×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Cultuurreis Noord-India

Langs oude tempels, forten en paleizen

Reisverslag: Hetty Dirksen
Foto's: Hetty Dirksen

Noord-India telt veel paleizen en forten van grootmogols en maharadja’s. Rondreis langs Delhi (Jama Moshid Moskee, Sikh-tempel Gurdwara Bangla Sahib, Rashtrapati Bhawan-paleis, Mahatma Gandhi’s huis, Rode Fort), Jaipur (Pink City, Amberfort, Monkey Temple), Fatahpur Sikri (Akbar-paleis), Agra (Taj Mahal, Rode Fort), Khajuraho (Chandela-tempels) en Varanasi (Fort Ramnage, gaths langs de Ganges) naar de grens met Nepal.

Delhi

Het Rode Fort heeft marmeren paviljoenen en badhuizen

Als we op het vliegveld van Delhi voorbij de douane zijn is het een drukte van belang. Links en rechts staat een hele rij mensen met bordjes. Aan het eind zien we een bordje van Ans, onze reisleidster. Vanuit de bus naar hotel Good Times aan de Pusa Road maak ik voor het eerst kennis met deze grote stad.

Later zal blijken dat het nog rustig is, hoewel ik vind dat er zo vroeg in de morgen al veel mensen op straat zijn: sommigen liggen nog te slapen, zomaar in de berm, soms onder een stuk zeil. Mensen staan zich te wassen. Kinderen in blauwe uniformen op weg naar school lopen of zitten met elkaar in een riksja, sommige worden gebracht met een auto of op een motor.

Het verkeer is erg chaotisch en er wordt constant getoeterd. Ik zie dat veel auto’s de buitenspiegels hebben ingeklapt. Ok, anders rijden ze deze er wel voor je af, maar ingeklapt heb je er ook niets aan. Tussen alle auto’s door rijden dan nog fietsers en lopen kamelen en koeien.

Na het ontbijt op het dakterras van het hotel gaan we met motorriksja’s de stad in. We gaan mee in de stroom van het Indiase verkeer; mannen met grote grijze baarden en tulbanden op scooters en natuurlijke heilige koeien. Een bedwelmende stank van stront, uitlaatgassen, smog, verbrand vuil en van alles wat op straat verkocht wordt, dringt diep in onze longen door.

We brengen een bezoek aan de Jama Mashid-moskee. De grootste moskee van India is gebouwd van rode zandsteen. De koepels zijn echter van wit marmer, wat een mooi effect geeft.

In de Sikh-tempel Gurdwara Bangla Sahib krijgen we een rondleiding. Buiten de tempel is een grote vijver in prachtig wit marmer.

In het oude centrum van Delhi staan gebouwen van rode steen, de nalatenschap van de grootmogols. De grootmogols waren een Centraal-Aziatische moslimdynastie die heerste over het Mogoelrijk dat van 1526 tot 1857 in India bestond. Mogoel is een verbastering van Mongool.

Het beroemde Rode Fort werd in 1639 gebouwd in opdracht van Shah Jahan, die zijn hoofdstad van Agra naar Delhi verplaatste. Binnen de muren van het fort liggen marmeren paviljoenen en badhuizen. Helaas mogen wij er niet in.

Met een riksja brengen we een bezoek aan New Delhi, de nieuwe stad die bestaat uit brede lanen, chique gebouwen en grote ambassades. Arme inwoners en fietsriksja’s mogen hier niet komen. New Delhi is minder lawaaierig en minder druk dan het oude stadsdeel.

India Gate is een triomfboog ter nagedachtenis aan de Indiase soldaten die sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Vanaf deze poort loopt een bijzonder mooie laan, de Raj Path, naar het Rashtrapati Bhawan-paleis. Hier woonden de Britse onderkoningen; tegenwoordig is het de ambtswoning van de Indiase president.

We lunchen in het oude Delhi in de backpackerswijk een chaotische wirwar van straatjes, waar het krioelt van de mensen, ossenwagens, fietsen, auto’s, paard-en-wagens en alles wat verder nog beweegt. Als je langs de huizen kijkt zie je grote kluwens elektrasnoeren. De stroom valt regelmatig uit. De straatjes zijn erg smal en een en al bedrijvigheid.

