×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Van Beijing naar Tibet

6000 terracotta-soldaten staan in slagorde

Reisverslag: Ina Kuipers
Foto's: Herman Hoekstra

Cultuur in Beijing: Verboden Stad, Zomerpaleis en Tempel van de Hemel. Daarna de Muur beklimmen. In Xian wacht het terracottaleger en staat een moskee in Chinese stijl. Westwaarts wordt de sfeer steeds Tibetaanser, met geelmutsmonniken in Labrang en het Kumbumklooster in Taerse.

We zijn zes uur vooruit gegaan in de tijd en hebben een nacht over geslagen, als we tijdens de busrit van het vliegveld naar ons hotel de eerste indrukken opdoen van Beijing. De hoofdstad van China is een enorme stad, met ontzettend veel verkeer; auto’s, bussen, brommers en fietsen krioelen door elkaar. De contrasten zijn groot: aan de ene kant van de weg gigantische hypermoderne gebouwen, aan de andere kant armoedige hutjes die op instorten staan.

Ons hotel is vlakbij het Plein van de Hemelse Vrede. Het is warm en nevelig, ongeveer 30 graden. Als we ons hebben opgefrist gaan we op pad. Gelukkig staat op sommige staatnaambordjes de tekst ook in westers schrift, want aan de Chinese tekens is geen touw vast te knopen.

Tijdens een schitterende wandeling komen we door de typische ‘hutongs’, kleine straatjes met nog het echte Chinese leven. Er wordt allerlei koopwaar aangeboden en menige Chinees is boven z’n handel in slaap gevallen.

Uiteindelijk bereiken we het Tiantanpark met de Tempel van de Hemel, het grootste tempelcomplex van China. Tijdens het kopen van een kaartje merk ik voor het eerst hoe Chinezen kunnen voordringen. Ik ben aan de beurt, maar twee Chinezen gaan gewoon voor me staan en drukken me aan de kant. Ik ben even perplex, hier geldt het recht van de brutaalste. Na nummer twee zet ik mijn lichaam ervoor en laat niemand meer voorgaan. Dit was de eerste, maar ook de laatste keer.

De Tempel van de Hemel is mooi bewerkt met duizenden blauwe tegeltjes. Bij de bouw van deze tempel – met een doorsnee van 30 meter en een hoogte van 38 meter – is geen enkele spijker gebruikt.

De tempel wordt omgeven door een echomuur, menige Chinees probeert die uit. Het is ontzettend druk en Chinezen maken er echt een hobby van om elkaar te fotograferen. Wij willen juist foto’s maken zonder mensen, maar zij gaan overal voor of op staan. Ook worden we diverse keren gevraagd om met hen op de foto te gaan. Na uren ronddwalen zijn we bekaf en nemen een taxi. Gelukkig hebben we een kaartje met de naam van ons hotel, want niemand spreekt Engels.

Vanavond eten we met de groep om elkaar wat beter te leren kennen. Coby, onze reisleidster, heeft een rijsttafel besteld. De meest fantastische gerechten komen op tafel. We kijken onze ogen uit en het water loopt ons uit de mond. De schalen worden op een ronddraaiende schijf geplaatst, zo kan iedereen bij de gerechten. We eten voor het eerst met stokjes. Hilariteit alom, de garnalen en noten vliegen over de tafel.

 

De Verboden Stad

De tempels hebben de meest fantastische namen

De Verboden Stad is een enorm complex van 800 gebouwen, met in totaal 9900 kamers, die een oppervlakte beslaan van 72 hectare. Groot genoeg om er de hele dag door te brengen. De tempels en poorten hebben de meest fantastische namen, zoals Poort van de Hemelse Zuiverheid, Paleis van de Onthouding en Hal van de Keizerlijke Vrede. Van zuid naar noord lopend kom je de 23 belangrijkste gebouwen tegen, meestal enorme complexen en zeer weelderig ingericht.

De Verboden Stad wordt beschermd door een tien meter hoge muur en een gracht. Het wordt de Verboden Stad genoemd, omdat de keizer en zijn gevolg dit complex bewoonden en een gewone sterveling er niet binnen mocht.

De keizer verliet de stad normaliter niet, maar als het in de zomer te heet werd verbleef hij een paar maanden in het Zomerpaleis.

Na de Verboden Stad bezoeken we het mausoleum waar Mao ligt opgebaard. Honderden Chinezen wachten in een lange rij. Op commando schuifelen we steeds een stukje verder. Het gaat toch nog behoorlijk snel. Veel Chinezen kopen bloemen en leggen die bij de baar. Het is niet te geloven dat deze man, die zoveel leed veroorzaakte, nog zo wordt vereerd. Mao ziet er nog puntgaaf uit en het maakt toch wel indruk.

