×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Cruise over de Yangtze

650 km varen van Yichang naar Chongqing

Reisverslag: Ciska van Geer
Foto's: Ciska van Geer

Vooral Chinese toeristen bevolken de cruiseschepen op de Yangtze, die tussen steile kalkrotswanden door het mooie drieklovengebied varen. Aan boord wordt mahjong gespeeld, informatie schalt in het Chinees uit megafoons en ook het menu is niet vertaald. Overal langs de 650 km lange route van Yichang naar Chongqing zijn de gevolgen zichtbaar van de Drieklovendam, de grootste waterkrachtcentrale ter wereld. Dit hele gebied wordt een groot stuwmeer van duizend vierkante kilometer. Het water achter de 185 meter hoge dam is al 140 meter gestegen, dat wordt 175 meter. Overal verdwijnen huizen onder water, halve steden worden afgebroken. Zo’n 2 miljoen mensen moeten verhuizen.

In Yichang zijn opvallend veel buitenlanders. Onze gids Wang Jing verwelkomt ons. Ze spreekt goed Engels. Haar naam staat voor helder en opgewekt. En dat is ze.

Zij is trots op haar stad en de grote grasvlakte waar stedelingen op 1 mei samenkomen. Rode lantarenballonnen zwaaien in het zachte briesje. De stad gaat een grote toekomst tegemoet als de energiecentrale in de Drieklovendam op volle toeren draait.

We worden afgezet bij een museum over de bouw van de dam. Snel worden we langs archeologische schatten geleid: aardewerk van 4000 jaar oud, brons 3000 jaar oud, porselein van recenter datum.

Het laatste pronkstuk dat we te zien krijgen is een muziekinstrument van bijna 1000 jaar oud, de es. Het is een ginkgo houten doos, die bespannen is met snaren van darm. We lopen langs een kunstwerk dat we mogen aanraken om onze kansen op geluk en een lang leven te verhogen.

Samen met een groep Amerikanen worden we achtergelaten in een ruimte waar oude voorwerpen worden verkocht. Er moeten fondsen komen voor uitbreiding van het museum.

Aan boord van de Jing Sjan

Met Engels alleen kom je aan boord niet aan je kostje

Wij gaan op weg naar een cruiseschip. Het is een kwartier voor vertrektijd als we ons naar de kade haasten. Het is donker als we aankomen, maar er ligt een schip.

Nog voor we één voet aan boord hebben gezet maakt onze gids rechtsomkeert. We staan bij het verkeerde schip. Via een omweg komen we bij de juiste kade.

We gaan aan boord van de Jing Sjan, ‘Drie Kloven’, en krijgen een eerste klas hut. Naast twee bedden is er een TV, een bureau met lampje en een apart badkamertje met wasbak, WC en douche.

Reddingsvesten liggen in het nachtkastje, maar handdoeken en WC papier zijn er niet. We gaan op zoek gaan naar de scheepswinkel. Zodra we onze kamer verlaten, doet de gangwacht de deur op slot.

De trossen zijn al los. Het tempo zit er aardig in. Als we onder een brug over de Yangtze door gaan, weet Jing dat dit de grootste brug is.

Vanuit de eetzaal hebben we aan twee kanten uitzicht op kalksteenwanden die uit het water oprijzen. We zitten aan één van de grote ronde tafels, maar voor we kunnen eten moet één van ons naar de receptie. Daar kan het eten worden besteld.

Er ligt een lijstje met karakters onder elkaar met cijfers. Met Engels alleen kom je aan boord niet aan je kostje. Jing vertaalt de gerechten naar hun ingrediënten. We vragen nog of een gerecht spicy is en dan is het kiezen op goed geluk. Vier keer is het raak. De maaltijd smaakt voortreffelijk, maar ik vraag me af of onze gids weet dat wij normaal met bestek eten. Het eten met stokjes went snel.

De eerste sluis is in zicht. Bij de dam van Ghezou gaan we 23 meter omhoog. We willen buiten gaan kijken en moeten door de gang waar onze hut aan ligt. Als ik naar het toilet wil, moet ik de gangwacht vragen om onze deur open te maken.

