×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Uganda, de parel van Afrika

Op zoek naar gorilla's wordt een pad door de jungle gekapt

Reisverslag: Mariska Riesewijk
Foto's: Mariska Riesewijk

Uganda is weelderig groen, zelfs waar het regenwoud is gekapt. Daar liggen enorme velden suikerriet en maïs, bamboebossen en bananenbomen. Mgahinga National Park is zo dicht begroeid dat op zoek naar de beroemde berggorilla’s een weg door de jungle gekapt moet worden. In de moderne hoofdstad Kampala valt vooral het enorme verschil tussen arm en rijk op.

Vandaag gaan we met de Royal Akamba-bus vanuit Kenia naar Uganda. Royal zegt genoeg, de bus is echt luxe. Een geweldige manier van reizen als je je niet lekker voelt en toch door wilt reizen. Bij de grens in Busia wisselen we wat Ugandese shillingen en rijden dan door naar Kampala, de hoofdstad van Uganda. Een in totaal zo’n 6 uur durende busreis.

Het verschil met Kenia is bijna direct na de grensovergang te zien. Enorme suikerrietvelden, bamboebossen en alles is weelderig groen en oogt heel rijk. Ook komen we er al snel achter dat eten en drinken kopen langs de kant van de weg in Uganda een georganiseerde zaak is, in tegenstelling tot Kenia. Mannetjes met blauwe jassen en een nummer op hun rug verkopen alles wat je maar wenst. Van koude frisdrank tot gegrilde kip. Wij hebben de indruk dat deze mensen allemaal voor een baas werken en met hun aandeel in de verkoop hun loon verdienen.

In Kampala overnachten we in een backpackers hostel, omdat het al laat is als we aankomen. Er is niets echt Afrikaans aan zo’n hostel, dus vertrekken we de volgende morgen meteen weer en vragen een taxichauffeur ons naar een goedkoop Afrikaans hotelletje of guesthouse te brengen. Zo komen we terecht bij City Annex hotel, een simpel hotelletje met beneden een simpel restaurantje met pooltafels en een kapper.

Kampala is een grote stad, die wat Europees aandoet. Het voelt veilig en je ziet dat de levenstandaard van de mensen hier hoger is dan op andere plekken die we tot nu toe in Oost-Afrika hebben gezien. De mensen zijn erg modern gekleed en hebben haast.

Er zijn musea, markten, tempels, disco’s en mega-luxe winkelcentra. En ook hier hebben ze boda boda’s, net als in Kisumu-Kenia, maar hier zijn het geen fietsen maar brommertjes met een kussentje achterop.

We gaan op zoek naar de Uganda Wildlife Authority, omdat we graag berggorilla’s willen zien. Er zijn hiervoor haast geen vergunningen te krijgen. Meestal moet je een half jaar van te voren reserveren en betalen. Wij hebben ervoor gekozen om ons geluk te beproeven.

En geluk hebben we. Er is nog plek voor twee personen, over een paar dagen in Mgahinga.

‘s Avonds spelen we pool in ons hotel. Poolen is zeer populair in Oost-Afrika. Overal vind je een pooltafel, waar dan ook gegokt wordt; naast de bushalte en zelfs in de kleinste stalletjes in achterbuurten. Tijdens het poolspelen ontmoeten we een Ugandese kunstenaar, Juuko Hood, die ons de morgen uitnodigt in zijn atelier.

De volgende dag bezoeken we eerst een hindoetempel. Een prachtig traditioneel vormgegeven grote tempel. Een beetje klem tussen andere gebouwen. Mooie beelden van hindoegoden zoals Krishna, Vishnu en Shiva. Terwijl wij de tempel bezoeken, wordt er eten geofferd aan de goden.

Daarna neemt de gids van de tempel ons mee in de holy-temple-car. De tempel gaat toch dicht en hij wil ons wel ergens afzetten. We laten hem en komen uit in een super-de-luxe winkelcentrum waar we gezamenlijk warme choco drinken.

We zitten een tijdje in het park annex golfterrein. Weer een groot verschil in levensstandaard tussen mensen. De beter bedeelde mens speelt golf en de wat minder bedeelde sluipt het golfterrein op om bij de kraan water te halen. Een meisje ziet ons en knielt zelfs terwijl ze ons begroet en rent vervolgens weg met het water.

In het hotel ontmoeten we zoals afgesproken de kunstenaar. Juuko Hood neemt ons in een taxi mee naar zijn atelier. Juuko maakt werkelijk mooie kunst en we kopen dan ook wat traditioneel op boombast geschilderd werk van hem.

