Vanuit Ushuaia in Argentinië met de Grigoriy Mikheev via de ruige Drake Passage naar het Antarctisch Schiereiland, waar je je een pad moet banen tussen de zeehonden en pinguïns. Met Zodiacs vlak langs de prachtige ijsbergen van Antarctica, waarop vaak zeeleeuwen en zeeluipaarden liggen. Regelmatig duiken imposante walvissen op. Alleen jammer dat het postkantoor van de Zuidpool net dicht is.
Ushuaia, in het zuiden van Argentinië, is de meest zuidelijke stad ter wereld. De Argentijnen noemen het Fin del Mundo: het einde van de wereld. Ushuaia is een gezellig plaatsje, dat haar grote hoeveelheid bezoekers vooral dankt aan de haven, een vertrekpunt voor cruises naar Antarctica.
Antarctica, de Zuidpool, het zevende continent, is de koudste plek op aarde. Maar liefst 90% van al het ijs op de wereld bevindt zich hier. Het onherbergzame continent is in 1820 ontdekt, maar pas in 1911 bereikte de Noor Roald Amundsen als eerste de eigenlijke Zuidpool.
Behalve een onherbergzaam gebied is Antarctica een steeds populairder wordende vakantiebestemming. Gelukkig wordt Antarctica goed beschermd en is het aantal toeristen dat per jaar wordt toegelaten beperkt.
Het continent is per schip te bereiken vanuit Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Australië. De kortste vaarroute is die vanuit Ushuaia. Ushuaia biedt dan ook alles wat je voor en na je poolreis nodig kunt hebben: wasserettes, kledingwinkels en natuurlijk souvenirwinkels.
Handig is dat we in Ushuaia ook laarzen en waterdichte broeken en jassen kunnen huren. We hebben nog meer reisplannen en zo hoeven we de rest van de reis niet met deze spullen rond te sjouwen.
We maken vanuit Ushuaia een tiendaagse expeditiecruise naar het Antarctisch Schiereiland of het Palmerschiereiland, het meest noordelijk gelegen gedeelte van het vasteland van Antarctica. We varen met het Russische voormalige onderzoeksschip Grigoriy Mikheev dat is omgebouwd voor expeditiereizen in de poolgebieden.
De Grigoriy Mikheev is in 1990 in Finland gebouwd en wordt in Nederland onderhouden. Het is slechts 66 meter lang en kan 46 passagiers en 20 bemanningsleden onderdak bieden. We kiezen bewust voor een wat kleiner schip. Dit heeft als belangrijkste voordeel dat alle passagiers tegelijk aan land kunnen, waardoor je niet steeds op elkaar hoeft te wachten.
Het is begin maart, het eind van de Antarctische zomer, als de Grigoriy Mikheev aan de tweedaagse oversteek van de Drake Passage begint. Het grootste deel van deze 800 kilometer lange oversteek tussen Kaap Hoorn en Greenwich Island is er geen enkel land in zicht, waardoor de boot extra klein lijkt. Deze passage staat bekend als ruw, golven van 10 meter en meer komen regelmatig voor. Niet voor iedereen een pretje dus.
Onze overtocht begint rustig, de welkomstchampagne wordt geschonken als we nog in de haven van Ushuaia liggen.
De Nederlandse expeditieleider introduceert de staf, bestaande uit twee Duitse gidsen, een Belgische hotelmanager, twee koks en zelfs een dokter. De Russische bemanning bestaat uit 18 personen, van zeemannen tot kamermeisjes.
Dan volgt een veiligheidspraatje van de eerste officier. Gouden regel aan boord is ‘keep one hand for the ship’, oftewel zorg dat je altijd een hand vrij hebt om je vast te grijpen mocht dat nodig zijn. En grijp je vooral niet vast aan een deurpost, aangezien de deur plotseling dicht kan slaan door bewegingen van het schip.
Houd er altijd rekening mee dat de dekken glad kunnen zijn, door bevriezing bijvoorbeeld. Dus niet rennen, ook niet, of misschien wel juist niet, als je enthousiast bent doordat je een walvis ziet en zo snel mogelijk naar de andere kant van het schip wilt.
Zorg ook dat je hut Drake-proof is. Losliggende objecten zijn potentieel gevaarlijk, maar bovendien irritant.
