×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Zuid-Jordanië

Kleurrijk Petra, Wadi Rum en Aqaba

Reisverslag: Marianne Bekkering
Foto's: Marianne Bekkering

Reis door het kleurrijke zuiden van Jordanië. In Petra, de oude hoofdstad van de Nabateeërs, zijn gebouwen uit rotsen met prachtige kleurschakeringen gehakt. In Wadi Rum, een vallei in de woestijn met rotswanden van zandsteen en graniet, kleuren de rotsformaties van oranjerood tot groenachtig blauw. En in Aqaba zijn het de bloemen die kleur brengen, evenals het koraal en de vissen tijdens het snorkelen in de Rode Zee.

Petra

Uit de rotsen gehakte huizen met prachtige kleuren

Het landschap onderweg van Aqaba aan de Rode Zee naar Petra is imposant, met links en rechts van de weg ruige kale bergen. We zien de eerste bedoeïenententen, dromedarissen die een beetje dromerig in de woestijn staan en schaapskuddes met hun – vaak geheel in chador geklede – hoedsters. Hun gezicht is grotendeels bedekt.

De mooi uitgesleten rotsen met hun mooie kleurpatronen gaan langzaam over in een wat vlakker deel op een hoogvlakte en even later hebben we een prachtig panorama over de bergen in de buurt van Petra.

Petra wordt wel het achtste wereldwonder genoemd. Het is de 2000 jaar oude hoofdstad van de Nabateeërs, die verborgen ligt in een diep dal in het rotsgebergte en die via een nauwe, lange kloof (de siq) te bereiken is.

De Nabateeërs waren van oorsprong een nomadische stam, die na verloop van tijd afstand namen van deze levenswijze en zich o.a hier vestigden. Petra groeide uit tot hun zeer welvarende hoofdstad, precies gelegen op de plek waar de karavaanroutes uit China, India, Arabië en Egypte elkaar kruisten.

Deze karavanen brachten specerijen, goud, ivoor, parfums, stoffen, ijzer, koper en vooral wierook mee. Petra bood de karavanen bescherming en onderdak en profiteerde van de handel en de tolheffing.

Het waren de Nabateeërs die de stad in de rotsen uit houwden en Petra haar nu zo bekende tempels, tombes en andere gebouwen gaven. Zij blonken vooral uit in de bouw van waterwerken, wat in deze droge omgeving hard nodig was. Ze maakten veel gebruik van dammen, reservoirs en kanalen.

Hun koninkrijk besloeg delen van het huidige Jordanië, Syrië, Saoedi-Arabië en Israël. In 106 overleed de laatste koning van de Nabateeërs en voegden de Romeinen het land aan hun rijk toe. Petra werd nu naar Romeinse inzichten ingericht en er is dan ook veel Romeins te herkennen.

De volgende ochtend gaan we al vroeg het oude Petra in, omdat je Al Khazneh (de Schatkamer), het eerste gebouw na de kloof, dan in de zon ziet liggen. Maar ook omdat er dan nog niet zo veel toeristen zijn. We staan dan ook al om 08:00 uur bij de ingang.

Omdat Petra op een hoogvlakte ligt, is het in het voorjaar ‘s morgens vroeg nog aardig fris. Maar even later verdwijnen de grijze wolken en schijnt de zon alweer volop, zodat de truien uit kunnen.

Als je een toegangskaartje koopt voor het oude Petra is het verplicht om ook kaartjes te kopen voor de paarden waarmee je door de kloof kunt rijden, ook al maak je hier geen gebruik van en wil je liever lopend door de kloof. Lopen is wel zo leuk, want er is zowel voor als in de op zich al prachtige kloof veel te zien. Lopend kun je dit wat rustiger bekijken.

Voor de kloof ligt een aantal oude tombes van de Nabateeërs, die in de rotsen zijn uitgehouwen. De smalle, hoge en steile kloof zelf heeft de meest mooie kleuren in de rotsen van zandsteen. Deze kleuren zijn ontstaan door de verschillende mineralen die er in het gesteente te vinden zijn.

