×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Rondreis Toscane

Kathedralen en torenstadjes in een prachtig landschap

Reisverslag: Sandra van Berlo
Foto's: Sandra van Berlo

In Toscane volgt het ene hoogtepunt na het andere: het Piazza dei Miracoli van Pisa met scheve toren, dom en baptisterium; het ommuurde vestingstadje Lucca; het torenstadje San Gimignano; Siena met het Piazza del Campo; Volterra met zijn paleizen; Firenze met de enorme dom en de Ponte Vecchio; Fiesole met Romeinse en Etruskische opgravingen. En dat alles omringd door het mooie golvende Toscaanse landschap.

Als de autotrein in Iselle di Trasquera aankomt zijn we in Italië. We zijn vanmorgen uit Bern vertrokken, waar ik om 7.00 met de nachttrein aankwam. Met het kampeerbusje van vrienden die in Zwitserland wonen steken we de Alpen over, vanaf Brig naar Iselle via de Simplontunnel. Het verschil tussen Zwitserland (ordelijk) en Italië (rommelig) is meteen zichtbaar.

Na de afdaling uit de Alpen steken we via snelwegen de Povlakte over en passeren Milaan. Het is vandaag vooral een reisdag. Als we in Fidenza, iets voor Parma, de snelweg verlaten en rechtsaf de Apennijnen in rijden zijn we in Toscane en kan de vakantie echt beginnen.

Rond etenstijd komen we aan in Berceto, waar we na een drankje op een terras op zoek gaan naar Camping Pianelli. De camping ligt op een mooi terrein, de voorzieningen zijn er uitstekend en het personeel is buitengewoon vriendelijk. We krijgen bovendien een mooie plek toegewezen.

Pisa

Aan het Piazza dei Miracoli is eeuwen gewerkt

We dalen uit de Apennijnen en rijden parallel langs de kust zuidwaarts. Langs de weg zien we veel bedrijfsterreinen waar marmer wordt verwerkt. Rond Carrara liggen zo’n 300 marmergroeven, waar al sinds de Romeinse tijd marmer wordt gewonnen. Het wordt het oudste industrieterrein ter wereld genoemd dat nog steeds in bedrijf is.

Het marmer uit Carrara heeft bijna geen vlekken. Michelangelo gebruikte dit marmer voor zijn David. Even verderop ligt het plaatsje Forte dei Marma, inderdaad met een marmeren fort.

Rond lunchtijd zijn we in Pisa. We installeren ons op Camping Village Torre Pendente, op loopafstand van het centrum. Ik weet eigenlijk niet goed wat ik me voor moet stellen van Pisa, behalve dan dat er een scheve toren staat. We gaan dan ook meteen op zoek naar die scheve toren van Pisa: de Torre Pendente.

Doordat hij altijd geïsoleerd op de foto staat, kreeg ik de indruk dat de scheve toren ergens los in de ruimte staat. Niets blijkt minder waar: de toren staat samen met andere religieuze gebouwen op Piazza dei Miracoli, het Plein der Wonderen, dat in zijn geheel werelderfgoed is. De toren is de campanile (losstaande klokkentoren) van de Duomo di Pisa, waar hij vlak naast staat.

Het plein Piazza dei Miracoli is in feite een groot ommuurd grasveld. Naast de Romaanse dom, waarvan de bouw in 1064 begon, staat het eveneens Romaanse baptisterium, dat ook een losstaand deel van de Duomo is. Het baptisterium (1153) is de grootste doopkapel van Italië en ongeveer even hoog als de scheve toren.

En dan vinden we op het Piazza dei Miracoli ook nog het Camposanto, een ommuurde begraafplaats. Vanaf 1278 werd hier een groot klooster in gotische stijl gebouwd dat pas in 1464 gereed kwam. In 1594 werd er nog een kapel aan toegevoegd, de Capella del Prozo.

Aan de bouw van de Torre Pendente werd in 1173 begonnen. Al toen in 1178 de derde verdieping werd gebouwd begon de toren over te hellen. In 1272 werd desalniettemin begonnen met de bouw van nog drie verdiepingen. Daarbij werd de scheefstand gecompenseerd door aan een kant meer specie te gebruiken: de scheve toren is dus ook nog eens een kromme toren. In 1372 begon de bouw van de bovenste verdieping, die men recht bovenop de kromme toren zette.

