×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Vietnam

Pagodes, tempels, rijstvelden, (drijvende) markten

Reisverslag: Marianne Bekkering. NB: Een uitgebreider verslag met meer foto’s is te vinden op de website van de auteur https://www.reis-verslagen.nl/verre-oosten/vietnam-reisverslag
Foto's: Marianne Bekkering

Vietnam, bijna 2000 kilometer lang, in verhouding smal, heeft qua landschappen en verschillende culturen veel te bieden. Van het indrukwekkend landschap in de Halong Bay en de eindeloze groene rijstvelden tot de oude keizerlijke steden, tempels en pagodes.

Na een reistijd van totaal 17 uur landen we in Hanoi (stad aan de rivierbocht), de hoofdstad van Vietnam. Het is de oudste hoofdstad van Zuidoost-Azië. De stad is in 1010 gesticht door keizer Ly Thai To, rond een indrukwekkende citadel. Ten oosten daarvan ontstond destijds een gilden dorp, om in de behoeften van de keizerlijke hofhouding te voorzien. Dit is nu “de oude wijk” 

We beginnen onze verkenning van Hanoi met Ho Chi Minh, en wel zijn mausoleum, een kleine replica van het mausoleum van Lenin.  Sinds Ho Chi Minh is het land communistisch, en de Sovjet-Unie – nu Rusland – heeft een grote invloed gehad op het land.

 

Het mausoleum is vandaag – maandag – gesloten, maar dat vinden we eerlijk gezegd niet zo erg.  De rijen om erin te komen zijn over het algemeen erg lang, en binnen kun je dan heel even een blik werpen op zijn lichaam.

We lopen verder naar het sobere huis van Ho Chi Minh, met maar enkele, eenvoudig ingerichte kamers. Wel een mooi aangelegd meertje ervoor met Koi karpers, en een verzameling bomen uit geheel Vietnam.  Ho Chi Minh is nog steeds een belangrijk figuur in Vietnam, en overal kom je zijn portret tegen.  

Ho Chi Minh heeft het communisme naar Vietnam gebracht. Eerst in dezelfde vorm als de Sovjet-Unie, maar later iets milder.  Zoals ze hier zeggen wij hebben een “kapitalistisch communisme”.

Door naar de 1-zuilige, kleine pagode /Chua Mot Cot, in de vorm van een lotusbloem, het boeddhistische symbool van verlichting.   De tempel staat op één pilaar in een lotusvijver.

Het originele bouwwerk stamt uit 1049, maar de Fransen hebben de tempel in 1954 voor een groot deel vernield. Inmiddels is hij helemaal gerestaureerd. We lopen de trap op naar de pagode, waar in de kleine ruimte een rijkversierd altaar is, waar wierook brandt en offers liggen. Vrouwen zouden na een bezoek aan deze pagode vruchtbaarder zijn.

We gaan door naar de Literatuurtempel/ Vān Miēu, de 1e universiteit van Vietnam uit 1070, gebouwd, in traditionele stijl, met 5 binnenplaatsen, ieder met een mooie poort ernaartoe. Het geeft een goed beeld van de traditionele bouwstijl van Vietnam, met overal paviljoenen met sierlijke daken, binnenplaatsen, bassins, tuinen en beelden.

 

In deze literatuur-tempel werd sinds de 18e eeuw de leer van Confucius onderwezen aan een selecte groep top-leerlingen.Officieel is de universiteit gesloten, maar studenten architectuur komen er nog steeds inspiratie opdoen aan de traditionele Vietnamese bouwkunst, maar ook om in alle rust te kunnen studeren. Het geluid van de stad is hier amper meer te horen.