‘s Middags breng ik een bezoek aan het huis van Mahatma Gandhi. Op 30 januari 1948 werd Mahatma Gandhi vermoord door een extremistische hindoe, die vond dat Gandhi te veel voor de moslims opkwam. In Gandhi’s huis is een doorlopende tentoonstelling over zijn leven, in de tuin staan grote beelden van hem en overal zie je borden met zijn inmiddels beroemde uitspraken.

‘s Avonds eten we bij een speciaal Thali-restaurant. Thali is een gerecht op een rond dienblad, de thali, met minstens 8 kleinere schaaltjes, de katori, met daarin diverse gerechtjes. Verder nog los sausen, rijst en naanbrood. Het is erg lekker.

De volgende morgen breng ik nog een bezoek aan de Lakshmi Narayan Tempel, een prachtige Hindu Trinity-tempel waar veel vrouwen komen. Het is hier erg druk. Ik geniet en kijk naar de vrouwen die ik in prachtige sari’s zie lopen

Trein Delhi - Jaipur

Kilometers bittere armoe langs het spoor

Om 15.00 uur nemen we de trein naar Jaipur. De trein is enorm lang en we moeten een heel eind naar voren lopen voor onze wagon. De wagons met tralies voor de ramen zijn de laagste klasse, de mensen zitten er dicht op elkaar.

In de wagon waarin wij 2e klas reizen zijn geen tralies voor de ramen en er hangen ventilatoren die voor enige verkoeling zorgen. Op de buitenkant van de wagon zijn grote computeruitdraaien gehangen met daarop de namen van de passagiers. Leuk, mijn naam staat er ook in Indiaas schrift.

Op het perron is het druk, mensen zitten in groepjes te eten, anderen proberen nog wat eten of drinken aan de man te brengen en een man verkoopt allemaal kettingen en hangsloten om je bagage mee aan de bank vast te leggen, om te voorkomen dat er iemand mee vandoor gaat als je net lekker ligt te slapen tijdens de lange treinreis.

Als we net buiten het station zijn zien we langs het spoor de allerarmste mensen. Het is echt bittere armoe; ze hebben een stuk landbouwzeil, een golfplaat of niets. De deur van de trein is open en ik maak foto’s, veel foto’s, waarom weet ik niet.

Het is kilometers lang de armoede die ik ken van de beelden van TV maar in werkelijkheid is confronterender en het stinkt erg.

Als we de stad en de armoe verder achter ons laten zien we uitgestrekte velden met tarwe, hier en daar een huis of boom, een kudde kamelen en kleurrijke mensen. De vrouwen dragen mooie sari’s in felle kleuren.

‘s Avonds om 9 uur komen we aan in Jaipur, het is al donker. We verblijven 3 nachten in Hotel Bissau Palase, een prachtig beschilderd groot oud paleis. Vroeger was het van een maharadja, sinds 1969 is het in gebruik als hotel.

Jaipur

De beroemde roze binnenstad is vervaagd tot oranje

Jaipur is de hoofdstad van de deelstaat Rajasthan (land van de koninginnen). Jaipur is bekend vanwege Pink City. De maharadja heeft ooit opdracht gegeven de hele binnenstad roze te verven. Hoewel de binnenstad vervallen is en haar roze inmiddels meer oranje is maakt het toch indruk.

Na het ontbijt en wat shoppen gaan we met een riksja op weg naar het Amberfort, 10 km buiten de stad. Onderweg zien we mooi beschilderde olifanten met bagage op hun rug. Toch wel vreemd om een olifant in het verkeer te zien. Ook zijn er veel kamelen, allemaal mooi versierd.

Het Amberfort is een enorm complex dat opmerkelijk goed onderhouden is. Het is midden 16e eeuw gebouwd door Raja Man Singh, een zogenaamde Rajput-bevelhebber in het leger van grootmogol Akbar. De Jai Sigh maharadja’s hebben het fort later uitgebreid.