Door de eeuwen heen is geprobeerd te voorkomen dat de toren om zou vallen. In de jaren 90 was de scheve toren zelfs uit veiligheidsoverwegingen gesloten. Hij is toen iets rechtgetrokken en de fundamenten zijn versterk, waardoor hij sinds 2008 stabiel zou moeten zijn.

Het Plein der Wonderen is heel toeristisch en erg druk maar tegelijkertijd rustig, statig en sereen, hoeveel mensen er ook rondlopen. De toeristische winkeltjes aan het plein zijn niet opdringerig. Dit in tegenstelling tot de toestanden buiten de muur rond het plein.

Die muur wordt omgeven door toeristische eettenten en bij de ingang van het plein is een markt waar handelaren op nogal agressieve wijze hun koopwaar aan de man proberen te brengen.

Een deel van de handelaren is Afrikaans en blijkbaar vormen zij een bedreiging, want deze groep wordt steeds verjaagd door de politie. Handelaren en politie spelen voortdurend een kat-en-muisspel: ze rennen voor elkaar weg, ze rennen elkaar na, ze vloeken en schelden tegen elkaar.

Er zijn ook Aziatische vrouwen met koopwaar. Zij worden niet zozeer door de politie achterna gezeten, maar vooral badinerend en onbeschoft benaderd door de mannelijke koopmannen. Dit alles maakt de sfeer rondom het plein bedreigend en geeft de bezoeker een onveilig gevoel.

Ook de eettenten rond het plein wekken niet de indruk de toerist vriendelijk en welwillend tegemoet te treden. De bediening is ongeïnteresseerd, chaotisch en niet echt representatief. De serveerster die de bestelling opneemt is al snel de kluts kwijt: ze weet niet meer wie wat heeft besteld. Ze stort zich vertwijfeld op een stoel naast ons en steekt een sigaret op.

De ober die ons bedient heeft, terwijl hij een salade serveert, een hamburger in zijn mond. Toch zijn ze niet onvriendelijk.

Ook Camping Village Torre Pendente is niet wat wij verwachten. Hoewel ruim opgezet en van alle gemakken voorzien, willen we er snel weer weg vanwege de onophoudelijke geluidsoverlast: harde technobeat, een luidruchtig Brabants tokkiegezin etcetera. Het is beter Pisa te bezoeken als dagtrip naar het Veld der Wonderen. Voor de rest heeft de stad niet veel te bieden.

Lucca

Vestingstadje omringd door muren van rode baksteen

Vroeg in de ochtend maken we nog foto’s van het Veld der Wonderen, zodat er geen toeristen op staan. En dan verlaten we Pisa en rijden via Lucca landinwaarts naar San Gimignano, een middeleeuws stadje in de provincie Siena.

Lucca is een mooi vestingstadje dat wordt omringd door 17e-eeuwse verdedigingsmuren van rode baksteen. Het rustige stadje heeft talloze pleintjes en voetgangerssteegjes die in de schaduw liggen van mooie kerken en paleizen. Het stratenpatroon is rechthoekig en binnen de vestigingsmuren is verkeer verboden, zodat de stad heel goed per voet te bezichtigen is.

Het meest opvallende gebouw van Lucca is de Romaanse kerk San Michele in Foro (1070). Bovenop de marmeren façade vol zuilen staat een enorm beeld: het is de gevleugelde figuur van aartsengel Michaël.

San Gimignano

Het mooiste middeleeuwse torenstadje van Toscane

We rijden door een prachtig Toscaans landschap van golvende heuvels met akkers en cipressen en passeren Volterra, dat we later zullen bezoeken. Van een afstand zien we af en doe de torens van San Gimignano al verschijnen, totdat ze weer achter de heuvels verschijnen.

En dan zien we ze ineens in volle glorie voor ons. Nieuwsgierig naar wat het stadje te bieden heeft rijden we naar onze overnachtingplaats; Camping Boschetto, een goed geoutilleerde camping vlakbij San Gimignano, waar we een plekje krijgen onder prachtige bomen.

Overdag is het rustig op de camping, maar ‘s avonds horen we de muziek. Als we gaan kijken waar die vandaan komt, blijkt dat er op het dakterras van een bar net buiten de camping dansles wordt gegeven. Het ziet er geweldig uit: jongens en meisjes dansen 12.00 uur ‘s nachts bij een temperatuur van 25 graden in de buitenlucht op Italiaanse muziek.