Hierna gaan we naar het Hoan Kiem meer, in het oude centrum van de stad, met de Ngoc Son tempel/Jadeberg tempel uit de 17e eeuw, die je via de rode Huc brug bereikt. De tempel is gewijd aan de geesten van de aarde, de geneeskunst en de literatuur, maar ook aan generaal Tran Huong Dao die in de 13e eeuw de Mongolen versloeg. In de tempel staan ook de schilden van 2 reuze schildpadden, die in het meer leefden. De laatste is in 1968 overleden.  We bezoeken de tempel aan het einde van de rode brug. Bij de ingang van de tempels is steeds een verhoogde drempel. Dit is zodat je – als je de hoge stap maakt – automatisch en lichte buiging moet maken, als eerbetoon.

 

Verderop in het meer staat de kleine schildpad toren/ Thap Rua van halverwege de 19e eeuw. De Schildpad toren werd gebouwd ter ere van de magische schildpad die het zwaard bewaakt.

Als laatste vandaag gaan we naar de oude wijk, met de straatjes die gewijd zijn aan het verkopen van steeds een product per straat, zoals schoenen, elektronica etc. Overal op de stoepen voor de smalle winkeltjes zijn mensen aan het verkopen, eten, roken en praten. Het leven is hier duidelijk op straat. Het is rommelig en erg druk met de vele scooters die je soms op een paar centimeter passeren. Wel erg leuk is het eetgedeelte, met veel kleine stalletjes en allerlei kleine kraampjes.  Grote bergen met gedroogde kruiden, garnalen, en nog veel meer. Een bijkomend voordeel is dat het hier voor een groot deel ook zo smal is dat de meeste scooters het mijden

Man Chau

Een mooie vallei met de natte rijstvelden, omringd door hoge bergen

Mai Chau ligt op zo’n 3,5 uur rijden ten zuidwesten van Hanoi. Het is minder toeristisch dan het verderop liggende en bekendere Sapa.

Bij een aantal eetstalletjes langs de weg heb je mooi uitzicht over de bergen en het dal eronder, met prachtig zicht op de rijstvelden.

Het dal is omringd door de hoge uitlopers van het Truong Son gebergte. De lodge heeft fietsen te leen, wat een ideale manier is om dit gebied te verkennen. We fietsen een paar uur langs de rijstvelden, waar de vrouwen druk bezig zijn om de rijstplantjes te her-planten. 

Eerst worden ze vlak bij elkaar geplaatst, maar als ze iets zijn gegroeid worden ze opnieuw en nu wat ruimer uit elkaar geplant, in de grotere rijstvelden.

We fietsen door de verschillende dorpjes van de “witte Thai” die hier wonen. 
De Thai zijn de op 1 na grootste etnische minderheid van Vietnam. 
Ze zijn onderverdeeld in witte, zwarte en rode Thai, op basis van de kleur van hun kleding, en op basis van hun vroegere nederzettingen rondom respectievelijk de Zwarte en Rode rivier.

We trekken verder, nu richting de zee en Ninh Binh. In dit gebied is de droge Halong, met zijn vreemd gevormde karstgebergte.

 

Het is zo’n 3 uur rijden van Mai Chau naar Trang An, bij Ninh Binh, waar we zullen varen op de Droge Halong. Dit gebied met het vreemd gevormd karstgebergte is in 2014 tot Unesco werelderfgoed uitgeroepen.  

 

In een roeibootje met gids varen we langs de vreemd gevormde karst-formaties, die oprijzen vanuit het water. Een prachtig gezicht om de stijl uit het water oprijzende rotsen te zien in dit groene landschap, met hier en daar een tempel. We glijden door een aantal lage grotten, stoppen bij een tempel op een eilandje en genieten volop.

Halong Bay

Van de “Droge Halong” naar de “Natte Halong bay” weer zo’ n 3 uur rijden verder.
Ook Halong Bay is met zijn 1500 km2 door de Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed Volgens de legende is de baai gevormd toen een reusachtige draak (ha long betekent neerdalende draak) die in de Golf van Tonkin plonsde de ontelbare eilandjes deed ontstaan door met zijn staart te slaan. 