Het is erg warm maar in de vertrekken van dit fort is het koel. Op de weg naar boven zitten overal bedelaars en komen er priesters op je af die je, ook al versta ik ze niet, voor een paar roepie een goed leven toewensen.

De muren hebben prachtig ingelegde panelen vol glitterende spiegeltjes en stenen. Vanaf de muur is er een mooi uitzicht. Er loopt een muur van bijna 20 km lang vanaf het fort rond de stad, waar ik vanaf hier een goed zicht op heb.

Kamelensafari

De schoolkinderen zingen ons toe

De volgende morgen worden we na een heerlijk ontbijt met lasi, een yoghurtdrank die je in verschillende fruitsmaken kunt bestellen, met een bus naar het jachtslot van de maharadja gebracht. Van hieruit maken we een kamelensafari.

Het is erg warm en we moeten veel water en een pet tegen de zon meenemen. Achter de kamelen hangt een tweewielig plat karretje waar je op kunt gaan zitten, je kunt natuurlijk ook op de kameel gaan zitten.

We bezoeken onderweg twee dorpjes en een schooltje. De schoolkinderen zingen ons toe met Vader Jacob. Niet echt bijzonder, maar ze zijn blij met de koekjes die onze gids meegenomen heeft en ze willen allemaal op de foto. We krijgen een rondleiding door het dorpje en krijgen zo een beeld van hoe deze mensen leven.

Na een bezoek aan nog een dorpje rijden we terug naar het jachtslot voor een heerlijke lunch.

‘s Middags bezoeken we de Monkey Temple. Er schijnen zo’n 20.000 apen te leven, maar zoveel zie ik niet. Ook houd ik liever afstand, want ik moet er niet aan denken gebeten te worden door een aap. Voor een roepie zet ik een Saddhu op de foto, dat zijn zogenaamd heilige mannen die leven van aalmoezen.

Terug in ons hotel brengen we de rest van de middag aan het zwembad door.

Jaipur - Agra

Door de droogte zijn er nog maar weinig vogels in Keoladeo

We gaan al vroeg op weg naar Agra. Onderweg bezoeken we Keoladeo, een vogelreservaat bij het plaatsje Bharatpur. We gaan met riksja’s het park in. De laatste jaren is er bijna geen regen gevallen en er zijn haast geen vogels meer over van de ruim 300 vogelsoorten die hier te zien waren. Ook voor de riksja’s is het zwaar, want er komen bijna geen toeristen meer.

Vlakbij Agra bezoeken we Fatahpur Sikri (16e eeuw), de voormalige hoofdstad van grootmogol Akbar. Ook deze stad is gebouwd van rode steen, volgens onze gids zijn die ooit bekleed geweest met edelstenen, maar als zoveel kunstschatten in India, gesloopt door de Engelsen en verscheept naar Engeland.

Bij de vorst woonden 3 vrouwen: een hindoe een moslim en een christen. Voor elk van de vrouwen was een verblijf gebouwd. Binnen de muren van dit complex wordt werkelijk van alles te koop aangeboden, de verkopers zijn opdringerig en ik krijg er een beetje genoeg van.

Als ik een foto maak van een jochie van een jaar of 12 dat vanaf een behoorlijke hoogte een waterbassin in springt, komt hij gelijk achter mij aan om geld te vragen voor de foto. Ik geef hem een munt van 5 roepie, niet genoeg, zo laat hij met veel bombarie weten.

Niemand grijpt trouwens in. Als we in de bus zitten moeten we de chauffeur vragen de verkopers weg te sturen. Ze lopen namelijk zo de bus in en luisteren echt niet naar ons.

Na nog een uurtje in de bus zijn we in Agra, waar we overnachten in Hotel Amar, een erg mooi hotel met zwembad.

Agra

De Taj Mahal is het mooist in de eerste ochtendzon

Om kwart voor 6 in de ochtend vertrekken we met een fietsriksja naar de Taj Mahal. Bij de ingang staan al meer mensen in de rij voor een kaartje. Het is al licht maar de zon moet nog opkomen en we zijn dus op tijd om de Taj Mahal te zien in de eerste ochtendzon, wanneer hij op z’n mooist schijnt te zijn.