De kloof is waarschijnlijk in een zeer ver verleden ontstaan door verschuivingen van de aardkorst en je ziet dan ook dat de wanden soms naadloos in elkaar zouden passen als je ze bij elkaar zou kunnen brengen. Hoog boven je zie je nog een streepje lucht.

Om drinkwater naar de stad te brengen hebben de Nabateeërs in deze rotsen een ingenieus systeem van een soort minikanaaltjes uitgehouwen, waarin weer pijpen van klei lagen. Voor de ingang van de kloof bouwden ze een dam, zodat het riviertje hier niet kon overstromen.

In de wanden van de kloof zijn ook allerlei afbeeldingen aangebracht, zoals van een kameel met zijn baas en diverse altaartjes. En dan opeens zie je het zo bekende eerste beeld van Petra: de blik vanuit de kloof op Al Khazneh, die je op alle reisbrochures tegenkomt.

En inderdaad volop in de zon om deze tijd. Het is een prachtig gezicht! De in de zandsteen uitgehouwen 40 meter hoge façade is indrukwekkend, zowel de details op zich als de warme, roze kleur van het steen. We lopen hier geruime tijd omheen om alles goed te kunnen bekijken.

Verbazingwekkend dat de zandsteen niet veel meer is uitgesleten door de wind en dat alles nog zo mooi is behouden. Maar dat heeft waarschijnlijk met de ligging van de kloof – en dus ook de windval – te maken.

Bovenop het gebouw staat een soort vaas en volgens een van de verhalen werd hierin de schat van de Egyptische farao opgeslagen voordat hij verder trok om het Joodse volk te achtervolgen. Vandaar ook de naam de Schatkamer. Mij lijkt het wel een erg kleine bergplaats voor dit doel.

De binnenkant van het gebouw is een sobere kamer, maar het prachtige kleurenspel in de ruimte maakt veel goed. Het is overigens niet helemaal duidelijk of dit nu een tombe is of een tempel voor hun oppergod Dushara, de zoon van een machtige Arabische hemelgodin, die de jaarlijkse cyclus van het leven en sterven van de natuur vertegenwoordigde. Maar waarschijnlijk waren de Nabateërs wel zo praktisch dat het beide doeleinden heeft gediend.

Vóór Al Khazneh is een open plein tussen de hoge rotsen, met de onvermijdelijke kamelen voor de toerist die toch nog graag een ritje op zo’n feestelijk opgedirkt ‘schip van de woestijn’ wil maken. Dat hoeft voor ons niet, maar het zijn wel mooie dieren.

We lopen door en komen even later bij het grote amfitheater, dat plaats bood aan 8.000 mensen. De stad had destijds zo’n 30.000 inwoners. Naast het amfitheater ligt de Necropolis, met al zijn gaten in de rotsen. Er tegenover zie je de Hoge Offerplaats, waar we straks naar toe zullen klimmen, en de eerste gebouwen van de Koningsgraven, die minstens zo mooi zijn als Al Khazneh maar die vreemd genoeg minder bekend zijn.

Maar voor we daar aankomen kijken we nog even in de ‘kamers’ tegenover het amfitheater, met de meest mooie kleuren die je je maar voor kunt stellen.

We luisteren even naar een man die op een rots een beetje op een fluit zit te spelen en eentje met een soort snaarinstrument. Het is nog erg rustig in Petra en het lijkt daardoor net of het musiceren geheel onbevangen gebeurt en niets met het toerisme te maken heeft.

Vanaf het hoog gelegen terras van Hoge Offerplaats heb je een mooi uitzicht over het oude Petra en het direct er tegenover liggende amfitheater. Er is hier heel wat geofferd en daar moet ik even niet aan denken. Er zijn complete kanaaltjes aangelegd om het bloed van de offerdieren af te voeren.

