×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Voorjaar op Kos

Alles bloeit en vogels zingen het hoogste lied

Reisverslag: Marja van der Jagt
Foto's: Marja van der Jagt

Strandweer is het niet altijd maar toch is april een goede tijd om Kos te bekijken, voordat de drukte van het seizoen losbarst. Zowel de natuur als de cultuur op het kleine eiland is afwisselend genoeg. Kos leent zich ook goed voor een actieve verkenning: te voet, per fiets of met de motor.

In het hoogseizoen moet je hier niet zijn, want dan wordt het stadje met zijn honderden bars en tientallen dancings overspoeld door duizenden jongeren die slechts één doel lijken te hebben: zich zo snel mogelijk vol laten lopen. Een paar maanden per jaar kun je je nachtrust dan ook vergeten. Maar buiten het seizoen is Kos-stad wel degelijk een bezoekje waard.

Eleftherias, het grote plein in het centrum, kun je niet missen. In een van de cafés vinden we een foldertje met een beschrijving van alle gebouwen die het plein omzomen: de oude markthal, de moskee, de bioscoop en het grote café-restaurant zijn allemaal in Venetiaanse stijl gebouwd. In Naos, het drukke koffiehuis op een hoek van het plein, is het goed toeven. Het zit vol Griekse jongeren, op welk tijdstip je ook komt. Op een andere hoek van het plein staat de bioscoop, waarvan het interieur nog de oude Italiaanse sfeer ademt.

Kos-stad heeft een aantal bezienswaardigheden. Tussen de talrijke ruïnes die verspreid door de stad liggen zijn twee grotere opgravingsterreinen. De agora, de oude marktplaats, bestaat hoofdzakelijk uit ruïnes. Je kunt er tussendoor dwalen, over grote blokken steen klimmen en speuren naar overblijfselen van de oude beschaving.

De westelijke opgraving is groter dan de agora en er is iets meer te zien is. Doordat de ruïnes nog wat meer overeind staan kun je je beter voorstellen hoe het eruit heeft gezien. Er zijn ook een paar goed bewaard gebleven mozaïeken.

Tijdens ons bezoek, eind april, staat het gras zo’n beetje tot onze knieën. De bloemen staan volop in bloei en overal lopen de zo bekende Griekse straatkatten rond. Vogels zingen het hoogste lied en de lucht is vol van het voorjaar. Tussen donkere wolken komt telkens weer de zon te voorschijn. Het zonlicht geeft het geheel een romantisch aanblik.

Het Casa Romana is een gerestaureerde Romeinse villa waarin nu een klein museum is gevestigd. Op de drie binnenplaatsen zijn prachtige mozaïeken te bewonderen. Op het buitenterrein van het huis vind je de resten van Romeinse thermen. De overblijfselen van de hete lucht-verwarming doen beslist niet onder voor een hedendaagse vloerverwarming.

Op een romantisch pleintje in Kos-stad staat de plataan van Hippocrates. Volgens de volkslegende zou Hippocrates onder deze boom zijn kennis hebben onderwezen. Hoe oud de boom precies is is moeilijk vast te stellen, want de boom is hol en jaarringen tellen is dus niet mogelijk. Toch houden biologen het erop dat de plataan met een omtrek van 12 meter ‘slechts’ zo’n 500 jaar oud is. De zware takken worden gestut door ijzeren stangen. Ook een hellenistisch grafmonument doet dienst als ondersteuning.

Het pleintje waarop de boom staat is klein en heeft een intieme sfeer. Op de bankjes zitten wat bezoekers en kinderen rennen om de grote boom heen. Op een hoek staat een oude moskee waarin nu een restaurant is gevestigd. Aan het plein is ook de ingang naar de burcht Neratzia, een veertiende eeuwse kruisriddersburcht van de johannieters.

Het Asklepion

Het uitzicht over de vlakte van Kos is fenomenaal

Op gehuurde fietsen gaan we naar het Asklepion, ongeveer 3 kilometer buiten de stad.. Het is een leuk tochtje over een goed geasfalteerde weg. Na het dorpje Platani rijden we het bos in en begint de weg te stijgen.

Het Asklepion, een heiligdom opgedragen aan Aesculapius, trok in de oudheid zieken uit heel Griekenland. Het grote terrein dat uit vier terrassen bestaat is in 1902 opgegraven en verschillende delen zijn mooi gerestaureerd.

De resten van het heiligdom zoals die nu te zien zijn, stammen uit de tweede eeuw voor tot de tweede eeuw na Christus. Er staan resten van romeinse tempels en ook is er een mooie zuilengang te bewonderen.

Op het eerste terras liggen de Romeins thermen. Er zijn nog resten van de waterbekkens te zien. In het midden staat een beeld zonder hoofd, misschien wel van Hippocrates.