We rijden langs vrijwel identieke dorpen en eindeloze rijstvelden.  We maken een stop vlak bij de haven bij een parelkwekerij, waarbij het interessant is om te hoe ze worden gekweekt

We rijden door naar de haven waar we inchecken voor de boot waarmee we de komende tijd op de Halong Bay zullen varen. Twee keer een halve dag, met een overnachting aan boord. We varen langs de grillige rotsen en de diverse drijvende vissersdorpjes.
De volgende dag meren we na een riante brunch om half 11 weer aan in de haven. Terug naar Hanoi om daar het vliegtuig te pakken naar Hué.

Hué.


Vroeger de keizerlijke hoofdstad van het land. We vliegen vanaf Hanoi airport naar Hué in het midden van het land. Bij het hotel aangekomen kleden we ons snel om en wandelen dan naar de Parfum rivier, met de gezellige promenade en de mooi verlichte brug over de rivier, om een hapje te eten.
De parfumrivier is genoemd naar de vele bloesems die langs de kant groeien in de bovenloop. Het heldere water rook daardoor naar de bloesems die in het water waren gevallen.

We beginnen bij de Parfumrivier voor een boottochtje in een typisch drakenbootje naar de Thien Mu Pagode/de pagode van de hemelse witte dame. Deze 8 hoekige pagode is in 1601 gebouwd, en bestaat uit 7 verdiepingen, met op elke verdieping een beeld van Boeddha.

Iets verderop hangt een enorme, 2000 kg wegende bronzen klok, waarvan het geluid tot op wel 10 km ver te horen is als hij wordt geluid. Verder is het een rustgevend oord, waar nog altijd monniken wonen.      

Dan gaan we door naar de keizerlijke citadel/ Hoang Thanh, met de verboden purperen stad, die in 1805 door keizer Gia Long werd gesticht.

Hij is deels ontworpen naar het voorbeeld van de verboden stad in Beijing, maar daarnaast ook volgens de militaire principes van een Franse architect.

 

De hele citadel wordt omringd door 10 km lange, 2 meter dikke muren, met 10 versterkte poorten, en als extra beveiliging ook een brede en 4 meter diepe gracht.

Het is een grote vesting die 3 “steden” omsluit: de Burgerlijke, de Keizerlijke en de Verboden Paarse Stad. Binnen de buitenste muren is de keizerlijke stad nog eens extra ommuurd, met 6 meter hoge muren over een lengte van 2,5 km.  Het poortgebouw (Ngo Mon poort) – met op de etage het paviljoen van de 5 Feniksen (Lau Ngu  Phung) – alleen al is prachtig om te zien. Helder roodgelakt, geglazuurde dakpannen, en fraai versierd met draken, bladeren en vleermuizen.

We wandelen op ons gemak door het enorme complex, met veel oude, versierde poorten in alle maten, en bekijken alles rustig. Na dit bezoek rijden we naar de 10 km zuidelijker gelegen tombe van Keizer Minh Mang, gebouwd in de 19e eeuw.

Hoi An

De oude handelsstad aan de rivier, met de Japanse brug en de oude koopmanswoningen, de plek voor lampions, kleding en lekker eten.  Om 10 uur vertrekken we uit Hué om via de kustweg en de ‘wolkenpas” in 3 uur naar Hoi An te rijden.

 

Vroeger was Hoi An een belangrijke havenstad, waar men handelde in zijde, keramiek, lantaarns, wierook en kaneel. Het oude deel stamt uit die periode, en aan de oude gerestaureerde huizen is te zien dat het een welvarende plaats was.

 

De hele citadel wordt omringd door 10 km lange, 2 meter dikke muren, met 10 versterkte poorten, en als extra beveiliging ook een brede en 4 meter diepe gracht.

Dit oude gedeelte van de stad is erg leuk, met gezellige oude straatjes (geen gemotoriseerd verkeer), een aantal tempels, een paar gerestaureerde oude huizen, zodat je kunt kijken hoe men vroeger leefde en de 17e -eeuwse overdekte Chinees/Japanse brug. 

