×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Thailand cultureel

Langs de weg worden gefrituurde ratten verkocht

Reisverslag: Geja Rijsman
Foto's: Geja Rijsman

Reis langs de tempels en boeddhabeelden van Bangkok, de oude hoofdstad Ayuthaya met imposante tempels en paleizen en de Birmaspoorlijn, waarvan iedere biels het leven van een krijgsgevangene kostte. In het noorden een bezoek aan de Yellow Leave People en een tocht op een olifant in Chiang Mai. Tot slot zwemmen en snorkelen in Pattaya.

Na aankomst in ons hotel in Bangkok nemen we een douche en wandelen dan over de grote weg naar het centrum. We verbazen ons over de manier waarop tuk tuk’s en brommers zich door de rest van het drukke verkeer manoeuvreren.

Onderweg zien we tempels. Elke keer als we op de kaart kijken om te zien waar we zijn, komen Thai ons vragen waar we heen willen. Uiteindelijk belanden we in een winkelcentrum aan de rivier.

In een restaurant nemen we Singha-bier en moeten mee naar de keuken om aan te wijzen wat we willen. We wijzen uiteindelijk een flinke rode vis aan. Ook de salade wordt in een plastic zak gedaan en bij de kok ingeleverd.

Na enig wachten krijgen we de salade geserveerd en ik kan me niet bedwingen en moet echt alles opmaken (is niet netjes volgens de Thai). Ook de vis smaakt prima, maar heeft wel veel graten.

Bangkok

Een 46 meter lange gouden Boeddha

De volgende ochtend gaan we naar China Town oftewel Sampeng. In deze straatjes worden juwelen, hardware, voedsel, antiek en kleding verkocht.

We lopen over een prachtige bloemen-, fruit- en groentemarkt. Van 90% van de fruitsoorten weten we niet wat het is. Wel herkennen we het fruit dat we de vorige avond hebben gegeten en daarvan kopen we een kilo (minder gaat niet).

Wat Pho (Wat Phra Chetuphon) is de oudste en grootste tempel in Bangkok. Hier bevindt zich de grootste liggende Boeddha in Thailand. Het beeld is 46 meter lang en 15 meter hoog en verbeeldt de overgang van de Boeddha naar het Nirvana. Het beeld is gepleisterd over een stenen basis en afgewerkt met bladgoud. De ogen zijn parels en de voeten tonen 108 verschillende karakteristieken van Boeddha.

Naast de liggende Boeddha bevat de tempel tevens de grootste collectie boeddhabeelden in Thailand. Al in de 16e eeuw was Wat Pho een tempel, maar zijn huidige geschiedenis begint in 1781 met de herbouw van het oorspronkelijke klooster.

Het terrein van Wat Pho wordt in tweeën gedeeld door de smalle Cheptuphong Road. Beide delen hebben hoge witgepleisterde muren.

Wat Pho is het hoofdkwartier voor het onderwijzen en behouden van traditionele Thaise geneeskunde, inclusief Thaise massage.

We gaan naar het 50 meter verderop gelegen Grand Palace met Wat Pra Kaew, ook wel de tempel van de Emerald (= jade) Boeddha (Wat Phra Si Ratana Satsadaram) genoemd. De Emerald Boeddha is 60 tot 75 centimeter hoog, afhankelijk van de manier waarop gemeten wordt. Het is onbekend waar het beeldje vandaan komt en wie het gemaakt heeft, maar het werd voor het eerst vermeld door Chiang Rai in de 15de eeuw. Het heeft in diverse tempels gestaan (zelfs in Laos), voordat Rama I het naar Bangkok verplaatste.

Het beeldje bevindt zich in een glazen kistje en kan derhalve niet echt van dichtbij bewonderd worden. De gebouwen van de tempel zijn buitengewoon kleurrijk en bevatten glinsterende vergulde chedis (stupas), gepolijste oranje en gele daken en met mozaïek bewerkte pilaren.

Met uitzondering van een enkele kamer wordt het Grand Palace tegenwoordig slechts voor ceremoniële doeleinden gebruikt. Het grootste deel van het paleis is gesloten voor het publiek. Het is de moeite waard om de buitenkant van de vier gebouwen te bewonderen, alleen om een indruk te krijgen van de grootte.