Vooral de tempel van Aesculapius op het bovenste terras, waarvan de zuilen met gave Corinthische kapitelen weer overeind zijn gezet, maakt een imposante indruk. Het uitzicht over de vlakte van Kos is vanaf het bovenste terras fenomenaal.

We dwalen tussen de brokken steen. De grote bomen tussen de ruïnes zijn zwaar van de roze bloemen die ze dragen. Gele en witte bloemen bloeien uitbundig tussen de oude brokstukken. Uit de oude muren komen kleine tere muurbloempjes te voorschijn die roze-rood, wit of geel zijn.

Op de terugweg stoppen we in het dorpje Platani om wat te drinken op een van de schaduwrijke terrassen van de tavernes rond het intieme dorpsplein. Even buiten het dorp staat vlak langs de weg een hek open. Hierachter ligt een oude islamitische begraafplaats. De oude grafzerken staan scheefgezakt langs het pad.

 

Pili en Palo Pilion

Uit de oude leeuwenkoppen-fontein komt verfrissend water

Onze tweede fietstocht gaat richting Pili, een dorpje van 2000 inwoners aan de voet van het Dikios-gebergte. Het eerste stuk gaat over een mooi aangelegd fiets-wandelpad langs de zee. Het blauwe water schittert in de zon. Het strand is niet meer dan een paar meter breed. Felgekleurde bloemen steken hun kop boven het zand uit. Als het pad ophoudt fietsen we via allerlei stille binnenwegen langs kleine akkers en boerderijen verder richting Pili. Het lijkt hier leven voort te kabbelen. Weilanden met schapen en koeien schitteren van de kleuren van de vele veldbloemen.

Na 15 km bereiken we Pili. In het dorp is alles goed aangegeven met richtingaanwijzers en aan een muur centraal in het dorp hangt een overzichtskaart van de zaken die het bekijken waard zijn.

We bekijken de oude leeuwenkoppen-fontein waar verfrissend water uitkomt. Op een afgelegen weggetje aan de rand van het dorp staat een oud grafmonument. Hier zou volgens de legende Harmylos begraven liggen, de aartsvader van de Kosoanen. Het graf is nogal vervallen.

In een klein kroegje in Pili drinken we koffie. Vier Griekse bejaarden slaan ons belangstellend gade en wijzen ons de weg naar Palo Pilion.

Oud Pili ligt 4 km van het nieuwe dorp. De eerste paar honderd meter gaan prima, dan begint de weg te stijgen. En dat houdt niet meer op. Bijna 3 km lang gaat de weg gestaag naar boven. Eigenlijk zie je het niet echt maar voel je het des te meer in je benen.

Bij een waterbekken, waarschijnlijk voor de schapen, zetten we de fietsen neer. Uit de slang die in de bak hangt komt fris water. Dat is net wat we nodig hebben. Oud Pili ligt behaaglijk onder de schaduw van de grote bomen die op de hellingen staan.

Palo Pilion is in 1850 verlaten vanwege een pest-epidemie. De oude huisjes staan er nog redelijk bij. We zien een mooie bakkerij, woonhuisjes, iets wat lijkt op een winkeltje. Het lijkt wel of er zelfs nog straten zijn. Hier geen eetgelegenheid of restaurant, alleen het stille verlaten dorp.

Op een hoge bergkam schuin voor ons zien we een ruïne liggen. We zien geen pad en ook geen route, dus klauteren we tussen boomwortels door en over grote rotsblokken. Hijgend komen we boven, maar het is de moeite waard.

Het blijkt de ruïne van een byzantijns kasteel en we worden beloond met een uitzicht over de laagvlakte van Kos.

In de verte zien we de zee schitteren in de zon en het zoutmeer Aliki, dat rood afsteekt tegen de groene velden.

Dan pas zien we dat er een iets gemakkelijker weg naar boven is, met wat minder obstakels. Die gebruiken wij dus voor de afdaling. Na ongeveer 2½ uur zijn we weer bij de fietsen. Terug in Pili zitten de vier bejaarden nog op het terras. De koffie wordt al voor ons neergezet.

Aliki

De oude zoutpan is nu een natuurgebied met watervogels

Het is maar 15 km fietsen van Kos-stad naar Tigaki aan de noordkust. Meer dan een kruispunt met restaurants, taveernes en veel hotels is het dorpje niet. Maar we gaan erheen om de oude zoutpan Aliki te bezoeken.

De zoutpan is al vele jaren niet meer in gebruik. Het is nu een natuurgebied, want door de vermenging van zout- en zoet water groeien hier bijzondere planten.

Aliki is ook een rustplaats voor veel watervogels. In de wintermaanden overwinteren hier grote groepen flamingo’s. Drie weken voor onze komst zijn ze vertrokken. Jammer, maar er is nog genoeg te zien. Er is veel leven op en rond het water. Watervogels scharrelen over de half drooggevallen oevers. Verderop zwemmen weer andere vogels.

