Toronto is een van de meest multiculturele steden ter wereld: bijna de helft van de bevolking is van buitenlandse afkomst. Vanaf Lake Ontario heb je een mooi uitzicht op de skyline met de 553 m hoge CN-tower. Vanaf die toren is het uitzicht op de stad al even fraai. Niet ver liggen de spectaculaire Niagara-watervallen op de grens met de VS. In de omgeving liggen de Niagara Wineries en het pittoreske stadje Niagara-on-the-Lake.
Vreemd genoeg hoeven we bij de douane in terminal 3 van Toronto Pearson International Airport helemaal geen vragen te beantwoorden voordat we een immigratiestempel in het paspoort krijgen, terwijl onze medepassagiers vragen moeten beantwoorden als: Hoe lang verblijft u in Canada? Wat is de reden van uw bezoek? Heeft u etenswaren meegenomen?
Eenmaal door de deur van International Arrivals gaan we op zoek naar de borden Public Transit voor de airportbus richting metrostation Kipling Station. We gaan met de roltrap naar beneden en bij de halte R4 staat de Airport Rocket-bus al gereed. Tijdens het ritje naar Kipling rijden we over niet goed onderhouden wegen en zien een kaal landschap afgewisseld met hoge gebouwen. Toronto is de grootste stad van Canada en de hoofdstad van de provincie Ontario.
Op Kipling Station stappen we op de groene metrolijn richting Kennedy. We passeren haltes met typische Engelse namen als Royal York, Jane, High Park en Christie. Na een halfuur stappen we uit bij de vijftiende metrohalte Bloor/Yonge. Vanaf hier lopen we in ca. vijf minuten naar het hotel aan Yonge Street. Deze straat stond lange tijd in het Guiness Book of Records als de langste straat van de wereld: 1896 km van Toronto Bay tot Lake Simcoe.
Na het op de kamer droppen van de bagage gaan we een gedeelte van Yonge Street verkennen. Aan eetzaken geen gebrek: we zien op een klein oppervlak tientallen restaurantjes, van Aziatisch tot Europees, bistro’s en diverse fastfoodketens.
Het is geen probleem om onze rammelende magen te stillen, maar de lekkere geur van Brusselse zoete wafels trekt ons naar een Belgisch eetcafé. Een zware maaltijd gaat het niet worden, aangezien het op dit tijdstip in Nederland alweer diep in de nacht is. Het is in Toronto namelijk zes uur vroeger dan in Nederland.
Onderweg naar het hotel lopen we nog langs een mini-Walk of Fame met handafdrukken van diverse artiesten in een grote ster. De namen van de artiesten zeggen ons niet zoveel, maar het is wel leuk om te zien.
We horen later in de week dat Toronto voor o.a. Amerikaanse films wordt gebruikt, omdat de productiekosten lager zijn dan in de Verenigde Staten. Ook wordt er jaarlijks in september een internationaal filmfestival georganiseerd en blijken er veel Amerikaanse filmsterren in Toronto te wonen.
We realiseren ons dat we ruim 21 uur op zijn en onze ogen vallen vanzelf dicht van de vermoeidheid. Tijd om terug te gaan naar het hotel. Een goede nachtrust wordt het niet, om 05.00 uur zijn we alweer klaarwakker.
Na het ontbijt lopen we naar het metrostation. We zien veel hoge glazen gebouwen waarin de andere gebouwen weerspiegelen. Hoewel de Yonge Street de langste winkelstraat is, vinden we het niet te druk op straat en het verkeer rijdt rustig.
We nemen de gele metrolijn richting Downsview en stappen uit bij de halte Dundas. Vanuit de metro lopen we praktisch het grote winkelcentrum Eaton Shopping Centre in. Het is zo groot dat we aan het einde van de mall bij de volgende metrohalte uitkomen, station Queen. Het is gigantisch druk in de mall en we zien o.a. een food court met diverse eetzaakjes, diverse leuke winkeltjes, het grote warenhuis Sears etc.
