×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Kilimanjaro trekking Marangu-route

De besneeuwde top kijkt je steeds uitdagender aan

Reisverslag: Peter van Boheemen
Foto's: Peter van Boheemen

Via de Marangu-route, het lichtste en meest belopen traject (ook wel Coca-Cola route genoemd), naar de top van de Kilimanjaro. Door tropisch regenwoud naar de Mandarahut, door een Jurrassic Parc landschap naar de Horombohut, door een desolate alpine woestijn verder omhoog naar de Kibohut en vanaf Gilman’s Point over de kraterrand naar de ijskap van de 5895 meter hoge Uhuru Peak.

In Moshi staat een luxe hotel van waaruit wij onze Kilimanjaro-expeditie gaan ondernemen. De belangrijkste informatie die we op de briefing krijgen is: luister altijd naar je gids en niet naar alle sterke verhalen van al degenen die de top al hebben bereikt.

Wij lopen de Marangu-route, ook wel denigrerend de ‘Coca-Cola route’ genoemd omdat het ‘t lichtste en meest belopen traject is. Het maakt mij niet zoveel uit hoe ik de top haal, als ik het maar haal.

‘s Avonds prepareren we ons voor de tocht. Een gedeelte van de bagage kan in het hotel achterblijven en een deel is speciaal meegenomen voor de Kilimanjaro. Zo gingen we naar Afrika met een ijsmuts, een fleece sjaal, skihandschoenen, een winddicht jack en broek.

Mandarahut

Door tropisch regenwoud het Kilimanjaro Nationaal Park in

Na het ontbijt wachten we op het taxibusje. Dat is op tijd. Een keurige hostess begeleidt ons. De bagage op de imperiaal en wij in de bus. De deelnemers zijn van allerlei nationaliteiten en leeftijden.

Onderweg wordt onze gids Felix opgepikt. Ook gaan er een kok, een hulpkok en drie dragers met ons mee. Per toerist gaan er dus drie mensen mee, waarmee de Kilimanjaro een enorm werkgelegenheids- project is want er kunnen per dag 65 klimmers aan de route beginnen.

De klim begint in Marangu. Onze bagage gaat naar de dragers. Felix wacht op de permits en als die in orde zijn kunnen we gaan.

We lopen door tropisch regenwoud. De gids houdt een rustig tempo aan. Hij wijst ons op apen en vindt een kleine kameleon. Het pad is goed geprepareerd en daardoor gemakkelijk te bewandelen.

Al is dit niet de enige reden om het pad goed te onderhouden: ook het gevaar van erosie ligt op de loer. Met slimme greppels heeft men de afwatering nu goed in de hand.

Bij een picknickplaats lunchen we met koude kip, een plak cake, een banaan en een sinaasappel. Hiermee hebben we genoeg energie voor we het laatste stuk.

We passeren een watervalletje en zien de vegetatie langzaam veranderen. De bomen worden kleiner, dunner en kaler. Na drie uur zijn we op 2.700 meter hoogte.

Hier begint het Kilimanjaro Nationaal Park en hier staat ook de Mandarahut waar we overnachten. Het is eigenlijk een huttendorp met een afdeling voor de gidsen en een voor de toeristen. De slaaphutten zien er degelijk uit. Vier keurige schone bedden per hut. Je hoeft alleen je eigen slaapzak te gebruiken. Er is ook een eetzaal waar we van onze kok thee en vers gepofte popcorn krijgen.

De Kilimanjaro is een oude uitgewerkte vulkaan. Vlakbij de Mandarahut is een oude krater. Daar lopen we naartoe. De natuur is erg mooi en de oude krater is goed te herkennen. Mistflarden en een paar spatjes regen maken het mysterieus. Terug op de basis begint het harder te regenen.

Je kunt tegen driedubbele prijzen cola en bier kopen. Volgens de hoogteziektefolder van de GGD is alcohol niet goed voor hoogteziekte dus dat laten we maar.

