×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Stedentrip Berlijn en Potsdam

Van de Brandenburger Tor naar de Brandenburger Tor

Reisverslag: Guy Claes
Foto's: Guy Claes

Berlijn is weer het centrum van Duitsland: wat oud is is opgeknapt of herbouwd en er verschenen nieuwe stations, een nieuwe Bondskanselarij, winkel- en kantorencentra en monumenten. Ook slot Charlottenburg is volledig herbouwd. In Potsdam, dat de oudste Brandenburger Tor heeft, is ook veel te zien: paleis Sanssouci (het Versailles van Pruisen), het Neues Palais, een Hollandse en Russische wijk en oude stadpoorten.

Berlijn - stadswandeling

In de herenigde hoofdstad ontmoeten oud en nieuw elkaar

Vanaf Potsdam, waar we op de camping staan, nemen we de trein naar Berlin, een ritje van ongeveer 25 minuten. Ook de S-Bahn rijdt overigens van Potsdam naar Berlijn.

Hauptbahnhof Berlin is het grootste treinstation van Europa. Het werd tussen 2002 en 2006 gebouwd op de plaats van het kopstation Lehrter Bahnhof, dat vlak bij de grens tussen Oost- en West-Berlijn lag. Het nieuwe station, dat het symbool moest worden van de hereniging van Berlijn, ligt in de buurt van de Rijksdag en huisvest heel wat winkels en eetgelegenheden.

Het gebouw telt vijf verdiepingen die met elkaar in verbinding staan en zo – samen met de doorzichtige wanden die het licht in de grote hal binnenlaten – een gevoel van ruimte creëren. Het treinverkeer rijdt op twee van de vijf niveaus. De grote hal is 321 meter lang en heeft een gebogen dakconstructie die ook veel glas bevat.

Op weg naar de Rijksdag passeren we het Bundeskanzleramt (de Bondskanselarij). Voor het gebouw staat de krachtige sculptuur van de Spaanse kunstenaar Eduardo Chillida die met zijn Zweiteiligkeit verwijst naar het lot van Duitsland: enerzijds de splitsing en anderzijds de eenwording.

In het Rijksdaggebouw werden vanaf 1894 de zittingen van de Rijksdag gehouden, de voorganger van het huidige parlement. De tekst ‘Dem Deutschen Volke’ (‘Aan het Duitse volk’) werd in 1916 in bronzen letters aangebracht. In 1933 werd het gebouw zwaar beschadigd door een aangestoken brand.

In 1945 werd de Rijksdag door de Geallieerden zwaar gebombardeerd en in 1954 verloor hij zijn beroemde koepel. Nadat het gebouw in de jaren zeventig van de vorige eeuw zonder koepel herbouwd werd, nam de Britse architect Norman Foster de renovatiewerken op zich.

Hij ontwierp een koepel die op twaalf zuilen rust en het binnenvallende licht via omgekeerde kegels met spiegels weerkaatst. Het gebouw werd op 19 april 1999 opnieuw in gebruik genomen voor de eerste plenaire zitting van de afgevaardigden van de Bondsdag.

Aan de Eberstraße – tussen de Rijksdag en de Brandenburger Tor – zijn kruisen aan een hek bevestigd, ter herdenking van de slachtoffers die hun vluchtpoging van Oost- naar West-Berlijn met de dood moesten bekopen. Ook nu nog raakt men niet akkoord over hoeveel slachtoffers de Muur nu eigenlijk eiste. Uit onderzoek van het centrum voor historisch onderzoek in Potsdam blijkt dat er zeker 125 mensen aan de Muur zijn gestorven en dat is minder dan oorspronkelijk gedacht werd.

Vanaf de afslag naar de Eberstraße krijgen we de Brandenburger Tor alvast vanaf de noordzijde te zien. Deze triomfboog, die deel uitmaakte van de Muur, was gedurende bijna 30 jaar het symbool van de verdeeldheid van Berlijn (van 13 augustus 1961 tot 9 november 1989).

