Het bekendst is Sydney vanwege dat ene uitzicht: de skyline met wolkenkrabbers, het Opera House en de Harbour Bridge. Die brug kun je zelfs beklimmen. Verder biedt de stad o.a.: stranden en baaien, restaurantjes van talloze nationaliteiten en enorme shopping centers.
Na de eilanden van Indonesië en het blauw van de Indische Oceaan komt de noordkust van Australië in zicht. Geen enkel teken van leven te zien, alleen maar rode aarde met af en toe een weg door no-mans-land. We vliegen dwars over het midden van Australië en zien zelfs Ayers Rock liggen. Verder alleen een netwerk van droge riviertjes, geen dorp te bekennen.
We landen in Sydney en drie kwartier later zitten we in de Airport Explorer op weg naar ons hotel. Het Cambridge hotel is netjes, de kamer is alleen een beetje klein. We halen iets te drinken en nemen dan een heerlijk bad om alles even weg te spoelen. Uiteindelijk wordt het half 12 (in Nederland half 2 ‘s middags, raar idee).
Even sporten, douchen en dan naar beneden voor het ontbijt. Het is 17 graden. We doen vandaag de Sydney Explorer-tour, een busrit van 28 kilometer dwars door Sydney. Je kunt overal langs de route in- en uitstappen.
De eerste stop voor ons is Darling Harbour, één van de havens die helemaal is omgetoverd tot een groot entertainmentcenter met overal cafés, restaurants, een Imax-theater, diverse musea, rondvaartboten etcetera.
Het is erg rustig, echt maandagochtend. Het is niet koud maar het waait wel hard en dat maakt het vreselijk onrustig. Overal is men bezig met de voorbereiding voor kerst, vrijdag wordt de verlichting van de grote kerstboom voor het eerst aangestoken. De verlichting wordt nu aangelegd en de beelden van de kerststal staan er ook al. De slee van de kerstman wordt hier alleen niet door rendieren voortgetrokken maar ook door kangaroes.
We stappen weer op de Sydney Explorer-bus en rijden omhoog naar ‘the Rocks’, waar veel oude gebouwen op historisch verantwoorde wijze gerestaureerd zijn. Overal souvenirwinkeltjes met T-shirts, boemerangs en didgeridoos.
De volgende stop is bij het Mrs. MacQuaries Point, aan het eind van een park vol oude bomen. Er zijn veel joggers, het lijkt wel of ze hier tussen de middag allemaal aan het hardlopen zijn.
Van hieruit heb je een mooi uitzicht op het Opera House met daarachter de Harbour Bridge, de skyline en de haven.
Er vlakbij is ook Circular Quay, waar de overstapplaatsen voor al het ferry- en busverkeer zijn. Ook hier weer veel restaurantjes, cafés en dergelijke. Inmiddels is het aardig druk geworden op straat, heel veel toeristen, volgens mij meer toeristen dan locals.
Het Opera House zelf valt me een beetje tegen, ik dacht een mooi spierwit dak te zullen zien maar in het echt is het beige en omdat het bewolkt is ziet het er al met al niet echt vrolijk uit. Het gebouw is in 1956 ontworpen en in 1970 in gebruik genomen en is – naast bepalend voor de skyline van Sydney – één van de meest populaire kunst- en concertcentra van Australië met ook hier allerlei restaurants en souvenirwinkels.
We lunchen in Kings Cross bij the Fountain Bar, vlakbij een fontein in de vorm van een bal met heel aparte waterstralen, een monument ter nagedachtenis aan de soldaten die in de Tweede Wereldoorlog sneuvelden in de slag bij El Alamein in Noord-Afrika.
We nemen melk met super donker-bruin brood met ham en één met rosbief en mierikswortel. Die mierikswortel is écht heet, de tranen springen er van in je ogen. Iets minder dus, maar vast erg gezond.
We gaan verder langs de Australische marine-vloot (er liggen slechts 2 boten), door het financiële district Wynyard en sluiten de ronde af met een ritje heen door de tunnel en terug over de Harbour Bridge. Het Explorer-kaartje is op dezelfde dag overigens ook geldig op alle blauwwitte bussen binnen het Explorer-gebied.
Er zijn hier een heleboel verscholen shopping centers die je vanaf de straat niet kunt zien, soms verspreid over meerdere verdiepingen. Aan het eind van de middag rusten we even uit bij Planet Hollywood, dat evenals het Hard Rock Café ook hier in Sydney een vestiging heeft.
We eten bij een Thai in Oxford Street rijst met kip in kerriesaus en seafood in hete saus en drinken er een een flesje witte Australische wijn bij. In Sydney wonen mensen van evenveel nationaliteiten als in de grote Nederlandse steden en ook hier vind je dus restaurants met specialiteiten van over de hele wereld.
Vandaag gaat het gebeuren; Cees gaat de 503 meter lange Harbour Bridge beklimmen. We gaan met de taxi naar de brug en belanden dan in een goed georganiseerd (hoezo commercieel?) geheel. Vooraf wordt er gebrieft en zelfs een ademtest afgenomen. Daarna omkleden, droog oefenen en vervolgens naar de brug lopen, waar het dan moet het gebeuren.
Ik loop zelf vast naar de brug en beklim de 200 treden van de pyloon. Hoog boven alles uit heb ik hier een fantastisch uitzicht over heel Sydney. Jammer genoeg is het wat bewolkt, maar er valt genoeg te zien.
Cees’ verslag: Sinds een maand ‘draait’ the Bridge Climb. Voor de bouw van deze brug is twee keer zoveel staal gebruikt als voor de Eiffeltoren. Tijdens de briefing vertelt de gids dat we niets mee de brug op mogen nemen dat los zit.