Na de lunch varen we in een bootje door de Klongs en over de grote Chao Phraya-rivier.

Het is onduidelijk of we nu rechts of links moeten houden en dat levert spannende momenten op met tegenliggers. Bij een tempel worden de vissen gevoerd; hier mag niet worden gevist. Sommige paalwoningen staan er akelig bij, andere zijn van teakhout en prachtig.

‘s Avonds brengt de bus ons naar een teakhouten restaurant. We zitten op de verhoogde vloer met de benen in een kelder aan een lage tafel. De serveersters bedienen op de knieën. Er is een traditionele dansvoorstelling waarbij vals wordt gezongen.

Ayuthaya

De oude hoofdstad bestrijkt bijna 2600 km2

Vandaag gaan we na het ontbijt zelf op stap. Een taxi brengt ons naar het noordelijke busstation. Daar nemen we de bus naar Ayuthaya.

Ayuthaya of ‘Phra Nakhon si Ayuthaya’ was 417 jaar de hoofdstad van Thailand. De stad is in 1350 gesticht door koning U-thong, nadat de Thai waren teruggedrongen door noordelijke buurlanden. In de tijd dat Ayuthaya de hoofdstad van Thailand was, regeerden er 33 koningen. In 1767 werd de stad verwoest door de Birmezen. Het is een van Thailand’s belangrijkste attracties, met veel kunst en ruïnes.

Ayuthaya ligt 76 kilometer ten noorden van Bangkok en bestrijkt bijna 2600 km2. De stad heeft zoveel ruïnes dat mag worden aangenomen dat hij groot was. Dit blijkt ook uit het feit dat de stad 16 wijken had. Het historische gedeelte van de stad werd op 13 december 1991 op de werelderfgoedlijst van Unesco gezet.

In het historische centrum zijn de belangrijkste bezienswaardigheden, waaronder de ‘Viharn Phra Mongkol Bophit’ die het grootste met brons beklede boeddhabeeld van Thailand bevat. Verder het koninklijk paleis en de ‘Wat Muhathat’.

Het koninklijk paleis werd oorspronkelijk gebouwd door koning U-Thong in de 14e eeuw en werd in de loop der jaren steeds verder uitgebouwd. Van deze gebouwen zijn na de vernietiging in 1767 alleen funderingen en poorten overgebleven. Het ‘Tri Muk’ gebouw is door koning Chulalongkorn in 1907 opnieuw opgebouwd in originele stijl.

In Ayuthaya worden we aangesproken door een tuk tuk-chauffeur, die ons door Ayuthaya wil rondleiden. Dat doen we. Meteen krijgen we van hem twee flessen water uit een vrieskist aangeboden. Onderweg stopt hij bij een kraampje en krijgen we van hem gebakken banaan en iets anders lekkers.

In Wat Phanan Choeng bevindt zich Thailand’s grootste antieke boeddhabeeld, genaamd Luang Po To. Dit vergulde beeld zou rond 1344 gemaakt zijn, voordat Ayuthaya hoofdstad van Thailand werd. Oorspronkelijk bevond het zich in de open lucht, conform de Thaise traditie om geen gebouwen over grote beelden te bouwen, zodat ze vanuit de verte goed zichtbaar zijn.

Chinese volgelingen noemen het beeld hun ‘Sum Po Hud Kong’, ofwel god die de zeelieden beschermt. China had in die tijd een enorme vloot van handels- en passagiersschepen. Wat Phanan Choeng is een oude tempel die renovaties heeft ondergaan.

De Thaise architectuur is gedecoreerd met motieven uit verschillende perioden. Het interieur en de faciliteiten zijn steeds aangepast om te kunnen voldoen aan het proces van aanbidding en studie.

Volgens de legende had het ontstaan van deze tempel te maken met de liefde tussen een Thaise prins en een Chinese prinses.

Wat Yai Chai Monghon – The Great Tempel of Auspicious Victory – was de zetel van de boeddhistische patriarch en monniken van de Aranyavasi School.

Toen Ayuthaya in 1350 de hoofdstad werd, wees koning U-Tong Wat Yai Chai Monghon aan als de koninklijke tempel. De tempel dankt zijn naam aan de herovering van het gebied door koning Naresuan de Grote na de Birmese invasie van 1593.