Vooral als we langs de oevers lopen hebben we een mooi zicht op het water. Het heeft nogal geregend de afgelopen dagen en de grond is erg drassig. Natuurlijk zak ik met een voet een flink eind in de modder.

Een vervallen gebouwtje biedt ons gelegenheid tot schuilen als er een hevige onweersbui losbarst. Het meer ademt een mystieke sfeer uit. Het water lijkt rozig van kleur. Drie paarden grazen rustig door. Als het weer droog is wandelen we richting strand. Ook hier weer veel bloemen en planten. Als je wilt is het mogelijk om rond het meer te wandelen. Een pad is er niet dus je zult wat moeten improviseren om weer bij het beginpunt te komen.

Als we willen vertrekken hebben we pech, een lekke band. Geen probleem. We installeren ons op een terras in Tigaki en bellen het verhuurbedrijf. Een half uurtje later stopt er een auto en stapt de fietsenmaker uit. Onze band wordt vervangen en we kunnen heerlijk verder fietsen.

 

Empros Thermen

Tussen de kiezels van het strand borrelt warm water op

Op 15 km van Kos-stad liggen aan de zuidoost-kust van het eiland de Empros Thermen. We fietsen langs de enorm uitgestrekte hotelwijk Agias Fokas. Daarna flink klimmen over een goede asfaltweg.

Het is een pittige tocht, maar de moeite waard. Links liggen hoge kliffen met diep daaronder de zee. Rechts liggen heuvels, waarvan de groene hellingen worden doorsneden door zandwegen. Het groen is geel gestippeld door de vele bloemen. In het felle licht zijn die wegen goed te zien. Dit brengt ons op een idee voor later deze vakantie.

Verstrooid over de hellingen liggen kerkjes en huisjes. Opeens staan we voor een tentje waar drinken wordt verkocht. Een groot bord wijst naar beneden. Het pad dat zo’n 400 meter naar beneden gaat is alleen maar te belopen.

Daar ligt, ingeklemd tussen de rotsen, een stuk kiezelstrand van enkele tientallen meters lang. Het is een intiem plekje maar wel behoorlijk druk. Op het eerste gezicht lijkt het een doodgewoon kiezelstrand. Pas als we goed kijken zien we dat tussen de steentjes warm water opborrelt.

Je moet eerst een gat graven waar het water in kan lopen. Iemand heeft dat al voor ons gedaan, een gat van 2 bij 1 meter. Het water is echt lekker warm. Ik trek mijn bikini aan en ga er in liggen. Het lijkt of ik in een warm bad lig, terwijl de luchttemperatuur hooguit 17 graden is en er geen zon is.

Wandelen over slingerwegen

Tientallen schildpadden scharrelen tussen het kreupelhout

De volgende tocht richting Empros Thermen maken we per bus. De laatste halte is een militaire post. Van hier steken we de bergrug over, richting Kos-stad. De slingerwegen die we eerder zagen zijn prima te belopen. Hoewel het een leeg gebied lijkt, zijn de kerkjes goed onderhouden.

We klimmen omhoog. De vergezichten zijn telkens anders. De haven van Kos kunnen we vrijwel de gehele tocht zien. De stad is dan ook min of meer onze gids. De groene heuvels zijn prima om te wandelen. De tocht is niet zwaar, als je het eerste stuk klimmen op de koop toe neemt.

Eenmaal boven hoeven we weinig meer te klimmen. We lopen langs groene weilanden en akkerland. Lage struiken staan verspreid op de hellingen. We moeten wel op de wegen blijven want de struikjes hebben scherpe stekels en laten lelijke schrammen achter op onze blote benen.

Als we toch nog wat hoger klimmen belanden we plotseling in een stuk bos. De hoge bomen geven op deze zonnige dag lekker schaduw. Meteen verandert ook de natuur. Er groeien weer andere planten en bloemen.

Tientallen schildpadden scharrelen op de weg en tussen het kreupelhout. Ze lijken zich niet aan ons te storen. Opvallend genoeg maken ze wel een soort blazend geluid.

Als we genoeg hebben van de tocht beginnen we aan de afdaling. Ongeveer 6 uur later zitten we een frappé te drinken in café Naos. Moe maar tevreden over deze prachtige tocht.

Langs het Dikios-gebergte

Af en toe moeten we om een grote kloof heen lopen

De tweede lange dagtocht begint in Zia. We bellen vanuit ons appartement een taxi en laten ons afzetten in het zeer toeristische bergdorpje Zia. Maar we komen niet voor de winkeltjes en taveernes. We gaan lopen. In het dorp vullen we onze flessen met water en gaan op pad. We lopen langs de bergrug van het Dikios-gebergte. Vrijwel de gehele tocht hebben we uitzicht over de laagvlakte van het noordelijk gedeelte van het eiland. In de verte zien we de zee. Ook het zoutmeer Aliki blijft lange tijd in zicht.

