×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Vietnam van noord naar zuid

Van Hanoi naar Ho Chi Minh-stad

Reisverslag: Michael Boelhouwer
Foto's: Michael Boelhouwer

Reizend door Vietnam maak je kennis met de overblijfselen van een oude cultuur. Maar eveneens met schilderachtige dorpjes, stille stranden en een prachtige groene natuur. En uiteraard zie je ook de littekens van de Vietnamoorlog.

In Hanoi regelen we na aankomst snel een hotelletje in The Old Quarter, het kloppend hart van de stad. Nauwe straatjes, overal winkeltjes, straat-restaurantjes, volop leven en drukte. Het eerste wat opvalt is de vriendelijkheid en de nieuwsgierigheid van de Vietnamezen. Iemand in ons gezelschap is iets breder en gezetter dan de rest. Bijna iedereen wil hem even aanraken, vooral zijn armen en buik. In het begin leuk en lachwekkend, op een gegeven moment irritant voor hem.

‘s Avonds vinden we een prachtig restaurantje. Zittend op het balkon hebben we uitzicht op het Hoan Kien-meer en – tot ons genoegen – het drukste kruispunt van The Old Quarter; wat een mierenhoop. Het eten is goed, zoals in de meeste Aziatische landen. Misschien iets flauw vergeleken met de omringende landen, maar wel lekker.

Bij ons hotel regelen we fietsen, tot grote hilariteit van de omstanders, die waarschijnlijk denken dat westerlingen niet kunnen fietsen. We fietsen naar het mausoleum van Ho Chi Minh, dwars door de chaos van ruim 1 miljoen fietsen en 500.000 brommertjes. Je verwacht iedere seconde een aanrijding maar wonder boven wonder gaat alles goed. Na twee minuten weet je niet anders en ga je op in de chaos.

Alsof de beste man gisteren is overleden trekt een ware rouwstoet door het mausoleum langs Ho Chi Minh. Het is fascinerend om te zien hoe ze opkijken tegen Ho, sommigen hebben voor het bezoek hun militaire medailles uit de kast gehaald en opgepoetst.

Het is wonderlijk hoe we worden aangekeken, zo fietsend door Hanoi. Bij ieder stoplicht worden we wel gedag gezegd en als er even tijd voor is vragen ze hoe je heet en waar je vandaan komt. Het is opvallend hoe ongelooflijk vriendelijk ze zijn tegen westerlingen, terwijl ze van de buitenkant niet kunnen zien of ik nu uit Amerika, Frankrijk of Nederland kom. En dat terwijl de Amerikaanse oorlog pas in 1975 is geëindigd (wat wij de Vietnam-oorlog noemen, heet hier de Amerikaanse oorlog).

We raken in gesprek met Nguyen, die ons begroet en vraagt of hij alsjeblieft met ons mag praten om zijn Engels te verbeteren. Hij biedt aan om ons door Hanoi rond te leiden, wat we direct accepteren. Hij leidt ons op de fiets dwars door Hanoi naar de One Pillar Pagode, de Tempel van Literatuur, het Historisch Museum en het Revolutie Museum, alles voorzien van commentaar en uitleg. Nguyen kan alleen maar niet begrijpen dat er in het rijke Ha Lan (Nederland) meer fietsen per inwoner zijn dan in Vietnam.

Halong Bay

3000 bizarre rotsachtige eilandjes

‘s Ochtends vroeg vertrekken we met een minibus naar Halong Bay, een rit van 5 uur. De straattaferelen onderweg zijn onvergetelijk. We wisten al dat fiets en brommer belangrijke vervoermiddelen waren maar het blijken ook de voornaamste transportmiddelen; afgeladen met de meest uiteenlopende vracht, zoals zakken rijst, pannen, banden, groenten, ijzerwaren, levende kippen en zelfs met 6 dode varkens. Verder zien we rijstvelden vol ‘punthoedjes’, oudere mensen die op straat ochtendgymnastiek doen, badminton spelen, je kijkt je ogen uit.

In Halong maken we een boottrip. Meer dan 3000 bizarre rotsachtige eilandjes rijzen steil uit het heldere water van de schitterende baai op. Sommige zijn volledig bebost, andere bestaan louter uit rotsen en een aantal eilanden heeft zelfs een zandstrand.