Wat Phra Mahathat stamt uit de 14e eeuw en is gebouwd tijdens de regering van koning Ramesuan. Het heeft een prachtige Khmerstijl toren en vooral het boeddhahoofd dat vergroeid is met de boom is prachtig. Wat Monghon Bophit bevat één van Thailand’s grootste zittende Boeddha’s. Het beeld is gemaakt in de 15e eeuw en heeft een bronzen buitenlaag.

Wat Phra Si Somphet was destijds de grootste tempel in Ayuthaya en is door diverse koningen als paleis gebruikt. Het is gebouwd in de 14e eeuw en is bekend om z’n drie grote chedis in de typische stijl van Ayuthaya.

Birmaspoorlijn

Voor elke spoorbiels is een krijgsgevangene gestorven

De volgende dag gaan we vroeg op pad naar het JEATH-museum over de inzet van Europese krijgsgevangenen bij de bouw van de Birmaspoorlijn tijdens de Tweede Wereldoorlog.

In het museum zijn drie bamboevlotten die dienst deden tijdens de aanleg van de brug. In de hutten hangen teksten, tekeningen en foto’s uit die tijd. Michael houdt niet zo van dit soort musea, dus we lopen er vrij snel doorheen.

Onverwacht staan we dan aan de River Kwai. Daar liggen vlotten die door de inwoners van Bangkok in het weekend voor feesten gebruikt worden. De volgende plaats die we bezoeken is het kerkhof van de krijgsgevangenen.

Voor de lunch gaan we naar een restaurant dat aan een pad bij de rivier ligt. Het eten smaakt heerlijk. Chinese schotels met veel groenten. Voor de ingang van het restaurant bevindt zich een geestenhuisje, bedoeld om de geesten goed gestemd te houden.

Na de lunch gaan we naar Nam Tok, waar we op een stoomtrein stappen. We maken een tochtje van Nam Tok naar Thahikilen. De afgronden langs de rivier zijn behoorlijk diep. Voor elke spoorbiels is één krijgsgevangene gestorven.

Na het treintochtje gaan we per bus terug naar Kanchanaburi om de Death Railway Bridge over de river Kwai te bekijken. Tussen de rails kun je over smalle planken lopen. Je moet wel oppassen dat je niet struikelt, want het is nogal hoog.

We gaan ‘s avonds niet mee met het feestje op het vlot, maar gaan eten in het restaurant. Als de enige andere klant vertrekt, balen we een beetje. Tot onze schrik gaat een Thai live zingen en muziek spelen. Nu kunnen we niet meer weg. Het eten is erg lekker al is de soep iets te heet voor ons.

Naar het noorden

Kraampjes met gefrituurde ratten en traditionele werkplaatsen

De volgende ochtend gaan we verder met de bus. We stoppen bij de Bohploi edelsteenslijperij. Nu worden er alleen stenen voor tuinen gesorteerd, niet de moeite om voor te stoppen dus.

Dan maken we een korte stop bij een kraampje langs de weg, waar gefrituurde ratten, vogels en een levende slang te koop aangeboden worden. Deze beesten worden gevangen in de rijstvelden waar we nu langsrijden.

Na de lunch bij een restaurant op een vlot bezoeken we de Phraprang Sam Yod, een 13e eeuwse tempel, waar honderden apen rondlopen.

De laatste en belangrijkste bezienswaardigheid van vandaag is Wat Phra Sri Rattana Mahathat in Phitsanulok, die een gouden toren heeft en binnen de Chinnarat Boeddha met draken aan zijn zij.

De volgende ochtend bezoeken we al vroeg een bronsgieterij waar boeddhabeelden gemaakt worden.

Dan rijden we verder naar Uttaradit. Vlak voor de lunch bezoeken we een bezemmakerij. Met de hand worden hier ouderwetse bezems in elkaar gezet.

We lunchen in een luxe hotel in Phrae waar we ook een tempel in Birmese stijl bezoeken. Van buiten is ‘ie van hout en golfplaat, maar van binnen prachtig bewerkt.

Dan rijden we door naar Nam. Onderweg stoppen we om een ouderwetse ossenkar te fotograferen.

