×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Stedentrip Reykjavik

Stad van ijs, sneeuw, water en stoom

Reisverslag: Royan van Velse
Foto's: Royan van Velse

De hoofdstad van IJsland (120.000 inw.) doet wat eenvoudig en dorps aan. De baarden doen denken de Vikingen waarvan de bevolking afstamt. Ook in de winter is er in en rond Reykjavik genoeg te zien, dat allemaal met water te maken heeft: van geisers tot walvissen, thermale baden en watervallen. En de energie wordt vooral opgewekt door heet water en stoom. Veel groener dan het sneeuw­land­schap van IJsland wordt het niet.

Onder de vleugel van het vliegtuig glijdt de besneeuwde hoofdstad van IJsland voorbij. In de winter is het koud in Reykjavik maar ook in de zomer wordt het hier niet bepaald warm. Alleen van juni tot augustus komt de gemiddelde temperatuur iets boven de tien graden.

Dus waarom niet gewoon in de wintermaanden afreizen naar IJsland en ontdekken waarom de Vikingen dit grote eiland deze naam gaven? Met gemiddelde temperaturen van net boven de nul is de winter in Reykjavik ook weer niet zo extreem koud als je op basis van de ligging nabij de poolcirkel zou verwachten. Het water van de Atlantische Oceaan en de Irmingerstroom (afkomstig uit de Golf van Mexico) die langs de zuidkust van IJsland stroomt temperen de kou.

Wanneer je het land in de winter bezoekt, wordt de reis door toedoen van de sneeuw en de slechte begaanbaarheid van de wegen al snel gelimiteerd tot de omgeving van Reykjavik. De rondweg Hringvegur is sowieso alleen van mei tot en met september helemaal begaanbaar voor gewone auto’s.

Die beperking is overigens zeer relatief, omdat zowel stad als regio verrassend veel te bieden hebben.

Vikingen

Pas vanaf de 9e eeuw wordt het eiland permanent bewoond

Indien de Vikingen meer dan 1000 jaar geleden niet in de wintermaanden maar juist in de zomer voor het eerst aan wal waren gekomen, hadden ze het mogelijk de naam Groenland gegeven. Het echte Groenland, dat pas later werd ontdekt, is in de zomermaanden namelijk minder groen dan IJsland.

Groenland kreeg die veelbelovende en misleidende naam om Vikingen die al op IJsland woonden daar naartoe te lokken voor het opbouwen van nieuwe nederzettingen.

Die Vikingen vestigden zich aan het einde van de 9e eeuw definitief in IJsland, op de plek waar nu Reykjavik ligt. Meer dan een millennium na hun aankomst is hun invloed nog overal te zien in de hoofdstad van IJsland, die zo’n 120.000 inwoners telt. De bevolking draagt nog steeds de fysieke kenmerken van de zeevarenden, strijders en plunderaars die hun voorouders waren. Sommige IJslanders zien er ook nu nog woest uit met hun grote gestaltes en hun ruige baarden.

Tijdens bouw­werk­zaam­heden in Reykjavik werd in 2001 een van de oudste nederzettingen van het land blootgelegd. Besloten werd om over de opgravingen heen te bouwen, waardoor een ondergronds museum ontstond: Landnáms­sýningin, het museum van de nederzetting van 871±2 (de foutmarge in de datering is twee jaar).

Middelpunt van het museum vormt de fundering van een op vulkanische as gebouwd langhuis, dat behalve als woning waarschijnlijk ook dienst deed als boerderij en opslagplaats. Daar omheen maak je een ondergrondse reis door de wereld van toen.

Middels een interactieve tentoonstelling wordt de begintijd van de Vikingen in beeld gebracht. Er zijn verschillende gereedschappen uit die periode te zien. De muren rondom worden gevormd door foto’s die het uitzicht weergeven zoals dat er indertijd vanaf deze plek uit moet hebben gezien.

Het verhaal van de Noormannen krijgt een vervolg in het iets verderop gelegen Nationaal Museum, waar verspreid over twee verdiepingen de verdere geschiedenis van het land wordt getoond. Overblijfselen die op het eiland werden gevonden zijn in dit gebouw verzameld.

