×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Afwisselend Chili

Van gletsjers en sneeuw tot tropisch regenwoud

Reisverslag: Kim Verhees
Foto's: Kim Verhees

Chili is erg afwisselend: van de ruige bergen met eeuwige sneeuw en gletsjers in Torres del Paine, waar je bijna van de wandelpaden waait, tot het regenwoud van Quelat, langs de 1100 km lange weg Carretera Austral. In Pucon staat een rokende vulkaan. Vlakbij kun je raften, paardrijden en een duik nemen in de warme baden. Dan zijn er nog de metropool Santiago de Chile en havenstad Valparaiso, met zijn gekleurde huisjes.

Vanavond zitten we in een echt backpackershostel. Vol met jonge mensen en drukker dan wat we tot nu toe hebben gehad. Gelukkig hebben we een kamer voor ons tweeën. Maar dat zal voorlopig wel de laatste nacht zijn. Morgen vertrekken we voor 5 dagen naar het Nationaal Park Torres del Paine.

Torres del Paine

We worden bijna van het pad geblazen

Als we uit het busje stappen, willen we er eigenlijk meteen weer in. Er staat een ontzettend harde wind en het is er erg koud. De wind snijdt in je oren. Ik moet zelfs mijn handschoenen, muts en sjaal te voorschijn halen. Gelukkig blijken die later toch niet nodig.

Om de tijd te doden tijdens het wachten op de catamaran, maken we onze eerste klim (45 minuten) begonnen. Het resultaat is een fantastische waterval. Ook hier is het water turkoois gekleurd.

Na de overtocht met de catamaran beginnen we te lopen. Het eerste stuk gaat door een groen begroeide vallei, waar we op ons gemak kunnen wennen aan de klimmetjes. Doordat het zonnetje stiekem schijnt, is het wel lekker dat we tussen de bomen lopen.

Na twee uur lopen komen we het bos uit en staan we aan de rand van het meer, Lago Pehoe. In de verte is gletsjer Grey al te zien, het lijkt alsof we niet ver meer hoeven te lopen. Doordat we vrij hoog zitten, kan de wind hier ongestoord z’n werk doen. We worden bijna van het pad geblazen.

Ik denk dat onze rugzakken ongeveer 8 kg wegen. Je zou denken dat wat meer gewicht handig is tegen de wind. Maar dat maakt hier helemaal niets uit. Naarmate de tijd verstrijkt, lijkt het er niet op dat we dichterbij komen. Op een gegeven moment gaan we zelfs het bos weer in, en zien niets meer van het meer.

Maar uiteindelijk komen we toch een bordje tegen met daarop ‘Nog 20 min. naar Refugio Grey’. Uitgeput komen we aan in onze refugio. Omdat de hut stampvol zit, lopen we meteen door naar de gletsjer. Niet echt spectaculair (zoals de Perito Moreno), maar wel aardig om te zien.

Na een welverdiende nachtrust beginnen we aan onze tweede tocht (dezelfde weg terug, want we lopen een W-circuit). Het is een prachtige dag en de wind lijkt te zijn gaan liggen. Voor onderweg krijgen we een heerlijk lunchpakket mee, met veel chocolade. De tocht verloopt super.

Halverwege, op het hoogste punt, komt de wind weer opzetten en worden we wederom bijna van het pad geblazen. Een voordeel van de wind is, dat hij mooie lange fluwelen wolken creëert. Je blijft ernaar kijken.

De laatste drie dagen voordat we hier kwamen heeft het hier gestormd en gesneeuwd. Daar is nu weinig meer van te zien. Ondanks dat we dezelfde route lopen als gisteren ziet het er toch anders uit. Je bekijkt alles vanuit een andere positie.

Als we terug zijn bij refugio Pehoe leggen we onze rugzakken op de kamer en gaan wat eten. Als de zon ondergaat, klimmen we snel op een berg en genieten ervan. Voor ons ligt Lago Pehoe met op de achtergrond Los Cuernos, drie granieten grijze rotsen. Juist daarachter zakt de zon langzaam weg.

Los Cuernos

Uitzicht op eeuwige sneeuw en gletsjers in de verte

Na een goede nacht op een zacht matras vertrekken we richting Los Cuernos. Gedurende de eerste 2,5 uur hebben we Lago Nordenskjold aan onze rechterhand. Aan de linkerhand hebben we uitkijk op hoge granieten rotsen. Van ijs en gletsjers is hier nog maar weinig te merken. Wel hebben we uitzicht op een waterval die hoog vanuit de bergen komt.