Een eindje buiten Nam overnachten we in een eenvoudig maar prachtig gelegen hotel. We wandelen naar het uitzichtpunt tegenover het hotel. Vervolgens lopen we achter het hotel langs. Het eerste pad verandert in een modderpoel, dus we keren terug. Het tweede is vochtig, maar iets beter beloopbaar.

We komen een enorme spin tegen die z’n web over het pad heeft gespannen. We durven er niet langs. Als we teruglopen, komen we Sum Yot tegen en die zegt ‘Nature,’ wappert met z’n handen en loopt er langs. De spin rent naar een ander deel van z’n web en blijft dan zitten. Wij gaan erlangs maar wel zo ver mogelijk bij de spin uit de buurt.

Yellow Leave People

Ze bekijken ons net zo nieuwsgierig als wij hen

De volgende ochtend weer vroeg op. Een kwartier na vertrek stoppen we in een dorpje waar graan gepeld wordt met een ouderwetse machine en bezoeken we een katoenweverij. Overal lopen kippen met kuikens op straat. Een pittoresk en fotogeniek dorpje. Net buiten het dorp heb je prachtig uitzicht op de rijstvelden.

We gaan verder om de Yellow Leave People (een bergstam) te bezoeken. De bus stopt langs de grote weg. We lopen een eind omhoog en dan vinden Peter en Sum Yot een pad dat recht de berg afdaalt. Om de Yellow Leave People te mogen bezoeken, moeten we hun een varken geven. Het bezoek is geregeld door een staatsfunctionaris die als één van de weinigen de taal van de Yellow Leave People spreekt. Het varken ligt al vastgebonden klaar als we bij het pad aankomen. Het is steil en glibberig en loopt door de jungle.

Iedereen klaagt, maar wij genieten. De stam bestaat uit zo’n 20 mensen met relatief veel vrouwen en kinderen. We hebben het gevoel dat we aapjes kijken. Het is wel grappig dat ze ons net zo nieuwsgierig bekijken als wij hen.

De pijproker uit onze groep biedt de stamoudste wat tabak aan en uit het gebaar dat de man vervolgens maakt, blijkt dat zij de aansteker wel kennen.

Twee mannen van de stam hebben het varken op z’n kop aan een paal gebonden en daar komen ze op een gegeven moment mee aandragen. Het lijkt er even op dat ze het varken voor onze ogen willen slachten, maar daar steekt Peter een stokje voor. De weg omhoog lijkt een stuk korter dan de weg omlaag.

Op weg naar Lampang bezoeken we een ananaskwekerij. De ananas groeit als een soort Clivia in een droge sprietenplant. Slechts één keer in de anderhalf jaar komt er een ananas aan de plant.

Er loopt een heel lief kindje op het terrein rond, ze lijkt erg op haar moeder die ons ananas geeft. In een klein huisje zit een aapje aan een ketting. We voeren ‘m wat ananas en dat vindt hij wel lekker.

Chiang Mai

Oppassen, anders val je van de olifant in de blubber

We vertrekken vandaag iets later. We bezoeken een zwarte markt waar ze foetussen van kalfjes verkopen, gebraden sprinkhaan, torren op een stokje, zakjes met krioelende beesten, etc. Ik koop een sarong.

Dan gaan we naar het olifantentrainingscentrum. Eerst wassen ze zich in een meertje, dan geven ze een show. Aan het eind staat een olifantenjong met haar moeder en we krijgen wat bananen om te voeren.

Vervolgens rijden we naar Chiang Mai dat ongeveer 750 km ten noorden van Bangkok ligt. Helaas is het uitzicht niet geweldig door regenwolken en mist. We bezoeken ‘s middags de tempel die op de berg bij Chiang Mai ligt.

Het is een prachtige tempel met uitzicht op de stad. Het is gelukkig droog. We moeten zo’n 300 treden lopen voor we bij de tempel zijn. De mannen krijgen een enorme broek aan, omdat shorts in de tempel niet toegestaan zijn.

Terug in het hotel gaan we zwemmen. Dan nemen we een tuk tuk naar de stad. We lopen eerst over de enorme markt, waar van alles wordt verkocht. Het kost moeite om een restaurant te vinden. Uiteindelijk zien we iets. We moeten aanwijzen wat voor noedels we willen en dan krijgen we een soep met van alles erin. Het is heerlijk, we weten alleen niet wat erin zit.

