×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Stedentrip Dresden & voormalige DDR

Barok in Saksen & oude stadjes in Mecklenburg-Vorpommern

Reisverslag: Guy Claes
Foto's: Guy Claes

Dresden, de barokstad aan de Elbe, is na het bombardement in WOII gerestaureerd en heeft veel te bieden, zoals Zwinger-paleis, Semperoper, Hofkirche, Residenzschloß en Frauenkirche. In de omgeving liggen porseleinstad Meißen, de Basteirotsen en Festung Königstein. Langs de oostgrens gaat de reis (via Potsdam en Berlijn) naar Rostock en omgeving: Bad Doberan, Warnemünde, Waren en Güstrow.

Dresden

Heropgebouwde barokstad aan de Elbe

Na een reis door het Harzgebergte en het gebied ten zuiden ervan strijken we neer op camping Mockritz in Dresden. Vlak voor de camping stopt de bus die ons naar het zes kilometer verder gelegen station van Dresden brengt.

We stappen via de Prager Straße naar het historische centrum van Dresden en kopen een ticket voor de stadsrondrit. Als bonus krijgen we een ticket voor een geleid bezoek door de oude stad. Samen met een Roemeens echtpaar en hun dochter kiezen we voor de Engelstalige rondleiding.

De rondleiding begint op de binnenplaats van de Zwinger, een barok 18de-eeuws paleis dat gebouwd werd ter ere van August der Starke, de bijnaam voor August II. De naam Zwinger zou refereren naar de gang of tussenruimte die tussen de binnen- en de buitenmuur van een burcht loopt.

De Zwinger raakte zwaar beschadigd bij de bombardementen van 1945, maar werd intussen nauwgezet gerestaureerd. Boven de ingang aan de kant van het Zwingerkanal bevindt zich de Kronentor met beelden die de vier seizoenen uitbeelden.

Bovenop de toren is de Poolse kroon te zien die door vier adelaars gedragen wordt. Deze koepel symboliseert de macht van August der Starke als koning van Polen en als keurvorst van Saksen.

De binnenplaats van de Zwinger – de Zwingerhof – lijkt een groot vierkant met twee ovale uitsprongen en is 102 meter lang en 107 meter breed. Oorspronkelijk diende deze ruimte voor tournooien en feesten, maar nu worden er concerten van het filharmonisch orkest gehouden.

Aan de ene kant ligt het Wallpavillon (paviljoen van de stadsmuur). Het ertegenover liggende Glockenspielpavillon (carillonpaviljoen) lijkt op het eerste zicht wel het spiegelbeeld van het Wallpavillon. Net als bij de andere gebouwen vallen hier de beelden (atlanten) op, maar zeker ook het porseleinen klokkenspel. Dit klokkenspel werd in de stad Meißen gemaakt en telt 40 klokken. Hartje winter speelt het carillon niet omdat men vreest dat het porselein dan zou kunnen kapot springen.

De Zwinger is een must voor liefhebbers van de schilderkunst, aangezien hier de beroemde Gemäldegalerie Alte Meister ondergebracht is. Daarnaast zijn er nog de Porzellansammlung (Porseleinmuseum), de Rüstkammer (Wapenkamer) en de Mathematisch-Physikalischer Salon (wis- en natuurkundesalon) gehuisvest.

De gids leidt ons via een doorgang naar de Theaterplatz met de Semperoper en de Hofkirche. De (eerste) Semperoper werd tussen 1838 en 1841 gebouwd door Gottfried Semper en Richard Wagner trad hier op. Toen het gebouw in 1869  afbrandde, werd de heropbouw gedaan door Manfred Semper, de zoon van Gottfried. Het eerste gebouw was eerder in vroege renaissancestijl gebouwd, maar het nieuwe gebouw werd in late renaissancestijl gebouwd tussen 1871 en 1878.

In 1945 werd het gebouw weer zwaar beschadigd en de restauratie liet op zich wachten tot 1977. In 1985 gingen de deuren opnieuw open. In de nissen van het operagebouw staan aan de ene kant beelden van Shakespeare en Sophocles en aan de andere kant die van Molière en Euripides. In het operagebouw werden negen opera’s van Richard Wagner voor het eerst opgevoerd.