Op de veiligheidsinstructie volgt een bliksembezoek van de kapitein. Die heeft op dit moment natuurlijk wel wat beters te doen.
Vervolgens vertelt de scheepsdokter wat we tegen zeeziekte kunnen doen. Reistabletten en pleisters zijn bij hem verkrijgbaar. Een geruststellend gevoel, maar ik besluit het voorlopig te houden bij de van huis meegebrachte medicijnen.
We installeren ons in de hut en dan volgt nog de verplichte noodoefening. Er zijn twee reddingsboten. Zodra het signaal ‘abandon ship’ klinkt (7x kort, 1x lang) moeten we met ons reddingsvest aan naar de voor ons bestemde reddingsboot, die voldoende proviand en andere benodigdheden bevat om het een paar dagen op zee vol houden.
De eerste avond gaat iedereen op tijd naar bed. De kapitein verwacht dat we rond twaalf uur vanuit het Beaglekanaal waaraan Ushuaia ligt de open zee bereiken en het lijkt het beste om dan te slapen. Niet dat het helpt, zodra de golven beginnen word ik wakker.
De dagen van de overtocht van de Drake Passage worden gevuld met een aantal lezingen en er is de mogelijkheid om DVD’s te bekijken. Bovendien schijnen er verschillende soorten vogels te zien te zijn.
Dat alles is helaas niet aan ons besteed. Wij zijn nogal gevoelig voor zeeziekte en brengen deze dagen in onze hut door, starend naar het plafond, want ook lezen gaat niet. Zolang we liggen gaat het wel, maar als we opstaan gaat het onmiddellijk mis.
We hebben (om deze reden) gekozen voor een hut met eigen sanitair en hebben voldoende ruimte. Er staat ook een bureau en een bank in en er is voldoende kastruimte. En er is een patrijspoort, maar die moet tijdens de overtocht dicht blijven. Ook al zitten we op de derde verdieping, we lopen toch risico dat er water binnenkomt.
De tweede dag zijn er ‘s middags verplichte briefings met IAATO- en Zodiac-instructies. IAATO is de International Association of Antarctica Tour Operators. Helaas is het voor mij onmogelijk uit mijn bed te komen, dus ik word later bijgepraat door de expeditieleider. De meeste mensen brengen het er heel wat beter vanaf.
Een bijzonder moment is het wakker worden op de derde dag. We liggen stil, dus de zeeziekte is voorbij en als we het gordijn open doen zien we het eerste land! Dit is nog niet het vasteland van Antarctica, het hoort bij een eilandengroep, maar toch. We hebben de overtocht overleefd. Snel ontbijten, we hebben trek na twee dagen crackers en water, en dan maken we ons op voor de eerste landing.
Spannend om de eerste keer in de Zodiac te stappen en geweldig om voor het eerst voet aan land te zetten. Het ritueel voor het aan land gaan is als volgt: eerst kleed je je warm aan en trekt je zwemvest aan. In de gang hangt een bord met zogenaamde ‘tags’; ieder heeft een eigen nummer, dat je omdraait als je het schip gaat verlaten. Het is niet toegestaan ook de tags van anderen om te draaien.
Het instappen in de Zodiac-opblaasboot is een bijzondere tak van sport. Als de zee rustig is gaat het prima en je wordt er snel handiger in. Je gaat buiten in de rij staan en op aanwijzing van iemand van de crew loop je via een vrij steile loopplank naar beneden. Je geeft het bemanningslid beneden een hand (sailors grip) en stapt via de rand in de Zodiac. Doe dat altijd met je handen vrij, dus rugzak op de rug en camera waterdicht verpakt, want je wordt nat. Dan ga je snel zitten waarbij je natuurlijk aanschuift bij degenen die al in de boot zijn. Houd je vast aan het touw dat aan de rand zit en ‘enjoy the ride’. Er kunnen 10 tot 12 personen in dit type Zodiac.
Terug het omgekeerde ritueel, maar voordat je naar binnen gaat spoel je je laarzen af. Het is natuurlijk niet de bedoeling met pinguïnpoep onder je zolen naar binnen te gaan, dat spul stinkt enorm. Je draait je tag weer om en gaat vervolgens doen wat je wilt.
Als je drie keer vergeet je tag om te draaien ben je een fles champagne kwijt. Het is namelijk cruciaal om zeker te weten dat iedereen weer aan boord is en er niemand op de landingsplek is achtergebleven.
