×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Safari Botswana

Per vliegtuig, landrover, mokoro, helikopter en te voet

Reisverslag: Marianne van Rossum
Foto's: Marianne van Rossum

Op safari gaan kan in Botswana op veel manieren: per boot over de Chobe, de Zambezi en de Okavango, per landrover over de Makgadigadi-zoutvlakte en door Moremi Game Reserve. Letterlijk hoogtepunten: per helikopter over de Victoria-watervallen en in een vliegtuigje over de Okavango Delta. De Delta is ook te voet te verkennen, al kun je ineens oog in oog staan met een aanstormende leeuwin…

We landen ‘s avonds in Johannesburg, waar we met een busje naar ons guesthouse worden gebracht. Het is koud, slechts 5 graden. We drinken iets in de bar, maar gaan al snel naar bed omdat het zo koud is. Op onze kamer is het ook frisjes en we slapen dan ook slecht.

Livingstone

De Victoria-watervallen liggen praktisch in onzeachtertuin

De volgende ochtend vliegen we door naar Livingstone, een vlucht van anderhalf uur. We maken kennis met onze gidsen Toff en Kiddy en de landrovers. Het voelt meteen vertrouwd en goed.

De lodge (5 km van Victoria Falls) waar we de komende twee nachten en de laatste nacht zouden logeren is dubbel geboekt en we kunnen daar dus niet terecht. Gelukkig maar, want nu gaan we naar de prachtige en veel duurdere Zambezi Sun lodge, waar de watervallen praktisch in de achtertuin liggen.

Toff heeft een zonsondergangstocht georganiseerd met vlotten op de Zambezi. Zambezi betekent: Grote Rivier. Hij is 2660 km lang en is daarmee de op drie na grootste rivier in Afrika.

Tegen de avond gaan we aan boord, mét zwemvesten, vijf liter wijn en allerlei koude en warme hapjes zoals kaas, kebabs, gehaktballetjes en kipsticks. Het is prachtig op de Zambezi; als aan de ene kant de zon ondergaat, komt aan de andere kant de volle maan op. Overal zitten nijlpaarden.

Vanavond eten we in de stad. Onderweg moeten we stoppen voor een overstekend nijlpaard. We eten bream met van alles erbij.

Mosi oa Tunyapark

De laatste witte neushoorn wordt 24 uur per dag bewaakt

Om half 7 gaat de wekker. We maken een neushoornwandeling in het Mosi oa Tunyapark. Dit is voor Afrikaanse begrippen een klein park, slechts 1600 ha groot, met overal een prachtig uitzicht over de Zambezi, en het ligt vlakbij de Victoria-watervallen.

Bij het hek van het park staat een babyolifantje dat zijn moeder kwijt is, we moeten dan ook uit de buurt blijven omdat die overal vandaan kan komen en haar baby zal willen beschermen.

Na een tijdje lopen vinden we de enige witte neushoorn die er nog is en die pas sinds gisteren weer terug is in het park, na een schietpartij door stropers afgelopen juni, waarbij het vrouwtje is gedood. Deze laatste witte neushoorn wordt daarom 24 uur per dag in de gaten gehouden. Hij loopt mank en is sterk vermagerd.

Verder zien we wat impala’s en gnoes en veel vogels, waaronder de bruinkapijsvogel, een ijsvogel met een bruin kapje op zijn hoofd.

Rond de middag zijn we terug bij de lodge en na een lekkere lunch gaan we de Victoria-watervallen verkennen. We hadden ons niet kunnen voorstellen dat dit zo adembenemend mooi zou zijn, er wordt dan ook veel gefotografeerd en gefilmd.

De Afrikaanse naam voor de watervallen is Mosi oa Tunya (rook die dondert) en we begrijpen nu waarom. Dit watergordijn is meer dan 1700 m breed, heeft een valhoogte van meer dan 100 m en maakt een oorverdovend lawaai. Als we op de brug lopen worden we behoorlijk nat van de nevel.

Op de terugweg zitten we ineens midden tussen de bavianen. Van dichtbij zijn ze vrij groot en we zijn blij dat ze weer vertrekken.

Rond 20.00 uur gaan we in het donker met zaklampen terug naar de watervallen.