Na zo’n honderd meter lopen sta ik dan oog in oog met de Taj Mahal; wat is dit ongelofelijk mooi. Grootmogol Sjah Jahan liet de Taj Mahal als grafmonument voor zijn vrouw Mumtaz bouwen. Aan het volledig uit wit marmer opgetrokken mausoleum is in de 17e eeuw 17 jaar gewerkt. Het gebouw is volledig symmetrisch.

Het complex is van buiten het mooiste gebouw dat ik tot nog toe gezien heb. Binnen, waar de graftombe is, is het vrij sober, wat wel gepast is.

Als we de Taj Mahal verlaten staat onze riksje nog te wachten en we besluiten nog een bezoek te brengen aan het zoveelste Rode Fort, ze zijn in India echt weg van de kleur rood.

Ik heb zin om zomaar in m’n eentje rond te lopen, zonder gids en uitleg. Maar als ik even later in de schaduw op een marmeren stoep ga zitten komt er een man van de bewaking naast mij zitten en voor ik het weet zitten we gezellig te kletsen. Ik beantwoord al zijn vragen over Holland en hij vertelt over India, zijn familie en natuurlijk het fort en zo weet ik na een klein uurtje toch heel veel over het fort.

Wandelen in de stad komen we langs een vrij grote winkel met muziekinstrumenten. Binnen zit een Indiër in kleermakerszit te trommelen op de tabla, twee kleine kegelvormige trommels die je met vingers en handpalm bespeelt. Hij wil het mij wel leren. Leuk. Ik neem naast hem plaats en krijg mijn eigen tabla.

Na wat oefenen heb ik het ritme te pakken en drum ik er lekker op los. De eigenaar komt er ook bij zitten met een sita, Indiaas snaarinstrument, en met z’n drieën geven we een klein concertje.

Khajuraho

Unieke Chandela-tempels met prachtig beeldhouwwerk

‘s Morgens om 5 uur vertrekken we naar Khajuraho. Het is een mooie en boeiende rit over het platteland van India. Khajuraho staat vooral bekend om de unieke Chandela-tempels met het prachtige beeldhouwwerk, waarvan de erotische afbeeldingen zonder twijfel de beroemdste zijn.

Aan het eind van de middag komen we aan in Khajuraho, waar we overnachten in het Usha Bundela Hotel, een mooi hotel met zwembad. Het is hier een stuk rustiger dan in de plaatsen waar ik tot nog toe geweest ben en ik besluit dan ook de fiets die aangeboden wordt te huren.

‘s Avonds ga ik op de fiets naar het stadje om geld te pinnen. Nadat we gegeten hebben fietsen we terug naar ons hotel. Het is inmiddels donker, er zit geen licht op de fiets en er is ook geen straatverlichting. Ik vind het best eng en hoop maar geen put in de weg tegen te komen, maar alles gaat goed en we komen zonder kleerscheuren aan.

De volgende morgen ga ik op m’n fiets een bezoek brengen aan de acht tempels gewijd aan de bekende hindu-goden. Het is al erg warm als ik vroeg in de middag terugfiets naar mijn hotel. Ik kom langs een stoffenwinkeltje zoals je er heel veel ziet in India en besluit te kijken of ze hier een omslagrok voor mij kunnen maken.

Binnen zit een man die een krukje voor mij onder de wapper zet en als ik zit komt de eigenaar binnen. We zitten met z’n drieën een tijdje te kletsen en drinken thee. Als ik de stof heb uitgekozen duurt het nog een half uurtje en mijn rok is klaar. Voor 500 roepies ben ik een rok rijker en tevreden fiets ik door naar het hotel.

Varanasi

'De Ganges is de levenslijn van de Indiase cultuur'

Vroeg in de morgen reizen we door naar Varanasi, een van de meest indrukwekkende steden van India en een van de oudste nog steeds bewoonde steden ter wereld. We overnachten in Hotel Pradeep.