De eerste landing is, zoals de meeste die volgen, een zogenaamde ‘wet landing’, wat betekent dat je uit de Zodiac in de branding stapt. Daarom heb je dus die laarzen nodig. Vaak moeten we ons op de landingsplek letterlijk een pad banen tussen de zeehonden en pinguïns.
Op de landingsplek zien we meteen onze eerste pinguïns en een paar zeeleeuwen. We zien tijdens deze trip drie soorten pinguïns: Gentoo (ezelspinguïns), Chinstraps (kinbandpinguïns) en Adélie. De bekende keizerpinguïns van de film ‘March of the Penguins’ zullen we niet zien, die zitten verder weg op het vasteland. De pinguïns die wij zien zijn een stuk kleiner, maar zeker zo leuk.
De eerste dag zien we ook een groep zeeolifanten. Bijzondere dieren die een onaantrekkelijke geur produceren.
Tijdens de landings is onze beweegruimte beperkt. Een groot gedeelte van het land mag je niet betreden. Hier geen stopbordjes en afgebakende routes, zoals we later op de Galapagoseilanden in Ecuador wel aantreffen, maar gewoon een goede instructie van de gidsen waar iedereen zich keurig aan houdt.
Er mag aan land niet gegeten, gedronken of gerookt worden en als je naar het toilet moet word je terug gebracht naar de boot. En het achterlaten van afval, al is het maar het kleinste papiertje, is natuurlijk helemaal uit den boze.
Je moet vijf meter afstand van de dieren houden, maar als ze zelf naar je toe komen is dat prima. We komen erachter dat pinguïns en zeker de jonkies nieuwsgierige dieren zijn. Als je ergens in de sneeuw gaat zitten word je er al gauw door omringd. Ze komen heel dichtbij en pikken zelfs in je laarzen en broek. Gelukkig hebben ze niet geleerd de mens als vijand te zien en zijn ze dus nauwelijks bang. Wat een bijzondere ervaring.
‘s Middags staat nog een bezoekje aan Deception Island in de planning. Helaas werkt het weer niet mee. Het sneeuwt en stormt, windkracht 10 en het zicht is slecht. Omdat we nog niet helemaal bekomen zijn van de overtocht laten we deze landing voorbij gaan. Later komen onze reisgenoten terug als een soort verschrikkelijke sneeuwmannen.
Overigens moet je aan de planning op Antarctica sowieso niet al te veel waarde hechten. De route en dus ook de landingsplekken worden bepaald door het weer en andere omstandigheden. Er zal dus waarschijnlijk worden afgeweken van het vooraf thuisgestuurde programma.
De expeditieleider zal altijd in overleg met de kapitein proberen een optimale route samen te stellen. Wij hebben geluk met een flexibele crew, die zonder mopperen het programma omgooit en bijvoorbeeld nieuwe pasta kookt als wij veel later lunchen dan gepland.
De komende vijf dagen besteden we aan varen, landingen en Zodiac-cruises. Tijdens Zodiac-cruises gaan we niet aan land, maar varen we door een mooi gebied om de meest fantastisch gevormde ijsbergen van dichtbij te bekijken en natuurlijk het wildlife te bewonderen.
Op de ijsbergen liggen vaak zeeleeuwen en zeeluipaarden en de Russische bemanning weet ze feilloos te vinden. De Zodiacs kunnen natuurlijk veel dichterbij komen dan het grote schip en ze kunnen ook prima over kleine ijsbrokken heen varen.
Imponerend om mee te maken dat er dichtbij stukken van ijsbergen breken. Helder blauw, mooie sculpturen, prachtige structuren.
Met de Mikheev varen we door de prachtigste ‘kanalen’, waarvan Paradise Bay en het Lemaire Channel de bekendste zijn. Het Lemaire Channel, met de bijnaam Kodak Channel, is een smal kanaal, niet meer dan 800 meter breed op het smalste punt, met gletsjers en bergwanden aan weerszijden. Van een afstand lijkt het onmogelijk dat het schip daar doorheen past. We hebben geluk en treffen fantastisch weer, dus een schitterend uitzicht.
Nergens vind je nog zulke ongerepte natuur, eindeloze gletsjers en sneeuwvlakten zonder vervuiling, zonder skiliften en andere tekenen van ‘beschaving’. Er worden weer volop foto’s gemaakt. Gelukkig beschikt onze hut over normale stopcontacten, 220 volt, zodat de batterijen van de camera opgeladen kunnen worden.