Onze gids Felix komt na het eten langs met de info voor morgen. We ontbijten om 7 uur en wandelen langer dan vandaag, maar het wordt nog steeds niet zwaar.

Er zijn in de kantine ook vier wat te zware Amerikaanse dames van 50 plus. Ik vraag aan Felix of hij denkt of zij het ook zullen halen. Hij kijkt voorzichtig opzij en zegt: ‘Ik denk het niet, maar je weet maar nooit. Soms zie je een dikkerd het halen op doorzettingsvermogen en een jong energiek persoon falen met hoogteziekte.’

We delen de hut met twee aardige Duitse jongens. Ze hebben een fles wodka bij zich en bieden ons ook een borrel aan. We vergeten even onze alcoholprincipes en nemen de borrel aan.

Horombohut

Grote distels, kleine beekjes en reuzenlobelia's

Ook vandaag lopen we over het goed geplaveide pad. De flora is heel anders. Het tropisch regenwoud heeft plaats gemaakt voor een Jurrassic Parc landschap maar dan zonder dinosaurussen.

Er zijn veel kleurige bloemen, grote distels, kleine beekjes en reuzenlobelia’s die er uitzien als palmachtige bomen.

De vergezichten zijn door de nevel nog rustgevender. We zijn te vroeg op de picknickplaats voor de lunch, dus maken we er een koffiepauze van zonder koffie.

Op het laatste stuk naar de 3.720 meter hoog gelegen Horombohut lopen we door snel overwaaiende wolken. De temperatuur is nu wat lager maar nog steeds aangenaam genoeg voor het lopen in T-shirt en korte broek.

We zijn vandaag weer 1.020 meter gestegen. Voor we de slaaphut bij Horombo krijgen toegewezen moeten we ons in het registratieboek inschrijven.

Als ik de deur van de ons toegewezen hut openmaak, schrik ik me een ongeluk. Er ligt een man op z’n rug in bed die zijn knalrode hoofd naar ons omdraait en mij met bloeddoorlopen ogen wezenloos aankijkt.

Ik stamel: ‘Wij komen ook in deze hut slapen, maar eh, ben je ziek of zo?’

Hij vertelt dat hij vanochtend op de top is geweest en dat het min dertig graden was met een sneeuwstorm. Daarbij wilde hij persé vandaag als eerste boven zijn.

Ik vind hem er erg slecht uitzien. Ik wil graag de top halen, maar er toch niet zo uit komen te zien en maak mij een beetje ongerust. Even later komt zijn maatje binnen. Hij ziet er fris uit, zonder verkleuringen. Dat stelt weer een beetje gerust.

Wellicht heeft de rode man zich helemaal over de kop gelopen. Cor constateert later dat hij ook zeer slecht gekleed was met een kapotte fleecetrui, een bouwvakkersjas en een paar rubberlaarzen.

Felix raadt ons nog aan om een stukje naar boven te lopen. We hebben geen extra dag om te acclimatiseren geboekt, maar door wat bergopwaarts te lopen kunnen we ook wat acclimatiseren en verkleinen we de kans op hoogteziekte. We lopen tot onze hoogtemeters 4.000 meter aangeven en nemen dan even rust.

Terug in Horombo neem ik een woekergeprijsde cola en in de laatste zonnestralen van vandaag geniet ik er extra van.

Als de zon onder is, gaan we naar de eetzaal. Daar is een jong Zwitsers stel dat ook vanochtend op de top is geweest. Ook zij hebben verhalen over extreme koude. We blijven optimistisch. Als een stel twintigers de top haalt, moet een paar robuuste veertigers het zeker halen, toch?

Er lopen in de eethut zeker een stuk of 15 muizen rond. Ze zijn niet eng, maar mooi met bruine streepjes op hun rug. Helaas is er een muis die bij het oversteken niet goed oplet en het leven laat onder de schoenzool van een ober.