De Brandenburger Tor is de enige stadspoort van Berlijn die bewaard bleef. In 1788 kreeg architect Carl Gotthard Langhans van koning Frederik Willem II de opdracht om op de plaats van de oorspronkelijke poort uit 1734 een nieuwe poort te bouwen als herinnering aan de bezetting van de Republiek in 1787 door een Pruisisch leger van 20.000 man.

Langhans liet zich inspireren door het Parthenon en bouwde de triomfboog met Dorische zuilen en het bovenste deel in Grieks-Romeinse stijl. Bovenop kwam dan in 1793 nog het beroemde Vierspan van de Overwinning. De poort is 26 meter hoog, 65,5 meter breed en 11 meter diep.

Het beeld op de Brandenburger Tor is een Quadriga, een tweewielige wagen met vier paarden. Het is een replica aangezien het origineel verloren ging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het oorspronkelijke beeld werd in 1806 trouwens al eens door Napoleon meegenomen naar Parijs als oorlogsbuit, maar een Duitse maarschalk bracht het in 1814 terug naar Duitsland. De replica stelt een Griekse wagen voor met daarin de godin Victoria en werd gemaakt aan de hand van een gipsafdruk van het originele exemplaar.

Ten westen van de Brandenburger Tor ligt de bijna 4 kilometer lange Straße des 17 Juni. Op een rotonde in de verte zien we de Siegessaule of Zuil van de Overwinning staan.

Op wandelafstand van de Brandenburger Tor staat het Holocaustmonument, een soort labyrint met 2711 grafzuilen. De zuilen hebben allemaal een verschillende hoogte en staan niet altijd waterpas, ook al omdat zij op een golvende ondergrond rusten.

Volgens ontwerper Eisenman moet dit een gevoel geven van desoriëntatie en eenzaamheid, hetzelfde gevoel als vele Joden moeten gehad hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog.

We keren terug naar de Brandenburger Tor en wandelen oostwaarts over de beroemde avenue Unter den Linden. We slaan af naar de Friedrichstraße, waar chique winkels en kantoorgebouwen staan.

Maar de aandachtstrekkers hier zijn ongetwijfeld toch de drie Quartiere, grote gebouwencomplexen met o.a. winkels en kantoren waar duidelijk op geen euro gekeken werd.

Alleen al vanwege de architectuur zijn deze gebouwen een bezoekje waard. Zo bevindt zich centraal in de Galeries Lafayette een reusachtige, met spiegels beklede kegel die het dag- en kunstlicht opvangt en weerkaatst. Door de spiegels heen is een restaurant te zien.

Een ander luxueus complex is Quartier 206 met zijn hal en marmeren mozaïekvloer in art-decostijl. Het is een aanrader voor alle liefhebbers van extravagante mode, trendy winkels en – klein probleempje misschien – enkel voor klanten met een goed gespekte bankkaart.

We komen terecht op de Gendarmenmarkt met aan de ene kant de Deutscher Dom en aan de andere kant de Französischer Dom. Op het eerste zicht lijken het exacte kopieën. Tussen beide gebouwen staat het Konzerthaus met daarvoor het beeld uit 1871 van de Duitse toneelschrijver, filosoof en dichter Friedrich (von) Schiller.

De Französischer Dom was oorspronkelijk de Französische Friedrichstadtkirche die tussen 1701 en 1705 gebouwd werd door de Franse Hugenoten die Frankrijk ontvlucht waren. Tot de 19de eeuw vormden zij hier een Franse gemeenschap.

De huidige benaming zou niet slaan op de kerkelijke functie als dom, maar wel op de koepel (van het Franse dôme) die later werd toegevoegd.

Hetzelfde geldt ook voor de Deutscher Dom waarvan de oorspronkelijke naam Neue Kirche was. De Französischer Dom huisvest het Hugenotenmuseum, de Deutscher Dom biedt onderdak aan een museum dat vragen over de Duitse geschiedenis probeert te beantwoorden.

Het verhaal gaat dat de Duitsers wilden bewijzen dat ook zij in staat waren om zo’n kerk te bouwen. Daarom bouwden zij een paar jaar na de voltooiing van de Franse kerk dezelfde kerk aan de andere kant van het plein. Deze Dom was voor de protestanten.