Hij neemt ons vervolgens mee naar de African Art Gallery. Een mooie, ruim opgezette, moderne galerie met elke week andere kunst. Er is elke woensdagavond een hang-out avond, waar kunst gecombineerd wordt met muziek van Sade, frisdrank en kunstzinnige gesprekken. Alle soorten creatieve mensen zijn hier aanwezig, van journalisten en fotografen tot schilders. Er hangt een heel prettige sfeer en iedereen is welkom. Het is al nacht als we met een matatu teruggaan naar het hotel.

Morgen moeten we vroeg de bus naar Kisoro nemen om op tijd aan te komen voor de gorillatrek, we willen dus direct gaan slapen. Helaas liggen we het kleine beetje nacht dat nog over is wakker van de geluiden in de kamers om ons heen, waar men niet slaapt maar andere werkzaamheden verricht. Wat een opluchting om de deur te horen opengaan en hoge hakjes te horen weg tippelen in de gang.

Kisoro

Mgahinga Gorilla National Park

Het is even een verwarrende toestand. Iedereen heeft zo zijn eigen mening over welke bus wij moeten hebben, maar uiteindelijk zitten we er dan toch in.

Na een half uur beweegt de bus eindelijk, om een meter verder weer te stoppen met de mededeling dat iedereen uit de bus moet om over te stappen in een andere, al volle bus. En dat past zelfs in Afrika niet.

De jongens van de busmaatschappij roepen dat wij twee blanken in ieder geval in de bus moeten en dat er dus twee mensen uit moeten. Ik voel me behoorlijk opgelaten. Uiteindelijk blijkt dat de reden is dat wij de vorige dag al een buskaart hebben gekocht. Daar zijn wij heel blij om en zo kunnen we dus eindelijk vertrekken.

Het voordeel van per bus door Uganda reizen is dat het eten en drinken aan de kant van de weg heel goed georganiseerd is. Je kunt van alles uit je raampje kopen, van koude cola tot gegrilde kip of maïskolven en zelfs ijsjes (geen aanrader ivm onzuiver water). Het nadeel van reizen per bus is dat iedereen bang is voor stof, dus de ramen blijven angstvallig dicht terwijl de temperatuur stijgt. Vooral omdat de bus natuurlijk voller zit dan in Nederland mogelijk is. Met een kind op schoot ga ik op weg naar Kisoro.

De mensen in Uganda zijn anders dan in Kenia. Kenianen zijn heel nieuwsgierig en komen direct naar je toe en vragen alles wat ze willen weten. Ugandezen zijn heel bescheiden. Maar we komen er ook al snel achter dat ze veel gevoel voor humor hebben.

Als de bus om een ons nog steeds onbekende reden stopt en bijna alle mannen uit de bus stappen en zich met iets bemoeien en een half uur later weer de bus in stappen, begrijpen wij goed dat er behoorlijk wat mensen op de hak worden genomen en dat de situatie volkomen in het belachelijke wordt getrokken, ook al kunnen we niet alles verstaan.

Onderweg wordt het landschap steeds heuvelachtiger. Jammer genoeg zijn alle heuvels nu landbouwgrond. Ooit waren dit regenwouden. Maar als je je hier overheen zet is het uiteindelijk toch een prachtig gezicht, al die heuveltjes met kleine huisjes en maïs of bananenbomen.

Het is moeilijk om in een bloedhete bus wakker te blijven. De helft van de rit slapen we dan ook. Twaalf uur later komen we aan in Kisoro, waar we weer bestormd worden door allerlei mensen.

Kisoro is een heel klein dorpje aan de grens met Rwanda en Congo. Het is eigenlijk niet meer dan een rondweg. Er valt naast de plaatselijke bevolking niet veel te zien en te beleven. Er is net een internetshop geopend en er is een pooltafel. Verder zijn er verschillende guesthouses waar je lekker maar simpel kunt eten.

De volgende dag gaan we naar een community campground (Amajamwere Iwacu) aan de rand van het Mgahinga National Park. We hebben een prachtige banda (hutje met bed) gehuurd aan de rand van het park (het park is letterlijk 10 meter lopen), omringd door de drie vulkanen van Virunga.

Het hutje staat in een mooie groene omgeving met prachtige bloemen, op een heuvel met prachtig uitzicht. Je kunt hier alleen kamperen of een van de twee banda’s huren. Daarnaast is er een leuk gebouw met een veranda waar je heerlijk op de omgeving uitkijkt. Vanuit deze plek kun je de gorilla’s bezoeken, maar ook andere dingen doen in het park.