Deze worden veel gebruikt en lopen in de kou ook nog sneller leeg dan normaal. Zorg ook dat je voldoende geheugenkaartjes (of ouderwetse fotorolletjes) meeneemt, iedereen maakt hier veel meer foto’s dan je thuis zou kunnen bedenken.
Het leven aan boord is al gauw zeer vertrouwd en kent een redelijk vast ritme. Een half uurtje voor de eerste activiteit worden we gewekt door de expeditieleider, die ons vanaf de brug vertelt wat voor weer het is. Het programma van de dag hangt in de gang.
Het grootste deel van de tijd die we aan boord zijn, zijn we te vinden op het boven- of voordek. En als het wat kouder is, is het ook goed toeven op de brug. Die is op dit schip vrij toegankelijk en daar wordt veel gebruik van gemaakt.
Het eten aan boord is prima. ‘s Ochtends een ontbijtbuffet en ‘s middags en ‘s avonds een warme maaltijd. In de bar zijn de hele dag koffie, thee, chocomel en snacks te krijgen. En er is ook altijd wat te knabbelen. Koekjes, chips en meestal nog iets extra’s na een landing helpen ons de dag wel door.
En je kunt zelf frisdrank, bier, wijn en sterke drank pakken en in het schrift op de bar je kamernummer en consumptie opschrijven. Alles op vertrouwen en dat gaat prima. De prijzen zijn niet extreem hoog. De reis op zich is redelijk prijzig, maar er komen weinig extra uitgaven bij.
De sfeer aan boord is gezellig en informeel. Je kunt gewoon in makkelijke kleding en op je sokken rondlopen. Het is een gemêleerd gezelschap met een aantal Europese nationaliteiten. Toevallig is het aandeel Nederlanders groot, doordat er een fotoreis aan boord is.
Antarctica mag dan het droogste en koudste continent zijn, de temperatuur valt ons reuze mee. Het is rond het vriespunt, maar doordat de zon veel schijnt voelt het helemaal niet zo koud aan. Het is heerlijk met een boek op een bank op het bovendek.
En het spotten van walvissen verveelt nooit. Eigenwijs als ze zijn komen ze niet op plekken waar de gidsen dat verwachten, maar duiken totaal onverwacht op. Onder het avondeten bijvoorbeeld. Gelukkig blijft ook als wij allemaal zitten te eten iemand op de brug alert.
Dat eten laten we graag koud worden voor het fantastische schouwspel van twee walvissen dicht bij het schip. Het is doodstil aan dek, je hoort alleen het continue klikken van de vele camera’s. Wat een machtige dieren.
Naar Antarctica ga je natuurlijk niet voor cultuur, vertier aan land en ontmoetingen met de lokale bevolking. Want dat is er allemaal niet. We komen slechts een enkele keer een ander schip tegen.
Er leven afhankelijk van het seizoen ongeveer 1000 mensen op Antarctica, in onderzoeksstations van verschillende landen. Als je daar langs vaart is het moeilijk voor te stellen hoe deze mensen in dit afgelegen gebied kunnen leven. Er wordt enthousiast gezwaaid, blij om eens andere levende wezens te zien. Vaak hebben ze geen al te beste voorzieningen, met warm water mogen ze al blij zijn, en verblijven ze hier voor lange tijd tot ze afgelost worden.
Eén onderzoeksstation dat op het programma stond kunnen we niet bezoeken, omdat we net de enige dag in het jaar treffen dat de wacht gewisseld wordt. Een helikopter vliegt af en aan met voorraden. Een bijzonder geluid dat de gebruikelijke rust verstoort. We mogen wel gaan kijken bij een oude hut die niet meer in gebruik is.
Halverwege de reis verrast de crew ons met een polar barbeque. Onze eerste barbecue met nul graden. Tijdens de bbq worden we getrakteerd op een prachtige zonsondergang.
Daarna gaat de anders zo serieuze bemanning onder het maanlicht los op Russische en ook Westerse muziek. De passagiers doen vrolijk mee en veel mensen maken van de gelegenheid gebruik om met de kapitein te dansen.
Port Lockroy, een oude Britse wetenschappelijke basis, doet nu dienst als postkantoor, winkeltje en museum. Normaal gesproken kun je hier kaarten versturen en een stempel halen voor in je paspoort.
