×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Stedentrip Sevilla III

De Moorse invloeden zijn nog overal tastbaar

Reisverslag: Royan van Velse
Foto's: Royan van Velse

Sevilla werd in 1248 heroverd op de Moren maar vele eeuwen later zijn de Moorse invloeden nog overal in de Andalusische hoofdstad tastbaar: van de klokkentoren van de kathedraal tot het versterkte koninklijk paleis en de talrijke stadspaleizen, pleinen en parken. Niet alleen tijdens de reconquista bleef men gebruik maken van Moorse bouwmeesters, ook bij de bouw van het Plaza de España liet men zich nog steeds inspireren door dit verleden.

Van de 8e tot in de 13e eeuw waren de Spaanse regio Andalusië en haar hoofdstad Sevilla in Moorse handen. Het bezettende Moorse volk was islamitisch en bestond voornamelijk uit Noord-Afrikaanse berbers en Arabieren. De Moren kregen vanaf 711 grote delen van Spanje en Portugal in handen en werden pas gestuit in het zuiden van Frankrijk.

Het terugveroveren van het land op deze bezetters, de reconquista, was reeds in de 8e eeuw begonnen maar aan het begin van de 15e eeuw was het zuidelijkste deel van Spanje nog steeds in Moorse handen. Pas in 1492 kwam er definitief een eind aan de Moorse overheersing van Andalusië.

Dat betekende echter niet het einde van de Moorse invloeden. Na al die eeuwen werden de sporen van het verleden niet zonder meer gewist. Bovendien bleven er tijdens en na de reconquista Moorse ambachtslieden in Andalusië werkzaam, nu in dienst van de christenen.

Zij ontwikkelden de mudéjarstijl, een mengvorm van christelijke en islamitische architectuur. Het doet denken aan de Sprookjes van 1001 Nacht en de stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van hoefijzervormige bogen en azulejos, beschilderde tegeltjes van keramiek.

Kathedraal Santa Maria de la Sede

Het grootste kerkgebouw van Spanje is een mengelmoes van stijlen

Ook tegenwoordig is de mudéjarbouwstijl nog overal in Sevilla zichtbaar. Toen de islam plaats maakte voor het katholicisme, werd de hoofdmoskee van de Moren vervangen door de gotische kathedraal Santa Maria de la Sede, heden ten dage het grootste kerkgebouw van Spanje. Delen van de moskee bleven behouden, zoals de Sinaasappelhof.

De oorspronkelijke minaret (met 76 meter indertijd de hoogste minaret ter wereld) bleef ook overeind een leeft verder als de klokkentoren Giralda.

De toren bevat geen traptreden maar 35 hellende vlakken die naar de top leiden. De imam moest in de Moorse tijd meerdere keren per dag naar boven voor de oproep tot gebed en legde dat hele eind af op de rug van een ezel die moeiteloos de schuine gangdelen op kon sjokken.

Bovenop de inmiddels bijna 100 meter hoge klokkentoren prijkt het vier meter hoge koperen beeld van een vrouwfiguur dat staat voor de overwinning van het geloof. Bij een van de ingangen van de kathedraal staat een bronzen kopie, die tijdens de renovatie van het origineel aan het eind van de vorige eeuw tijdelijk op de toren stond.

De voormalige minaret is vanaf vele plaatsen in Sevilla zichtbaar en is één van de iconen van de stad. De immense kathedraal van 127 meter lang en 83 meter breed verraadt meerdere stijlen. De kathedraal zelf is gebouwd in gotische stijl maar daarin is behalve de Patio de los Naranjos en de klokkentoren ook de Moorse Puerta del Perdón opgenomen.

In de zestiende eeuw is de kathedraal bovendien uitgebreid met aanbouwsels in renaissancestijl, zoals de Koninklijke Kapel. En in de zeventiende eeuw is een deel van de Sinaasappelhof vervangen door de barokke Iglesia del Sagrario. Latere aanvullingen zijn in rococo en neogotiek.