Omdat het volle maan is, is de ‘lunar rainbow’ (regenboog bij maanlicht) te zien. Dit is echt prachtig en ook bijzonder, want slechts op twee plaatsen in de wereld (ook bij de Niagara-watervallen) is dit fenomeen te zien en dan alleen nog maar bij volle maan.

Nxai Pan

Leeuwen, olifanten en giraffen op de Makgadigadizoutpannen

Vandaag wordt het een lange reisdag richting Nxai zoutpan, een grote zoutvlakte ten zuidoosten van de stad Maun, die deel uit maakt van de Makgadigadi zoutpannen.

De Makgadigadi was ooit een enorm meer dat bijna heel Botswana besloeg. In de regentijd staat deze vlakte grotendeels onder een dun laagje water en komen er honderdduizenden flamingo’s om te broeden. Nu is het de droge tijd, dus zal er niets van dit alles te zien zijn.

We steken bij Kazangula de Zambezi over. Dit is een bijzondere plaats, waar vier landen samenkomen: Zambia, Namibië, Zimbabwe en Botswana. Na een aantal formaliteiten bij de grens kunnen we weer verder.

We stoppen voor boodschappen en lunch in Kasane en komen pas laat aan bij de Elephant Sands lodge, waar we zullen overnachten. De tenten staan gelukkig al als we aankomen want het wordt al flink donker.

De camping is prachtig, met een bar en een restaurantje. Onze kok gaat hier aan de slag en na een laat diner en nog wat verhalen bij het kampvuur zoeken we onze tent op. Weer is het flink koud ‘s nachts.

Na het ontbijt en een groot aantal vogelplaatjes verder, zoals de zwartkopfiskaal (black-headed gonolek), wevervogel, driekleurige glansspreeuw en zwartkeelkanarie, vertrekken we weer. Het is nog een lange rit naar Nxai Pan.

Kort na de middag zijn we bij Baines’ Baobabs, waar we lunchen. Deze zeven grote oude baobabs danken hun naam aan de schilder Thomas Baines, die hier in 1862 een schilderij van maakte. Ze worden ook wel ‘Zeven Zusters’ of ‘Slapende Zusters’ genoemd.

Inmiddels is het heel warm geworden. Om half vijf zijn we bij de campsite en gaan meteen op zoek naar wild. We zien olifanten en giraffen en ook onze eerste leeuwen, die op weg zijn naar de drinkplaats, en twee zadeldekjakhalzen. Het wordt snel donker. We wachten tot de zon bijna onder is en moeten dan snel terug naar de campsite.

Okavango Delta

Een vogelparadijs van water met eilandjes

Eerst een ontbijt met eieren en spek en dan per jeep wild kijken. De leeuwen zijn er helaas niet meer. Als we terugkomen is het kamp al afgebroken en rijden we richting poort en daarna naar Maun.

Om 13.00 zijn we er en is het tijd voor onze vlucht, met kleine vliegtuigjes, naar de Okavango Delta. We zien de prachtige delta onder ons voorbij trekken. Dit is een van de mooiste belevenissen die ik ooit heb gehad.

De delta is een van de meest bijzondere natuurgebieden van Zuidelijk Afrika. Een enorm moerasgebied dat wordt gevoed door de Okavango, een 1600 km lange rivier, die ontspringt in het hoogland van Angola en uitmondt in de Kalahari. De binnenland-delta die hierdoor is ontstaan is de grootste ter wereld (15.000 km2).

Het gebied bestaat uit rivierarmen en stroompjes, papyrus en rietvelden, savannen en grasvlaktes. De eilandjes zijn allemaal bebost met vooral palmen, mopanen, baobabs en de schermacacia, de meest typisch Afrikaanse boom. Op de neushoorn na zijn vrijwel alle wilde dieren hier te vinden en uiteraard is het ook een vogelparadijs.

Na 20 minuten landen we op de air strip bij Gunn’s Camp. Met een motorbootje worden we naar het verder gelegen Gunn’s Bush Camp gebracht op een van de vele eilandjes in de delta, waar we zullen slapen. Onze tent staat aan het water en het uitzicht is prachtig.

We dineren aan een lange tafel buiten bij het kampvuur. ‘s Nachts koelt het weer flink af, rond de tent knort een nijlpaard.