Mijn reisgenoot Harold beklimt de volgende dag een vulkaan. Ik kies voor het bezoek aan een grot, maar word ‘s avonds uitgenodigd door het personeel om morgen mee naar de kerk te gaan.

Uiteindelijk kies ik voor de kerk en zo beland ik in de baptistenkerk, een simpele kerk met kleine houten bankjes. Iedereen heeft zich opgedoft. Ik word in het Engels welkom geheten en dan gaan ze over in het Kifumbira, de lokale taal. De volgende drie uur kan ik er niets van volgen. Maar de verschillende kerkkoortjes zingen prachtig.

Dan is het tijd om me voor te stellen aan de hele kerkgemeenschap, iedereen is erg benieuwd naar die mzungu. Na nog een uur of twee mag ik gaan, omdat mzungu’s nu eenmaal lunchen en ik dat vast ook wel graag wil. Blij met het excuus vertrek ik weer de heuvel op naar de campground.

De rest van de dag eet ik samen met de jongens die op de campground werken sugercane en luister naar muziek op mijn discman. Mijn reisgenoot komt een paar uur later moe maar voldaan terug. De vulkaan biedt een prachtig uitzicht en er is een groot moeras in het hart van de vulkaan.

Vandaag is de gorilla-trek. Na de uitleg van de regels voor het bezoek aan de gorilla’s trekken we, gewapend met een wandelstok (evenwichtsbalk bleek later), de berg op. Onder escorte van bewapende jongemannen wegens de eventueel aanwezige guerrilla’s uit Congo.

Het eerste stuk is eigenlijk een gewoon pad en de vegetatie is een beetje teleurstellend. Later blijkt dat dit deel van het park nog maar pas aan het park toegevoegd is en nog niet zo lang geleden landbouwgrond was. Hoe verder we wandelden hoe meer het op een woud begint te lijken.

Bij een gorilla-trek ga je eerst naar het punt waar de gorilla’s de vorige dag gespot zijn. Dit duurt een paar uur. Het is een behoorlijke klim, maar telkens als het echt zwaar wordt, ga je weer een stuk horizontaal en kun je weer een beetje bijkomen.

Na zo’n drie uur komen we op de plek aan waar de gorilla’s gisteren gezien zijn. Daar begint de echte trek.

Er wordt gezocht naar sporen zoals mest en omgeknakte takjes. De panga’s (hakmessen) komen tevoorschijn en er wordt een weg in de jungle gehakt. Vanaf dat moment is het klimmen en klauteren. Zwaar, maar zeker de moeite waard als je na een uur oog in oog staat met de gorilla-familie.

We volgen ze een tijdje tot ze rustig gaan zitten eten. De ranger maakt gorillageluiden om de dieren gerust te stellen. Deze familie is gewend aan menselijke bezoekers. De ranger wenkt mij en een Amerikaanse bij hem te komen zitten om foto’s te maken.

Kennelijk iets te dichtbij, want de silverback vindt dit niet leuk, begint op zijn borst te trommelen en komt vervolgens dwars door de bamboe op ons afgestormd om even een duidelijke waarschuwing te geven. Waarna hij zich weer op zijn eten stort.

De baby’s van de groep zijn tikkertje aan het spelen, prachtig om te zien. Ze zijn ook heel nieuwsgierig naar ons en komen telkens op ons af waardoor wij weer meters naar achter moeten. Deze dieren lijken wel erg op de mens.

Na precies een uur is het tijd om te gaan. De weg naar beneden is een stuk makkelijker. Er wordt gewoon een weg naar beneden gehakt, maar al met al duurt de terugtocht toch nog 2 uur.

We doen nog een dag lekker niets en vertrekken dan naar Lake Buyoni. Het blijkt dat de bus vertrekt zogauw hij vol is, ook al heb je een kaartje. Dus de bus is al weg. We krijgen netjes ons geld terug en nemen een matatu.

Lake Buyoni

Met een uitgeholde boomstam kun je naar elk eiland

Lake Buyoni doet denken aan de Italiaanse meren. Met een uitgeholde boomstam kun je over het meer naar elk eiland dat je wilt. Wij kiezen wederom voor een community project en komen terecht op Jaspers Island, een heel eiland voor ons alleen.

We huren een leuk klein huisje/kamertje met uitzicht over het meer. ‘s Nachts hoor je het geluid van kwakende kikkers en tjilpende insecten en ‘s ochtends word je gewekt door koeien en hanen in de verte.

In Lake Buyoni kun je zwemmen, want er is hier geen bilharzia. Overdag gaan de kinderen van alle eilandjes met de boot naar school, een prachtig gezicht. We proberen om met een kano op zoek te gaan naar bevers. Helaas blijven wij maar rondjes draaien en geven onze poging op.