Halong zelf is niet veel bijzonders al hebben de Vietnamezen goed door dat Halong een toeristische trekpleister van de eerste categorie is, gezien de bouw van de nodige hotels. Voordat we onze tweede boottrip maken worden we belegerd door kinderen die van alles verkopen. Opvallend is dat ze goed Engels spreken en net zo makkelijk een discussie met je aangaan als je weigert om iets te kopen.

Tijdens de trip bezoeken een tweetal grotten met stalagmieten en stalactieten, die in de oorlog met de Chinezen (13e eeuw) een belangrijke rol speelden als opslagplaats.

Hoi An

Schilderachtig dorpje met de sfeer van het verleden

Vanuit Hanoi vliegen we naar Danang, tijdens de Amerikaanse oorlog na Saigon de grootste legerbasis in Vietnam. Vaker dan elders in Vietnam zien we oude Amerikaanse GMC legertrucs rijden.

Per taxi reizen we door naar Hoi An, een schilderachtig dorpje waar de sfeer van het verleden goed bewaard is gebleven. De tijd gaat hier langzaam; niets moet, alles mag. Op de fiets gaan we naar het strand, even het laatste zonnetje pakken. Ook hier proberen kinderen je van alles te verkopen maar het is totaal niet irritant; ze zijn meer geïnteresseerd in waar je vandaan komt dan dat ze echt iets willen verkopen. Laat ze een Arenakaart van Ajax zien en zelfs de reservespelers kennen ze bij naam.

My Son

De met planten overwoekerde Champa-ruïnes

Vanuit Hoi An bezoeken we de Champa-ruïnes van My Son. Een deel van de trip gaat over de M1, de enige snelweg in heel Vietnam, waar we vrij snel opschieten. Het tweede deel, over ongeasfalteerde wegen, is een drama. Door elkaar geschud komen we aan in My Son. Bij de ruïnes, geheel omgeven door bergen, heerst een sirene stilte die alleen wordt doorbroken door het geschreeuw van een eenzame vogel. Dit was vroeger het religieuze middelpunt van Vietnam. Hoewel de ruïnes grotendeels zijn vergaan (een deel door de tand des tijds, een deel door hevige bombardementen) en grote delen van de gebouwen met planten zijn overwoekerd, krijg je een goed beeld van de schoonheid die er eens geweest moet zijn.

Veel gebouwen zijn opgedragen aan Shiva, de stichter en beschermheer van de Champa-dynastieën. Het complex in onderverdeeld in 10 hoofdgroepen. Als eerste kom je bij groep C bestaande uit 7 gebouwen. Het hoofdgebouw is gewijd aan Shiva, uitgebeeld als een mens.

Groep B stamt ongeveer uit de 4e eeuw en het hoofdgebouw is opgedragen aan Koning Bhasravarman en Shiva. Een ander gebouw werd gebruikt voor het opslaan van heilige boeken en religieuze voorwerpen. In totaal zijn er 12 monumenten die, hoewel begroeid met planten, allemaal in vrij goede staat verkeren.

Het hoofdgebouw van groep D was eens een meditatiehal, nu is het klein museum met een paar mooie Cham-stukken. Vanaf groep D kom je via een smal pad en een houten bruggetje over een beekje bij groep A. Hier stonden 13 gebouwen maar die zijn allemaal totaal verwoest door Amerikaanse bombardementen, omdat de Vietcong ze als basis gebruikte. Bomkraters van 10 meter doorsnee zijn nog zichtbaar. Volgens de archeologen waren dit de belangrijkste monumenten van My Son. De overige groepen zijn grotendeels overwoekerd en onbegaanbaar.

We hebben zelf vervoer geregeld en zijn de enige toeristen hier, wat het bekijken van de ruïnes aangenaam maakt. Het enige minpuntje is dat de gids nauwelijks verstaanbaar is, hoewel hij ontzettend zijn best doet om in het Engels uitleg te geven. Soms moet je maar raden waar hij het over heeft. Dit is toch een probleem in Vietnam. Doordat ze op een vrij monotone wijze Engels spreken verlies je snel de samenhang van een zin, waardoor de betekenis verloren gaat.