Munten, gebruiksvoorwerpen, boten en graven uit de begintijd nemen je mee in die lange reis naar vandaag, waarbij de goden Odin en Thor werden afgezworen en de overgang naar het christendom plaatsvond. De expositie eindigt met het moderne IJsland.

De nieuwe godsdienst, die 1000 jaar geleden werd omarmd, is alomtegenwoordig in het huidige Reykjavik. Erg mooi is de Háteigskirkja, een betonnen Lutherse kerk met vier spitse torens, die gebouwd werd aan het eind van de jaren 50 van de vorige eeuw.

Maar de meest markante kerk is zonder twijfel de Hallgrimskirkja, die met zijn hoogte van 74,5 meter de omgeving letterlijk domineert. Aan deze kerk werd van 1945 tot 1986 gebouwd.

Met zijn bijzondere en wat controversiële betonnen uitstraling heeft hij niet veel gemeen met de oude en sfeervolle kerken die op het Europese vasteland staan.

De kerk is modern en sober maar dankzij de architectuur niet minder opvallend. Inspiratiebron voor het ontwerp waren de grote formaties van basalt die kenmerkend zijn voor het IJslandse landschap.

Een lift brengt je bovenin de kerktoren, van waaruit je een prachtig uitzicht hebt over de stad met al haar gekleurde huizen en de zee op de achtergrond.

De Golden Circle

De kloof tussen de continenten wordt ieder jaar breder

De Vikingen verbleven niet alleen in Reykjavik. In het 50 km oostelijker gelegen natuurgebied Thingvellir, dat ook in de winter goed te bereiken is vanuit de hoofdstad, werd vanaf 930 een volksvergadering gehouden, Althing genoemd. Dit was het eerste parlement ter wereld; hier werden wetten uitgevaardigd, vetes beslecht en recht gesproken.

Vanaf een centrale rots, de Lögberg, werden toespraken gehouden en deelde de voorzitter van de vergadering de besluiten mee. Deze rots en andere stenen die toen een rol speelden worden tegenwoordig gemarkeerd door een vlaggenmast.

Het gebied speelt nog steeds een belangrijke rol bij bijzondere gelegenheden. Hier werd 17 juni 1944 de onafhankelijkheid van Denemarken uitgeroepen. Net zoals het christendom in het jaar 1000 op deze plek als landgodsdienst werd aangenomen.

We bevinden ons hier precies op de breuklijn tussen het Euraziatische- en het Noord-Amerikaanse continent. Ieder jaar schuiven de tektonische platen zo’n 2 centimeter uit elkaar waardoor er een continentaal niemandsland ontstaat in de vorm van een steeds iets breder wordende kloof.

Het is een prachtig wandelgebied dat bij de zogenaamde Golden Circle hoort. Die Golden Circle bestaat behalve uit het nationale park Thingvellir ook uit de heetwaterbronnen van Geysir en de waterval Gullfoss.

De drie bezienswaardigheden kun je in een dag tijd bezoeken en doen je IJsland op een indringende wijze ervaren. Zonder heel ver van de hoofdstad te geraken maak je toch kennis met het ruige en besneeuwde landschap, ogenschijnlijk ver weg van de bewoonde wereld.

Strokkur is de naam van een geiser in het Haukadalur. Hier ruikt het naar zwavel en zowel sneeuw als ijs zijn op sommige plaatsen weg­ge­smolten. Door de alom aanwezige vulkanische activiteit borrelt water met een temperatuur van 100 graden op allerlei plekken omhoog.

Strokkur is iedere paar minuten actief en spuit dan op spectaculaire wijze zeker twintig meter de hoogte in. Het kokendhete water houdt de bezoekers op veilige afstand en je moet niet proberen je vingers in één van de heldere waterpoeltjes te dompelen. Het landschap is bedekt met lava en zit vol met kuilen en gaten die gevuld zijn met warm water. Het geheel is betoverend en bedreigend tegelijk. Het geeft een dynamisch en confronterend beeld van wat er zich in en onder dit land afspeelt.