In een betonnen poot van de brug is een gat van 10 meter lengte gezaagd, om binnendoor onder de brug te komen. Je voelt de brug dreunen van de 2×4 rijbanen en de dubbele spoorbaan die er overheen lopen. Overal word je geborgd met een ‘static line’, dus je loopt geen gevaar. Gids Michael kickt nog steeds op de klim en maakt onderweg veel (flauwe) grappen. Na een aantal steile trappen omhoog lopen we via de bovenkant van de boog naar de top, op 130 meter boven zeeniveau. Wat een sensatie.
Even zwaaien voor de foto naar Petra op de pyloon. Het is een geweldige ervaring en je hebt een prachtig uitzicht. De gids maakt bovenop veel foto’s (duur!) en dan begint de afdaling.
Tijd voor de lunch, het is tenslotte alweer bijna 2 uur. Ergens in the Rocks bestellen we een Turks broodje met ham-kaas en salade, echt erg veel en erg lekker, je kunt het bijna niet in je mond krijgen.
We wandelen verder naar het Opera House. Zowaar schijnt nu de zon, daardoor wordt het gebouw veel mooier. Van dichtbij stelt het echter nog steeds niets voor. De schelpvormige daken zijn gemaakt van tegels van Zweeds keramiek (in totaal meer dan een miljoen stuks) en dat ziet er niet uit als je er met je neus bovenop staat. Het interieur is ook wat gedateerd, zodat we het al gauw gezien hebben.
We pakken de ferry naar Manly en zien voor het eerst de skyline van Sydney in een blauwe lucht. Van Manly zelf zien we alleen het havengedeelte en we pikken er een terrasje voordat we de boot weer terug nemen.
Een taxi brengt ons terug naar het hotel, we nemen lekker een bad en dan lopend richting Kings Cross, het uitgaansgedeelte en tevens het ‘red light district’. In Bayswater eten we bij Mansions, een groot horecacomplex onderverdeeld in bar, bistro, pool, gaming centre etcetera.
Voor weinig geld ($7,50 pp) toch lekker gegeten en lekker gezeten. Als we terug richting hotel lopen staan er inderdaad redelijk wat hoertjes op straat, soms staan ze openlijk te onderhandelen. Uiteindelijk belanden we in het Hard Rock Café, waar je ‘free refills’ krijgt.
Regen en veel lawaai en dat al om half 7. Vandaag gaan we eerst shoppen in het Queen Victoria Building, waar allerlei kleine (luxe) winkeltjes zijn gebouwd in een schitterend pand uit 1898 met mooi glas-in-lood en een echt ouderwets trappenhuis.
Het blijkt een groot complex te zijn, met maar liefst vijf verschillende winkelcentra die op diverse lagen met elkaar verbonden zijn, ook ondergronds. Je loopt eigenlijk zonder dat je het door hebt van het ene centrum naar het andere.
Weer buiten besluiten we om de Bondi (Bon-dai) Bay Explorer-tour te doen, een tour à la die van eergisteren. We stappen op bij Circular Quay en laten ons naar Double Bay rijden. Echt zo’n betere buitenwijk met betere winkels, leuk om even doorheen te lopen.
Er zijn hier een paar van die buitenhuis-baaien en in één daarvan (Watson Bay) stappen we weer uit en gaan we lunchen. Vreselijk duur maar gelukkig wel lekker. Een restaurant aan het strand, glas witte wijn erbij, gerookte zalm, oesters, garnalen en avocado, applaus voor de creditcard (valt het niet zo op). Ach ja, ook dat moet je hier eens gedaan hebben.
We lopen naar de volgende halte, dwars door het Gap-park, één van de meest oostelijke uitlopers van Australië. Hier geen strand maar steile rotsen waar het water tegenaan beukt. Weer een heel andere uitzicht over Sydney. De volgende stop is bij het beroemde Bondi-Beach.
Onder andere omstandigheden is dit het meest aantrekkelijke strand van Sydney, het zand is er spierwit, de zee blauw, de golven spectaculair. Alleen waait het nu ontzettend hard en is er geen zon en dus geen mens op het strand. Ik maak alleen m’n tenen nat.
De laatste stops van de Bondi Bay Explorer-tour (Bronte Beach, de Randwick-renbaan en het Cricket- en Footballstadium) laten we voor wat ze zijn en we stappen vlakbij het hotel uit. Op naar het Internetcafé! Het is een gewoon café waar ze achterin vier computers hebben staan die druk gebruikt worden.
We hebben speciaal een hotmail-adres aangemaakt (een e-mail adres waarbij je de post vanaf een internetpagina kunt opvragen en waarbij je dus vanaf elke computer waar ook ter wereld kunt inloggen). En ja hoor: er is post. Zo hoef je dus niet te bellen hoe het met je is maar laat je her en der een berichtje achter, komt vanzelf wel bij de papa’s en de mama’s terecht!
‘s Avonds nemen we in de stromende regen de bus naar Circular Quay en lopen dan naar ‘the Rocks’. Het wordt pizza en lasagna in een kleine, overvolle tent. Nog een rondje lopen – het is weer droog – langs de verlichte gebouwen. We zien we de Harbour Bridge, het Opera House en de wolkenkrabbers nu ook eens bij nacht. De bus terug naar Oxford Street, nog wat bij drinken Kink en dan is het hoogste tijd, want morgen moeten we vroeg op om naar Adelaïde te vliegen.
We vliegen over de hele stad en zien dat stukje van Sydney liggen waar we van de week gelopen hebben, echt maar heel klein deel van die hele grote stad.
Op dezelfde reis bezoekt Cees Geuzebroek ook de Outback en de Eastcoas