In 1881 werd de vervallen Deutscher Dom grotendeels afgebroken en op de oorspronkelijke funderingen weer opgebouwd. In 1943 werd de dom door een brand grotendeels verwoest en het zou tot 1982 duren voor hij herbouwd werd om in 1996 weer open te gaan, maar dan wel als museum.

De Gendarmenmarkt wordt terecht als één van de mooiste pleinen van Berlijn beschouwd. Het plein ontstond op het eind van de 17de eeuw en diende toen als marktplein van het nieuwe Friedrichstadt. De naam Gendarmenmarkt komt van het Regiment Gens d’Armes dat hier zijn kazerne had onder koning Frederik Wilhelm I. In 1950 werd de naam gewijzigd in Platz der Akademie, maar na de eenwording kreeg het zijn oorspronkelijke naam terug.

Het Konzerthaus (concertgebouw) tussen de twee kerken/musea werd tussen 1818 en 1821 gebouwd door de Berlijnse architect Karl Friedrich Schinkel, die zijn inspiratie haalde uit de Griekse oudheid. Net als veel andere Berlijnse bouwwerken werd ook dit gebouw tijdens WOII verwoest. Tussen 1980 en 1984 werd het in classicistische stijl herbouwd.

We vervolgen onze wandeling en komen zo op de Bebelplatz waar zich de Versunkene Bibliothek bevindt. Deze ondergrondse bibliotheek zonder boeken werd in 1994 door Micha Ullman gebouwd op de trambaan die vroeger onder het plein doorliep. De zaal met lege boekenplanken herinnert aan de boekverbranding van 10 mei 1933 hier op de Bebelplatz.

Net als in vele andere Duitse universiteitssteden werden ook hier werken van filosofen, wetenschappers, dichters en schrijvers verbrand omdat de inhoud van die boeken als ‘undeutsches Schrifttum’ beschouwd werden. Het ging onder meer om werken van Bertolt Brecht, Thomas Mann, Karl Marx, Sigmund Freud en Heinrich Heine.

De ondergrondse ruimte is ongeveer vijf meter diep en is niet toegankelijk; men kan enkel door de glazen afdekplaat kijken. In de lege boekenkasten zouden ongeveer 20.000 boeken kunnen staan. In de buurt van de Versunkene Bibliothek staat op een bronzen paneel de volgende uitspraak van Heinrich Heine uit 1820: ‘Das war ein Vorspiel nur. Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man am Ende auch Menschen.’

We zetten onze wandeling verder via de Alte Bibliothek, de St. Hedwigs Kathedrale, de Staatsoper Unter den Linden en de Humboldt Universität (waar o.a. Hegel, Einstein en Marx ooit studeerden) om uit te komen bij de Neue Wache.

Dit gebouw werd in 1818 door Karl Schinkel gebouwd. Omstreeks 1931 deed het gebouw dienst als monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog en vanaf 1966 werd het een gedenkplaats voor de ‘slachtoffers van het fascisme en het militarisme’. Sedert 1993 is het een ‘monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de oorlog en de dictatuur’.

Binnen in de Neue Wache staat heel centraal één beeldhouwwerk van Käthe Kollwitz.

Kunstenares Käthe Kollwitz (1867-1945) verloor zelf een zoon in de Eerste Wereldoorlog in het Belgische Diksmuide en maakte eveneens het herdenkingsmonument (Het treurende ouderpaar) op het soldatenkerkhof van Vladslo (België). De titel van het beeld in de Neue Wache van Berlijn luidt: ‘ Treurende moeder met dode zoon’ (1936). Het beeld is één en al expressie en toont het verdriet van een moeder die treurt om haar dode zoon.

We wandelen voorbij het Deutsches Historisches Museum (1685-1706) met de lichtroze voorgevel naar de Berliner Dom.

De huidige Berliner Dom, met de 98 meter hoge centrale koepel, werd tussen 1894 en 1905 in renaissancestijl gebouwd.