Ook deze tocht is niet echt zwaar. Zia ligt al flink hoog op de berg dus veel hoeven we niet te klimmen. Onverharde wegen lopen er genoeg. We blijven zoveel mogelijk langs de bergrug maar af en toe moeten we wel dieper de bergen in omdat we dan om een grote kloof heen moeten lopen.

Het is een bosrijk gebied, dus er is veel schaduw. Dat is soms een voordeel maar vandaag is er weinig zon. Dat maakt dat het zo hoog wel flink fris is. We zijn blij dat we een warme trui bij ons hebben.

Gelukkig hebben we genoeg eten en drinken meegenomen, want er wonen geen mensen in de bergen. Dus veel kans dat we onderweg een bron of zoiets tegenkomen om water te tappen is er niet. Wel worden de bergen gebruikt voor de schapen, dus er zijn wel wegen. Een goede wandelkaart hebben we niet kunnen vinden. Daardoor moeten we op een gegeven ogenblik drie kwartier teruglopen als we bij een ravijn op een militair oefenterrein stuiten. Maar dat maakt het wel weer tot een uitdaging. Na een tocht van pakweg 7 uur zitten we wederom op het terras van café Naos een frappé te drinken.

De burcht van Andimachia

Binnen de ruïne-muren liggen twee oude kerkjes

We huren voor twee dagen een motorfiets. Het worden twee off-the-road motoren. Onze eigen helmen hebben we uit Nederland meegenomen. Die zitten tenminste lekker en passen goed.

We gaan richting zuidpunt van het eiland. Om de grote doorgaande weg te mijden kiezen we de smallere binnenwegen. Dan kunnen we rustiger rijden en meer genieten van het prachtige landschap van Kos in het voorjaar. Alles staat uitbundig in bloei.

Bij het kleine bergdorp Kefalos maken we de eerste stop. We hebben dan ongeveer 55 km gereden. Als de zon zich plotseling toch laat zien gaan we even wat drinken op een terrasje. Dit rustige dorpje ademt een prettige sfeer uit. Hier lijkt het leven nog niet alleen te draaien om het toerisme. De smalle straten zijn er om doorheen te slenteren. Dat doen we dus ook.

Op een hoge klif kijken we uit over de punt van het eiland. De bijna groene zee heeft grote schuimkoppen. We gaan de verlaten wegen op dit deel van het eiland maar eens verkennen.

We zijn blij met onze motoren. Ze zijn licht maar hebben een sterke motor. Dat is ook wel nodig want de wegen door de bergen zijn steil en er liggen veel zand en stenen op de weg.

De tocht is adembenemend. We laten ons maar een beetje leiden door de wegen die er zijn. We zien kleine verlaten kiezelstrandjes. Tussen hoge kliffen en rotsen zou je hier ongestoord kunnen liggen. Vandaag niet, want het is echt geen strandweer. Het waait stevig en de zon laat zich wel zien maar het is hooguit 17 graden. Wel is het de hele dag droog, dus het deert ons niet.

Via allerlei bergwegen en binnenwegen rijden we maar wat rond. Telkens weer is het uitzicht anders. De groene heuvels, de gekleurde bloemen, de blauwe zee. Verdwalen is onmogelijk. Als je weer wat hoger bent kun je gemakkelijk je weg bepalen. Als we aan het eind van de dag terug zijn in ons appartement staat er 105 km op de teller.

De laatste dag dat we op de motor rondtrekken gaan we het midden van het eiland verkennen. Eerst naar de burcht van Andimachia. Deze johannieterburcht uit de vierde eeuw is de moeite waard. Je ziet hem al van verre op een heuveltop liggen. Vanuit de achterzijde kijk je over de zuidkust van het eiland. Binnen de ruïne-muren liggen twee oude kerkjes. De fresco’s zijn nog redelijk gaaf.

Daarna rijden we om het Dikios-gebergte naar Kardamena, een toeristische badplaats waar vooral Engelsen komen. Veel meer dan terrassen en strand is er niet te zien. Maar het is wel lekker om hier even op een terras te zitten en over de zee uit te kijken.

We kijken op naar de hoge bergrug voor ons. Daar willen we overheen rijden. Het moet rustig gebeuren. De weg is erg steil en vol kuilen. Overal liggen stenen die juist voor de motor zo gevaarlijk zijn. Maar het is de moeite waard. Aan de andere kant van de berg ligt Zia. Daar kunnen we even bijkomen van het vermoeiende rijden en genieten we na van onze laatste tocht over Kos.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!