Chinese Muur

Ik loop op bergschoenen, de oude Chinees op slippers

We staan al om kwart over vijf op, want we gaan vandaag een deel van de Chinese Muur beklimmen. We gaan naar een deel van de muur dat niet is gerestaureerd. Dat is wel extra zwaar, maar er komen niet veel toeristen.

Na een busrit van tweeënhalf uur kunnen we aan de klim beginnen. We worden verwelkomd door een groep Chinezen, die ons als het ware bespringen. Ieder van ons krijgt ongevraagd een Chinese begeleider, ik loop het eerste uur met een Chinese jongen. We hebben veel lol en leren elkaar Engelse en Chinese woordjes.

Het is bloedheet en zeer vochtig, bovendien is het de eerste anderhalf uur alleen maar klimmen. Als ik weer voor een enorme trap sta, vraag ik me af waar ik aan ben begonnen. Een groot deel van de groep is al terug gegaan, maar ik zet door. Puur op karakter kom ik uitgeput boven. Dat is wel kicken: het uitzicht is fabelachtig en zou ik nooit hebben willen missen.

Ik ben halverwege van meeloper verwisseld, nu loopt een man van zestig jaar met me mee. Hij op slippers, ik op bergschoenen. Ik puffend en hijgend, hij met alle gemak. Af en toe zit ik helemaal kapot, maar de prachtige vergezichten sleuren me er doorheen. Als we na een wandeling van drie uur terugkomen krijgen we applaus van de groep. De volgende dag verga ik van de spierpijn.

Zomerpaleis

In een schitterend park met veel groen en water

Met de spierpijn nog in de benen gaan we met de bus naar het Zomerpaleis. Het verkeer in Beijing is een heksenketel, de rit van 12 kilometer duurt bijna twee uur. Het is snikheet en de bus zit propvol, een groot deel van de rit moeten we staan, vastgeklemd tussen zwetende lichamen.

We verbazen ons over de vrouwen en mannen die de hele dag de weg staan te vegen. Een hopeloze bezigheid; steeds weer dwarrelen bladeren van bomen, die vervolgens in de berm worden geveegd. Het verkeer raast aan alle kanten voorbij, een levensgevaarlijk werkje. Ze zijn wel gekleed in knal-oranje jassen en sommigen dragen een mondkapje in verband met de uitlaatgassen.

Het is erg nevelig vandaag. Jammer voor de foto’s, want het Zomerpaleis ligt in een schitterend park met veel groen en water. Het paleis is verschillende keren verwoest, maar steeds weer gerestaureerd. De laatste keer in 1888, door keizerin Cixi.

In de Suzhoustraat, aangelegd tijdens de Qing-dynastie, zijn allerlei winkeltjes, versierde bogen, tempels en een markt. Het is een prachtig gezicht.

We gaan terug met een taxi en hebben nog even tijd over om met z’n vieren te gaan e-mailen in het World Trade Centre, een hypermoderne locatie met een internetcafé. Daarna gaan we met de hele groep pekingeend eten. In China gaat eten altijd snel, aan natafelen doen ze niet.

Na de pekingeend gaan we naar een voorstelling van de Chinese Opera. We mogen vooraf foto’s maken in de kleedkamer. Het is een klein, gezellig theater. We krijgen thee, nootjes en gedroogde vruchten. Van de voorstelling verstaan we natuurlijk geen woord, maar spel, zang, dans en aankleding van de artiesten maken genoeg indruk.

We bezoeken in Beijing ook nog de Lamatempel, een Tibetaanse tempel. Er zijn 5 grote zalen, die in een Mongoolse, Tibetaanse of Han-stijl zijn ingericht. Overal staan boeddhabeelden, er hangen tapijten en het geheel wordt verlicht door honderden lampjes gevuld met yakboter. Er hangt een mystieke sfeer.

Het terracottaleger in Xian

De soldaten verschillen allemaal van gelaatsuitdrukking

Na vijf dagen Beijing vertrekken we met de trein naar Xian, een reis van 17 uur. We slapen in een zogenaamde ‘hardsleeper’, met z’n zessen lig je in een open coupé. De trein is nieuw, dus nog redelijk schoon.

In Xian is het beroemde terracottaleger. Het werd vernietigd door plunderaars, maar inmiddels is weer een compleet leger opgegraven en gerestaureerd: ruim 6000 soldaten staan in slagorde opgesteld. Ze verschillen allemaal van gelaatsuitdrukking, wapenuitrusting en kleding. De paarden zijn erg gedetailleerd weergegeven, je gelooft je ogen niet. Vermoedelijk ligt er nog veel meer onder grond, zoals paleizen en andere gebouwen. Er is echter onvoldoende kennis en geld, dus zal het nog jaren duren voordat alles is opgegraven en gerestaureerd. We bekijken een film, een zogenaamde ‘circular movie presentation’. De 360 graden projectie geeft je het gevoel dat je midden in het strijdgewoel staat.