Een paar meter naast de Strokkur ligt de naamgever van het verschijnsel: de Geysir. Rond de eeuwwisseling spoot die het water nog 122 meter de lucht in maar tegenwoordig is hij nog maar zelden actief.

De gouden cirkel is pas rond nadat je kennis hebt gemaakt met het natuurgeweld van Gullfoss, de gouden waterval, die verderop in het Haukadalur ligt. Helder en ijskoud water stort hier met een oorverdovend lawaai in twee trappen naar beneden om vervolgens verder te stromen door een 70 meter diepe kloof. In de wintermaanden kan deze waterval enkel van boven en via een iets lager gelegen plateau worden bekeken. In de zomer kun je via een steil pad verder omlaag.

Sneeuw en ijs maken het tafereel nu nog woester en onherbergzamer dan in de zomermaanden. In de sneeuw en het ijs ontdek je ‘s winters prachtige blauwtinten. Meer dan eens heeft men geprobeerd om dit gebied te benutten door er een waterkrachtcentrale te bouwen maar gelukkig is dat nooit doorgezet.

Land van vuur en ijs

De energievoorziening draait vooral op heet water en stoom

Water speelt een cruciale rol in IJsland. Benamingen als ‘land van vuur en ijs’ of ‘land van ijs en water’ zijn dan ook niet vergezocht. De belangrijkste bron van inkomsten vormt de visserij, wat logisch is voor een eiland dat wordt omringd door het zuurstof- en visrijke water van de noordelijke Atlantische Oceaan. Visserij en visverwerkende industrie nemen een kleine tachtig procent van de IJslandse export voor hun rekening.

IJsland is helaas ook een van de laatste landen die nog aan commerciële walvisvaart doen, waarbij ook bedreigde soorten worden gedood. Tegelijkertijd biedt men toeristen de mogelijkheid om aan whale watching te doen (toerisme is de tweede inkomstenbron van het land).

Vanuit de haven van o.a. Reykjavik kun je met een schip de oceaan op om deze imponerende zeezoogdieren in hun natuurlijke habitat te observeren. In de winter is daar echter iets minder animo voor vanwege de temperatuur.

Water speelt bovendien een belangrijke rol bij de energievoorziening. Op IJsland wordt zo’n twintig procent van de energie opgewekt middels waterkracht. Warm water en stoom spelen een nog veel belangrijker rol: geothermie is goed voor 65 procent van de energievoorziening. Met 85 procent duurzame energie is IJsland het groenste land. De resterende 15% aan fossiele brandstoffen wordt voornamelijk gebruikt voor transport en de vissersvloot.

Op een wat afgelegen punt van Reykjavik staat de Perlan (de Parel), een futuristisch ogend glimmend gebouw. Aan de buitenkant van het gebouw bevinden zich grote cilindrische tanks die gevuld zijn met warm water. Met een opslagcapaciteit van maar liefst 21 miljoen liter verzorgt het de stadsverwarming van de hoofdstad.

Bovenin het gebouw is een cafetaria gevestigd met een 360 graden panoramaterras dat een prachtig uitzicht biedt over de meest noordelijke hoofdstad van Europa. Nog een stukje hoger in het gebouw bevindt zich een restaurant dat heel langzaam ronddraait tijdens het dineren.

De IJslander houdt van water en gezien de beschikbaarheid van veel warm water is het niet vreemd dat in dit land een zwembad­cultuur is ontstaan. Geen land telt zoveel zwembaden per persoon; er zijn er op IJsland meer dan 600. Een warm bad na een dag werken wordt als zeer bevredigend ervaren.

De gemiddelde IJslander is meerdere keren per week in het zwembad te vinden en ook de vrijdagmiddagborrel vindt vaak in het zwembad plaats.

Bijna altijd betreft het een buitenbad en in alle gevallen wordt het geothermisch verwarmd. Een mooie plek om je een dagdeel onder te dompelen in heet water is de Blue Lagoon, op 39 km ten zuidwesten van Reykjavik. Dit kunstmatige meer met zout water van 38 graden ligt in een oud lavaveld en wordt gevoed met restwater van een nabijgelegen geothermische elektriciteitscentrale.