In een van de glazen gebouwen van de mall hangen zestig levensgrote ganzen, ontworpen door Michael Snow die ook diverse werken heeft gemaakt voor o.a. het Centre Pompidou in Parijs, het Museum of Modern Art in New York en het Rijksmuseum in Amsterdam. Het werk van de zestig grote ganzen heet Flight Stop.
Onze eerste indruk buiten, is dat het straatbeeld van Toronto veel weg heeft van dat van New York. We zien heel veel verschillende nationaliteiten op straat. Dit zijn niet alleen toeristen, maar ook lokale bewoners. Toronto is één van de meest multiculturele steden ter wereld. Bijna de helft van de bevolking is van buitenlandse afkomst.
We zien geen kiosken op straat, maar wel krantenzuilen met o.a. gratis kranten zoals de Metro, diverse eetstalletjes met hotdogs en hamburgers. De verkeerslichten zijn geel. Bij het oversteken van de straat geeft het licht voor voetgangers aan hoeveel seconden je nog hebt, voordat het definitief op rood springt.
Vanaf Queen Street West lopen we langs het 19e eeuwse oude stadhuis met de hoge klokkentoren. Naast deze Old City Hall staat het moderne, glazen gebouw van het nieuwe stadhuis. Het contrast tussen het oude gebouw en het nieuwe vinden we heel bijzonder.
Multicultureel Toronto heeft naast o.a. een Little Italy, Little Jamaica, Little India en Portugal Village twee Chinatowns. We zien in een van de Chinatowns veel kruidenwinkeltjes die voorzien zijn van gestapelde potten met daarin diverse ‘medicinale’ kruiden.
De straten zijn versierd met grote reclameborden van massagewinkels en we worden op straat aangesproken door winkeliers die vragen of we een voetmassage willen. We vragen ons af hoe de diensten van de Chinese gospelkerk zullen zijn, die in het Engels, Kantonees en Mandarijn worden aangekondigd..
We zien diverse hop-on-hop-off bussen rijden, o.a. een oude Engelse dubbeldekker met een open dak. De bestemming Liverpool Street Station staat nog op de bus vermeldt. Het buskaartje dat we kopen is zeven dagen geldig.
We besluiten om tijdens de twee uur durende rit niet uit te stappen, zodat we een eerste indruk krijgen van de belangrijkste bezienswaardigheden van Toronto. De live gids kakelt achter elkaar door, maar waarschuwt ook tijdig wanneer we moeten bukken voor laag hangende elektriciteitsdraden of viaducten.
Onderweg zien we allereerst Yorkville, een chique wijk met luxe winkels en boetiekjes die o.a. dure merkkleding verkopen. De gids vertelt dat je in deze wijk ook het duurste kopje koffie kunt drinken, voor maar liefst 50 Canadese dollars. Wil je een pond koffie kopen? Dan kost dit ‘maar’ 450 Canadese dollars!
Casa Loma (Huis op de Heuvel) is een groot kasteel in neogotische stijl met 98 kamers, geheime gangen en mooie tuinen. Het kasteel werd in opdracht van financier Henry Pelatt ontworpen door de architect Edward Lennox die o.a. ook het oude stadhuis van Toronto heeft ontworpen. De bouw van het ‘droomkasteel’ duurde van 1911 tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Het kasteel is nu een museum en monument en het doet vaak dienst als filmdecor, zoals voor de sciencefictionfilm X-men.
Bij de Hockey Hall of Fame kunnen we meer te weten komen over de geschiedenis van het ijshockey, dat een populaire sport is in Canada. Tijdens de busrit stoppen we verder o.a. bij het Bata Shoe Museum, provinciehuis Ontario Legislature, Kensington Market, St. Lawrence Market en theater Massey Hall.