Het toilet ziet er zo westers uit, dat ik mijn papiertje in de pot wegwerp. Fout, zoals blijkt bij het doortrekken. Het water blijft komen en het wordt een vieze boel op de vloer. Er moet wel iemand bijkomen.

Door de Xiling kloof en de Wu kloof

In het mistige ochtendlicht vergapen we ons aan het uitzicht

38 km stroomopwaarts van de eerste dam mindert de Jing Sjan vaart. We naderen de 2 km lange Drieklovendam, Sanxia Shuili Shunia Gongcheng. Ruim honderd passagiers, waaronder wij, drommen samen op het voordekje. Gangboorden zijn er niet en de beide achterdekjes geven minder goed zicht op wat er komen gaat.

Doorlopend schallen Chinese klanken uit een megafoon. Jing praat er zonder megafoon in het Engels doorheen: ‘Met de bouw van de dam werd in 1992 begonnen. Li Peng was een groot voorstander ervan. De kruin van dam is 185 meter hoog.’

Naast de sluis is 3 jaar geleden een nieuwe stad verrezen. Hier wonen mensen die betrokken zijn bij de bouw van de dam.

In de eerste kloof stroomopwaarts, Xiling Xia, waren gevaarlijke stroomversnellingen. Dat is nu verleden tijd. De dam is niet alleen een verbetering van de veiligheid van vaarverkeer, de kans op overstromingen is ook aanzienlijk kleiner. Door de opwekking van energie zal een impuls worden gegeven aan de economie. Aldus Jing.

In de eerste sluis bij de dam van Ghezou gaan we 23 meter omhoog. Bij het binnenvaren van de tweede sluis gaan we naar bed. Het kan nog wel 5 uur kan duren voor de hindernissen achter de rug zijn.

Ruim 2 uur later varen we weer. Vanuit ons bed zien we de oever op veel plaatsen oplichten. We varen langs scheepswerven. Er wordt nog laat gelast. Er glijden veel schepen door de nacht.

Als rustige Chinese klanken uit de luidsprekers klinken, komt het leven weer op gang. Het is pas 6 uur. We gunnen ons nauwelijks de tijd om te ontbijten.

Van de 76 km lange Xiling kloof krijgen we alleen de laatste kilometers te zien. In het mistige ochtendlicht vergapen we ons vanaf het achterdek aan het uitzicht.

Buiten bekijken wij met onze gids de toppen van de Wu kloof. Zij ziet in de toppen verschijningen van de godin Yao Ji en haar 11 zusters en een adelaar, een jonge vrouw die op haar echtgenoot wacht, een zwaard, een ossenlever, een boek, een paardenlong en ga zo maar door.

De rotsen zijn ontstaan uit draken die in het verleden het scheepsverkeer ter plaatse gevaarlijk maakten. Toen de dieren door de vrouwen werden verslagen zijn ze in rotsen veranderd. Yu – de temmer van de vloed – kan weer rusten.

Door de zijkloof van de draak

De huisjes met akkers zullen onder water verdwijnen

Om 10 uur zijn we bij een zijrivier van de Yangtze, de Natali-rivier. In Husang legt het schip aan. We stappen over in kleinere schepen.

In de zijkloof van de draak – Xiao sen xia- varen we langs imposante steile rotswanden en veel bos. Aan het water staan huisjes met akkers, deels nog bewoond, deels al verlaten. Deze oevers zijn gedoemd om onder water te verdwijnen. Op een rots aan het water spelen apen.

Na een uur varen stappen we over in nog kleinere, open houten schepen, nu met reddingsvesten aan. De mini-mini kloof na Wushan is nog smaller en minstens even steil. Vogels hoor of zie je nauwelijks. Er zijn wel mensen die zingen of een muziekinstrument bespelen.

Een boei in het midden van het vaarwater markeert het punt waar gedraaid moet worden. Het water is niet eens zo koud.

De terugweg gaat niet vervelen. Die 400 meter hoge rotswanden blijven mooi. We zijn zo weer op het overstappunt en net als ik terug aan boord van de stalen boot wil stappen word ik aan mijn jas getrokken. Een van de dames uit de boot wil graag met me op de foto. Als blijkt dat ik ervoor opensta, volgen meer verzoeken.