De kathedraal St. Trinitatis of Hofkirche is de grootste kerk van Saksen. In 1738 werd de barokkerk in opdracht van August III door een Italiaanse architect ontworpen. Het duurde 17 jaar vooraleer de driebeukige kathedraal klaar was. De klokkentoren is 85 meter hoog en boven op de tweede verdieping staan beelden van de apostelen en andere heiligen.

Deze katholieke kerk in een overwegend protestantse regio is eigenlijk een gevolg van de strijd om de Poolse kroon, aangezien August der Starke zich om politieke redenen tot het katholicisme moest bekeren. Dat was namelijk een absolute voorwaarde om de Poolse kroon te kunnen krijgen.

We wandelen onder de neobarokke brug door, die tijdens de grote verbouwingswerken omstreeks 1900 ontstond en ook nu nog de noordelijke vleugel van het Residenzschloß met de Hofkirche (kathedraal St. Trinitatis) verbindt.

Volgens onze gids werd de brug verwoest bij de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog en heeft men geprobeerd om deze vervangbrug het uiterlijk van de oude brug te geven.

Het Schloß, dat in renaissancestijl werd gebouwd, werd net als vele andere gebouwen in Dresden tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwel volledig verwoest (twee bombardementen in de nacht van 13 op 14 februari 1945 en nog een op de middag van 14 februari). Er zijn nog steeds restauratiewerkzaamheden aan de gang die vermoedelijk nog tot 2013 zullen duren.

Tegenover de westelijke toegangspoort van het Schloß staat het standbeeld van Friedrich August dem Gerechten (de Goede). Maar hét kijkstuk is ongetwijfeld de Fürstenzug op één van de buitenmuren van het Schloß.

Het is een immense mozaïek over een lengte van 102 meter die de Optocht van de vorsten voorstelt. Het lijkt een stoet met daarin chronologisch alle Saksische markgraven, keurvorsten en koningen van bijna duizend jaar en dateert oorspronkelijk van 1876.

De vorsten zitten allen te paard en dragen kleding uit hun eigen tijd. In 1907 was de muur echter al zo verweerd dat besloten werd om de volledige muurschildering over te zetten op porseleintegels uit de naburige stad Meißen.

Het oorspronkelijke graffitiwerk is van de hand van schilder Wilhelm Walter en de huidige porseleinen uitvoering zou uit ongeveer 25.000 tegels bestaan. Als bij wonder bleef de muur gespaard tijdens de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog.

Vanaf de Fürstenzug is het slechts even wandelen om de Frauenkirche te bereiken. De meeste (oudere) mensen kennen deze kerk van de foto van de twee nog rechtopstaande zijmuren na de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog tijdens de nacht van 13 op 14 februari 1945.

De kerk had de bombardementen ogenschijnlijk zonder al te grote schade doorstaan, maar zakte enkele dagen later toch nog in elkaar. De ruïne was tot de hereniging van Duitsland en de restauratie het symbool van de verwoestende gevolgen van de oorlog. De oorspronkelijke kerk werd gebouwd tussen 1726 en 1738 door architect Georg Bähr.

Vanaf 1994 werd de imposante kerk helemaal heropgebouwd en in 2005 werd ze opnieuw ingewijd.

De twee overblijvende muren uit de oorlog zijn geïntegreerd in de gerestaureerde kerk. Voor de heropbouw maakte men gebruik van de nieuwste technieken.

In de puinhopen vond men namelijk meer dan 8000 bruikbare stenen terug van de muren en plafonds. Aan de hand van duizenden oude afbeeldingen, de originele bouwplannen en met behulp van een computerprogramma, waarmee volgens onze gids simulaties werden gehouden waar de gevallen stenen oorspronkelijk zouden hebben kunnen zitten, kregen deze stenen alvast hun oude plaats terug.

De stenen koepel heeft een doormeter van 23,5 meter en is met zijn 95 meter hoogte het symbool van Dresden. Ook het beeld van Martin Luther staat terug op zijn oorspronkelijke plaats voor de Frauenkirche.