We stappen uit waar we de tour ook zijn begonnen, op Dundas Square. Dit is het autovrije plein dat we een beetje op Times Square in New York en Piccadilly Circus in Londen vinden lijken. Het plein heeft hele grote verlichte reclameborden, een Hardrock café en er zijn veel straatmuzikanten.
We ploffen neer op een terras en zien als het ware de wereldbevolking langskomen: heel veel nationaliteiten en ook heel veel homoseksuelen die openlijk voor hun geaardheid uitkomen. Het weekend hiervoor was er een Pride Week in Toronto, die meer dan 1,2 miljoen bezoekers en toeschouwers trok.
Toronto afficheert zich als homovriendelijk en dit kunnen we ook zien aan de vele regenboogvlaggen die in de etalages van diverse winkels, restaurants en clubs hangen. Niet ver van Dundas Square ligt bovendien Toronto’s Gay Village aan Church & Wellesley Streets.
Nadat we weer energie hebben opgedaan, lopen we via Yonge Street terug naar het hotel. De afstanden lijken op de kaart klein, maar zijn in werkelijkheid heel groot. We slaan alvast de nodige souvenirs in en gaan winkeltje in en uit. Typische souvenirs voor Toronto zijn natuurlijk het symbool van Toronto, de CN-tower en het nationale symbool voor Canada, de maple leaf. Het esdoornblad komt terug in de Canadese vlag en zien we ook op bijna alle souvenirs.
We zien ook heel veel flesjes met de bekende maple-siroop ofwel ahornsiroop. Voor de productie wordt een gat in een minstens 30 jaar oude esdoornboom gemaakt, waaronder een emmertje wordt gehangen om het ahoornsap op te vangen. Wanneer het sap uit de boom komt, is het vloeibaar en niet zoet. Men kookt het totdat het een dikke massa wordt en een zoete smaak krijgt.
Met de sightseeing bus gaan we naar de Canadian National Tower, kortweg CN Tower genoemd. De 553 meter hoge zendmast is het bekendste symbool van Toronto. Het was het hoogste bouwwerk ter wereld totdat het in 2007 door de 828 meter hoge Burj Khalifa in Dubai werd ingehaald.
Er staan lange wachtrijen voor de kassa’s van de CN-tower. We horen gejubel en gejuich in het naastgelegen Rogers Centre, waar de baseball club Toronto Blue Jays en de Red Sox spelen. Na ruim een uur wachten in de brandende zon kopen we een kaartje voor de Look out/Belvédere Glass Floor op 346 meter hoogte. We kunnen ook kiezen voor het uitkijkplatform Skypod op circa 447 meter hoogte.
Voordat we de lift bereiken, zijn we weer ruim een half uur verder. Het staat hier vol met grote groepen toeristen.
We vinden het best spannend om met de lift naar boven te gaan, maar tot onze verbazing gaat de rit vrij vlot en voelen we er niets van dat we in 58 seconden naar een hoogte van 346 meter gaan.
Eenmaal uit de lift zien we grote raampartijen die een geweldig uitzicht geven over de haven, het Ontariomeer, het financiële district met hoge wolkenkrabbers en Toronto City Airport. Veel toeristen vinden het, net als wij, best eng om een eerste stap op de glazen vloer te zetten. Stel je voor dat… Maar de glazen vloer is zo sterk dat er, zo horen wij, wel 14 neushoorns op kunnen staan.
Nadat we moed hebben verzameld, wagen we ons op de glazen vloer vanwaar we recht naar beneden kunnen kijken naar de baseball wedstrijd in het Rogers Centre (voorheen de SkyDome) onder ons. Wow! Op deze verdieping bevindt zich ook een ronddraaiend restaurant.
Toronto wordt omringd door het Ontariomeer en het Eriemeer. Vanaf een pier in de haven aan Lake Ontario maken we een boottocht van een uur over Lake Ontario, met een mooi uitzicht op de skyline van Toronto en de CN-Tower en het Rogers Centre op de achtergrond. We varen langs een paar kunstmatige eilanden waar volop wordt gepicknickt en gezwommen.