Omdat we evenwijdig aan het meer lopen, is de natuur hier heel groen. Soms moeten we zelfs bukken om een stuk bos door zien te komen. Hier en daar springen we van links naar rechts om maar niet in de drassige grond te hoeven staan. Gelukkig hebben ze over een vrij lang stuk vlonders op palen gebouwd, waardoor we met droge voeten aan de overkant komen.

Als we bijna halverwege zijn, steken we via een hangbrug een wilde rivier over. Aan de overkant is een rangerhut, waar we onze rugzakken achterlaten om vervolgens zonder rugzak, maar met fototoestel, de vallei in te gaan.

Het is een aardige klim waarbij we de wilde rivier volgen. Opeens worden we opgeschrikt door een oorverdovend lawaai. We denken eerst dat het onweer is, maar er breekt een stuk gletsjer af hoog in de bergen. Doordat we nu een stuk hoger zijn, kunnen we goed zien hoe de gletsjer afbreekt, een indrukwekkend gezicht.

Op het hoogste gedeelte van de vallei hebben we een magnifiek uitzicht over bijna het hele park. Net als in Tierra del Fuego zie je ook hier veel dode bomen. Na wat mooie plaatjes geschoten te hebben lopen terug naar de rugzakken.

Als we weer bij Lago Nordenskjold aankomen en bijna bij onze derde refugio zijn, krijgen we toch nog natte voeten. We zitten zo diep in het bos dat er nergens een stukje droge grond is. Hoe hard en ver we ook springen, we belanden toch wel in de modder. Het uitzicht vanaf onze slaapplek is meer dan geweldig. Gelegen aan een turkooizen meer, aan de voet van Los Cuernos met uitzicht op de eeuwige sneeuw en gletsjers in de verte.

Als we opstaan en naar buiten kijken, schijnt er een stralend zonnetje. Na ons goed ingesmeerd te hebben, vertrekken we richting onze laatste overnachtingsplek.

Het begint met een klim omhoog richting een vallei, van waaruit we een mooi zicht hebben op Lago Nordenskjold. Hoe verder we de vallei in lopen, hoe verder weg we raken van het ijs en de gletsjers. Het lijkt hier wel of iemand het landschap geschilderd heeft. Zoveel soorten groen zijn er verwerkt in dit stukje natuur.

Het traject is niet erg zwaar en ‘t wordt alleen maar mooier naarmate je bij het eigenlijke begin komt. Wij hebben het circuit in de tegenovergestelde richting gelopen. Zou je ‘m wel in de goede richting lopen dan heb je het mooiste al in het begin gezien. Als we bij de refugio aankomen, leggen we onze spullen op de kamer en lopen we zonder rugzak nog een stukje verder.

Carretera Austral

Het stof kruipt overal waar het gaan kan

Nadat we voor de derde keer vanuit Argentinië de Chileense grens zijn overgestoken, nemen we vanuit Chile Chico de ferry en varen Lago Gen. Carera over, het op een na grootste meer van Zuid-Amerika.

Aan wal worden we opgewacht door een busje dat ons naar Coyhaique zal brengen. Het eerste dat ons opvalt, is dat er asfalt ligt. In Coyhaique laten we ons afzetten bij het hostel en gaan meteen een huurauto regelen. Omdat het al vrij laat is, is alles al gesloten. Maar het toeval wil dat het eethuis waar we eten ook auto’s verhuurt.

Later dan verwacht vertrekken we met onze enorme 4 wheel drive naar het noorden, we gaan off the beaten track. De route heet Carretero Austral en schijnt een van de mooiste routes op aarde te zijn. Het landschap varieert enorm, van gletsjers, sneeuw tot regenwoud, waar alles groen en dicht begroeid is.

Een nadeel is dat er geen asfalt ligt (hoe kan het ook anders). Het stof kruipt overal waar het gaan kan. We passeren het Nationale Park Quelat, waar je dagtochten kunt maken, maar daar hebben wij helaas geen tijd voor, we moeten doorrijden.