Vanaf geen enkel punt kun je de vijfbeukige kruiskerk in zijn geheel bewonderen. De enorme kathedraal telt naast 75 gebrandschilderde ramen maar liefst tachtig kapellen, afgeschermd door sierlijk hekwerk of afgescheiden door muren.

De Capilla Mayor, oftewel hoofdkapel, heeft een altaarstuk van niet minder dan 20 meter hoog. Het is het grootste altaar ter wereld en het bestaat uit 45 panelen. Deze tonen 1.000 personages in scènes uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Er was in de 15e en 16e eeuw 50 jaar werk voor nodig om dit kunstwerk te realiseren.

Bijzonder verrassend in deze kathedraal is het prachtige praalgraf van Christoffel Columbus. Lang niet zeker is dat het stoffelijk overschot van deze van geboorte Italiaanse zeeheld en ontdekkingsreiziger hier daadwerkelijk begraven ligt. Zijn oversteek van de Atlantische Oceaan en vervolgens de ontdekking van Amerika aan het eind van de 15e eeuw deed hij in opdracht van het Spaanse koningshuis.

Zijn mausoleum bestaat uit een beeldenpartij van vier figuren die zijn bronzen grafkist dragen. Zij vertegenwoordigen de toenmalige Spaanse koninkrijken: Aragon, Castilië, León en Navarra.

Alcazar

Het versterkte paleis ademt nog een Moorse sfeer

Net buiten de grootse kathedraal staan torens en hoge muren met kantelen. Deze zijn al bijna 1.000 jaar oud. In een roodgekleurd deel van de muur bevindt zich een poort met daarboven het oude koninklijke wapen, een gekroonde leeuw met een opgeheven katholiek kruis in een klauw.

Hierachter bevindt zich het Alcazar, het versterkte koninklijk paleis. Dit is wederom een erfenis van de Moren maar ook dit erfgoed werd na de reconquista grondig verbouwd.

Van het oorspronkelijke kasteel zijn slechts een patio en delen van de muur overgebleven. Toch ademen grote delen van de huidige inrichting nog een Moorse sfeer uit, want het werd gebouwd in de mudéjarstijl. Koning Pedro I van Castilië gebruikte daarbij veel Moorse bouwmeesters.

Gedurende de eeuwen na de herovering van de stad werd er door de Spanjaarden steeds verder gebouwd aan dit verbluffende paleis met oosterse zalen, kleine binnentuinen, luxe vertrekken en daarachter een prachtig aangelegd park.

De meest bekende salon in dit paleis heet de Salon van de Ambassadeurs. Dit was de troonzaal van koning Don Pedro I, die hier zijn gasten ontving. De zaal is sinds de 15e eeuw ongeschonden gebleven en is geheel opgetrokken in die karakteristieke Spaanse stijl die islamitische en christelijke vormen samenbrengt.

De grote goudkleurige koepel boven dit vertrek dwingt tot ontzag en iedere bezoeker blijft hier een tijdje bewonderend naar staan kijken.

Eén van de binnenplaatsen van het paleis is het Maagdenhof. Een waterpartij wordt hier omgeven door prachtig versierde bogen die toegang verschaffen tot de galerijen die daarachter lopen.

Het hele paleis is een groot doolhof vol met verbijsterende ruimtes die worden afgewisseld door binnentuintjes. Schilderingen, wandtapijten, houtsnijwerk, marmer en zelfs een kapel verrijken deze koninklijke verblijfsplaats, die nog steeds officieel in gebruik is.

De cast van ‘Game of Thrones’ bouwde in dit fenomenale paleis zelfs een filmset op. Vanuit het hoofdgebouw strekt een lange overdekte galerij zich uit naar het park. Deze heet de Groteske Galerij en biedt een prachtig uitzicht over dit fraai aangelegde subtropische wandelgebied.

In het park staat een paviljoen dat voor keizer Karel V werd gebouwd ter ere van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. Eromheen bepalen palmbomen het beeld, terwijl vogels die van een warm klimaat houden de stilte verbreken zonder echter de rust geweld aan te doen.