De Koningsgraven, die naast de Hoge Offerplaats liggen, zijn heel indrukwekkend en ook weer prachtig uitgehouwen in de rotsen. Maar ook hier zijn de kamers achter de gevel uiterst sober en alleen mooi door het kleurenspel van de rotsen.

We lopen door naar een tempel op de vlakte en naar een aantal mooie, goed bewaarde mozaïeken, weer iets verderop. Het hele terrein blijkt groter dan ik had verwacht, terwijl ik vooraf toch een kaartje vanaf internet heb gedownload. Je kunt hier met het grootste gemak een hele dag doorbrengen.

We dwalen nog een tijdje rond en strijken daarna neer op een terrasje om wat te eten en te drinken, waarbij je overigens gewoon met euro’s kunt betalen.

Ondertussen genieten we van alles om ons heen. De mooie gebouwen, de kamelen met hun berijders en de inmiddels wel in grotere getale gearriveerde toeristen, die deels op onder hun gewicht bezwijkende ezeltjes zitten of op mooi uitgedoste kamelen.

Er wordt in Petra overigens maar een beperkt aantal mensen per dag toegelaten, zodat het niet overbevolkt raakt. De zon schijnt volop en het leven is meer dan goed.

Na alles op het terrein op ons gemak te hebben bekeken slenteren we terug naar de kloof. Nog een laatste blik op Al Khazneh, die nu helemaal in de schaduw ligt, en dan weer langzaam door de kloof naar de uitgang.

Wadi Rum

Imposante rotsformaties in een vallei in de woestijn

De volgende dag worden we al vroeg door Musa – onze privé-chauffeur deze dagen – opgehaald om via Wadi Rum naar Aqaba aan de Rode Zee te gaan. Dit is een erg prettige manier van reizen, al helemaal als je zo’n aardige en zeer relaxte man treft als wij. Ondertussen kun je rustig om je heen kijken.

De bedoeïenen leven nog steeds in hun grote tenten die je geregeld in het gortdroge woestijnlandschap ziet staan, alleen nu vaak met een auto ernaast in plaats van kamelen. Ook dromedarissen (één bult) zie je hier nog vrij veel. Ze worden zowel voor hun vacht als de melk gehouden en worden ook als lastdier gebruikt.

Veel dorpen zijn er niet te zien. Jordanië is weliswaar twee keer zo groot als Nederland, maar heeft maar 5,5 miljoen inwoners, waarvan de meerderheid ook nog eens Palestijnen zijn, die in de oorlogen van 1948 en 1967 vanuit Israël naar Jordanië zijn gevlucht.

Grappig trouwens dat het landschap hier zo droog is terwijl er onder de grond een grote hoeveelheid water ligt. Zoveel zelfs dat ze er over denken om dat te exporteren. Het verbaast me dat ze met zoveel water dan niet meer aan akkerbouw doen. Dit is in het noorden meer, maar in dit deel van het land maar op zeer beperkte schaal.

In eerste instantie wilden we graag een nacht in de Wadi Rum-vallei slapen, zodat we zowel een zonsondergang als een zonsopkomst konden meemaken,maar dat bleek met ons arrangement een knap dure grap te worden en daarom hebben we het nu maar zo gedaan, met in het achterhoofd dat we altijd nog een keer vanuit Aqaba terug kunnen komen.

Bij de Wadi Rum-vallei verruilen we de gewone auto voor een 4-wheel drive met een bedoeïenen-chauffeur en gaan op pad. De woestijn is zeer indrukwekkend, met imposante bergen in de meest prachtige kleuren en vormen.

De wind heeft hier vrij spel en de rotsen zijn daardoor vaak in bizarre vormen uitgesleten. Bij de officiële ingang van het gebied heb je een iets hoger gelegen uitzichtspunt over de vlakke woestijnbodem met de mooie rotsformaties her en der in het landschap. En dit alles in allerlei kleuren, van oranjerood tot groenachtig blauw.