San Gimignano is zo’n typisch Toscaans middeleeuws torenstadje bovenop een heuvel. Ooit domineerden maar liefst 72 torens de omgeving, nu zijn er nog 14 van die 12e- en 13e-eeuwse torens over.

De uitleg over het waarom van die hoge torens verschilt per reisgids. Volgens de een was het een prestigekwestie om de toren zo hoog mogelijk te bouwen, volgens de ander waren de versterkte torens ter verdediging tegen rivaliserende families en tenslotte is er ook nog een verklaring die verband houdt met het verleden van het stadje als textielcentrum.

Alleen in San Gimignano wist men hoe saffraan te gebruiken om de stoffen te kleuren. De lengte van het weefsel was bepalend voor de prijs en daarom zouden de rijke fabrikanten hoge torens hebben gebouwd waarin lange lappen stof te drogen konden worden gehangen.

Welke verklaring juist is maakt helemaal niet uit voor de indruk die je krijgt van het torendorp; het is sowieso geweldig om hier rond te wandelen.

Zodra je via de toegangspoort binnen de muren bent valt er veel te ontdekken: de cisterna (stadsfontein), prachtige pleintjes, musea, galeries, (ijs)winkels, de stadswal en talrijke kerken. Op de marmeren trappen zitten mensen, sommige alsof je Hemingway betrapt op een van zijn reizen.

Er zijn ook veel muurschilderingen te zien en je kunt hier uiteraard goed eten. Ik eet een typisch Toscaans gerecht genaamd Panzanella, een koude broodsalade.

San Gimignano is een van de best bewaard gebleven middeleeuwse stadjes in Toscane, het historische centrum is werelderfgoed. Het is dan ook erg druk in het stadje, maar de drukte is niet hinderlijk of storend. Het blijft allemaal vrij gemoedelijk.

Siena

Het Piazza del Campo is ook imposant zonder paardenrace

Vanuit San Gimignano maken we een dagtrip naar Siena. Denk je dat je alles gezien hebt, is er weer een mooie stad met indrukwekkende bouwwerken. Steeds opnieuw verbazing over zoveel moois. Ook de historische binnenstad van Siena staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.

Siena is op drie heuvels gebouwd en de belangrijkste bezienswaardigheden liggen bij elkaar in de buurt rond het waaiervormige Piazza del Campo, een van de grootste middeleeuwse pleinen van Europa.

Twee keer per jaar wordt op dit plein de Palio gehouden, een paardenrace van drie rondjes over het plein. Veel langer dan een minuut duurt het niet maar het winnen van de race, een strijd tussen de verschillende wijken om een palio (banier), is er niet minder om.

Grappig genoeg is het toegestaan om elkaar om te kopen en door de daarmee gepaard gaande onderhandelingen loopt de start van de Palio doorgaans vertraging op.

Eenmaal van start is tijdens de race alles toegestaan: elkaar de bocht afsnijden, elkaar met de zweep om de oren slaan. Het eerste paard dat over de streep komt heeft gewonnen en of er dan nog een ruiter op zit is niet van belang.

Piazza del Campo is ook imposant als er geen paardenrace wordt gehouden. Aan de ene kant van het plein waarop de middeleeuwse straatjes van Siena uitkomen zitten bars, cafés en restaurants, aan de andere zijden staan historische gebouwen zoals het gotische Palazzo Pubblico (stadhuis) met de circa 100 meter hoge klokkentoren Torre del Mangia.

Uiteraard heeft ook Siena een dom. Het is een van de grootste kathedralen van Italië. Vanaf 1215 is er aan de Duomo di Siena gebouwd en pas in 1380 werd de uitbundig versierde façade voltooid.

Ook deze kathedraal heeft een enorme klokkentoren, het baptisterium is echter niet vrijstaand en ligt iets lager. Bij de poorten van de Duomo zijn veel details te zien en kopieën van beelden (de originelen bevinden zich in het Museo dell’ Opera del Duomo).

Het interieur van de dom is een en al marmer, van de zwart-wit gestreepte muren en pilaren tot de door leeuwen ondersteunde preekstoel (waarvan het marmer uit Carrara komt) en de enorme mozaïekvloer waaraan twee eeuwen is gewerkt.

In Siena is het goed toeven. Er zijn mooie winkels en je kunt ook hier goed eten en drinken. Ik bestel een visschotel die verrukkelijk smaakt. Met de bijpassende wijn kan de dag niet meer stuk.