Varanasi ligt aan de heilige rivier de Ganges. India is voor zo’n 90% hindoeïstisch, men gelooft in reïncarnatie. Om aan de cyclus van geboorte en wedergeboorte te ontsnappen en zo uiteindelijk rust te vinden geloven hindoes dat van wie sterft in Varanasi en gecremeerd wordt aan de heilige Ganges de ziel naar het nirvana, het hiernamaals, gaat.

Kinderen verdienen een tweede kans op een leven op aarde, daarom worden zwangere vrouwen en kinderen tot ongeveer 5 jaar niet gecremeerd. Omwikkeld met doeken en verzwaard met stenen worden zij na een ceremonieel in de Ganges afgezonken.

De ziel zal dan een kans krijgen op een volgend leven, dat hopelijk succesvoller wordt dan het eerste.

Melaatsen worden ook niet gecremeerd omdat de ziekte bij crematie door de lucht bij anderen terecht kan komen. Hoge geestelijken, uit de hoogste kaste, leiden op aarde zo’n heilig leven dat het niet nodig is gecremeerd te worden, dus ook zij worden omwikkeld met doeken en verzwaard met stenen afgezonken in de Ganges.

De volgende morgen staan we vroeg op om bij zonsopgang vanaf een bootje op de Ganges de drukte te zien op de gaths, de treden die afdalen naar de rivier. Met riksja’s rijden we vanaf ons hotel door de stad naar de gaths. In de stad is het druk, veel mensen zijn al op pad voor een ochtendritueel aan de heilige rivier.

Ook zie ik mensen die wachten op het naderend einde. Het beeld van een baby langs de kant van de weg die de ochtend niet heeft gehaald blijft nog lang in m’n hoofd rondspoken.

Bij de Ganges aangekomen ligt er al een boot klaar. Eenmaal op de rivier valt het mij op dat de rivier niet stinkt, terwijl ik gehoord heb dat het een van de meest vervuilde rivieren ter wereld is. Voor hindoes is de Ganges heilig; zij drinken het water, wassen zich erin en worden niet ziek. We zien een dode koe drijven en verderop een lijk.

Bij de grootste crematieplaats van Varanasi is het druk, aan de lopende band worden er in het openbaar lijken verbrand.

Om half 8, als de zon op is, gaan we ontbijten in restaurant Dolfijn. Vanaf het balkon hebben we uitzicht op de Ganges en Varanasi.

‘s Middags ga ik naar het 17e eeuwse Fort Ramnager van de maharadja van Benares. Binnen is een grote collectie howdahs (zetels voor op een olifant) en palankijnen (draagstoelen) te zien.

De volgende dag lopen we door de nauwe straatjes van Varanasi. Wij zouden het steegjes noemen, maar hier zijn het de doorgaande wegen. Er rijden motors door en als je pech hebt ligt er een koe te herkauwen en dan is zo’n straatje aardig gevuld.

Naar Nepal

Royaal overnachten in Shivpatinagar

We vertrekken richting Nepal. Vanavond overnachten we vlak bij de grens in het dorpje Shivpatinagar. Op een uitgestrekt landgoed ligt daar midden in de natuur hotel Royal Retreat.

Een historisch verantwoorde naam, want Raj Shivapati Singh die landgoed en paleis in 1923 van de Britse bouwer kocht om het als jachtslot te gebruiken was de lokale maharadja. Het landgoed is nog steeds in handen van de familie en tegenwoordig runt de schoonzoon het tot hotel omgebouwde paleis.

Binnen straalt het hotel de sfeer uit van vervlogen koloniale tijden. Stoffige tijgerkoppen sieren de muren en de kamers zijn allemaal in dezelfde koloniale stijl ingericht. Een ding is zeker: deze nacht slaap ik als een maharadja!

De volgende morgen rijden we al vroeg naar de grens met Nepal. Onderweg zien we kinderen in uniform langs de weg staan wachten op de schoolbus. We stoppen nog om een foto te maken van twee kraanvogels die in het veld staan en dan op naar Nepal. Deze reis gaat verder door Nepal.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win