Na het ontbijt gaan we, compleet met bed rolls (slaapzakken met laken, kussen, deken en handdoek) en rugzakken, de mokoro’s (een soort punters) in voor een tocht door de delta en op weg naar ons ‘wild camp’, waar we zullen overnachten. Onze punteraar heet Sam.

We vertrekken op ons verzoek als eersten, zodat het nog lekker rustig is. Onderweg zien we olifanten, giraffen, bavianen, de rode lechwe (moerasantilope) en natuurlijk ontzettend veel vogels, zoals visarenden en reigers, ibissen en aalscholvers.

Rond elf uur zetten we ons kamp op op een van de eilandjes. Er zit een giftige spin, de tent moet dus goed dicht blijven. Eerst siësta en dan maken we aan het eind van de middag weer een mokorotocht. Deze keer gaan we speciaal voor de nijlpaarden, maar zien ook veel ander wild, zoals moerasantilopen, olifanten en giraffen.

Er is een geweldige zonsondergang, die zorgt voor dat speciale Afrikagevoel en na een lekkere barbecue zoeken we onze tent op.

'The lions must be close'

De leeuwin komt aangestormd tot op een halve meterafstand

We staan om zes uur op en na een snel ontbijt gaan we wandelen, op zoek naar wild. Maar eerst een half uurtje varen met de mokoro. We gaan aan land en worden in twee groepen gesplitst. Wij blijven met zijn zessen bij Sam en nog twee gidsen.

We krijgen uitleg wat we moeten doen als we een leeuw of luipaard tegenkomen. Wat ons opvalt, is dat ze niet gewapend zijn. Zo spannend zal het dus wel niet worden, denken we nog.

Na een uur lopen en sporen zoeken, ontdekt Sam verse leeuwensporen. ‘The lions must be close,’ zegt hij. Nog geen tien tellen hierna klinkt een enorm gebrul. Een leeuwin komt uit de bosjes op ons afgestormd. Gelukkig is het een schijnaanval, ze draait drie meter voor ons weer om.

Ze heeft jonge welpjes die ze wil verdedigen en gaf ons een flinke waarschuwing. Er is ons verteld dat we moeten blijven stilstaan, maar toch is de eerste reactie even ‘er vandoor!’ en doen we een paar passen achteruit. De gidsen achter ons houden ons tegen, we lijken wel menselijke schilden.

Als we weer een beetje zijn bijgekomen, willen we eigenlijk wel weg hier, maar Sam vindt dat hij nog wel een paar stappen dichterbij kan gaan. Dit hadden we misschien niet moeten doen.

Deze keer is het menens en komt de leeuwin aangestormd tot op een halve meter afstand van twee van ons. ‘Make picture, make picture,’ roept onze gids. Ja, ja… Doordat iedereen doodstil blijft staan, draait ze zich uiteindelijk toch op het laatste moment om.

Achteraf blijkt dat we toch wel een risico hebben genomen en onze vaste gids Toff is er niet blij mee. Blijkbaar doen gidsen dit in de hoop hiermee een grotere tip te krijgen. Niet aan meedoen dus.

Het duurt een tijdje voordat mijn hart weer op het normale ritme is. We blijven het gesprek van de dag als we na een uur terug zijn in het kamp. Tijdens de brunch blijkt dat Fon alles heeft gefilmd. Hoe is het mogelijk.

Tegen half twee varen we richting Gunn’s Bush Camp, om verder de hele middag te relaxen op het terras. Van alles komt er voorbij: olifanten, moerasantilopen, apen, ooievaars met gele snavels en ooievaars met een zwarte vlek op hun rode snavel.

Een lekker wijntje erbij. Wat kan een mens nog meer willen. We dineren buiten bij het restaurant en nog steeds is onze leeuw de held van de dag.

Samen met twee anderen van de groep gaan we naar het dorpje waar de gidsen en alle mensen die in de lodges van de delta werken wonen. In het dorp worden we rondgeleid door gids Eric. We zien ook zijn dochtertje.

We kopen een houtsnijwerkje dat door een oude blinde man is gemaakt. Hij vindt het een leeuw, voor ons lijkt het meer op een zebra, maar we vinden hem prachtig. Om 12 uur moeten we weer naar de air strip voor onze terugvlucht naar Maun.