Op de terugweg is het weer genieten van het leven in de dorpjes. Bij het uitgaan van de scholen zie je overal jonge kinderen in schooltenue, een wit overhemd met rode stropdas. De oudere meisjes gaan allemaal gekleed in de traditionele witte Ao Dai’s.

De avonden in Hoi An zijn allemaal hetzelfde: relaxed een biertje drinken, wat eten, een potje pool-biljarten en reiservaringen uitwisselen met backpackers uit alle windstreken.

Marble Mountains en Hai Van-pas

De klimatologische scheidslijn van Vietnam

De minibus brengt ons via Danang naar Hué. Onderweg stoppen we bij de Marble Mountains, vijf marmeren bergen: Thuy Son (water), Mo Son (hout), Hoa Son (vuur), Kim So (goud) en Tho Son (aarde). Van hieraf heb je een fantastisch uitzicht, niet alleen over Danang en omstreken maar ook over China Beach en de Zuid-Chinese zee. De Marble Mountains, en dan vooral de Thuy Son, zijn bekend vanwege de hoog in de bergen gelegen grotten die zijn omgetoverd tot religieuze heiligdommen met daarin grote Boeddhabeelden. De meest spectaculaire is de Huyen Khong-grot. Eerst door een dubbele poort, met de trap naar beneden en daar staat, geflankeerd door een tweetal kapellen, een groot Boeddhabeeld beschenen door zonlicht dat door een gat in de bovenkant van de grot doordringt.

De volgende tussenstop is de Hai Van-pas, met op de top een spectaculair uitzicht. Duidelijk is te zien dat deze pas de klimatologische scheidslijn van Vietnam is: in het zuiden schijnt volop de zon, het noorden is bewolkt.

Hué

Met een minibus door de De-Militerised Zone

Hué is eigenlijk een groot dorp. Het heeft zo’n 250.000 inwoners maar daar merk je niet veel van. Hué was tussen 1802 en 1945 de keizerlijke hoofdstad en het verleden is er goed bewaard gebleven.

Al om 06.00 uur vertrekt onze minibus voor de De-Militerised Zone-tour. Na 1,5 uur komen we bij een kapotgeschoten kerk met echt overal kogelgaten, een macaber overblijfsel uit de Amerikaanse oorlog. De volgende stop is de Rockpile, een ruim 200 meter hoge rots in de vorm van een zuil, die gedurende de oorlog dienst deed als uitkijkpost van een nabij gelegen artilleriebasis. Om het uitkijken te vergemakkelijken hebben de Amerikanen de wijde omtrek, eens een dichte jungle, gewoon plat gebombardeerd. Daar groeit ook nu amper iets, het blijft bij laag gewas. Dit geldt trouwens voor de gehele Zone waar de hevigste gevechten plaatsvonden, waarbij de Amerikanen volop luchtsteun hadden van de beruchte B-52 bommenwerpers.

De Khe Sanh Combat-basis is de meest indrukwekkende stop. Niet vanwege wat je ziet, maar om wat je niet ziet.

Hier lag tijdens de oorlog een Amerikaanse basis waar ongeveer 6.000 mariniers waren gelegerd. Vanuit Khe Sanh werden de overbekende search and destroy-operaties uitgevoerd. De basis besloeg zo’n vier vierkante kilometer, waarvan nog steeds een deel verboden gebied is vanwege de onontplofte bommen en granaten. Ook daarbuiten liggen tientallen granaten weg te roesten. Tijdens de terugtrekking uit Khe Sanh hebben de Amerikanen de hele basis plat gebombardeerd om niets van waarde voor de Vietcong achter te laten.

Na de lunch bekijken we de Vinh Moc-tunnels. Een klein museum geeft aan de hand van aangrijpende foto’s een overzicht van de geschiedenis van Vinh Moc. Het dorp dat hier lag is weg gebombardeerd. De bewoners werden gedwongen ondergronds te leven, waar de Vietcong gretig gebruik van maakte. Ondanks de hevige bombardementen en beschietingen vanuit zee zijn hier amper slachtoffers gevallen onder de bewoners. Voornamelijk door de diepte van de gangen en de hardheid van het gesteente. Onder begeleiding van een Vietnamese soldaat betreden we de tunnels, die hoofdzakelijk werden gebruik voor de bevoorrading van troepen. Je kan er redelijk lopen, weliswaar met gebogen rug en licht door de knieën, maar dat geldt niet voor de kleinere Aziaat. Op een gegeven moment zitten we op een diepte van 28 meter, dat heeft toch wel iets claustrofobisch.