Het water ziet er idyllisch en exotisch uit dankzij de blauwe kleur, die wordt veroorzaakt door silicaten. Je kunt je gezicht hier insmeren met minerale klei die goed zou zijn voor je huid en met name verlichting zou bieden voor psoriasispatiënten. Ook kun je hier gebruikmaken van stoombad en sauna.

De 9 miljoen liter water van de Blue Lagoon beslaat een oppervlak van 8700 vierkante meter. Je kunt overal staan, want de diepte is maximaal 1,6 meter. Al badderend kun je bij de bar drinken bestellen in een plastic beker. Het is de ideale plek om een dagje te relaxen tijdens een verblijf rond Reykjavik.

In de wintermaanden vormt de gure wind boven het water een schril contrast met de warmte beneden de oppervlakte. Het ijs-gevoel beleef je dan optimaal terwijl je het aangenaam warm hebt. De Blue Lagoon ligt niet ver van de luchthaven Keflavik, waardoor reizigers er vaak voor kiezen om dit oord meteen na aankomst of vlak voor vertrek aan te doen.

Eenvoud troef

Een droomboot op de boulevard brengt een ode aan de zon

In de moderne stad Reykjavik is het eenvoud troef. Het doet (net als het hele slechts 330.000 inwoners tellende land) wat dorps aan. Zowel het parlements­gebouw als het regerings­gebouw zijn relatief kleine en ongecompliceerde panden waar je zo binnenloopt.

Het is zeker een aanrader om dat te doen bij het gemeente­huis, omdat op de begane grond een prachtige maquette van IJsland staat. De horizontale (1:50.000) en verticale (1:25.000) verhoudingen kloppen weliswaar niet ten opzichte van elkaar, maar dat maakt dit (bijna) kunstwerk van 76 m² niet minder indrukwekkend.

Het in 2011 geopende concertgebouw (1800 zitplaatsen) annex congrescentrum Harpa is opvallend modern en contrasteert met de natuurlijke uitstraling van de zee en de bergen op de achter­grond. De verschillend gekleurde glazen panelen in de gevel zijn (net als het beton van de Hallgrimskirkja) geïnspireerd op de basaltformaties op IJsland.

Iets verderop langs de boulevard heeft de Solar Voyager een plek gevonden. Dit metalen beeld lijkt op een wat vrije weergave van een drakkar, ook al was het niet zo bedoeld door de kunstenaar. Dankzij de zon en de sneeuw vertoont deze droomboot sinds 1990 sprookjesachtige lichteffecten als ode aan de zon.

Wanneer je nog verder langs de boulevard loopt kom je uit bij het Höfdi-huis, de houten villa uit 1909 waar de Amerikaanse president Reagan en de Sovjet-leider Gorbatsjov in 1986 tijdens de Reykjaviktop het einde van de Koude Oorlog inluidden. Het wordt soms nog gebruikt voor officiële aangelegenheden.

IJsland is pas IJs-land wanneer er sneeuw en ijs ligt, in de lange winter dus. Natuurlijk beperken de weersomstandigheden de bewegingsvrijheid en zijn de dagen dan aanzienlijk korter (een uur of 5 daglicht in hartje winter) dan in de zomer, wanneer er soms bijna helemaal geen nacht is.

Maar er zijn nog steeds voldoende mogelijkheden om zowel de kleine stad lopend te verkennen als middels een bustour het karakteristieke landschap er omheen te ontdekken. Je mist weliswaar de uitgestrekte groene natuur maar je krijgt er veel sfeer voor terug.

Bovendien is het prachtig om in de winternacht het noorderlicht te aanschouwen. Het is soms wat uren wachten in de kou, met een grote groep mensen op een afgelegen en donkere plek in de sneeuw naar de hemel turend. Van een afstand ziet het tafereel er uit als een groep pinguïns op een ijsschots. En soms is dat lange wachten nog tevergeefs ook, want het noorderlicht laat zich moeilijk voorspellen. Maar wanneer de aurora borealis dankzij de zonnewind verschijnt, vergeet je de kou even om weg te dromen bij iets wat bovennatuurlijk lijkt.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!