We ontdekken een groepje apen hoog op een helling. De dieren hebben zich teruggetrokken naar een plaats waar niet wordt bijgevoerd. Er staan opvallende witte geiten tussen het groen.

Even na het middaguur zijn we terug bij de Jing Shan. Jing raadt ons aan om te rusten. Over een uur of twee verwacht ze dat het schip weer op een bezienswaardige plek afmeert.

Met een klop op de deur laat Jing weten dat onze maaltijd in een aparte eetzaal onderin het schip wordt opgediend. We hebben een soort spaghetti en een auberginegerecht besteld.

Na het eten vallen we even in slaap. Voor de derde kloof worden we gewekt. Buiten is het nog steeds mistig, maar we kunnen de afbeelding op een 10 yuan briefje in de omgeving herkennen.

Chonqing City

De tempel was een toevluchtsoord voor de keizer

Bij Fengjie County, behorend tot Chonqing City, legt de boot aan. Onze koffers staan gepakt. In de loop van de middag zullen we overstappen op een snellere boot.

Eerst bezoeken we de Baidi tempel. Er is een kabelbaan, maar wij nemen de trap en lopen langs kraampjes waar eten te koop is.

Deze tempel was een toevluchtsoord voor de keizer in gevaarlijke tijden. De inrichting is wat smaakvoller dan die in de verboden stad. De tuin is strak en sfeervol.

Op de trappen terug naar de Jing Sjan klinkt een constant ‘lookelook’. Vele verkopers prijzen hun souvenirs aan, maar wij moeten door. Onze bagage moet van het schip gehaald en wij lopen achteraan in de rij. Net op tijd zijn we terug aan boord.

Met de tassen en koffers stappen we aan wal. De Jing Sjan verdwijnt in de mist. Nu is er tijd om rond te kijken. We mogen de bagage achterlaten bij een kiosk op de drijvende steiger waar de boten aan- en afmeren. Eindelijk kan ik wat vruchten kopen. Ze zien er overheerlijk uit.

Jing had me graag bijgestaan, maar ik ontsnap even aan haar aandacht. Als ik korte tijd later terugkom met de vruchten, weet ze zeker dat zij er minder voor zou hebben betaald.

Het begint donker te worden en de snellere boot is nog niet in zicht. Na een telefoontje laat Jing weten dat het nog zeker een uur kan duren eer we aan boord kunnen gaan.

Gelukkig is er op deze afgelegen plek voldoende gelegenheid om een avondmaal te gebruiken. Bij de kraampjes langs het pad naar het dorp hebben we al het nodige gezien: krabbetjes, visjes, garnalen en kip.

De vrouw van wie ik de vruchten kocht, lacht me nog eens vriendelijk toe. Ze vindt het goed als ik een foto van haar maak. Een man kijkt van een afstandje toe, maar knikt instemmend als ik hem het resultaat laat zien.

Op een plek omringd door open keukens gaan we eten. Er staan tafels en stoelen. In een plastic afwasteiltje liggen twee vissen aan de beademing. Jing weet dat ze uit de Jangtze-rivier zijn gevist. De beluchting heeft niet kunnen voorkomen dat één van de dieren op zijn rug ligt.

We hoeven maar te wijzen naar de vis die zijn evenwicht nog kan bewaren of de kok haalt hem uit het water. In een oogwenk is de kop van het lijf gerukt. Het lichaam belandt op een plankje en na een paar felle slagen met een handbijl is van de vis niet meer over dan moten.

Dan wordt de olie in de wok verhit en gaat de vis in de pan. De vlammen laaien hoog op en dat stelt gerust. Geen enkele bacterie kan die behandeling overleven. Water en kruiden worden toegevoegd.

Op onze tafel komt een brander te staan. De maaltijd kan beginnen. Terwijl wij met onze stokjes vis uit de soep halen, heeft Jing contact met de kokkin van een andere keuken. Ze koopt er een aardappelgerecht bij.