Maar helaas, dit is één van de nadelen van een reis aan het einde van het seizoen: de drie vrijwilligers die de locatie runnen zijn net naar huis gegaan. Ze zijn hier alleen in het zomerseizoen.
Eigenlijk zouden ze een paar dagen langer blijven, maar ze kregen de kans om eerder met een boot mee te gaan. Wel jammer voor ons, maar dat ze die kans grepen kunnen we ze natuurlijk niet kwalijk nemen. Maanden per jaar in deze toch wat erbarmelijke omstandigheden doorbrengen is wel genoeg. Verschillende mensen laten toch kaarten en geld achter in de hoop dat die volgend seizoen alsnog verstuurd worden.
Het museum van Port Lockroy is wel open. De mensen leven hier bewust nog zoals in de jaren vijftig, toen deze basis nog actief was. Dat betekent geen stromend water en al helemaal geen warm water, geen elektriciteit en dus ook geen wasmachine.
We maken een bijzondere Zodiac-cruise mee. Al een tijdje cirkelt een zeeluipaard rond de boot. Opeens horen we een sissend geluid en ja hoor, het beest heeft een gat in de boot gebeten. Gelukkig bestaat een Zodiac uit wel 8 kamers en kunnen we die ene best missen.
Maar toch wel een spannend moment, we kijken eerst wel even angstig rond welke ijsberg de beste mogelijkheid om te ontnappen biedt. Ze zijn nog de hele middag bezig met het repareren van de boot, zo’n groot gat hebben ze nog nooit gezien.
Veel te snel is het alweer tijd om aan de terugreis te beginnen. Na een laatste Zodiac-cruise blijven we lang aan dek om van het laatste land te genieten. Dan wordt alles in gereedheid gebracht voor zwaardere zee.
Pleisters worden geplakt, tabletten ingenomen en bagage vastgesjord. Het schip kan namelijk aardig rollen en van een meerollend bagagestuk word je knap zenuwachtig.
Maar we hebben geluk. De eerste dag zijn er nog wel wat golven, maar de tweede ochtend worden we wakker met de mededeling ‘welcome to Lake Drake’. Uit ons raampje zien we een spiegelgladde zee. De Drake Passage ligt er inderdaad bij als een rimpelloos meer. Het is zo windstil dat de albatros niet kan vliegen.
Het komt goed uit, want de laatste dag moet je wel meemaken om op een leuke manier afscheid te nemen van deze reis en alle mensen die we hier ontmoet hebben. Er is een vol programma met een interessante lezing over de walvisvaarders en een mooie fotorecapitulatie van de hele reis.
Ook moeten we op kantoor komen om de barrekening te betalen. Minder leuk, maar dat hoort er natuurlijk ook bij. Evenals het vullen van de fooienenveloppen. Een voor de westerse staf en een voor de Russische crew.
Je bepaalt natuurlijk zelf wat je geeft, het is anoniem, maar de richtlijn is 10 dollar per persoon per dag. Al met al een aardig bedrag, maar de service was bijzonder goed, dus we hebben het er wel voor over.
Het extra lekkere afscheidsdiner met champagne wordt gevolgd door een gezellige avond in de bar. We liggen inmiddels voor anker aan het begin van het Beaglekanaal. We gaan voor de laatste keer slapen in het inmiddels vertrouwde stapelbed in hut 303.
De volgende ochtend worden we de haven van Ushuaia binnengeloodst. We staan vroeg op om te ontbijten, onze spullen aan dek te brengen en ons klaar te maken voor vertrek. We moeten al om 8 uur van boord. Op tijd om de crew gelegenheid te geven de boot in gereedheid te brengen voor de volgende gasten. Vanmiddag varen zij weer uit voor een nieuw avontuur.
Wij gaan terug naar ons hostel in Ushuaia, waar we nog een paar dagen blijven om na te genieten van deze bijzondere reis en ons voor te bereiden op het vervolg van onze reis door Zuid-Amerika. En we gaan natuurlijk naar een internetcafé om het thuisfront te melden dat we weer bereikbaar zijn en om de grote hoeveelheid foto’s te bekijken.
We hebben 2880 kilometer gevaren en het meest zuidelijke punt dat we bereikt hebben was: 65° 14′ S / 64° 17′ W.