We slenteren verder door het leuke plaatsje met veel winkeltjes en restaurantjes.

We bezoeken een tweetal oude gerestaureerde koopmanshuizen uit de 18e eeuw, met kleine kamers, vol met mooie antieke – houten – voorwerpen.

Hoi An is hét centrum waar ze lampions maken, naast de kleding die hier binnen 24 uur op maat voor je kan worden gemaakt. ‘s Avonds is de grote brug naar het oude centrum en het oude centrum zelf sfeervol verlicht met kleurige lampions, tot aan de bootjes toe waarin je evt. een tochtje kunt maken op de rivier.

De " My Son" tempels uit de Champa dynastie

‘s Morgens vroeg vertrekken we naar de My Son (prachtige berg) tempel uit de tijd van de Champa dynasty, dat vanaf de tweede eeuw na Christus het zuiden van Vietnam besloeg.

 

 

Het tempelcomplex vormde destijds het religieuze en culturele centrum van het koninkrijk. Tussen de vierde en de twaalfde eeuw verrezen hier maar liefst 71 religieuze gebouwen. De tempels moesten de belangrijkste hindoegoden vereren en dan met name de hindoegod Shiva.  Na de 15-de eeuw werd het complex verlaten en raakte het in verval.In 1898 werden de tempels door de Fransen herontdekt en gerestaureerd. Gelukkig hebben zij destijds gedetailleerde architectuurtekeningen nagelaten.

My Son ligt op een uurtje rijden van Hoi An, door de rijstvelden met in de verte de bergen. Heel anders dan de tempels en pagodes die we tot nu toe hebben gezien, en meer in de stijl van de tempels in het buurland Cambodja.

Het is vanaf de ingang 2 km. naar de tempelcomplexen, die in een mooi aangelegd, dichtbegroeid en sereen gebied liggen. We lopen de route tegengesteld zodat we de massa vermijden. 

De eerste tempels die we zien zijn wat teleurstellend want die zijn gerestaureerd met terracottakleurige bakstenen, wat knap storend werkt. Latere tempels die we vandaag zien zijn minder gehavend en dus veel authentieker. Veel van de tempels zijn versierd met allerlei motieven, vaak van Shiva.

We rijden langs de rijstvelden weer terug naar Hoi An. We lunchen in de oude stad en lopen over de markt.’ s Avonds gaan we het plaatsje weer in. Zowel om te slenteren als om te eten. We zijn de Vietnamese keuken nog lang niet beu en genieten elke dag weer van al het lekkers.

Ho Chi Minh Stad

Vroeg op vandaag voor de vlucht naar Ho Chi Minh City vanaf Da Nang airport. De grote en erg drukke stad zelf vinden we niet zo interessant.  We beschouwen dit meer als een korte tussenstop voor we de volgende dag verder trekken naar Can Tho, op ongeveer 4 uur rijden naar het zuidwesten.

Naar Can Tho en de Mekong Delta

De enorm uitgestrekte rivierdelta (39.000 km2), ten zuidwesten van Ho Chi Minh City, met ongelooflijk veel kleinere vertakkingen. 
We laten de drukke stad achter ons en gaan het binnenland in, naar de groene Mekong delta. Hier vind je veel rijstvelden, die door het lokale klimaat wel 3 oogsten per jaar hebben, wat ze tot één van de grootste rijstexporteurs van de wereld maakt. Maar ook vind je in dit gebied vis- en krab-kwekerijen en grote kokosplantages langs het water.

We rijden eerst naar Ben Tre, waar we een steenfabriekje bezoeken, waar ze handmatig zowel holle als massieve bakstenen bakken in ouderwetse ovens. De natte stenen worden in de ovens opgestapeld, die daarna worden dichtgemetseld en verhit. 