Maar al vroeger was er sprake van een Dom op deze plaats (1747-1750) die op zijn beurt een oude dominicaanse kerk verving. De imposante kathedraal werd tijdens een bombardement in 1944 zwaar beschadigd en de herstelwerkzaamheden duurden van 1975 tot 1993.

De Dom biedt plaats aan 1500 personen en heeft een schitterend interieur met als hoogtepunten het Sauerorgel, het hoofdaltaar, de koepel en enkele sarcofagen, waaronder die van Frederik I en zijn tweede echtgenote Sophie Charlotte. De crypte onder de Dom telt nog eens om en bij de honderd sarcofagen van het geslacht Hohenzollern.

Het door Friedrich August Stüler ontworpen altaar in de Berliner Dom is ronduit magnifiek. Het is gemaakt van wit marmer en onyx. De drie glasschilderingen boven het altaar van kunstenaar Anton von Werner stellen de Geboorte, de Kruisiging en de Opstanding van Christus voor.

Het Sauerorgel was bij de inhuldiging in 1905 met zijn 7269 pijpen en 113 registers het grootste orgel van Duitsland. Het werd gebouwd door orgelbouwer William Sauer uit Frankfurt-an-der-Oder en de klanken zouden van een uitzonderlijke kwaliteit zijn.

Elk van de acht mozaïeken in de beroemde koepel van de Dom is 39 vierkante meter groot en het geheel bestaat uit ruim 500.000 stenen in ongeveer 2.000 tinten.

Bij de aanvang van de restauratiewerkzaamheden in 1975 waren zeven van de acht mozaïeken onherstelbaar verloren, maar de ontwerpen overleefden de oorlog en een Toscaans bedrijf bouwde de mozaïeken na. Sedert 2002 is de koepel weer hersteld en in volle glorie te bezichtigen.

Via een trap in de Berliner Dom klimmen we naar de rand van de koepel. De 270 treden tellende trap wordt smaller naarmate we de koepel naderen, maar eens boven worden we beloond met mooie uitzichten op de omgeving van de Dom.

Zo zien we onder meer het Rote Rathaus, dat tussen 1861 en 1869 in rode baksteen gebouwd werd; de twee neogotische klokkentorens van de Nikolaikirche, de oudste kerk van Berlijn; evenals de indrukwekkende bakstenen Friedrichswerdersche Kirche, die tussen 1824 en 1830 gebouwd werd naar een ontwerp van Karl Friedrich Schinkel. Ook de twee min of meer identieke koepels van de Französischer en Deutscher Dom zijn duidelijk herkenbaar, net als de koepel van de Reichstag.

Vanaf de Berliner Dom wandelen we nog richting Alexanderplatz en passeren de 14de-eeuwse Marienkirche en de veel hogere Fernsehturm (365 meter). In de televisiemast heeft men vanuit het restaurant een panoramisch uitzicht over Berlijn.

Met de bus keren we terug naar Hauptbahnhof Berlin, ons punt van vertrek. Met de trein, tram en het campingbusje keren we naar de camping in Potsdam terug.

Berlijn - Charlottenburg

Het slot van de Pruisische vorsten is volledig herbouwd

Op onze tweede dag in Berlijn bezoeken we uitgebreid het slot Charlottenburg. Charlottenburg kreeg die naam pas na de dood van Sophie Charlotte in 1705. Tot aan haar dood droeg het slot de naam Lietzenburg. In 1695 werd begonnen met de bouw van de zomerresidentie en in 1710 werd de koepel gebouwd met het vergulde beeld van Fortuna, dat dienst doet als windwijzer.

Frederik II gaf later de opdracht om een nieuwe vleugel te bouwen aan de oostzijde van het bestaande slot. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vooral dit oostelijke deel verwoest, maar het werd na de oorlog herbouwd en volledig gerenoveerd.

Op het voorplein voor de hoofdingang van Charlottenburg staat sinds 1965 het ruiterstandbeeld van Frederik I, ook wel de Großer Kurfürst (Grote Keurvorst) genoemd vanwege zijn militaire en politieke inzichten.