Die nacht verblijven we in Puyuhuapi, een Duitse nederzetting opgericht in 1937. We slapen in Casa Ludwig. We kunnen hier zelfs Duits spreken. Deze Duitsers hebben het goed bekeken, ze hebben de mooiste sterrenhemel die ik ooit gezien heb.

Na een wat jammerlijk ontbijt (we hadden op een echt Duits ontbijt gerekend) rijden we verder naar het noorden. Als we na een picknickstop weer lekker op weg zijn, gaat opeens een rood lampje branden.

Eerst denken we dat het de olie is, maar die zit er nog voldoende in. Als we een man vragen wat het kan zijn, zegt hij dat het geen probleem is en dat hij al 2 jaar met dat lichtje rondrijdt. Ok, gewoon verder rijden dus.

Nog geen uur later stopt het beest ermee. Nu is het echt gedaan. Daar staan we dan, op een verlaten stoffige weg, slechts 30 km voor Chaiten, de stad waar we heen moeten. Er stoppen regelmatig mensen om te helpen, maar geen van hen weet hoe en wat.

Een man die de verkeerde kant opgaat, belooft terug te komen om ons te helpen als wij er nog staan. Later belooft een andere man een takelwagen te sturen.

De eerste man komt inderdaad terug en helpt ons uit de brand. Wat blijkt? Er zit water in de benzine en daardoor kapt hij ermee. Hoe dat water erin is gekomen weten we niet.

We kunnen met de man meerijden en hij brengt ons naar een hostel. Onderweg komen we inderdaad de takelwagen tegen. Hij sleept hem naar het dorp waar de eigenaar hem op kan komen halen.

Als we ‘s avonds in een restaurantje zitten beseffen we pas wat voor een avontuur we hebben meegemaakt.

Pucon

Midden in het dorp staat een rokende vulkaan

Vanuit Chaiten nemen we het vliegtuig naar Puerto Montt en daar gaan we met de bus verder richting Pucon. Als we door Villarica rijden (een dorpje naast Pucon) krijgen we niet echt een positieve indruk. Hopen maar dat Pucon wat gezelliger is.

En dat blijkt ook zo te zijn. Het heeft iets van de Costa Brava, gecombineerd met een wintersportdorp. In ieder geval is het toeristisch en erg hectisch na onze avonturen in de onbewoonde wereld. Gelukkig vinden we een hostel waar ze nog een plekje voor ons hebben. We hebben zelfs uitzicht op de vulkaan. Daar komt overdag rook uit en ‘s avonds als het helder is kan je hem zien gloeien. Bizar zo’n vulkaan bijna midden in het dorp.

Vandaag gaan we paardrijden. We worden opgehaald met een 4 WD en rijden naar de range. Daar krijgt iedereen een paard op maat en dan vertrekken we de bergen in. Het mijne houdt er echter mee op. Tijdens een korte pitsstop krijg ik een ander paard onder mijn kont. Gelukkig is dit geprogrammeerd en hoef ik niks te doen want hij volgt gewoon de andere paarden.

Het is helaas niet zulk mooi weer, maar toch is het zeer de moeite waard. Onderweg picknicken we langs een riviertje.

De volgende dag gaan we raften. We zijn met ons vieren, inclusief instructeur. Het is Richard, die we kennen uit Spanje. De rivier is niet de wildste helaas, dat is de Futaleufu (waar we wel langskomen). Onze rivier, de Trancura, heeft passages van WW 3 en 4 en eentje van 5.

Bij die laatste moeten we uitstappen en omlopen, want dat is te gevaarlijk (te veel rotsen). Wij als ervaren rafters vinden de rivier een beetje tam. Het is dat we omgeflipt zijn, anders hadden we nog een keer gewild en nog een keer en…

Vandaag zouden we de Villarica vulkaan beklimmen. Dat gaat niet door, omdat er een wat ongewone wind (puelcho) staat. Deze wind komt vanuit Argentinië. Voordeel: de wind is lekker warm; nadeel: hij duurt meestal een paar dagen. Het gevaar van de wind is niet de zwavel, maar rukwinden die rotsen en stenen naar beneden kunnen doen komen.

We doen lekker rustig aan, het is immers de laatste dag waarop we niet hoeven te reizen. Als we terug bij het hostel zijn, komen we twee Britten tegen die we eerder hebben ontmoet.