Via de Hien Luong Bridge (destijds de grens tussen Noord en Zuid) gaan we terug naar Hué, waar we, na een rit van 13 uur, rond 19.00 uur uitgeblust aankomen. De tocht van 400 km was meer dan de moeite waard. Waarschijnlijk is de herinnering aan de Amerikaanse oorlog nergens zo duidelijk voelbaar als hier.

Perfume River tour

Je krijgt een goed beeld van wat eens een lustoord was

De volgende dag maken we een trip over de Perfume River langs de Thien Mu Pagode, de keizerlijke tombe van Tu Duc en de Verboden Purperen Stad/Citadel.

In een rustig tempo varen we over de Perfume River, zodat we volop kunnen genieten van de taferelen op en aan het water. Vrouwen doen de was in de rivier.

Vanuit de op een heuvel gelegen Thien Mu Pagode heb je een prachtig uitzicht op de Perfume River. De zeven verdiepingen tellende toren, de Thap Phuoc Duyen, is het symbool van Hué en waarschijnlijk het bekendste bouwwerk van Vietnam. Ook dit monument is verweerd en barst van het achterstallig onderhoud. In het hoogste heiligdom van de pagode staan drie gouden Boeddha’s en in een bijgebouw staat de Austin van de monnik Thich Quang Doc, die wereldberoemd werd toen hij zichzelf in brand stak als protest tegen het regime van president Diem.

Verder langs de rivier bezoeken we de tombe van keizer Tu Doc. Hij regeerde van 1848 tot 1883 en is daarmee de langst regerende keizer van de Nguyen-dynastie. De tombe en het complex eromheen zijn gebouwd tussen 1864 en 1867. Tijdens zijn leven verbleef Tu Doc al in dit uiterst luxueuze complex, met zijn 104 vrouwen en nog meer concubines.

Ondanks de enigszins vervallen staat krijg je een goed beeld van wat eens een lustoord was. Tot onze opluchting zijn ze hier, weliswaar niet op grote schaal, aan het restaureren en komt er iets van de oorspronkelijke schoonheid terug. Op het terrein is een aantal onderkomens, tempels, paviljoens en andere gebouwen. Er zijn zelfs twee meren aangelegd. Niet alleen de tombe van Tu Doc staat hier maar ook die van zijn vrouw, zijn moeder en zijn geadopteerde zoon, keizer Kien Phuc. Volgens de overlevering zou Tu Doc met zijn grote schat nooit in zijn tombe begraven zijn, maar juist buiten het complex.

In plaats van een tweede tombe te bezoeken laten we ons terugvaren naar Hué. De zon staat hoog aan de hemel en het is eigenlijk niet meer uit te houden.

Terug in Hué bezoeken we de Citadel/Verboden Purperen Stad, die in veel opzichten doet denken aan de Verboden Stad in Peking. Ook hier leefde alleen het keizerlijk gezelschap. Sommige delen van de Citadel en bijna de gehele Verboden Purperen Stad zijn tijdens het Tet-offensief verwoest toen de Noord-Vietnamezen Hué bijna 3,5 week onder controle hadden.

Nha Trang

Een toeristenstad in opkomst

Op het station is het een drukte van jewelste. In afwachting van de trein stallen de verkopers van etenswaren alvast hun hele hebben en houden uit.

Met de Reunification Express reizen we in ruim 12 uur naar Nha Trang. Met een gemiddelde snelheid van 50 km/u ‘denderen’ we door het landschap. In het begin kijk je nog geïnteresseerd naar het landschap, na verloop van tijd stop je daar mee, want het is niet echt afwisselend.

In Nha Trang worden we voor het eerst echt lastig gevallen. We zijn nog geen stap uit het station of we worden belaagd door personen die accomodatie aanbieden; normaal gesproken geen probleem maar deze mensen weten van geen stoppen, we moeten echt de taxi in vluchten.