Cipressen en palmbomen gedijen hier en geven een doorkijk naar de Giralda, terwijl waterpartijen en schaduw op sommige plaatsen wat verkoeling bieden.

Ook in de winter is het overdag nog rond de 20 graden in deze stad die hemelsbreed slechts zo’n 200 kilometer van het Afrikaanse continent ligt.

Gemeentehuis

De gevel is rijk versierd met ornamenten

Het 16e eeuwse gemeentehuis van de Andalusische hoofdstad doet ondanks zijn Renaissancestijl toch ook weer wat Moors aan, en dan voornamelijk aan de zijde van het Plaza de San Francisco. Aan deze zijde is de gevel rijk versierd met ornamenten. De stijl die hier getoond wordt is typisch Spaans en heet Plateresco.

Aan de andere zijde van het gemeentehuis ligt de Plaza Nueva. Hier is de gevel een stuk soberder. Op het plein staat het beeld van koning Ferdinand III van Castilië en León, de man die Spanje en Sevilla bevrijdde van de Moren. In de 17e eeuw, lang na zijn dood, werd hij heilig verklaard. Beide pleinen in het centrum van de stad trekken altijd veel mensen en activiteiten.

Her en der, op façades en op putdeksels, zie je telkens weer dezelfde uiting ‘NO8DO’, waarbij de 8 op een soort knoop lijkt. Het door de knoop gescheiden cryptogram laat de tekst ‘no me ha dejado’ lezen, hetgeen ‘ze heeft mij niet verlaten’ betekent. Het was een teken van trouw aan koning Alfonso X, de opvolger van Ferdinand III. Meer dan zeven eeuwen later is het nog overal te lezen.

Guadalquivir

Vanaf de rivier vertrokken schepen naar de nieuwe wereld

Wanneer je door het centrum van de stad wandelt blijf je in het verleden, wat je ook doet. Het is een sierlijk verleden, geen oud verleden. Monumenten vertellen je waar Sevilla groot in was. Hiervandaan vertrokken de ontdekkingsreizigers naar de nieuwe wereld. Een rivier verbindt de stad met de Atlantische Oceaan en het was in die tijd veiliger voor de vloot om in het binnenland aan de steigers te liggen dan voor anker te gaan in het minder goed beschermde kustgebied.

Langs de rivier Guadalquivir stonden vroeger aan weerszijden torens. Eén ervan heeft de tijd overleefd en heet de Torre del Oro: de goudtoren. Tussen beide torens werd vroeger een grote en zware ketting over de rivier gespannen om de doorvaart te controleren. De Moorse Torre is sinds de 13e eeuw al getuige van de maritieme geschiedenis van de stad.

Waar de naam ‘goudtoren’ exact zijn oorsprong in vindt, is onduidelijk. Mogelijk heeft de toren de naam te danken aan de vele goudkleurige azulejos die haar ooit bedekten en die schitterden in de zon. Misschien komt de naam van het feit dat al het goud dat met de schepen binnen werd gebracht hier werd opgeslagen. Het kan ook zijn dat deze naam ontstond omdat er goudkleurig stro was gebruikt om te vermengen met de specie tijdens de bouw van de toren.

Wanneer je langs het water wandelt zijn er genoeg plaatsen om even neer te strijken, een siësta te houden of wat te eten en te drinken. Spanje staat natuurlijk bekend om de tapas maar wat veel geserveerd wordt als tussendoortje is een plateau met kaas en Iberische ham (‘queso y jamón’). Je kunt in Sevilla de hele middag en avond wel iets warms eten. Echte restaurants gaan ‘s avonds in de regel pas na 20.00 uur open.

Tijdens een wandeling langs de rivier kun je één van de bruggen nemen om over te steken naar de wijk Triana. De brug Isabel II is daarbij wel een aanrader. Aan het eind van deze brug staat een torentje dat markeert wat over is van het kasteel van San Jorge. Het gebouw werd in de 19e eeuw platgegooid om een marktplaats in te richten maar in de funderingen is tegenwoordig een museum gehuisvest over de Spaanse inquisitie.