Het moet geweldig zijn om in Siena te studeren met al die schoonheid. Sienna is beroemd om zijn universiteit uit 1203 (het is derde universiteitsstad van Toscane) en de universiteitsgebouwen zien er ook al zo prachtig uit.

Volterra

De Etrusken bewerkten hier al albast

We maken vanuit San Gimignano ook een uitstapje naar Volterra, dat op een plateau ligt met een fraai uitzicht over de omringende heuvels. Volterra is mooi, met op het Piazza San Giovanni een Romaanse dom, een Romeins amfitheater en een aantal paleizen. Maar Volterra is ook klein en je bent er vrij snel uitgekeken.

Volterra is vooral beroemd vanwege de albast die in grotten in de omgeving wordt gedolven en die al door de Etrusken werd bewerkt. Er zijn veel winkels die voorwerpen verkopen die van albast zijn gemaakt. Je staat versteld wat men er allemaal van maakt: schalen, lampenkappen, beelden.

We bezoeken Palazzo Viti, een renaissancepaleis dat privé-bezit is maar gedeeltelijk opengesteld voor publiek. Visconti gebruikte dit palazzo in 1964 als decor voor de film Vaghe Stelle dell’Orsa met Claudia Cardinale. Bij het entreebewijs is een consumptiebon gevoegd. Daarmee kun je een drankje bestellen in de wijnkelder van het paleis.

De wijnkelder van Palazzo Viti is een gebouw uit de 16e eeuw met Etruskische en Romeinse waterbronnen waar je kunt genieten van lokale specialiteiten.

We drinken er een glas witte wijn. De muren van de wijnkelder zijn bekleed met berichten uit oude kranten over het vroegere Italiaans koningshuis.

‘s Avonds eten we in een mooi pittoresk straatje op een terras: ik eet weer een verrukkelijke visschotel en drink heerlijke witte wijn.

Firenze

Alles aan de 91 meter hoge dom van Florence is enorm

We verlaten San Gimignano en zetten koers richting Firenze (Florence). Hoe dichter we Firenze naderen, hoe drukker het verkeer wordt. We rijden bergopwaarts naar Fiesole. Bij Fiesole ligt Camping Panoramico, een prachtige camping die langs een helling naar beneden slingert. Je kunt een plek zoeken aan een van de slingerweggetjes.

We installeren ons op een mooie plek. Ik neem een leesboek en geniet van de zon, van de omgeving en van de rust. En ik kijk nu al terug op een prachtige vakantie, terwijl ik Firenze nog moet zien.

Maar ook deze camping is het ‘s avonds niet rustig: als we hier op zoek gaan naar de bron van het geluid, blijkt dat de opvolger van de communistische partij in een naburig dorp een dorpsfeest organiseert.

Dat is vanaf de camping allemaal goed zichtbaar: vanaf de heuvel zie je het dorpsplein, met lampjes verlicht en omgebouwd tot feesttent.

Op de klanken van de Italiaanse variant van Frans Bauer, Marianne Weber en Johnny Jordaan amuseren de goedgeklede buurtbewoners (oud en jong) zich tot diep in de nacht.

Vanaf het midden van de camping zie je in de verte het verlichte Firenze liggen, heel idyllisch. Rond middernacht is het nog 25 graden: de temperatuur nodigt uit om de hele nacht op het muurtje te blijven zitten om te genieten van het uitzicht. Het is echt wonderschoon.

Ik loop een kleine 2 km bergafwaarts naar het dorp Fiesole en neem daar de bus naar Firenze, de bakermat van de renaissance. In Firenze aangekomen blijk ik in plaats van richting centrum te lopen, juist verder verwijdert te raken van de binnenstad.

Ik begrijp niet wat er mooi is aan Firenze, totdat ik via een zijstraat ineens (nou ja, ineens: nadat ik 3 keer de weg heb gevraagd) een deel van een enorm bouwwerk voor me op zie doemen.

Jeetje, wat is dit? Een prachtig groen-, roze- en witmarmeren gebouw, met goudbelegde deuren: ik snak even naar adem. Van de eerste schrik bekomen loop ik verder en merk dat ik de Duomo van Firenze aan het bekijken ben, de Basilica di Santa Maria del Fiore.

De dom is werkelijk enorm: enorm groot, enorm indrukwekkend, enorm mooi, enorm kleurrijk. Eeuwenlang is gewerkt aan het 153 meter lange en 91 meter hoge gevaarte waarvan de koepel een doorsnede heeft van 45 meter.