Na de twee uur durende rondleiding door Dresden neemt onze gids hier afscheid van ons. We besluiten om op eigen initiatief de interieurs van de kerken te bezichtigen.

In de Frauenkirche is plaats voor meer dan 2000 gelovigen en er worden regelmatig concerten gegeven. Het interieur is overweldigend door zowel de hoogte, de kleuren, het altaar als het orgel. Het barokke altaar van beeldhouwer Johann Christian Feige is indrukwekkend. Voor 80% bestaat het uit oorspronkelijke fragmenten van het verwoeste altaar die konden gerecupereerd worden bij het opruimen van de brokstukken.

Het oorspronkelijke orgel (1736) was van Gottfried Silbermann en werd totaal verwoest tijdens de bombardementen. Een orgelbouwer uit Strasbourg bouwde het nieuwe orgel in 2005 en maakte gebruik van de bouwmethodes van Silbermann. Het orgel telt 4876 orgelpijpen, maar slechts een klein deel daarvan is zichtbaar. De kleinste orgelpijp zou kleiner zijn dan één centimeter en de grootste is groter dan vijf meter.

De 95 meter hoge koepel van de Frauenkirche kan beklommen worden en biedt uitzichten over Dresden.

Op weg naar de Hofkirche nemen we eerst nog een kijkje op het binnenplein of de Langer Gang van het Residenzschloß met zijn 22 rondboogarcaden.

In het interieur van de Hofkirche vallen, net als aan de buitenkant, meteen de twee verdiepingen op. Het bijzondere altaarstuk uit 1750 op het hoofdaltaar stelt de hemelvaart voor. Ook de preekstoel van Permoser en het orgel van Gottfried Silbermann, zijn laatste werk naar verluidt, zijn de moeite van het bekijken waard.

Met een bezoek aan de Kreuzkirche ronden we onze eerste dag in Dresden af. Deze kerk is de oudste kerk van Dresden (begin 13de eeuw), maar werd na de verwoesting tijdens de Zevenjarige Oorlog in barokstijl herbouwd (1764-1792). Tijdens de al eerder genoemde bombardementen van de Tweede Wereldoorlog brandde de kerk uit en tussen 1946 en 1955 werd alleen de buitenkant heropgebouwd en ook nu nog is het interieur sober gehouden.

De volgende dag bezoeken we uitgebreid de Gemäldegalerie Alte Meister in de Zwinger. De galerij herbergt schilderijen die door August der Starke en August III zijn verzameld en behoort tot de grootste schilderijencollecties ter wereld. Er zijn doeken van Italiaanse meesters (o.m. Canaletto, Raphaël en Titiaan), maar ook van Vlaamse en Hollandse meesters uit de 16de en 17de eeuw (o.m. Rembrandt, Rubens, Van Eyck en Vermeer).

Uiteraard zijn er ook werken te vinden van Duitse schilders (o.m. Cranach de Oude en Dürer) evenals doeken van Franse en Spaanse schilders (o.m. El Greco, Vélasquez en Poussin). Met een wandeling naar en over de Brühlsche Terrasse, met zicht op de Elbe en de Theaterplatz, sluiten we ons stadsbezoek aan Dresden af.

Schloß Moritzburg

Oker en wit zijn de kleuren van de barok in Saksen

De volgende dag bezoeken we Schloß Moritzburg en de porseleinstad Meißen ten noordwesten van Dresden.

Schloß Moritzburg valt op met zijn vier hoektorens en de kleuren oker en wit, de typische kleuren van de barok in Saksen. Het kasteel wordt gerestaureerd en hier en daar zijn al enkele beelden klaar. De barokke zandstenen beelden op de balustrades werden door bekende beeldhouwers ontworpen.

Schloß Moritzburg werd tussen 1723 en 1736 door architect Pöppelmann verbouwd tot een barok jachtslot. In het slot is een speciale feestzaal met een kostbare verzameling geweien. In de speciale Monströsensaal (de monsterzaal zeg maar) hangen misvormde geweien. Niet echt ons ding, dus rijden we verder naar Meißen.