Al etend leert ze ons Chinese woorden. Wij moeten de Nederlandse vertaling geven. Niet ver van onze tafel spelen twee kinderen met een tol. Een hond houdt de grond onder onze stoelen en tafel nauwlettend in de gaten. Jing geeft het goede voorbeeld. Graten worden uitgespuugd en ook de kop van de vis mag door als hondenvoer. Dan komen er twee schotels met groene groenten op tafel. Het is een soort Chinese fondue.

Na de maaltijd haal ik foto’s van thuis te voorschijn. De kinderen willen de plaatjes zien, de ouderen volgen. Ze kijken niet begrijpend naar een skifoto. Ze verbazen zich over spelen in de sneeuw in T-shirt en met blote handen.

Bij het zien van een foto van onze drie kinderen rijst een vraag. Hebben wij drie zonen? De verbazing straalt ervan af. De vriendin als dochter erbij kan op meer begrip rekenen.

Het is gezellig, maar we moeten weg. Onze gids wil zekerheid over de boot. Langzaam lopen we terug in de richting van de drijvende kade. De mensen achter de kraampjes kijken niet op of om. Ze spelen met overgave mahjong.

Op een bankje aan het water wachten we af. Dan zien we in de mist een schip naderen. Jing springt overeind. Ze lijkt opgelucht, tot we zien dat het niet het verwachte schip is.

Ze belt. Even later krijgen we te horen dat de Jing Sjan is teruggekeerd om een van de achtergebleven passagiers op te halen.

Jing’s ogen blijven gericht op de mist en de duisternis. Plotseling springt ze op. Er is een vijf verdiepingen hoog schip in beeld. Het schip meert af aan de ponton. De passagiers gaan van boord.

Wij brengen onze bagage aan boord en gaan terug aan wal om souvenirwinkels te bekijken. Bij één van de kraampjes kerft de verkoper rustig draken- en phoenixfiguren in houten kammen. We kopen een kam en 3 kleine opklapbare spiegeltjes. Ik schrijf in potlood Nederlandse namen op de souvenirs. De man wil wel kerven.

We zijn als laatsten terug aan boord. Het schip kan vertrekken. We genieten van een glaasje Great Wall wijn. Aan de tafel naast ons spelen medereizigers mahjong. Het gaat om geld. Pindaschillen worden achteloos op de grond geworpen.

Shi Baozhai

De pagode is 56 meter hoog en heeft 12 verdiepingen

Het cruiseschip dat ons 650 km van Yichang weer aan wal moet brengen glijdt soepel door het water. Om een uur of vijf ‘s ochtends wordt de tocht onderbroken. Het aan- en afmeren zorgt voor wat lawaai en dus zijn we even wakker. Buiten zien we een grote verlichte brug over de rivier.

Als we opstaan, zien we vissersbootjes in de mist. Vanaf de derde verdieping lijken de scheepjes extra kwetsbaar.

In Shi Baozhai legt het schip aan. We bezoeken een houten pagode die in 1662 tijdens de Qing dynastie tegen de rotswand is gebouwd. De constructie is 56 meter hoog en heeft 12 verdiepingen. Eigenlijk is het een trappenhuis, de entree voor de Tianzi Temple.

We gaan niet in op aanbiedingen om ons tegen betaling naar boven te laten vervoeren. Niet voor 100 yuan en niet voor 10 yuan stappen we in een draagstoel om ons de berg op laten tillen. De andere passagiers denken daar niet anders over.

We vinden het heerlijk om de benen even te strekken en lopen over het modderige pad naar boven. Via de trappen bereiken we de bovenste verdieping. Aan de achterkant van de rots dalen we af.

Bij een kraampje met bamboefluiten blijven we staan. We moeten snel beslissen, want de boot staat op het punt te vertrekken. Haast of geen haast, de verkoper speelt speciaal voor ons een melodietje. We zijn verkocht.

Als we even later op het voordek koffie en thee bestellen, zijn we de enigen. Het schip is niet volgeboekt.