Via de hoofdingang komen we in het Altes Schloß, dat hoofdzakelijk aan koningin Sophie Charlotte gewijd is. Voorzien van een koptelefoon doen we anderhalf uur over de audiotour die de woonvertrekken van de westelijke vleugel aandoet. We bezoeken er o.a. de privé-vertrekken van Frederik I en Sophie Charlotte.

Na onze tour door de westelijke vleugel en een korte picknick in de tuin volgt nog een audiotour door de oostelijke vleugel (de Neuer Flügel). Deze tour van 1u 20min brengt ons o.a. in de weelderige Weiße Saal en de 42m lange Goldene Galerie in rococostijl. In dit gedeelte zien we ook enkele schilderijen van 18de-eeuwse Franse meesters.

De wandeling doorheen het grote park, dat in Engelse stijl werd aangelegd, biedt mooie zichten op de 550 meter lange achtergevel van Charlottenburg. In het park staat een Belvedèretoren met binnenin een tentoonstelling van Berlijns porselein en een klein mausoleum in de vorm van een tempel.

Hier zijn vier graftomben ondergebracht van het geslacht Hohenzollern, waaronder de tombe van koningin Louise.

Berlijn - museumdag

Kulturforum Berlin is het culturele centrum van de stad

Onze derde dag in Berlijn kunnen we best omschrijven als ‘museumdag’. In het cultuurcentrum Kulturforum zijn meerdere musea ondergebracht: de Gemäldegalerie; het Kupferstichkabinett, een prentenkabinet met naar verluidt meer dan 1 miljoen tekeningen, aquarellen en pastels; de openbare Kunstbibliothek en tot slot het Kunstgewerbemuseum met een verzameling goud- en zilversmeedwerk. Wij kiezen voor de Gemäldegalerie.

Het museum is zodanig ontworpen dat het daglicht zowat overal van bovenaf binnenvalt. Een vijftigtal zalen ligt in een soort hoefijzervorm rond het atrium. Die bevatten meer dan 1000 schilderijen die chronologisch en per stroming zijn opgehangen. Van een aantal schilderijen kan op het audiotoestel de bijhorende uitleg beluisterd worden.

In het atrium kunnen omwille van het licht geen schilderijen opgehangen worden, maar door het vele licht dat hier naar binnen valt, is er voldoende licht in de zalen van het museum.

We bewonderen mooie doeken van volgende meesters: Pieter Bruegel de Oude (zijn ‘spreekwoorden’-schilderij), Caravaggio, Correggio, Lucas Cranach de Oude, Pieter de Hooch, Albrecht Dürer, Thomas Gainsborough, Frans Hals, Rembrandt, Peter Paul Rubens, Jan Steen, Titiaan, Rogier van der Weyden, Johannes Vermeer, Marie Louise Élisabeth Vigée-Le Brun en vele anderen. Niet verwonderlijk dus dat men deze Gemäldegalerie vergelijkt met andere grote musea in de wereld.

We sluiten de dag af met de een uur durende historische stadsrondvaart op de Spree. We passeren heel wat eerder geziene beziens­waardigheden, maar ontdekken toch ook nieuwe gebouwen, zoals het Haus der Kulturen der Welt, Bahnhof Friedrichstraße met het Tränenpalast en het Bodemuseum.

Het Haus der Kulturen der Welt wordt voornamelijk gebruikt voor culturele evenementen en concerten. Het gebouw werd in 1957 door de Verenigde Staten aan Berlijn geschonken en werd in 2007 helemaal gerenoveerd.

Bahnhof Friedrichstraße werd in 1882 geopend. Tot de val van de Muur lag het station in Oost-Berlijn en was het de grensovergang voor reizigers die met het openbaar vervoer van West-Berlijn naar Oost-Berlijn wilden reizen. In het naast dit station gelegen Tränenpalast werden paspoortcontroles gehouden en namen families uit Oost- en West-Berlijn in tranen afscheid van elkaar.

Het Bodemuseum ligt op het uiterste puntje van het Museuminsel en werd door hofarchitect Ernst von Ihne ontworpen. Het gebouw telt vele zuilen en pilasters en de beelden bovenop stellen bekende mensen voor. Het museum is genoemd naar de eerste directeur van de koninklijke musea: Wilhelm von Bode.