Meißen

Zelfs het carillon in de Frauenkirche is van porselein

Op de Burgberg van Meißen liggen de Albrechtsburg en de dom broederlijk naast elkaar. De gotische domkerk werd omstreeks het midden van de 13de eeuw gebouwd op de resten van een Romaanse kerk. Maar door o.a. verwoestingen raakten de twee torens pas in het begin van de 20ste eeuw klaar.

In de Fürstenkapellen van de dom bevinden zich 16de-eeuwse bronzen grafplaten, waarvan enkele worden toegeschreven aan Albrecht Dürer en Lucas Cranach de Oude. Omstreeks 1370 ontstond het westelijke portaal met rondom beelden.

In 1471 gaf markgraaf Albrecht opdracht aan architect Arnold van Westfalen om een kasteel te bouwen in Meißen. Dit kasteel wordt beschouwd als een van de mooiste gotische gebouwen. De grote externe wenteltrap lijkt als het ware tegen de voorgevel aangebouwd te zijn.

Via deze trap kon men vanaf de binnenplaats zowel de feestzaal als de kamers van de keurvorst meteen bereiken. De spiraalvormige trap met drie zandstenen pilaren loopt van de begane grond tot de derde verdieping. Ook de leuning, die de pijlers verbindt, is van zandsteen.

De vele zalen in het kasteel van Meißen zijn versierd met fresco’s die de geschiedenis van Saksen uitbeelden en bevatten naast historische verzamelingen ook Duitse kunst. Enkele zalen mogen enkel betreden worden met speciale pantoffels (over de schoenen te dragen) om de parketvloer niet te beschadigen.

De Frauenkirche in het centrum van Meißen werd na een brand in laatgotische stijl herbouwd (1455) en sinds 1929 hangt in de toren het eerste carillon van Meißnerporselein.

In opdracht van koning August der Starke van Saksen – een verzamelaar van Chinees en Japans porselein – ontdekte de wetenschapper-alchemist Johann Friedrich Böttger in 1708 hoe men porselein kon maken.

In de Porzellanmanufaktur van Meißen – tot 1865 ondergebracht in de Albrechtsburg – werd het geheim van het ‘witte goud’ lange tijd bewaard, maar uiteindelijk lekte het toch uit.

Niettemin is en blijft deze porseleinfabriek van Meißen toonaangevend in de wereld van het porselein. Het merkteken van de twee blauwe, gekruiste zwaarden van deze Porzellanmanufaktur is wereldwijd bekend.

Ons bezoek aan de fabriek begint met een korte videovoorstelling – Nederlands gesproken nog wel – waarin het productieproces wordt voorgesteld. Daaruit leren we dat kaolin of Chinese klei de grondstof is voor de productie van porselein.

Na de videovoorstelling volgt een demonstratie in vier kleine zaaltjes, waar telkens een stukje van het productieproces wordt toegelicht. In elk zaaltje wordt een bandje gestart met de uitleg in het Nederlands en intussen toont een medewerker telkens een onderdeeltje van het proces, zoals het maken of beschilderen van borden, beeldjes, enz.

Het merkteken van deze Porzellanmanufaktur – twee blauwe, gekruiste zwaarden – wordt vlot uit de losse pols op elk stuk aangebracht. Omdat de aangebrachte kleuren tijdens het verdere proces nog ingrijpend wijzigen, is uiteraard perfecte kennis van deze kleurwijzigingen een noodzaak.

Na de uitleg wordt gelegenheid geboden om in het bedrijfsmuseum de porseleintentoonstelling te bezichtigen. Een grote porseleinen neushoorn en een orgel met porseleinen orgelpijpen, maar ook kleine porseleinen beeldjes behoren tot de verzameling. Het is een immense verzameling prachtige kunstwerken. Zo staat er o.m. een volledig gedekte tafel voor ongeveer 20 personen. Rekening houdend met wat een klein porseleinen beeldje – niet veel groter dan een vingerhoed – in de bedrijfswinkel kost, wil ik zelfs niet eens weten wat zo’n gedekte tafel kost.