Met een puzzelboekje maak ik het tot kwart over negen. Dan slapen. Volgens de man met het rode hoofd zou je vannacht van de kou niet kunnen slapen. Ik voel dat de kou wel meevalt. Toch snoer ik mijn slaapzak helemaal dicht rond m’n nek. Later in de nacht moet ik het koordje weer wat laten vieren omdat het te warm wordt. Nu weet ik zeker dat roodhoofd erg overdrijft en slaap ik lekker verder.

Kibohut

Het landschap wordt kaal, leeg, rotsachtig en desolaat

We hoeven er vandaag niet zo vroeg uit. Het eten van de kok mag wel niet zo goed zijn, hij staat wel elke ochtend klaar met een teiltje warm water om je gezicht te wassen. Vandaag is het ‘pole, pole’: Swahili voor ‘rustig aan’.

We krijgen de opdracht om langzaam te lopen om zo beter te acclimatiseren. Het is mooi om het landschap te zien veranderen. Het eerste stuk zien we nog wat vegetatie.

Bij een klein moerasachtig stukje is het laatste waterpunt. Hier kan nog water worden getapt dat goed doorgekookt als drink- en kookwater gebruikt kan worden. Daarna wordt het landschap kaal, leeg, rotsachtig en desolaat. Het waait wat over de vlakte. Voor de lunch zoeken we de luwte van een paar rotsen.

De besneeuwde top van de Kilimanjaro begint je steeds uitdagender aan te kijken. Ook vandaag stijgen we weer 1.000 meter. Doordat je steeds over vals plat stijgt merk je het bijna niet. Behalve het laatste stuk, daar gaat het pad wat steiler omhoog.

Daarbij begint de hoogte nu goed merkbaar te worden. Er is hier op 4.500 meter duidelijk minder zuurstof aanwezig. Toch gaat het lopen naar de Kibohut (4.703 meter) mij nog goed af. Al zijn de kuiten vandaag licht verbrand. Het blijft uitkijken met de zon op deze hoogte.

Er zijn vandaag wat mensen die door de hoogte even in het stapelbed moeten rusten.

De Kibohut is anders dan de twee voorgaande huttendorpen. Het is één groot gebouw met verschillende slaapzaaltjes.

Ik maak nog even een acclimatiseringsloop. Na 350 meter stijgen moet ik weer terug om op tijd te zijn voor het eten. De kok heeft nu alleen maar aardappelsoep.

Daarna, om 8.15 uur, proberen we wat te slapen, want we moeten er om 11 uur alweer uit want om 12 uur begint de klim naar het hoogste punt zodat je er met zonsopgang bent.

Het slapen lukt nauwelijks. Door de hoogte krijg je last van hartkloppingen. Het is een eng gevoel. Als we weer uit bed komen, voel ik mij gelukkig weer goed.

Uhuru Peak

Sneeuwwallen en gletsjers in de rode ochtendgloed

Vandaag moet het gebeuren. De 5.895 meter hoogte moet bereikt worden. Er gaat voor elke toerist een gids mee. Je mag in het donker en de vrieskou niet verdwalen. En als je door hoogteziekte wordt geveld kan er altijd een gids met je mee terug.

We zijn nog maar net onderweg of Felix krijgt last van z’n nek, een blessure die hij enige tijd geleden bij een auto-ongeluk heeft opgelopen. Hij geeft zijn zaklamp aan mij, keert om en stuurt een vervanger.

Het is moeilijk lopen in het donker. Struikelend over een steen ga ik een keer languit. Langzaam met kleine stapjes lopen we zigzaggend een denkbeeldige haarspeldweg naar boven. Voor je er erg in hebt is het eerste drinkwater al bevroren.

Cor krijgt het erg moeilijk en wil vaker en langer uitrusten. Maar de gidsen zijn onverbiddelijk. Lang uitrusten is te gevaarlijk in verband met bevriezingsverschijnselen. Op zijn tandvlees ploetert hij verder. Onze begeleiders praten hem moed in.