Op het Museumeiland in de Spree liggen ook nog Alte Nationalgalerie, Altes Museum, Neues Museum en Pergamonmuseum.

Berlijn - dierendag

Een groene oase in het hartje van de stad

Als dierenparkliefhebbers kunnen we uiteraard niet om een bezoek aan de wereldberoemde Zoo van Berlijn heen. Deze dierentuin is een van de grootste ter wereld en ligt in het hartje van Berlijn in een groene oase. En dat is bij een zomerse temperatuur van meer dan 30 graden zeker mooi meegenomen.

De Zoo telt naar verluidt meer dan 14.000 dieren en heeft een apart aquariumgebouw met een grote verzameling vissen. Persoonlijk vind ik de orang-oetans en laaglandgorilla’s van deze zoo het interessantst.

Potsdam - Sanssouci

Het Versailles van Pruisen

In Potsdam brengen we een dag door in het park Sanssouci, dat door de landschapsarchitect Peter Joseph Lenné ontworpen werd en sinds 1990 op de Werelderfgoedlijst staat. De verschillende kastelen in het park werden tussen 1744 en 1860 gebouwd.

We nemen de ingang aan de Friedenskirche (Vredeskerk), die tussen 1844 en 1854 gebouwd werd. De Sint-Clemensbasiliek, één van de oudste kerken in Rome, stond model voor deze kerk.

Al wandelend door de dreef kunnen we een eerste blik werpen op het Schloß Sanssouci. Achter de fontein liggen de grote staatsietrap en de Weinbergterrassen van het slot uit 1747.

Naarmate we de grote zesdelige staatsietrap bestijgen, krijgen we meer en meer van de gevel in rococostijl te zien. De vensters, die tot op de grond komen, worden geflankeerd door zandstenen figuren die het dak lijken te dragen. Deze atlanten – 36 in totaal – zijn paarsgewijs op zuilen aangebracht.

Om het Schloß te bezoeken moeten we een ticket kopen voor een bepaald toegangsuur. Om de tien minuten (op piekmomenten om de vijf minuten) worden 25 personen toegelaten. Aan de ingang krijgt iedereen een audiotoestel en zo schuift elke groep steeds min of meer gezamenlijk door naar de volgende kamer.

We moeten 75 minuten wachten vooraleer naar binnen te kunnen om o.a. de mooie marmerzaal te kunnen aanschouwen. Na een half uurtje staan we al terug buiten!

Tijdens de wachttijd om het kasteel te bezoeken, bekijken we wel al de Hofdamenflügel en de Schloßkirche met de wijnkelder. Niet echt geweldig.

Aan de andere kant van het slot wordt het voorplein afgesloten door een halve cirkel van zuilen. De Bildergalerie bevindt zich in een apart gebouw in de buurt van het kasteel Sanssouci en werd tussen 1755 en 1763 gebouwd. Binnen zijn werken van Italiaanse (o.a. Caravaggio en Tintoretto) en Vlaamse meesters (o.a. Rubens en Van Dyck) te bewonderen. Alle doeken die hier hangen, werden aangekocht door Frederik II.

In de buurt van de Historische Mühle houden we even halt op een schaduwrijk terras om tijdens deze hete zomerdag wat verkoeling te zoeken. Op onze wandeling doorheen het park naar het Neues Palais komen we voorbij het Chinesisches Teehaus. In dit ronde gebouw met vergulde beelden is een verzameling Chinees porselein te bewonderen.

Het Neues Palais ligt in het westen van het park en werd tijdens het bewind van Frederik de Grote gebouwd. De gevel is 225 meter lang en het gebouw telt meer dan 200 kamers en meer dan 400 beelden. Hiermee wilde Frederik de Grote laten zien dat zijn economische macht ook na de Zevenjarige Oorlog ongebroken was.

We bezoeken het paleis aan de hand van een één uur durende audiotour die ons door een groot aantal vertrekken brengt, waaronder de pompeuze Muchselsaal (schelpenzaal), de Marmorgalerie (marmeren galerij) en de Marmorsaal (marmerzaal). De Muschelsaal is bekleed met heel veel schelpen en kostbare gesteenten.