Basteirotsen en Festung Königstein

De Bastei in Saksisch Zwitserland kijkt uit over de Elbe

Onze volgende autotocht brengt ons vanuit Dresden naar de zuidoostelijk gelegen bergkam met rotsformaties. De tafelvormige zandsteenformaties in deze Sächsische Schweiz vormen een indrukwekkend landschap met schitterende uitzichten over de Elbe en de omgeving.

Vanaf de vele uitzichtpunten ontvouwen zich prachtige panorama’s. De betrokken lucht maakt het uitzicht zowaar nog indrukwekkender.

Via loopbrugjes en trappen kan men van de ene rotsformatie naar de andere wandelen. Hier en daar staat ook een oriëntatietafel. De 76 meter lange Basteibrücke overspant sinds 1851 de indrukwekkende kloof tussen de rotsen.

Felsenburg Neurathen maakt een apart deel uit van de Bastei en wie het wil bezoeken betaalt een bescheiden bijdrage. De Felsenburg (rotsburcht) zou in de 13de eeuw door Boheemse ridders gebouwd zijn. Maar je hebt toch wel wat fantasie nodig om de in de stenen gehakte versterkingen en kamers te herkennen. Als er geen bordjes zouden staan, loop je er volgens mij zomaar aan voorbij.

Vermeldenswaard is zeker nog het silhouet van de monnik in bladmetaal op een van de toppen van de Basteirotsen. Het is een windwijzer, die alleen via een klim met een hoge moeilijkheidsgraad kan bereikt worden. Deze replica dateert van 1957, de oorspronkelijke monnik uit 1887 is in het museum van Bad Schandau te zien.

Na ons bezoek aan de Basteirotsen volgen we verder de loop van de Elbe tot we in Bad Schandau de Elbe kunnen oversteken. Op de terugweg stoppen we nog even aan de vesting Königstein, een burcht uit de 13de eeuw op de top van een 360 meter hoge berg.

Festung Königstein is te voet of met een treintje te bereiken. De burcht werd door Boheemse koningen gebouwd en in de 16de eeuw tot vesting omgebouwd.

In de 17de en 18de eeuw werd het bouwwerk nog vergroot en werd als sterkste en niet-inneembare vesting van Duitsland beschouwd.

Onze laatste dag in Dresden brengen we door in de niet zo grote, maar gezellige Zoo van Dresden. Daarna trekken we verder naar campingpark Sanssouci in Potsdam. Deze camping wordt de thuisbasis voor ons meerdaags bezoek aan Potsdam en Berlijn.

Daarna rijden we met auto en caravan naar de camping van Schwaan in het noorden van Duitsland voor het laatste deel van onze reis. Een dag later staan Bad Doberan, Rostock en Warnemünde op het programma.

Bad Doberan

Het kuuroord heeft een enorme gothische bakstenen kerk

De gotische Münster (minster) van Bad Doberan, een voormalige cisterciënzerkerk, is één van de mooiste voorbeelden van de baksteengotiek in Duitsland en wordt beschouwd als het belangrijkste middeleeuwse gebouw in Mecklenburg-Vorpommeren. De monniken lieten zich inspireren door de gotische Franse kerken die zij tijdens hun reizen naar Frankrijk aandeden.

De kerk werd tussen 1294 en 1368 gebouwd, is 79 meter lang en 39 meter breed en de toren is 72 meter hoog. Aan de buitenkant vormen de friezen met klaverbladmotief de enige versiering.

In het interieur vallen de bakstenen zo mogelijk nog meer op dan aan de buitenkant. Het hoofdaltaar, dat omstreeks 1300 in Lübeck gemaakt werd, zou het oudste vleugelaltaar ter wereld zijn. Er zijn scènes uit het Oude- en Nieuwe Testament op afgebeeld. In de Münster staan ook de tomben van het vorstenhuis van Mecklenburg, evenals de granieten sarcofaag van Groothertog Frederik Frans I.

Rostock

Aan het marktplein van de hanzestad staan klok- en trapgevels

In Rostock, waar het 31 graden heet is, volgen we de in Michelin beschreven wandeling doorheen de Oude Stad. De Kröpeliner Tor uit de 14de eeuw, die de winkelwandelstraat afsluit, is zes verdiepingen hoog.