Tegenover de dom staat dan ook nog eens het Battistero San Giovanni, een enorme doopkapel met drie grote bronzen deuren. En naast de dom staat de campanile, die met zijn hoogte van 85 meter nog steeds een stukje lager is dan de dom zelf.

Ik laat me afschrikken door de grote rij bij de ingang en bezichtig de dom niet van binnen maar loop verder. Ook de rest van het centrum van Firenze is prachtig, zoals het Piazza della Signoria waaraan het stadhuis Palazzo Vecchio (ook wel Palazzo della Signoria) ligt en het Palazzo degli Uffizi, waarin een museum zit.

Op Piazza della Signoria staat een replica van de David van Michelangelo (het origineel staat in de Galleria dell’Academia), een Neptunusfontein, een ruiterstandbeeld van Cosimo I de’ Medici en nog een hele serie beelden in de Loggia dei Lanzi.

Aan het Piazza della Signoria liggen tal van cafés en restaurants maar je betaalt er gruwelijk veel voor een consumptie, zoals we te laat merken.

Vanaf het plein gaan we richting Ponte Vecchio. Onderweg passeren we tal van eetgelegenheden die er werkelijk fantastisch uitzien: etalages met Italiaanse gerechten en ijszaken met hoge torens ijs, versierd met de vruchten waarvan het ijs is gemaakt.

Citroenijs is gegarneerd met mooie, gekrulde plakjes citroen. En er zijn chique en dure winkels. We beperken ons tot ijs en tot een Italiaanse salade.

De Ponte Vecchio is de oudste nog bestaande brug van de stad. De Ponte Vecchio (‘oude brug’) werd in 1345 gebouwd en verving een houten exemplaar uit de Romeinse tijd dat door een overstroming was vernield. Het is de enige brug over de Arno die in WO II niet werd opgeblazen.

Bedrijfjes waren altijd al op de brug gevestigd, maar de slagers, leerlooiers en smeden die hier van oorsprong hun werkplaats hadden (en die de rivier gebruikten als stortplaats voor hun afval) werden in 1539 verwijderd omdat ze teveel lawaai en stank produceerden. De werkplaatsen werden verbouwd en daarna verhuurd aan edelsmeden.

Maar blijkbaar was de brug nog steeds niet netjes genoeg voor de De’ Medici-familie, want in 1565 lieten ze over de brug de Corridoio bouwen, een speciale gang waarlangs ze van het Palazzo Vecchio naar het Palazzo Pitti aan de andere kant van de Arno konden lopen zonder zich onder het gewone volk te hoeven begeven.

De winkels die langs de brug zijn gebouwd en er deels overheen hangen verkopen tot de dag van vandaag nieuwe en antieke sieraden. Enkele van de oudste werkplaatsen hebben aan de achterkant een uitbouw, ondersteund door houten stutten.

De brug is erg fotogeniek door de weerspiegeling van de brug en de pastelkleurige huizen in het water. Ook de omgeving van de brug is de moeite waard om rond te dwalen.

Fiesole

Romeinse en Etruskische opgravingen

Vanavond vertrekt mijn trein uit Milaan richting Nederland. We besluiten tot die tijd in Fiesole te blijven. We beginnen met een kop koffie in de plaatselijke kroeg. De eigenaar vindt het geen goed idee dat we alleen koffie drinken: we mogen niet weg voordat ik een van zijn verrukkelijke ijsjes heb gegeten.

Hij laat ons van elke smaak wat proeven, zodat we een goede keuze kunnen maken. Als we uiteindelijk onze keuze hebben bepaald is hij innig tevreden.

Vervolgens gaan we naar de archeologische vindplaats, met resten van een Romeins amfitheater en Romeinse thermen. Ook zijn er overblijfselen van een Etruskische muur en tempel. En dan is er nog het Museo Faesulanum, met een collectie keramiek en bronzen beelden en bronzen juwelen uit de bronstijd.

De opgraving is kleinschalig, het past precies bij de omvang van Fiesole zelf. Het is bovendien mooi gelegen in het Toscaanse landschap en het is er koel en rustig. Een waardig besluit van een mooie vakantie, want het is tijd om de bus naar Firenze te nemen, waar ik de trein naar Milaan pak die aansluit op de internationale trein terug naar Nederland.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win