terug langs de Westkant van dit schiereiland, dit levert mooie uitzichten en plaatjes op, Kommetje, Houtbaai. De Atlantische oceaan is een stuk woester dan de Indische Oceaan, en ook een stuk kouder. Slechts een enkele surfer waagt zich in wetsuit in de golven, om lekker te zwemmen moet je niet aan deze kant van Zuid-Afrika zijn.

Vandaag bezoeken we Robbeneiland, waar Nelson Mandela 27 jaar gevangen heeft gezeten. Het is een half uurtje varen vanaf de Nelson Mandela Gate en het waait hard, de golven zijn behoorlijk hoog. De rondleiding in de gevangenis wordt verzorgd door zwarte Afrikanen, die er zelf gevangen hebben gezeten. Glenn is onze gids. Hij vertelt uitgebreid over het leven in de gevangenis en uiteraard bezoeken wij de cel waar Nelson Mandela was opgesloten. Daarna rijdt de bus nog een rondje over het eiland.

Terug bij de haven aan het Waterfront zien we veel koeien van de ‘cow parade’. Deze koeien zijn op ware grootte en beschilderd en bestemd voor een veiling, waarvan de opbrengst gebruikt wordt voor het kinderkankerfonds. Het is leuk ook een koe beschilderd door Portchie tegen te komen.

Vandaag wandelen we rond in de stad en eten ‘s avonds in het Africa Café, dat uiterst toeristisch blijkt te zijn.

In de brandende zon op de bovenste verdieping van een open dubbeldekker maken we een mooie rondrit door Kaapstad. Helaas is de Tafelberg weer ‘gedekt’ met bewolking, maar het uitzicht over Kaapstad vanaf de bus is ook erg mooi.

Het zit er weer op, een mooie reis is ten einde. Natuurlijk zijn 4 weken veel te kort, maar we hebben 4500 km gereden en een goede indruk van dit mooie, veelzijdige land gekregen. Alles is er te vinden, wild en natuurschoon in het Noorden, wijn, steden en weer veel natuurschoon in het Zuiden, van alles hebben we wat meegepikt.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win