Deze lange en donkere periode in de geschiedenis van Spanje duurde van 1478 tot in de 19e eeuw. In Sevilla leefden mensen van vele godsdiensten en culturen samen en de inquisitie had tot doel om het katholicisme te zuiveren. Zigeuners, joden, moslims en ook nieuwe christenen, die zich bekeerd hadden, werden hier het slachtoffer van.

Al hun eigendommen werden afgenomen en ze leefden in armoede in de wijk Triana. Over hun verdriet en hun onvrede mochten zij niet openlijk spreken maar zij vonden een andere manier om deze te uiten. Door te dansen en te zingen ontwikkelden zij de flamenco. De klanken van de muziek komen soms wat Arabisch over en herinneren aan die tijd.

Tegenwoordig is Triana een goede en ook dure buurt. Het is een rustige wijk. Het is een aanrader om er op je gemak doorheen te flaneren terwijl je kerkjes kunt bezoeken of kunt neerstrijken op één van de vele gezellige terrasjes onder de bomen. Het is in dit deel van de stad dat veel van de azulejos nog steeds worden gemaakt.

Casa de Pilatos

Een mix van Italiaanse renaissance en mudéjarstijl

De rijkdom van Sevilla komt ook weer ten volste aan bod in het paleis Casa de Pilatos, een typisch Andalusisch paleis. Dit gebouw is aan het begin van de 16e eeuw in een mix van Italiaanse renaissance en mudéjarstijl opgetrokken. Als voorbeeld diende het in Jeruzalem gelegen huis van de Romeinse politicus Poncius Pilatus.

Verschillende tuinen blazen het gebouw leven in en een prachtige trap leidt naar de eerste verdieping. De daar gelegen vertrekken liggen langs een galerij die uitkijkt op een patio. Ze zijn volledig ingericht met meubels uit de afgelopen eeuwen en met kostbare schilderijen.

Het paleis wordt vaak het kleine Alcazar genoemd. Het is dan wel minder groot maar beslist weelderig en het is er zeker niet zo druk als in het koninklijk paleis.

Veel gebouwen in Sevilla hebben het uiterlijk van paleizen. Zelfs de tabaksfabriek die in de 18e eeuw werd gebouwd heeft meer van een kasteel dan van een fabriek. Het gebouw kende een slotgracht, een ophaalbrug en zelfs een eigen gevangenis.

Sevilla floreerde in deze tijd mede dankzij de tabaksindustrie. Het gebouw van de voormalige fabriek is nu in gebruik door de universiteit van Sevilla, die hier een bijzonder prestigieus monument heeft weten te betrekken.

Plaza de España

Een reflectie van het Moorse verleden

In 1929 vond de Wereldtentoonstelling plaats in Spanje en wel in Barcelona en in Sevilla. Tijdens zo’n tentoonstelling verrijzen altijd vele gebouwen en dit was de aanleiding om weer te bouwen in de zuidelijke Spaanse stad. Zo verscheen het luxueuze hotel Alfonso III, ook weer in de kenmerkende mudéjarstijl.

Het was bij de opening door de Spaanse koning het beste hotel van Europa. Vandaag is Alfonso III nog steeds het meest luxueuze hotel van Sevilla.

Grenzend aan het zuiden van het centrum verscheen ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling één van de schoonheden van Sevilla. In een halve cirkel met een doorsnede van 200 meter werd de Plaza de España gebouwd.

Twee torens staan aan de uiteinden van dit ongelooflijk indrukwekkende moderne paleis met wederom architectonische invloeden uit het verre verleden. De halve cirkel opent zich naar het Parque de Maria Luisa, waarachter de rivier ligt waar de reizen naar Zuid-Amerika begonnen.

Het is dan ook een knipoog naar dat Latijns-Amerika dat aan het begin van de vorige eeuw voor een groot deel onder Spaanse invloed verkeerde. ‘Exposición Ibero-Americana’ was niet voor niets de subtitel van deze grote tentoonstelling in Sevilla.