En daar is reden toe, want het eerste hoogtepunt is bereikt: Gillmans Point. De 5.685 meter hoge kraterrand is daar. Nog 200 meter en het topje van het dak van Afrika is bereikt. We volgen de kraterrand. Die is eerst nog vlak maar later stijgen we weer.

Ik begin de hoogte nu ook te merken. Ik voel me een beetje dizzy in mijn hoofd en loop soms een beetje te zwalken. De temperatuur is nu min vijftien graden met een loeiharde wind. We willen nog een paar keer rusten maar de gidsen zijn erg bang voor bevriezing en sturen ons steeds weer snel verder. En terecht natuurlijk.

Daarbij, het einde komt in zicht. Het bord van de Uhuru Peak kunnen we al zien. Nog even volhouden en we zijn er. Het is nog donker als het ultieme doel is bereikt. De foto onder het bord wordt met de flitser gemaakt.

De zonsopgang is schitterend, de sneeuwwallen en gletsjers zijn ondergedompeld in de rode ochtendgloed. We moeten ervan genieten, want doemscenario’s voorspellen dat door het broeikaseffect het over 20 jaar weleens gedaan kan zijn met de sneeuw op de evenaar.

Echt genieten valt niet mee: daarvoor is het veel te koud. Snel maken we foto’s, zodat ik thuis pas werkelijk zal zien hoe bijzonder het was om bij de evenaar de zon op te zien komen op bijna 6.000 meter hoogte.

Nu is het zaak om weer zo snel mogelijk terug te lopen naar minder wind, hogere temperaturen, meer zuurstof en water. Het water in mijn drinkfles is bijna één bonk ijs.

Het naar beneden lopen gaat (uiteraard) veel gemakkelijker. De steile helling heeft veel los gruis. De gids zegt ‘volg mij maar’ en gaat min of meer skiënd door het grind naar beneden. Dat gaat inderdaad erg gemakkelijk.

Beneden wacht Felix ons op met felicitaties. We rusten een tijdje uit, eten wat en kunnen weer verder wandelen. Nu vals plat bergafwaarts richting de Horombohut. We herstellen weer snel van de vermoeienissen van vannacht. Zelfs zo goed dat Felix zegt: ‘Jullie lopen lekker, we kunnen ook doorlopen naar de Mandarahut, dan zijn we morgen rond het middaguur terug in het hotel’. We denken aan het zwembad en een fles bier en stemmen in.

Terug naar het begin

's Ochtends gletsjers, 's middags weer tropisch regenwoud

We stoppen wel bij de Horombohut om te rusten en te eten. Dan lopen we verder. Het is heel bijzonder om in één dag het landschap zo sterk te zien veranderen. Zo zit je ‘s ochtends bij min vijftien graden bij de gletsjers, zo ben je aan het einde van de middag weer in tropisch regenwoud.

Bij de Marangohut is het erg druk. Na het eten, waar we erg lang op moeten wachten, gaan we meteen slapen. We zijn 22 uur op en actief geweest.

De laatste dag hoeven we nog maar een halve dag te lopen. En dat is maar goed ook, want de benen zijn behoorlijk stijf.

Tegen het einde lopen we naar een waterval. Dat kan er nog wel bij. Een frisse waterstraal klettert door het tropische groen naar beneden. Dan toch echt de laatste meters. Voor de laatste keer het registratieboek invullen en dan het felbegeerde certificaat.

Daarna met de bus naar het hotel voor een heerlijke douche, zwembad en een welverdiend biertje. Het hotel heeft ook een masseuse in dienst. We maken een afspraak voor een massage. Het lijkt even te helpen, maar de volgende dag zijn de beenspieren toch nog behoorlijk stijf. Maar het doel is bereikt. Dat pakken ze ons nooit meer af.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win
Banner - Stem & Win