De ligging van dit paleis is dan misschien niet zo spectaculair als dat van het Sanssouci-paleis, maar het interieur van het Neues Palais kan ons zeker bekoren.

Tegenover het Neues Palais liggen aparte gebouwen, precies kleine kasteeltjes. Zij werden bewoond door het personeel en ook de keukens waren daar ondergebracht. Het doel van die aparte gebouwtjes was o.a. om bij een brand in de keuken niet het hele paleis in de vlammen te doen opgaan.

Potsdam - stadswandeling

Het oude centrum heeft een Hollandse en een Russische wijk

Op onze laatste dag in deze regio maken we in Potsdam een stadswandeling, die we beginnen op de Alter Markt.

De Nikolaikirche domineert deze Alter Markt. De kerk werd in 1837 door Schinkel gebouwd. De koepel, die door Schinkel voorzien was, werd pas in 1850 door zijn leerlingen gebouwd. De obelisk voor de kerk werd in 1753 door Knobelsdorf ontworpen.

De Kutschenstall aan de Neuer Markt werd tussen 1787 en 1790 gebouwd door Krüger en bood onderdak aan de paarden van de koning. Momenteel is het Filmmuseum van Potsdam er in ondergebracht.

Het Holländisches Viertel met de 134 kleurrijke huizen met hun trap- of klokgevels, werd tussen 1734 en 1742 door de Nederlandse architect en scheepsbouwer Jan Bouman gebouwd. De opdracht kwam van Willem Frederik I die Hollandse immigranten naar Potsdam wilde lokken. Zij zouden in deze woningen verblijven.

Slechts 24 Hollandse gezinnen vestigden zich hier effectief, maar zij keerden al snel naar hun vaderland terug.

Na hun vertrek vestigden zich hier Pruisische ambachtslieden en kunstenaars. Tijdens de DDR-periode raakte de wijk in verval, maar na de eenwording van Duitsland werden de huizen gerestaureerd.

Vlakbij het Holländisches Viertel staat de Nauener Tor, één van de drie bewaard gebleven stadspoorten van Potsdam.

De huidige Nauener Tor is niet de oorspronkelijke, want die werd omstreeks 1720 gebouwd op zo’n 400 meter van de huidige locatie. De tweede toren werd gebouwd in 1733 en werd in 1755 herbouwd tot de huidige vorm. De drie stadspoorten zijn niet meer verbonden door een stadsmuur maar wel door een promenade. Wij wandelen onder de poort door naar de Russische Kolonie Alexandrowka.

De Siedlung Alexandrowka werd in 1826-1827 gebouwd in opdracht van de Pruisische koning Frederik-Willem III. De dertien houten huizen naar Russisch model lijken enigszins op blokhutten en zijn hier geschikt als een andreaskruis. De koning liet architect Peter Joseph Lenné deze kolonie bouwen ter nagedachtenis aan zijn vriend tsaar Alexander I.

Deze huizen mochten van de koning slechts door de leden van een Russisch soldatenkoor bewoond worden én mochten enkel van vader op zoon overgaan. Nu nog zouden twee van de dertien huizen bewoond worden door de nazaten van de eerste bewoners. Sedert 1999 staat de hele kolonie op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.

De Brandenburger Tor van Potsdam is geenszins te vergelijken met die van Berlijn. Deze poort werd in 1770 gebouwd (20 jaar eerder dan die in Berlijn) en is geïnspireerd op een Romeinse triomfboog.

Door de Brandenburger Tor heeft men zicht op de Brandenburger Straße, met zijn vele terrasjes en de Kirche St. Peter und Paul met de bijna 60 meter hoge toren. Deze katholieke kerk werd door een leerling van Schinkel gebouwd tussen 1867 en 1870.

Met deze stadswandeling besluiten we het hoofdstuk Potsdam-Berlijn. Morgen rijden we met auto en caravan naar de camping van Schwaan in het noorden van Duitsland voor het laatste deel van onze reis.

De reis voerde ook langs Harzgebergte & omgeving en Dresden & voormalige DDR.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win