Moremi Game Reserve

Van savanne tot moerasgebied en dichte bossen

Vanuit Maun rijden we naar het Moremi Game Reserve. Moremi ligt in het oostelijk deel van de Okavango Delta en is 3000 km2 groot. Het is een van de mooiste en meest gevarieerde wildparken van Afrika, rijk aan wild en vogels.

We komen pas aan als het al donker is. Snel de tenten opzetten, dineren en op tijd naar bed. Morgen moeten we om 6 uur op voor onze eerste game drive.

We vertrekken bij zonsopgang. Het landschap in Moremi varieert van savanne tot moerasgebied en dichte bossen. Veel bomen zijn echter verwoest door de talrijke olifanten.

We zijn nog maar net op weg als Toff via de radio van collega Willem te horen krijgt dat er een luipaard is gespot. En jawel, na een kwartiertje hebben we haar gevonden. Ze zit onder een boom een impala te eten, die ze deze nacht te pakken heeft gekregen.

We zijn voor de derde keer in Afrika en dit is ons eerste luipaard. We maken foto’s en filmen totdat ze opstaat en in de struiken verdwijnt. Er moet ook ergens een welpje zijn, maar dat krijgen we helaas niet te zien.

Bij de rivier staat een kudde olifanten te drinken, ook weer een prachtig schouwspel. Helaas moeten we alweer terug voor het ontbijt. Hierna verlaten we de campsite om de rivier Kwai over te steken naar de noordelijke kant van het park en een nieuwe plek te zoeken voor de volgende twee nachten.

Een honingdas steekt de weg over, dit is heel bijzonder, meestal zie je deze dieren alleen ‘s nachts.

Er wacht ons een teleurstelling, de brug wordt gerepareerd en we mogen er niet over. We kunnen niet verder het park in en moeten ergens een nieuw plekje zien te vinden.

Gelukkig vinden we snel een plek om te kamperen en hebben nog alle tijd om uitgebreid op zoek te gaan naar wild. We gaan terug naar de plaats waar het luipaard was, maar we hebben pech, ze is er niet meer. We wachten lang, maar al snel begint het schemerig te worden en moeten we terug.

Vandaag hoeven we niet te reizen. We staan wel vroeg op om wild te gaan zoeken. Giraffen, koedoes en olifanten zijn er genoeg, maar ook klein wild waaronder een steenbokje en de zeldzame roanantilope.

Natuurlijk is er ook de vorkstaartscharrelaar (de nationale vogel van Botswana) en verschillende gieren en roofvogels, waaronder de breedkoparend.

Na de lunch is het siësta, tijd om de dagboeken bij te werken, wat te lezen, kaarten, zonnen en niet te vergeten; bush-douchen! We worden er lekker fris van, maar echt schoon?

Om 3 uur gaan we weer op pad. Ons luipaard zit nu in een boom, maar is heel moeilijk te zien. We blijven heel lang kijken. Veel andere bijzondere dieren zijn er niet. Het is al donker als we terug zijn bij de kampeerplaats.

Savuti

Dikke muren moeten de olifanten bij het water weghouden

Vandaag vroeg op, de tenten afbreken en nog snel een korte game drive. Dan gaan we op weg naar Savuti, in de westhoek van Chobe National Park, bekend om de vele roofdieren. De bekende National Geographic films ‘Eternal Enemies’ en ‘Lions of Darkness’ zijn hier opgenomen.

Om 13.00 uur komen we aan. We hebben geluk dat er plaats is op de openbare kampeerplaats. Alles wat met water te maken heeft, zoals toiletten, douches en watertanks, is hier omgeven door dikke muren.

Het is echt een fort. Dit is nodig om de olifanten bij het water weg te houden. Enkele jaren geleden moest een aantal campings sluiten omdat olifanten alle leidingen uit de grond trokken in de droge tijd en hele kampeerterreinen verwoestten.

Met hulp van de Europese Gemeenschap zijn deze nieuwe voorzieningen gemaakt, zodat hier toch weer veilig gekampeerd kan worden. Als de droge tijd aanbreekt voorzien pompen ‘s nachts een aantal drinkplaatsen van water.