Na een korte vakantie van nog een dag vertrekken we weer naar Kampala. Na al dat groen van Uganda beginnen de droge savannes van Kenia toch weer te trekken.

Kampala

Dat zal wel een groot dansfestijn worden...

In Kampala hebben we afgesproken met onze vriend Juuko Hood om de kunstwerken, die we bij hem achtergelaten hebben, op te halen. Ik fotografeer hem voor al zijn kunstwerken en als dank mogen wij beiden een schilderij uitzoeken.

Wat een gedoe om alles op te sturen. In Afrika houden ze wel van bonnetjes schrijven en je doorsturen naar andere verdiepingen. Je bent al gauw een uurtje zoet in het postkantoor. Maar het is gelukt.

Wandelend door Kampala vallen de verschillen met Kenia nog meer op. Ook in Uganda zijn mensen die het niet zo goed getroffen hebben en die op straat bedelen. Het grote verschil met Kenia is dat deze mensen zitten en hun hand ophouden, terwijl ze in Kenia naar je toe komen om geld te vragen.

Het is nog wel eens lastig om hiermee om te gaan. Je moet voor jezelf beslissen wat goed is en wat niet en hoeveel en hoe vaak je wilt geven. Deze mensen hebben geen overheid die zorgt voor een bestaansminimum zoals in Nederland, ze zijn afhankelijk van wat ze krijgen. Je kunt natuurlijk niet alles en iedereen steunen, maar door je manier van reizen aan te passen zodat de lokale bevolking ervan profiteert (door bij voorbeeld voor een community campground te kiezen) en wat kleingeld op zak te houden voor als je wat wilt geven, kun je wel iets doen.

Als blijkt dat Lucky Dube (de Bob Marley van Afrika) de volgende dag zal optreden, besluiten we dat mee te gaan maken. Dat zal wel een groot dansfestijn worden, hier in Afrika.

Niets blijkt minder waar. Iedereen gaat op de grond zitten, in het begin denk ik nog dat het is omdat de hoofdact nog niet is begonnen. Maar nee, het is opdat iedereen het kan zien. Als er iemand opstaat worden er gelijk flessen naar die persoon gegooid en gemaand dat men moet gaan zitten.

In het begin zijn het nog plastic flessen maar al gauw worden het glazen bierflessen. En met een zatte buurman die geregeld even zijn kont moet schudden op de muziek, moeten we regelmatig dekking zoeken. Uiteindelijk trek ik hem telkens maar naar beneden om het flessengevaar te stoppen.

Een rare gewaarwording. Ik dacht dat we de hele nacht zouden swingen. Na een paar uur beginnen hier en daar toch mensen op te staan, het flessengegooi wordt minder en uiteindelijk staat iedereen op en wordt er gedanst.

De Ugandezen zijn een humoristisch volk. Het voorprogramma bestaat uit lokale en landelijke beroemdheden die constant het publiek aan het lachen krijgen met hun teksten. Dankzij onze vertaler kunnen wij meelachen. Het blijkt dat de vrouwen vooral zingen over de waardeloze Ugandese mannen en de mannen vooral over de liefde van de vrouw.

Na het einde van het concert wil iedereen direct naar huis. Een grote stroom mensen. Juuko sleept ons aan de hand eruit en zet ons af voor ons hotel. Hier moeten we helaas afscheid van hem nemen, want morgen nemen wij de bus terug naar Nakuru in Kenia. Alweer een afscheid van een bijzonder persoon. Soms is er niets leuks aan rondreizen als je telkens weer afscheid moet nemen van mensen waarmee je in een relatief korte tijd een hechte verbondenheid voelt. Maar we weten dat dit moment niet het einde zal zijn van ons contact.

In het hotel gaan we beneden nog wat drinken. Iedereen die er werkt, komt om ons heen staan als ze horen dat we bij Lucky Dube zijn geweest. Zij konden zelf niet gaan, maar zijn enthousiast en blij en willen alles weten over de hele avond. Hoe warm kun je van binnen worden als je anderen met een verslag over een gebeurtenis zo blij kunt maken. Die oprechtheid en blijheid in die ogen vergeet ik nooit meer.

De volgende ochtend om 6 uur vertrekt de bus richting Kenia. Jammer dat we alweer afscheid moesten nemen van dit prachtige, toegankelijke land. In de toekomst hopen we hier nog meer van te zien.

Mariska Riesewijk schreef ook een verslag van haar reis door Kenia.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win