Op een van de stoelen is een folder achtergelaten. Op een tekening is te zien hoe het prachtige rijksmonument dat we net hebben bezocht met het stijgen van de waterspiegel niet verloren hoeft te gaan. Zo te zien komt het in een put te staan van wanden waar het water tegenaan kabbelt.

Net voor de middag leggen we aan bij een grote plaats met een enorme brug over de rivier. Er gaan mensen van boord.

Ghost Town Fengdu

Tot 550 km stroomopwaarts moeten men de huizen verlaten

Korte tijd later vervolgt het schip de tocht in de mist. Het zicht op de stad maakt een tweedeling duidelijk. Hoog staan de gebouwen er mooi bij. De appartementen aan de oever zijn uitgewoond of verlaten. 1.5 tot 2 miljoen mensen moeten hun woonruimte verlaten.

Tot 550 km stroomopwaarts en in de provincie Sichuan zullen de gevolgen van de dam zich doen gelden. Met dat in gedachten zien we kilometers rivieroever langs glijden. Er is alle tijd om erbij stil te staan dat een deel van de grond die we zien tussen 2007 en 2009 onder de waterspiegel gaat verdwijnen.

Je vraagt je af hoeveel er vanaf 2003, toen de dam werd gesloten, al verloren is gegaan. Ook vruchtbaar akkerland. We passeren een baggerschip. Ter hoogte van de dam is het water al 70 meter gestegen. Daar komt nog 40 meter bij.

Aan het risico van een dijkdoorbraak moet niemand denken. De 230.000 slachtoffers die een dergelijk ongeluk in 1975 in de provincie Henan eiste zal dan ruim worden overtroffen.

‘s Middags gaan we aan wal bij Fengdu, beter bekend als Ghost Town. De eerste meters worden ons bij elke stap die we doen folders van de stad voorgehouden.

Wandelend langs de vele huizen in puin, stel ik me voor hoe de stad zijn bijnaam kreeg. De bebouwing ligt er verlaten bij. Aan de overkant van de rivier is 5 jaar geleden een totaal nieuwe stad verrezen. Waar wij lopen is de afbraak in volle gang. Het valt op dat hergebruik bij de sloop hoge prioriteit heeft. We zien mensen die steen voor steen afvoeren.

Fruitkraampjes langs de wandelroute fleuren de aanblik enigszins op, maar het blijft een vreemde gedachte dat een hele stad wordt verhuisd. Boven in de bergen ligt sinds een jaar of 8 de koning van de overledenen dit alles rustig te bekijken. Het beeld is zo groot dat het ook vanaf de overkant goed te zien zal zijn.

Een kabelbaantje brengt ons naar een tempel bovenop een berg. Daar treffen we boeddhabeelden en toeristen. Geluiden van piepbeestjes en fluitjes verdrijven de stilte. Er zijn mensen die buigen. De geur van wierrook dringt door tot in de toiletten.

Buiten laat een galerij met geesten meer van de geschiedenis van de omgeving zien. Het verhaal gaat dat er tijdens de Han-dynastie twee mannen in de bergen woonden: Yin Changsheng en Wang Fangping. Per abuis werden hun familienamen samengevoegd tot Yinwang, de koning van de hel.

De tempels met namen als ‘tussen leven en dood’ en ‘de brug van hulpeloosheid’, die sinds de Tang dynastie op de berg zijn gebouwd, zijn dus eigenlijk paleizen van de koning van de hel.

We gaan met de kabelbaan weer omlaag, zodat we ook op de andere berg nog een kijkje kunnen nemen; 99 treden hoger komen we in een soort spookhuis. We zien een martelkamer met een hoog Efteling-gehalte, waar het goed griezelen is. De doden staan op uit hun kisten. Soms valt het licht spontaan uit en staat iedereen in het donker.

Dat is het moment waarop Jing gaat gillen en een van ons op haar aanraden een yuan in het busje doet. We hebben ons weer verzekerd van een leven vol geluk, ten minste als we een bruggetje volgens voorschrift overgaan. Het is de tweede keer dat zij Fengdu bezoekt, maar hier ging ze niet eerder naar binnen.