De kaartverkoop voor het beklimmen van de Belltower gaat weer op zijn Chinees. Eén Chinees verkoopt de tickets. Een ander haalt de kaartjes door een metalen gleuf, zodat we naar binnen kunnen. Nummer drie controleert op de trap nog een keer en knipt een gaatje in de tickets. Zo zijn weer drie Chinezen aan werk geholpen.

Xian is gebouwd volgens een schaakbordpatroon en ziet er geordend uit. Vanaf de Belltower hebben we een goed uitzicht op de rechte wegen.

In Xian is een grote moslimwijk, waar we een moskee bezoeken met voornamelijk groene en blauwe tinten. In de Chinese tempels overheersen juist de kleuren rood, geel en oranje.

In een lange overdekte straat kunnen we voldoende souvenirs inslaan. Het is ongelofelijk wat er allemaal aan koopwaar wordt aangeboden. Natuurlijk kopen we het Rode Boekje van Mao. Je moet niet te lang stil blijven staan, want je wordt meteen aangeklampt door een Chinees die zijn handel wil verkopen. Het valt op dat sommige Chinezen hier een paar woordjes Engels spreken.

Labrang

Tientallen geelmutsmonniken zitten te mediteren

Alweer een lange treinreis, dit keer van 14 uur. We kletsen en lachen onderweg heel wat af. De Chinese ‘Railtender’ komt langs en we nemen een kant-en-klaar maaltijd, die smaakt redelijk. Ook kunnen we water en cola krijgen en natuurlijk heet water voor de thee.

We maken snel onze bedden klaar, want zonder enige waarschuwing kan plotseling het licht uitgaan. Dit is meestal vroeg, rond half tien.

Na de lange treinreis meteen verder met de bus. Na twee uur krijgen we een lekke band. De buschauffeur moet een garage zien te vinden om de band te verwisselen. We bevinden ons gelukkig in een leuk dorpje en wandelen naar een prachtige moskee. Hiernaast bevindt zich een schooltje. De kinderen zijn helemaal van slag; zo vaak zien ze geen groep westerlingen. Ze vinden het prachtig om op de foto te gaan en als ze een koekje krijgen is het helemaal feest. De leraar treedt na verloop van tijd op; de kinderen moeten weer in de schoolbanken plaatsnemen en hun lesje opzeggen. Na een uur kunnen we verder.

Tijdens een zeven uur durende rit genieten we van het landschap. We passeren hoge bergpassen en het uitzicht is fabelachtig. Onderweg stoppen we in het moslimdorpje Linxia om te lunchen. Vanochtend bestond ons ontbijt uit droge eierkoek en een banaan, dus de smakelijke maaltijd is een feest.

Als we weer op pad zijn zien we al snel de eerste stoepa – een Tibetaanse pagode – en de eerste Tibetaanse monniken. In hun rode gewaden vallen ze direct op. We naderen Xiahe, Labrang in het Tibetaans. Labrang ligt nog in China maar ademt al een Tibetaanse sfeer uit. Hier staat één van de belangrijkste Tibetaanse kloosters. Ooit woonden hier 4.000 monniken, tijdens de Culturele Revolutie is dat aantal gedaald tot 300, maar nu zijn het er alweer 1.500.

Vanochtend regent het pijpenstelen. Labrang ligt op 2.920 meter hoogte, dus we doen het rustig aan. We hebben een prachtige hotelkamer en warm water. Ik kan dus wat kleren wassen. We brengen de ochtend lezend en luierend door. Tegen de middag wordt het droog en gaan we op pad. Natuurlijk eerst de korla lopen, de pelgrimsroute. We lopen achter de vele monniken aan en draaien ook aan de gebedsmolens.

Halverwege de tocht zien we tientallen geelmutsmonniken zitten. Het is een fascinerend gezicht. Plotseling verandert iedereen van opstelling en gaan ze anders zitten. Er wordt hardop gemediteerd en gediscussieerd.

Het Labrangklooster is erg kleurrijk en boordevol goudkleurige boeddha’s. Een monnik leidt ons rond door de vele zalen. Hij spreekt Engels en legt ons uit wat voor betekenis de zalen hebben. In de grote zaal liggen honderden kleurige kussens op de grond. Hier knielen de monniken om te mediteren. Veel kamers bevatten reïncarnaties van lama’s. Het klooster bezit veel zilverwerk, kelken, kandelaars, beelden, lampen en schilderijen. In een aparte zaal hangen allemaal schilderijen die zijn gemaakt van yakboter in de meest prachtige kleuren. De monnik vertelt dat sommige schilderijen al 20 jaar oud zijn en nog zeer goed geconserveerd.