Nha Trang is een toeristenstad in opkomst. Grote hotels staan er al en het strand ligt aan een grote boulevard, dus de voorwaarden om uit te groeien tot de badplaats van Vietnam zijn aanwezig. Toch is het hier aangenaam vertoeven. Hier vinden we de enige biertap buiten Ho Chi Minh City; op de hoek van een straat wordt het bier in een gele maatbeker met bloemenmotief getapt, het ijs dat het bier koel moet houden wordt op straat gebroken. Doordat we als enige westerlingen hier op straat een biertje drinken voelen de vele cyclorijders zich met ons verbonden. In gebroken Engels, en met handen en voeten, wordt voor het eerst openlijk gepraat over het hedendaagse leven in Vietnam en over de Amerikaanse oorlog. Ook nu is het voor Vietnamezen die aan de kant van het zuiden vochten onmogelijk een baantje bij de overheid te krijgen. Velen zijn daardoor gedwongen om ‘cyclo’ te worden.

De Po Nagar Cham-torens zijn de belangrijkste monumenten van Nha Trang. Van de 8 torens die Hindu-aanbidders tussen de 7e en 12e eeuw bouwden zijn er nog maar 4 over. De renovatie is volop aan de gang, zodat ze iets van hun oorspronkelijke kleur en schoonheid terug krijgen. De Noord Toren (Thap Chinh), de grootste van de vier, is opgedragen aan Shiva, de Centrale Toren (Thap Nam) aan Uma, De Noordwest Toren (Thap Tay Bac) aan Ganesha en van de West Toren, waar alleen wat resten van zijn, is dat onbekend. De Torens liggen op heuvels zodat je een goed uitzicht hebt over de stad en de haven.

Het is hier goed duiken. Er is bijna geen duiktoerisme waardoor je geen taferelen meemaakt als in de Rode Zee of in Thailand, waar je met 10 boten tegelijk aanlegt bij een dive-site. De service bij de duikschool en aan boord is voortreffelijk, iets wat je zelden tegenkomt in Azië. Wat ook opvalt is dat de divemasters allemaal Vietnamezen zijn en alleen de instructeurs Europeanen.

Ook het strandleven is voortreffelijk. Al staat het allemaal in de kinderschoenen, het is zelfs een beetje mondain te noemen. Keurige ligbedjes worden voor je klaargezet en als je een tweede dag terugkomt zijn ze al voor je gereserveerd. Is een drankje niet voorradig in de koelbox dan wordt het snel in de supermarkt gehaald. Volop vers fruit, vis en broodjes worden er verkocht en al snel zijn de verkoopsters niet meer bij je weg te slaan. Voor je het weet word je omgeven door 20 man die het allemaal wel heel erg gezellig vinden.

Ho Chi Minh-stad

De echte armoede is duidelijk aanwezig

Ho Chi Minh-stad, het vroegere Saigon, is met 6 à 7 miljoen inwoners het economisch centrum van Vietnam, hoewel de communisten er alles aan hebben gedaan om dit te verkomen.

Ho Chi Minh-stad is groter, drukker, sneller, economisch sterker en moderner dan Hanoi. Dus ook de vervuiling is groter en de echte armoede duidelijk aanwezig, in tegenstelling tot de rest van Vietnam. Toch heeft Ho Chi Minh-stad haar charme niet verloren, want ondanks het snel om zich heen grijpen van de westerse economie blijft het verleden sterk aanwezig.

We nemen op aanraden van andere reizigers een hotelletje in het hart van de stad. Hoewel we de taxichauffeur het adres doorgaven probeert hij ons tot tweemaal toe naar een ander hotel te brengen om daar een commissie op te strijken. Pas na een paar harde woorden brengt hij ons met tegenzin waar we willen wezen.

We hebben de keus tussen twee must not be missed-tripjes: een 2-daagse trip door de Mekong Delta of een bezoek aan Coadai’s Holy See en de Cu Chi-tunnels. We kiezen we voor het laatste; een 2-daagse trip is echt te kort voor de Mekong Delta, dan kom je niet verder dan het toeristische gedeelte. Je moet er minimaal 3-4 dagen voor uittrekken en die tijd hebben we niet meer.

Caodai Holy See

Vogels vliegen door de kerk

We gaan al vroeg op pad, eerst naar Tay Ninh voor de Caodai Holy See. De Caodai-religie, een samensmelting van geloof en filosofie, is samengesteld uit een aantal geloven: boeddhisme, katholicisme, confucianisme, taoïsme en islam.

