×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Busrondreis zuidwestelijke VS

4.000 km door imposante landschappen

Reisverslag: Ronald Wilfred Jansen
Foto's: Ronald Wilfred Jansen

Een busreis van 4.000 km door Arizona, Colorado, Nebraska, South Dakota, Utah en Wyoming geeft een vluchtige indruk van de landschappen in het zuidwesten van de VS: de grillige Grand Canyon, de zandstenen bogen in Arches National Park, prairies in Mesa Verde, rood zandsteen in The Garden of Gods, besneeuwde toppen in Estes Park, enorme uitgehakte beelden in de Black Hills, warm­water­bronnen in Yellowstone en Grand Teton.

Salt Lake City, Utah

Veiligheidshalve kunnen de hotelramen niet open

Na ruim tien uur vliegen met een airbus van Delta Airlines landen we in Salt Lake City in Utah. Het is vrij rustig op het vliegveld van deze stad met 200.000 inwoners. De strenge douane maakt een foto van me en neemt vingerafdrukken af. Al snel kunnen we vertrekken naar ons eerste hotel. Omdat de kamers nog niet klaar zijn (vervelend, want iedereen is moe van de lange reis) maken we eerst een rondrit door de stad en bezoeken de City Hall, een gebouw in pseudo-klassieke stijl. De hoge torenflats die ik in de verte zie passen beter bij het beeld dat ik van Amerika heb. De beveiliging in de City Hall is beperkt tot een vrouw achter de balie die een krant leest en verder geen aandacht besteedt aan de bezoekers.

Laat in de middag zie ik tijdens een wandeling dat een groep mensen zich verzamelt, waarschijnlijk daklozen. Een van hen vertoont wat merkwaardig gedrag en valt automobilisten lastig. Ik zou hier ‘s avonds niet graag alleen rondlopen.

‘s Nachts hoor ik een paar keer sirenes. Mijn kamer is op de begane grond en daar kunnen in veel Amerikaanse hotels de ramen uit veiligheidsoverwegingen niet open. Dat betekent weinig frisse lucht tijdens het slapen, terwijl het 34 graden is. Gelukkig is er airco maar die maakt zoveel lawaai dat ik hem na een paar uur uit doe. Ik word dan ook wakker met lichte koppijn, mede in de hand gewerkt door de jetlag. Ik blijf er de eerste dagen flink last van houden dat de klok acht uur terug is gezet.

Grand Canyon National Park, Arizona

Door erosie hebben de rotsen grillige vormen gekregen

Na een stevig ontbijt met omelet en spek gaan we naar Grand Canyon National Park in Arizona, ruim 5 uur rijden in de bus. We passeren een imponerend landschap van rode zandstenen bergen. Vanuit de bus kijk ik in een diepe kloof. Wel wat eng dat de bus hier vlak langs rijdt. Maar we hebben gelukkig een goede en ervaren chauffeur.

Als we uitstappen zie ik de Coloradorivier in de diepte stromen. Het is een heel eind naar beneden kijken. Door erosie hebben sommige rotsen in de loop van miljoenen jaren grillige vormen gekregen.

Tijdens een korte rondwandeling zie ik grondeekhoorns loeren op het voedsel van de bezoekers. Behendig klimmen ze langs de steile rotswanden. Met enig geduld weet ik de gestreepte, grappige en aaibaar ogende dieren te fotograferen. Een van die eekhoorns verstopt een stukje appel tussen de struiken en keert daar regelmatig terug om er van te knabbelen.

Arches National Park, Utah

Soms storten de zandstenen bogen in

We rijden 500 kilometer naar ons volgende hotel in Moab, vlakbij Arches National Park. Dit ligt ten noorden van Grand Canyon National Park aan de andere zijde van de Coloradorivier. Het bezoekerscentrum heeft een winkeltje waar mooie fotoboeken en zoogdiergidsen te koop zijn. Hier zie ik ook een film over de wordingsgeschiedenis van de rode zandsteenformaties.

In dit park ligt volgens de film de hoogste concentratie van zandsteenbogen ter wereld. De geschiedenis ervan is zo’n 300 miljoen jaar oud. Voormalige zeeën lieten een diepe zoutlaag achter. Door vloed en wind werd veel zand aangevoerd. Dat versteende in de loop der tijd. Door erosie via wind en water kregen de zandsteenformaties hun grillige vormen: balancerende stenen en boogformaties. Door druk van de zoutlaag ontstaan er verticale scheuren, waar water doorheen sijpelt en waar vervolgens door erosie rivierdalen in zijn gevormd.

De film laat ook zien dat soms zandsteenbogen instorten. Zo stortte in 2005 de Wall Arch in, een tien meter hoge boog die een afstand van 22 meter overspande. Men mag vanwege dat instortingsgevaar niet meer onder de bogen lopen. De film laat ook winteropnamen zien. De winters zijn hier extreem streng, niet te vergelijken met de zomerse hitte nu. Ook door ijsvorming en het uitzetten van water kunnen rotsdelen naar beneden vallen.