Op de rotswanden staan geregeld berichten uit lang vervlogen tijden: ANWB-borden uit de tijd van de Nabateeërs, zeg maar.

We stoppen o.a. bij een kloof in één van die rotspartijen, met in het midden een waterverzamelplaats. De kloof zelf is weer erg mooi met al die kleuren en vormen, zowel om je heen als hoog boven je.

Ook hier weer diverse inscripties in de wanden. Als we bij het meertje komen waarover ik op het internet heb gelezen, schiet ik in de lach. Het blijkt niet meer dan een héééél klein poeltje te zijn.

Je raakt niet snel uitgekeken hier en eigenlijk veel te snel naar onze zin moeten we alweer terug naar de plek waar onze gewone auto staat te wachten.

Aqaba

Snorkelen tussen koraal en prachtig gekleurde vissen

We rijden aan het eind van de dag door naar Aqaba, een vrij modern havenstadje, waar we afscheid nemen van Musa. We krijgen zijn kaartje voor als we nog eens terug komen en voor mij heeft hij een magneet-figuurtje van Petra gekocht als aandenken. Ik verzeker hem dat ik elke dag aan hem zal denken zodra ik de koelkast open doe.

Ons hotel hier in Aqaba heeft een schitterende tuin die tot aan het strand doorloopt en waar zo in het voorjaar van alles in bloei staat. Wel een grote tegenstelling tussen het woestijnlandschap met hooguit een paar doornige struiken en de zo uitbundig bloeiende tuinen hier.

We drinken wat bij het strandbarretje van het hotel, met uitzicht op de Rode Zee. Helemaal rechts ligt Eilat in Israël en aan de overkant Taba in Egypte.

‘s Avonds dineren we heel romantisch op het restaurantterras aan het strand. Veel kaarsjes in mooie, Arabisch aandoende aardewerken windvangers en kunstig bewerkte metalen potten. Een sitarspeler op de achtergrond en ook nog eens heel lekker eten. Allemaal kleine tapas als voorgerecht en daarna pittig gekruide lamskoteletjes.

En bij dit alles een goed glas wijn, want hoewel Jordanië voor ruim 90% islamitisch is, wordt daar hier niet moeilijk over gedaan. Niet alleen voor de toerist, maar ook de bevolking zelf is daar niet al te strikt in. We hebben niets meer te wensen.

De komende dagen hebben we niet zo veel op het programma staan. Een dag op het strand onder de palmbomen en met een goed boek, afgewisseld met wat zwemmen, is ook lang niet verkeerd.

Een paar moslima’s gaan geheel gekleed en gesluierd het water in – één zelfs geheel in chador. En dat alles tussen in bikini’s geklede vrouwen, niet alleen toeristen maar zo te zien ook lokale meisjes. Deze tegenstelling is een apart gezicht.

Aan het eind van de dag gaan we Aqaba zelf in, op zoek naar een leuk lokaal restaurantje. Maar het oude centrum valt ons erg tegen en een gezellig restaurantje kunnen we helaas niet vinden. Hier geen mooie oude souks waar je naar hartelust in kunt dwalen, maar vrij brede straten met veel TL-licht in de winkeltjes.

Wel is het nog heerlijk zwoel en er zit een aantal families in een parkje te picknicken, terwijl de kinderen iets verderop aan het spelen zijn. Het is duidelijk de ontmoetingsplaats van het oude centrum.

De volgende dag varen we met een glass-bottom boat naar een koraalrif iets verder naar het zuiden. Het is zo’n drie kwartier varen, waarbij je steeds mooi uitzicht hebt op de woestijn en de bergen, die direct achter de kust beginnen.

We drijven een tijdje met de boot boven het koraal, maar er zijn ook snorkels, goggles en flippers aan boord en ik duik al snel het water in om alles van dichtbij goed te kunnen bekijken. Mooi koraal en prachtig gekleurde vissen, van oranje-rood tot felblauw. Het blijft altijd weer boeien.

 

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win