Omdat vanochtend twee mensen te laat komen, scheurt de chauffeur van onze bus als een idioot door de ochtendspits van Chiang Mai. Links, rechts en over een dubbele doorgetrokken streep vlak voor een onoverzichtelijke bocht inhalen. Komt er wat aan, dan met de lichten seinen, ze gaan maar aan de kant en als dat niet kan door al die vervelende brommers, dan moeten ze maar remmen. We halen echt alles en iedereen in. Vreemd genoeg doet de kilometerteller het ook niet.

Heelhuids aangekomen rennen we achter Sum Yot aan over de touwbrug. Michael lukt het om over te steken zonder z’n handen uit z’n broekzakken te halen. Halverwege merken we dat de rest niet volgt. Het is al over negenen en dit gaat van de tijd op de olifant af.

Iets na negenen zitten wij op de leidende olifant met een bestuurder op z’n schedel en een paar voeten tegen z’n oorklieren. Eerste indruk: best stabiel, alleen wat lomp om met je schoenen in dat beest z’n nek te gaan staan. Dan in slowmotion omlaag richting modderpoel, vasthouden aan het bakje, anders val je van de olifant in de blubber.

We hebben leedvermaak over de mensen die na ons komen en erg angstig kijken. We maken een tocht van een uur door de rimboe.

Onderweg wil de bereider omkeren om om 10 uur terug te zijn, maar dat is de olifant niet gewend dus die wil niet. Na wat gesjor keren we toch terug, door het beekje omhoog en dan een pirouette, want een andere begeleider stuurt ons gelukkig toch weer op de lange route.

Tussen de andere olifanten door slalommen, want wij moeten voorop.

Komen we bij een glibberig steil modderpaadje, vraagt die bestuurder: ‘Up?’ Michael: ‘Ja?!’ Kan dat beestje toch nooit, denkt Michael. Doet dat mannetje ook nog een schijnaanloop naar het paadje. Maar nee, dat kan ie toch niet, gelukkig. Lachen en dan terug door de rivier.

Stroomopwaarts, tot z’n oksels in het water, dat moet zwaar zijn voor dat arme beest. Maar dit hadden we door ons later arriveren dus bijna gemist. Na koffie en thee gaan we verder met een tochtje op een bamboevlot waar we met vier tegelijk op zitten. Lekker rustig de rivier afzakken.

We lunchen bij een orchideeënfarm maar eerst kunnen we er een half uur rondkijken. De vlindertuin bevat nauwelijks vlinders en dat is niet zo vreemd want er zitten allemaal gaten in het gaas. Wat groeien orchideeën langzaam, drie jaar voordat ze voor het eerst bloeien. Ze hebben geen grond nodig. In de kas groeien ze in houten lijstjes op een meter hoogte.

Na de lunch gaan we ambachten bekijken. Wat een commerciële business. De parasol- en waaiermakerij en de zijdemakerij zijn leuk, maar de goud en zilversmederij zijn erg. In de goudsmederij is een enorme shop met kroonjuwelen en haaien. Ieder koppel krijgt een vrouw achter zich aan die je maar lastig blijft vallen.

In de zilversmederij zijn ze minder opvallend aanwezig en daar koop ik een zilveren armband met saffieren en briljanten.

Pattaya

In zee zwemmen, snorkelen en genieten

Vroeg in de avond gaan we naar het station. We installeren ons voor een twaalf uur durende treinreis. Ondanks de onwennigheid slapen we prima. Als we wakker worden, blijkt dat de trein een uur vertraging heeft opgelopen. We passeren Ayutha, waar we een week geleden waren. Uiteindelijk komen we, na nog een busrit, aan in Pattaya.

De volgende ochtend nemen we een boot naar een eiland voor de kust. We gaan naar een strand waar het nog erg rustig is. We zwemmen, snorkelen en genieten tot we om vijf uur terug moeten.

‘s Morgens uitgeslapen en dan met een pick-up truck naar een krokodillenfarm. Saaie beesten die tot leven komen als je een visje gooit. Zelfde pick-up terug. Naar de luchthaven en naar huis.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win