‘s Avonds gaan we met ons vieren naar de hot springs. Het is er vrij druk omdat het overdag te heet is voor warme bronnen. De bronnen worden verwarmd door de aarde (vulkanische activiteit). Wel erg romantisch ‘s avonds, lekker baden en naar de sterren kijken.

Daarna gaan we nog stappen; dat begint hier pas om 02:00… slik… gaap. We gaan naar het café waar alle raftinstructeurs te vinden zijn.

Santiago de Chile

Er hangt voor de verandering geen smog boven de stad

De komende dagen verblijven we bij de neef van Joke. Hij en zijn Argentijnse vriendin wonen net buiten Sandiago de Chile in een rustige en nette woonwijk. Met eigen zwembad. Na aankomst worden we getrakteerd op een typisch Chileens gerecht met gehakt, kip, maïs en ui. Erg lekker.

We gaan meteen alle hoogtepunten van de stad bekijken. We bezoeken een park op een berg waar je van alles kunt doen. Wij gaan met de gondola over de stad en bekijken de heilige maagd Maria op de top. Prachtig uitzicht daar, er hangt voor de verandering geen smog boven de stad. Het weer is schitterend, 30 graden. Ook hier moeten we iets typisch Chileens proeven. Een soort nectar met maïs en abrikozen. Erg zoet en machtig.

Daarna gaan we naar een kunstmuseum. Omdat we 30 min voor sluitingstijd aankomen, mogen we gratis naar binnen. Gelukkig maar, want veel is er niet aan.

Daarna rijden we door de stad en bezoeken het presidentiële paleis van Chili. Hier heeft Pinochet gewoond. Lekker shoppen kan ook niet ontbreken op zo´n eerste dag. We gaan naar een lokale markt. Daar koop ik een Chileense gebreide trui. Gelukkig kunnen we die hier laten liggen en de laatste dag komen ophalen.

Daarna gaan we met de metro naar de wat mindere buurten. Wat voor deze mensen gevaarlijk is, stelt bij ons weinig voor. We voelen ons dan ook niet echt bedreigd. Aandacht hebben we in ieder geval wel. Blijkbaar vallen we op met ons blanke huidje.

Over het algemeen komen we in de stad geen Europeanen tegen. Sowieso weinig toeristen. Je moet ze zoeken. Maar dat zal straks in het zuiden wel anders zijn. Na een bezoek aan Plaza de Brazil en Plaza des Armas nemen we een taxi terug. Daar staat een heerlijk visje op ons te wachten.

De volgende dag nemen we de bus naar een van de beroemdste wijngaarden van Chili, Concha Y Toro. Voor 5 euro krijgen we een rondleiding, een glas en mogen we 3 wijnen proeven. Een ontzettend mooie omgeving. De witte wijn is wel lekker, maar valt een beetje zwaar op een lege maag met 38 graden in de zon.

Wat me opvalt, is dat Europa zich hier aardig gevestigd heeft. En het is hier ontzettend schoon. Het wonen in Chili is voor westerse mensen heel goedkoop. Voor de Chilenen zelf niet zo.

Valparaiso

Zoveel gekleurde huisjes als hier heb ik nog nooit gezien

Vandaag gaan we naar het havenstadje Valparaiso. De buskaartjes zijn hier veel duurder, zo merken we. Maar het openbaar vervoer is perfect. Voor ritten buiten de stad worden speciaal lange-afstandsbussen ingezet. Die zijn ingericht met koptelefoon, radio, tv en toilet.

Eenmaal in Valparaiso krijg ik last van een cultuurshock. Ik dacht dat ik wel wat gewend was, maar op dat moment verlang ik even naar Nederland. Gelukkig blijkt dat niet het toeristische gedeelte te zijn.

We gaan met een soort lift de berg op. Deze stad ligt verspreid over een berg met uitzicht op de zee. Zoveel gekleurde huisjes als hier heb ik nog nooit gezien. En zo veel Europese invloeden: Duits, Noors en barok. Jammer dat niet alles mooi onderhouden is.

Onze bed & breakfast is geweldig. Heel goedkoop en erg lief. Een roze huisje met een oud omaatje als beheerster. Je krijgt er een beetje een kloosterachtig idee bij. Het heeft zelfs een dakterras, waar we de avond afsluiten met een wijntje en een zak chips. Ik denk dat we vanaf hier wel het mooiste uitzicht over de stad hebben.

Deze reis begon in Argentinië.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner Stem & Win