De oudste universiteit van Noord-Europa staat aan de Universitätsplatz in het centrum van Rostock. Vlakbij bevindt zich een fontein. Heel wat kinderen spelen in het water of klimmen zelfs op de bronzen beelden van de fontein.

Vanaf de fontein heeft men zicht op een rij huizen die uit verschillende periodes dateren. Men zou niet zeggen dat de bombardementen van de geallieerden de helft van Rostock in de as legden.

In de Marienkirche bewonderen we de astronomische klok. Deze klok dateert uit 1472 en werd in 1643 verbouwd. De kalender kan nog verder tot het jaar 2017. De twee oudste klokken van de Marienkirche hangen niet in de klokkentoren, maar zijn gewoon te bezichtigen op de begane grond in de kerk.

De bronzen doopvont, die op de schouders van vier mannenfiguren steunt, is bewerkt met voorstellingen uit het leven van Jezus. Het barokke orgel uit 1770 accentueert nog de grote hoogte van de kerk.

Het rozerode raadhuis op de Neuer Markt werd gebouwd tussen 1270 en 1290 en is het oudste raadhuis in baksteengotiek. De barokke gevel werd in 1727 toegevoegd. Ook aan dit marktplein vindt men huizen met klok- en trapgevels.

Warnemünde

Vanuit de haven vertrekken veerboten naar Denemarken

We besluiten de dag met een bezoekje aan het strand van Warnemünde. Vlakbij de 37 meter hoge vuurtoren, die kan beklommen worden, staat de Teepott, een ontwerp uit 1965 van architect Ulrich Müther. Onder het schelpvormige, betonnen dak zijn meerdere restaurants gehuisvest. In 2002 werd het gebouw, na 10 jaar van leegstand, gerenoveerd.

Vanuit Warnemünde vertrekken ook de bootverbindingen met Denemarken en wanneer die boten uitvaren lijkt het wel of ze vlakbij het strand varen.

Waren

Vakwerkhuizen en schilderachtige straatjes

Onze volgende dagtocht leidt ons eerst via kleine wegen naar de Mecklenburgische Seenplatte en het Müritzmeer, waar nog altijd kraanvogels, adelaars en visotters voorkomen.

In de eeuwenoude stadjes – zoals Waren – vindt men historische vakwerkhuizen en is het leuk wandelen door de smalle, schilderachtige straatjes. Het Müritzeum, een samentrekking van Müritz en museum, is een natuurontdekkingscentrum.

Güstrow

De vroegere welvaart is terug te vinden in de architectuur

Op de terugweg naar de camping van Schwaan bezoeken we het stadje Güstrow, de residentie van de hertogen van Mecklenburg-Güstrow. Het stadje kende tussen 1556 en 1695 een periode van bloei en welvaart en die bloei is nog terug te vinden in de architectuur van toen.

Het renaissancekasteel Schloß Güstrow werd in de tweede helft van de 16de eeuw gebouwd voor hertog Ulrich van Mecklenburg-Güstrow. Het bestaat uit elementen uit de Duitse, Franse en Italiaanse renaissance, die op een harmonische wijze samengevoegd zijn.

In het begin van de 18de eeuw begon het aan zijn lot overgelaten Schloß te vervallen en een eeuw later moest het zelfs gedeeltelijk worden gesloopt. Maar tussen 1964 en 1982 werd het slot gerenoveerd en het huisvest nu een museum.

Onze laatste trip leidt naar de zoo van Rostock. Het is een mooie zoo waar de dieren over een behoorlijke ruimte beschikken.

Met de zoo van Rostock sluiten we ons bezoek aan voormalig Oost-Duitsland af. We hebben heel wat aspecten van het landsdeel gezien en die konden ons zeker wel bekoren. Aangezien we maar een (klein) deel hebben kunnen zien, zal het wellicht niet lang duren vooraleer we er nog eens naar terugkeren.

De reis voerde ook langs Harzgebergte & omgeving en Berlijn en Potsdam.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!