De volgende ochtend worden we van het hotel opgehaald door familieleden die in Canada wonen. De gezamenlijke autorit naar de Niagara-watervallen duurt circa anderhalf uur, maar gaat vrij vlot doordat we onderweg heel veel aan elkaar te vertellen hebben.
We gaan eerst picknicken in het Queen Victoria Park, vlakbij de Niagara-watervallen. Daarna lopen we naar de oever, vanwaar we een indrukwekkend uitzicht hebben op de ‘watervallen der watervallen’. Wat maken de watervallen een kabaal! De kracht van het water en de breedte van de watervallen zorgen voor een waar spektakel.
De Niagara-watervallen liggen op de grens van Canada (provincie Ontario) en de Verenigde Staten (staat New York) en stromen tussen het Ontariomeer en het Eriemeer. Ze bestaan uit drie watervallen: de Horseshoe Falls, de American Falls en de Bridal Veil Falls.
Het water van de Niagara-watervallen wordt gebruikt voor de opwekking van elektriciteit. Miljoenen liters water denderen naar beneden in de Horseshoe Falls, de waterval aan de Canadese kant die de vorm heeft van een hoefijzer.
Aan de Amerikaanse zijde zien we de American Falls, die volgens ons niet zo indrukwekkend zijn. Rond de Bridal Veil Falls bestaat een legende over een jonge Indiaanse vrouw, die door haar stam was geofferd aan de watervallen. Zij werd de bruid van de mistgod. De plaats waar ze neerkwam, wordt de Bridal Veil genoemd.
Canada en de Verenigde Staten zijn hier verbonden door de Rainbow Bridge. Een toepasselijke naam, want we zien een prachtige regenboog bij deze brug over de Niagararivier. De regenboog vormt als het ware een natuurlijke brug tussen Canada en de VS.
Op de Niagararivier zien we diverse bootjes die Maid of the Mist worden genoemd. Deze boten varen af en aan tot vlakbij de watervallen. Of je op de boot ook iets kunt zien is maar de vraag. De boten zijn stampvol met toeristen gehuld in blauwe regenpakken.
Het boottochtje zou verkoeling kunnen bieden op deze bloedhete dag, maar wij wagen ons er maar niet aan. De boten trotseren de deining van de ruwe rivier en het lijkt ons niet geschikt voor kleine kinderen.
Van de indrukwekkende watervallen lopen we naar het amusementsgebied Clifton Hill, een straat vol kermisattracties, souvenirwinkeltjes, casino’s, fastfoodrestaurants etc. Wat een schreeuwerig contrast met de watervallen. De kinderen vinden het geweldig. Ze zien Frankenstein, het kasteel van Dracula, een dinosauruspark, een wassenbeeldenmuseum en een Criminals Hall of Fame.
Op de terugweg van de Niagara-watervallen nemen we een route langs een elektriciteitscentrale en door de wijnstreek, de zogeheten Niagara Wineries. Dit zijn wijnboerderijen die bekend staan om de productie van icewine (ijswijn), een zoete dessertwijn die wordt gemaakt van druiven die pas in de winter worden geplukt als ze bevroren zijn.
We stoppen bij een kraampje langs de weg om verse, grote druiven te kopen. De eigenaren zijn van origine Nederlands, wat ook te zien is aan de achternaam: Van de Laar.
Vervolgens rijden we naar een ouderwets aandoend dorpje, Niagara-on-the-Lake, dat de oude hoofdstad van Canada is. Het lijkt door de ouderwetse winkeltjes die chocolade en bloemen verkopen wel of we in Groot-Brittannië zijn. We zien ook een theater en een high-tea café.
‘s Avonds arriveren we in Ajax, een moderne buitenwijk van Toronto. De huizen in de nieuwbouwwijk zijn vrijstaande huizen die men townhouses en single houses noemt. De laatste dagen van de vakantie ervaren we de ‘Canadian way of life’.