We trotseren een rit met een klein taxibusje over een kapot wegdek naar beneden. We zien kans om nog wat fruit te kopen. Bij de prijsonderhandelingen wordt ook het gewicht betrokken. Een kromme stok met een gewicht eraan dient als weegschaal. Na luidruchtige onderhandeling worden we het eens.

Naast de trap naar de boot zien we een gehandicapte vrouw zitten. Voor haar staat een busje met geld. Op een tafel naast haar liggen varkensneuzen, -oren, -hart en -penis op creatieve wijze naast de plaatselijke kipspecialiteit uitgestald. Het kraampje trekt geen kopers.

Chongqing

Het is druk op het water

Door de mist duurt de reis langer dan verwacht. ‘s Ochtends vroeg legt de Djang Sjen 12 aan in Chongqing, een stad met 30 miljoen inwoners die van 1938 tot 1945, tijdens de oorlog met de Kuomintang, een centrale rol speelde.

In het gedrang zoeken dragers naar werk, maar de meeste mensen willen hun koffers zelf tillen. Het kost ons moeite om duidelijk te maken dat dit ook voor ons geldt. Zelfs een nadrukkelijk ‘mei you’ (‘Nee, dank u’) uit de mond van Jing kan niet voorkomen dat een van de dragers onze koffers aan zijn touwen knoopt.

Chongqing ligt op het punt waar de Yangtze en de Jialing zich samenvoegen. Op het kruispunt van de vaarwegen ligt een park. Vanaf de boulevard kun je de scheepsbewegingen goed volgen. Het is druk op het water. Er staat een sterke stroming. Het water zal hier niet veel meer stijgen als gevolg van de grote dam.

Chongqing ligt op een heuvel. Veel fietsers zijn er niet en de auto’s maken opvallend weinig geluid. Toeteren is hier verboden, met succes.

We nemen een taxi naar het wandelgebied. Anders dan in Beijing zit de taxichauffeur niet in een kooi. Het centrum begint te ontwaken. Groepen dames beginnen de dag met synchroon dansen. Even verderop wordt badminton gespeeld.

Ook hier zijn dragers op zoek naar werk, maar wij worden met rust gelaten. Deze mannen werken voor winkels en de bouw. Ontbijtgelegenheden zijn er te over. Het wordt weer een Chinees ontbijt. We kunnen kiezen uit verschillende soepen, noedels en dumplings. Voor geen van de gerechten is een Engelse vertaling te vinden, dus we wijzen op goed geluk aan.

Na de maaltijd brengen we nog een bezoek aan het toilet. Het is schoon, maar weinig privé. Toiletpapier ontbreekt en doorspoelen gaat met de hand. Je schept het water uit een grote teil en plonst het de afvoer in.

We gaan een luxe warenhuis binnen. Het personeel staat in het gelid klaar om klanten van dienst te zijn. Op eigen houtje rondkijken lukt niet, kijken is contact krijgen. De prijs ligt vast en is hoog.

Onze tweede kans op cadeautjes zoeken we in de kleinere winkels. We vinden wat van onze gading, maar hier onderhandelt men over de prijs. Je kijkt, wijst aan en de verkoper schrijft een bedrag op een papiertje. Jij zet jouw waarde eronder. Het ritueel herhaalt zich en als geen van beiden afhaakt komt je tot een koop. Een succesvolle koop wordt altijd beloond met een vriendelijke lach.

Voor de lunch vinden we een Chinees-westers restaurant, waar het personeel Engels spreekt. Op de menukaart staan bovendien Engelse omschrijvingen. Gelukkig staat de prijs vast. De bediening belooft ons een niet al te pittige schotel, maar wij zijn blij met de witte rijst erbij.

Na de maaltijd gaan we met de taxi terug naar de scheepsterminal. Onze gids spreekt met de chauffeur af dat hij ons naar het vliegveld zal brengen. Hij wacht tot we onze bagage hebben opgehaald. We wisselen e-mail adressen uit en Jing laat weten dat ze graag ook onze vrienden op een dergelijke tocht wil begeleiden. We nemen afscheid van onze prima gids. Ze neemt haar fooi na een telefoontje met haar baas aan.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win