We maken een gebedsdienst mee. De monniken prevelen en lispelen hun gebeden. Ze zitten allemaal in kleermakerszit. Ze hebben allemaal dezelfde mantels aan en op hun hoofd de gele mutsen.

Het is inmiddels schitterend weer en we maken een bergwandeling. We zitten boven de drieduizend meter en dat is te merken, we gaan maar langzaam vooruit. De lucht is zuiver en het is heel stil, tijdens de wandeling van vier uur komen we niemand tegen.

Taersi

Lappen vlees liggen zonder enige koeling in een kar

Vroeg op, want we hebben een busrit van 14 uur voor de boeg. Het is weer een ongelofelijke rit. We zien bergen, nomaden, de eerste Tibetaanse dorpjes, herders en yaks. We passeren diepe ravijnen en afgronden. De weg is af en toe zeer slecht, maar het gaat gelukkig steeds goed. Helaas raken we vast in het verkeer in de stad Xining. Er is een ongeluk gebeurd en we kunnen niet verder. De chauffeur probeert met veel hangen en wurgen te draaien, wat uiteindelijk lukt. Waar we dan terechtkomen is onbeschrijfelijk. De weg is één grote modderpoel en we zakken er diep in weg. De weg is vol kuilen en we schudden heen en weer. Als we echt vast komen te zitten, moeten we de bus uit en een stuk lopen. Het is een gigantische blubberboel. Na een dik uur komen we eindelijk weer op een beter stuk weg. Het is al donker als we in Taersi aankomen.

We gaan op zoek naar een restaurantje en belanden in de keuken. We worden naar boven doorverwezen en bestellen drie schotels en natuurlijk thee. Zodra we een slokje hebben genomen, wordt er meteen weer bijgeschonken door een Chinees meisje. Dat gaat zo de hele avond door. Ze staat constant met de theepot klaar. De gerechten zijn weer voortreffelijk. Het eten met stokjes kost nu geen moeite meer.

In Taersi zijn veel winkeltjes met prachtige sieraden, gebedsmolens, tanga’s, beeldjes en vele andere artikelen. Er is een markt met groente, fruit, kleding en vlees. De lappen vlees liggen zonder enige koeling in een kar. Er ligt veel vuilnis op straat, veegvrouwtjes zoals in Beijing ontbreken hier.

Het Kumbumklooster is de belangrijkste bezienswaardigheid van Taersi. De veertiende Dalai Lama is vlakbij dit klooster geboren. De monniken zijn erg vriendelijk. We mogen de kamer van een monnik bekijken. Hij woont er met nog een monnik. De kamer is sober ingericht: een bed voor twee personen, een tafel, een kast en een zitkussen. In een ander kamertje staat een éénpits-kookstel met wat groenten. Waarschijnlijk is dit het keukentje. De monnik spreekt een paar woordjes Engels en we voeren een kort gesprekje.

Naar Tibet

Op 3200 meter hoogte door een maanlandschap

Twee uur in de middag gaan we weer met een busje richting Xining, om aan onze derde lange treinreis beginnen. We moeten voorraden aanleggen, omdat we na de treinreis van 17 uur aan een busrit van 32 uur beginnen. Er is onderweg geen mogelijkheid om eten te kopen.

Het is deze keer een oude trein. Het toiletbezoek is een ongelofelijke ervaring; het is een gat in de grond en de stank is overweldigend. Er hangt een penetrante urinelucht. Ik probeer het toiletbezoek tot een minimum te beperken. De lakens in de trein zijn redelijk schoon. De wagonjuffrouw haalt regelmatig het afval op en aan het eind van de rit wordt de vloer zelfs gedweild.

Als we ‘s ochtends wakker worden rijden we over een hoogvlakte. We zitten op 3200 meter hoogte. Het desolate landschap maakt een overweldigende indruk. Heel in de verte zien we besneeuwde bergtoppen. De lucht is strak blauw, het lijkt wel een maanlandschap. Af en toe passeren we een nederzetting.

Helaas is het hete water op en kunnen we geen thee zetten, zodat we droge broodjes eten met water. Na een lange tocht komen we aan in Golmud. We worden met al onze bagage op schoot in een busje gepropt en rijden snel naar een gebouwtje op een afgelegen terrein. Hier kunnen we nog wat eten en is het wachten op de Chinese bemiddelaarster. Zij zorgt voor de kaartjes en vergunningen voor de busrit naar Lhasa in Tibet. Dat is een heel gedoe en we zijn al lang blij dat dit voor ons wordt geregeld.

Twee uur ‘s middags stappen we in de zogenaamde ‘sleepersbus’. Deze bussen worden in China op lange afstanden gebruikt. De stoelen kunnen bijna tot bed-stand worden neergelaten, je ligt half onderuit. We laten China achter ons en beginnen aan de lange busrit naar Lhasa in Tibet.

Ina Kuipers en Herman Hoekstra reisden verder door Tibet.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!