Bovenin de ovens zit een gat voor de ontluchting, net als de roosters in de zijwanden. In grote hopen liggen de schillen van de rijstkorrels, die worden gebruikt om de oven te laten branden.  Alles wordt hier dus gerecycled.

Hierna stappen we in een bootje voor een tochtje over de enorm brede Mekong rivier. Indrukwekkend, maar gelukkig varen we ook de smallere doorgangen in, wat leuker is.
Krokodillen zijn er niet meer – die zitten in een krokodillenfarm (voor het leer) – maar de bootjes hebben aan de voorkant wel 2 geschilderde ogen, die de krokodillen af zouden schrikken.
Leuk om hier te varen, maar de armoede die je hier ook ziet is wel confronterend. De woonboten waar sommigen op wonen zijn wel erg klein, terwijl ze er vaak met een hele familie op wonen.

 

We varen over de smallere zijriviertjes naar een dorpje, waar we de inwoners in hun eigen bedrijfjes aan het werk zien. Eerst leggen we aan in een dorpje waar ze van alles van de kokosnoten maken, en zien daar het hele proces.  Van tevoren leek het ons niet zo interessant maar het is toch leuk om te zien.

Per tuctuc maken we vervolgens een ritje door de landelijke omgeving met de smalle paadjes naar een “homestay” aan het water voor de lunch.  Een heerlijk rustiek oord waar we een erg lekkere maaltijd krijgen voorgeschoteld, met uitzicht op de rivier. 
Geheel voldaan gaan we met de tuctuc terug naar het afgesproken punt, waar de auto staat te wachten om ons naar Can Tho te brengen.

 

Het is nog zo’ n 2 uur rijden naar Can Tho. De afstanden zijn op zich niet zo groot, maar het verkeer is soms erg druk, vooral in de dorpjes, waardoor je er veel tijd voor uit moet trekken. Als we de brug bij My Tho over rijden zien we de vele drijvende huizen, boven de viskwekerijen.

Eenmaal aangekomen in Can Tho kleden we ons snel om, flaneren over de boulevard en eten een klein hapje met uitzicht op de rivier.

Als we teruglopen is het inmiddels donker en is de boulevard feestelijk verlicht, evenals de voetgangersbrug iets verderop.

 

Na het ontbijt stappen we in een motorbootje om naar de drijvende mark van Cai Rang te gaan. Dit is niet de toeristische drijvende markt, maar die voor de lokalen en de restaurants. 

 

Een wirwar van grote en kleine bootjes met allerlei koopwaar aan boord. Ze leggen gewoon even aan bij de boot van de verkoper, en dan gaat het fruit en/of de groenten van de ene boot naar de andere. In de mast hebben ze hangen wat ze verkopen, zodat je snel weet waar je moet wezen. Tijd voor de kleine zijriviertjes is er niet meer, want we vliegen aan het eind van de ochtend door naar Phu Quoc, maar even slenteren over de markt op het land is ook leuk.

Naar Phu Quoc

Volgens de Vietnamezen “honeymoon island” . Om 11:45 uur vliegen we in een half uurtje naar het eiland Phu Quoc, waar we een aantal stranddagen hebben geboekt om bij te komen van alle indrukken die we de afgelopen weken hebben opgedaan.
Het hotel ligt direct aan het strand, in een prachtige tuin met veel bloemen en een heerlijk relaxed sfeertje.

Veel doen we deze dagen niet, behalve in de schaduw op het strand bivakkeren, een beetje zwemmen, veel lezen en fruit kopen bij de verkoopster die een paar keer per dag langs komt en ons als vast klant krijgt voor de lunch.

 

We bezoeken ‘s morgens vroeg de lokale markt van Duong Dong met héél veel soorten vis.  De vissersbootjes leggen vlak achter de kramen aan, en de vis is dan ook super vers. De krabben leven nog. ‘s Avonds lekker een visje eten met de voeten in het zand.

En dan is er ook aan deze vakantie weer een eind gekomen.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!