Langs de muren van het gebouw staan 58 met azulejos bezette banken. Ze stellen in alfabetische volgorde de Spaanse provincies voor. Onder de bogen naar de galerijen staan borstbeelden van Spaanse persoonlijkheden.

Het is vaak een drukte van jewelste op het halve cirkelvormige plein voor het paleis. Mensen rijden er rond met paard en wagen, een veel gebruikt vervoermiddel in deze stad, of ontspannen zich tijdens een roeipartij in het water dat het plein omgeeft.

Buiten de weekenden is het er rustiger. Ook deze locatie is populair onder filmmakers. Voor grote titels als ‘Lawrence of Arabia’ en ‘Star wars’ werden hier opnames gemaakt.

De latere Wereldtentoonstelling van 1992, die ook in Sevilla plaatsvond, liet eveneens sporen achter. Deze expo werd gehouden in Sevilla en in het Italiaanse Genua maar liet beduidend minder indrukken na dan die van 1929. Het terrein dat ervoor werd gebruikt was weliswaar erg groot maar veel van de gebouwen zijn sindsdien in verval geraakt en liggen er hopeloos verlaten bij.

Het ‘Paviljoen van de toekomst’, met aandacht voor onder andere de ruimtevaart, ziet er heden ten dage uit als een paviljoen van het verleden. De natuur lijkt zijn rechten terug te nemen.

In het gebied waar de tentoonstelling plaatsvond staat nog wel een prachtige verrassing; het Monasterio de la Cartuja.

Dit klooster werd gebouwd in de 15e eeuw en ooit lagen hier de stoffelijke resten van Christoffel Columbus. De Franse keizer Napoleon Bonaparte gebruikte het klooster als onderkomen voor zijn manschappen en later werd er een keramiekfabriek gevestigd, hetgeen nog te zien is aan de ovens met schoorstenen op het terrein.

Tegenwoordig herbergt het oude gebouw het Andalusische centrum voor hedendaagse kunst. Oud en modern vermengen zich in de stad, net zo goed als oosters en westers dat doen.

Een wrede traditie die door de één wordt veroordeeld maar door de ander bejubeld, is het stierenvechten. Sevilla wordt ook wel de hoofdstad van het stierenvechten genoemd. De grote arena waar de confrontaties plaatsvinden stamt uit de 18e eeuw en biedt plek aan 12.000 toeschouwers.

Een stierengevecht bijwonen is niet bepaald goedkoop maar veel inwoners hebben er alles voor over. Torero’s worden gevierd als helden terwijl sommige stieren die status ook ten deel valt. Soms wordt een stier op verzoek van de torero gespaard. De grootste stierenvechters, zoals Curro Romero, krijgen zelfs hun eigen standbeeld.

Oude gebouwen hebben hun plek in de stad maar nieuwe constructies verschijnen eveneens. In 2011 werd het controversiële Metropol Parasol gebouwd: de grootste houten constructie ter wereld. Het concept moet een vijftal levensgrote parasols voorstellen maar ze worden door de inwoners van de stad als giftige paddenstoelen betiteld.

Indien de architect hiermee aandacht wilde krijgen, is hem dat gelukt. Over het dak van de parasols is een looproute aangelegd, hetgeen weer een fraai uitzicht over de stad biedt.

Sevilla blijft sterk in tradities. Veel nieuwe gebouwen verrijzen nog in de mujedarstijl, alhoewel andere gebouwen weer een uitzondering vormen op deze regel. Er staan meer dan 100 katholieke kerken in deze zuidelijke hoofdstad, in allerlei prachtige stijlen.

Dat geloof belangrijk is in Sevilla blijkt ook uit de vele processies die nog worden gehouden en waar je als toerist ook onverwacht getuige van kunt zijn.

Sevilla is goed te doen in een paar dagen. Alle afstanden zijn lopend af te leggen, hetgeen je de stad optimaal doet voelen, proeven en ervaren. Het is gewoonweg een prachtig oord om even een weekendje naar te ontsnappen. Je waant je in een andere wereld, op een breuklijn tussen verschillende culturen, en je voelt je er als opgeslokt door bijna een millennium aan geschiedenissen.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win