Dit levert niet alleen een open-minded geloof op maar tevens een kleurrijk schouwspel. De Tempel is een kruising tussen een Chinese pagode, een Franse kerk, een moskee en Disneyland. Van de buitenkant is de Thanh That Coa Dai (De Grote Coadai Tempel) al een kleurrijke verschijning; diverse pasteltinten blauw en geel kleuren de muren, torens en ramen.

Het interieur heeft gele muren met glas-in-lood ramen, marmeren vloeren en zuilen versierd met kleurrijke draken. Om 12.00 uur maken we vanaf het balkon één van de vier daagse ceremonies mee, een bijzondere ervaring. Gelovigen in diverse kleuren kleding (die hun geloof symboliseren) oefenen hun geloof uit onder toezicht van het ‘Divine Eye’, dat je van boven het altaar constant aankijkt. Op de achtergrond zingen vrouwen op lichte Hindu-muziek. Vogels vliegen door de kerk tegen de achtergrond van een hemelsblauw plafond, waarop wolken en zilveren sterren zijn geschilderd. Het is totaal geen probleem om te fotografen; men poseert zelfs voor de camera en de begeleiding zoekt de mooiste plekjes voor je uit.

Cu Chi-tunnels

Het moet hier een compete hel geweest zijn

Na een rit van bijna 2 uur komen we bij de Cu Chi-tunnels, die vanaf Cambodja tot aan de buitenwijken van Saigon liepen. In een klaslokaal krijgen we een stukje hedendaagse propaganda voor de heldendaden van de Vietcong, waarna we de meest gruwelijke boobytrap te zien krijgen.

De Cu Chi-tunnels zijn behoorlijk benauwd en claustrofobisch. Waar je in Vinh Moc nog enigszins redelijk door de gangen kon lopen is het hier voornamelijk kruip- en sluipwerk. Het is nog behoorlijk ploeteren om een afstand van 75 meter af te leggen.

De tunnels waren bedoeld voor verrassingsaanvallen op de Amerikanen, waardoor Cu Chi de hevigst gebombardeerde plek ter aarde werd. Vliegtuigen die met nog een lading bommen aan boord na een missie terugkwamen naar Saigon werden naar Cu Chi gedirigeerd om daar eerst de overbodige lading te lossen. Van de 16.000 Vietnamezen die in de tunnels vochten overleefden maar zo’n 6.000 de oorlog. Het moet hier een compete hel geweest zijn. Hoewel de tunnels aanzienlijke schade opliepen door de grootschalige bombardementen kon dit het tij niet echt meer keren en was de oorlog verloren voor de Zuid-Vietnamezen en Amerikanen.

Na de rondleiding raken we in gesprek met onze gids. Eerst is hij behoorlijk terughoudend maar later komt hij enigszins los. Hij heeft onder de Amerikanen gediend en werd na de oorlog 10 jaar opgesloten in een heropvoedingskamp. Daarna moest hij een stukje grond bewerken in de omgeving van Dalat, waar hij 7 jaar lang geen omgang mocht hebben met buitenlanders. Pas sinds een paar jaar is dat weer toegestaan, nadat hij tot zijn grote geluk werd aangenomen als toeristenbegeleider.

Hoi Chi Minh-stad lijkt steeds meer op een westerse stad, er is ook een nachtleven. Niet grootschalig maar er zijn nachtclubs. De keerzijde is dat je ‘s nacht mensen en zelfs hele families tegenkomt die op straat slapen; op een deken, in een hangmat, in de cyclo of gewoon op de straattegels.

De laatste dag in Hoi Chi Minh-stad slenteren we door de stad. Opgaan in het dagelijkse leven in plaats van weer de toeristische hoogtepunten bezoeken. Natuurlijk missen we veel, zoals het War Remnants Museum, de voormalige Amerikaanse ambassade en de Jade Emperor Pagode. Maar een dag niets doen is ook fantastisch, zelfs in een grote stad. We bezoeken een tweetal kleurrijke markten en lopen onder een heerlijk zonnetje een beetje rond, drinken wat, eten wat, genieten, lachen en kijken weer vaak met verbazing rond.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win