Tijdens het opzetten van de tenten wordt Toff door een giftige schorpioen in zijn hand gestoken. Even is er een beetje paniek. Maar Toff zou Toff niet zijn als hij hier niet meteen een oplossing voor zou hebben. Met een koordje bindt hij zijn arm af, zodat het gif niet verder kan, wat paraffine erop en afwachten. Hij heeft er toch een paar dagen flink last van, zal later blijken.

Tijdens onze avondtocht zien we behalve olifanten, giraffen en klein wild ook twee cheeta’s (jachtluipaarden). Weer een hoogtepunt van deze reis.

‘s Nachts is het onrustig op de camping, we horen overal leeuwen en olifanten en slapen dan ook heel slecht, niet in de laatste plaats door de sterke verhalen van onze gids.

Op onze vroege rit de volgende ochtend zien we zes van de beroemde Savuti-leeuwen, ze zijn veel groter dan op andere plaatsen in Afrika. Er liggen op verschillende plaatsen karkassen van olifanten, die door deze leeuwen worden aangevallen en opgegeten. Een stel olifanten staat bij de drinkplaats als de zon opkomt. Prachtig.

‘s Middags rusten we en ‘s avonds maken we nog een rit. We zien veel wild en vogels, mooi maar niet spectaculair. Of beginnen we een beetje verwend te raken?

Chobe River

De door olifanten vernielde bomen groeien nooit meerterug

We gaan op weg naar de Chobe River, die de grens vormt met Namibië, waar we al om 11 uur ‘s ochtends aankomen.

Als we ‘s middags weer op avontuur gaan, valt het ons op dat het landschap hier grotendeels vlak is. In de droge tijd, nu dus, komen veel olifanten en buffels drinken bij de rivier. En ook hier zijn, zoals ook op de andere plaatsen waar we zijn geweest, veel verwoeste bomen en struiken.

Er zijn te veel olifanten die alles kapot maken. De vernielde bomen zullen nooit meer teruggroeien, het worden slechts struiken, zodat het landschap in de toekomst totaal veranderd zal zijn en niet ten goede.

Het uitzicht over de rivier en de zonsondergang zijn prachtig, er zijn veel watervogels, zoals pelikanen, die aan de oever van de rivier de nacht komen doorbrengen.

We staan de volgende ochtend weer vroeg op om wild te zoeken. Er zijn hier veel roofvogels, zoals de breedkoparend, de roofarend en de Afrikaanse visarend.

In de middag maken we een boottocht over de Chobe River. Hier zijn hele kudden buffels en we kunnen een nieuwe antilopensoort aan ons lijstje toevoegen: de puku. Er zijn veel watervogels, zoals de waterdikkop en de jacana.

Het uitzicht is overal geweldig en een kudde olifanten steekt net de rivier over. In het midden een heel kleintje, alleen zijn slurfje komt boven het water uit.

Livingstone

In een helikopter over de Victoria-watervallen

Vandaag verlaten we de bush helaas al weer en gaan terug naar Livingstone. Onderweg zet Toff ons af bij een mooie lodge in Kasane. Hij gaat even naar huis en wij kunnen ondertussen koffie drinken en souvenirs kopen.

Door alle drukte en toestanden bij de pont en de grens zijn we pas om kwart voor drie weer bij de Zambezi Sun Lodge. Snel even wat opfrissen, want om half vier moeten we al weer weg voor onze helikoptervlucht over de Victoria-watervallen die ‘Flight of the Angels’ wordt genoemd.

Dit is een ervaring om nooit te vergeten. Wij zitten met zijn tweeën voorin en hebben een geweldig uitzicht over de watervallen en onze lodge. Omdat het laat in de middag is, is het licht heel mooi om foto’s te maken.

De volgende dag vliegen we terug naar Johannesburg en dan verder naar huis. Het afscheid van onze uitstekende gidsen Toff en Kiddy valt ons zwaar. We hopen hen weer te zien op een volgende reis.

We hebben ontzettend veel gezien en meegemaakt in een spannend en prachtig Botswana en een stukje Zambia. We willen weer terug, want: Afrika, wie omkijkt gaat terug!’

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win