Vanaf het bezoekerscentrum is Park Avenue Viewpoint de eerste plek met een mooi uitzicht. Tijdens een wandeling zie ik de roodkleurige rotsbogen. The Devil’s Garden is een zware wandeling langs zeven bogen, waarvan ik een deel loop. Vooral de hitte, circa 34 graden, maakt het zwaar. Neem dus voldoende water mee. Soms zijn er tappunten bij de ingangen. Bij bezoekerscentra ontbreken echter veelal frisdranken. Op zich wel eigenaardig bij deze hitte. Openbare toiletten zijn vaak wel aanwezig en goed verzorgd.

Ik zie af en toe een hagedis. Een loopt over een pad. Een aantal anderen zitten in een boom in de schaduw. Na een klauterpartij kom ik op een ander observatiepunt en fotografeer van afstand een beroemde boog: Delicate Arch. Ik zie wat vale gieren rondzweven. Het zijn aaseters, mogelijk loerend op een toerist die uit nonchalance van een van de bergwanden valt.

Ik blijf wel op een fatsoenlijke afstand van de randen. Het is verstandig zich niet van de officiële wandelpaden te begeven, want rotspunten kunnen afbreken. En wie duizelig wordt van de hoogten en de diepten kan gemakkelijk zijn evenwicht verliezen. Bovendien kunnen er ratelslangen aanwezig zijn. Ze zitten tijdens de hitte vaak in struikjes langs beken. Deze slang is erg agressief en valt snel aan. Mocht iemand gebeten worden dan hoop ik dat diegene in dit afgelegen gebied snel een tegengif krijgt toegediend. Zonder behandeling kan de beet dodelijk zijn voor een mens.

De lucht is gelukkig droog. Omdat de lucht niet vochtig is, is deze helder en is het licht ondanks de uitbundig schijnende zon mooi om foto’s te maken. De blauwe hemel steekt mooi af tegen het rode zandsteen.

Bij de uitgang vraagt een parkwachter of ik misschien een drone in mijn rugzak heb. Ik zeg dat ik louter fotografiespullen bij me draag en hoef mijn 15 kilo zware rugzak niet te openen. In verschillende nationale parken in Amerika is er een droneverbod.

Met de bus gaan we langs een supermarkt waar we inkopen doen. In elke stad is wel zo’n grote supermarkt. De boodschappen worden door een medewerker voor je ingepakt. Ik wil haar een fooi van 1 dollar geven, maar ze zegt dat ze geen fooien mag accepteren.

De chauffeur maakt af en toe een korte stop bij een benzinepomp of een van de kleine eettenten die overal in Amerika zijn. Mooi zijn die stoere vracht­wagens met pijpen aan de voorzijde die je hier vaak ziet. Ik voer een kort gesprek met de Amerikaan achter de kassa. Zijn vader blijkt Nederlander te zijn. Opvallend hoeveel Amerikanen voorouders uit Europa hebben.

Het aantal oorspronkelijke inwoners in de Verenigde Staten is ongeveer 10 procent. Opvallend is dat verder bijna iedereen hier blank is, op een enkeling in de bediening na.

Mesa Verde National Park, Colorado

Een dunbevolkt prairielandschap met koeien

We overnachten in Montrose, Colorado. Van hieruit rijden we 230 kilometer naar Mesa Verde National Park. Struiken en bos op de heuvels. De overgang van Utah naar Colorado is in het landschap te zien. Als we Colorado inrijden valt me vooral de soms groene kleur in het gebergte op: dit wijst op de aanwezigheid van koper.

Het land wordt bij binnenkomst in Colorado wat vlakker. Dit grensgebied bestaat vooral uit een dunbevolkt prairielandschap. Koeien staan in de weilanden. Veelal zwart bonte en blaaskoppen. Soms ook lakenvelders. Opvallend is dat we geen grote schuren zien: wordt het vee in de winter ergens anders gestald?

Gelukkig is het minder heet dan gisteren. Toch heet genoeg. Ik zie cactussen groeien. Opnieuw vliegen gieren rond en ook een mooie blauwe gaai. We arriveren in het Mesa Verde National Park, waar ik op zoek ga naar kolibries. Verrassend is dat ik ook zwarte kolibries zie, ik dacht dat ze altijd fel gekleurd waren. Volgens een parkwachter is het een droog jaar in Amerika: weinig bloemen, weinig kolibries.

Mesa Verde is beroemd vanwege de 11e tot 13e eeuwse grotwoningen van de Anasazi-indianen, die nog in de prehistorie leefden en rond de 15e eeuw opgingen in andere stammen. Op de parkeerplaats van het bezoekerscentrum van Mesa Verde staat een vrouw in een kleurrijk vestje te zingen en gitaar te spelen.

Naast haar staat een bord met foto’s van het park en een tekst over de grotten: ‘If we dwell deeply within this monument, together we rise above the notion of ruin.’

Met de bus langs kronkelende ravijnen rijdend bereiken we een hoogte van 2500 meter.

Hartsel, Garden of the Gods, Colorado

Autowrakken op het erf en verlaten campers

Vóór de The Garden of Gods bezoeken we nog een klein stadje: Hartsel, Colorado, zo’n 160 kilometer ten zuidwesten van Denver. Aan de weg staan wat saloonachtige gebouwtjes. Er komen ook veel motorrijders langs, waaronder veteranen.

Ook in dit stadje weer de rommelige fotogenieke architectuur. Elk huisje zijn eigen afscheiding, duidend op de Amerikaanse individualiteit. Autowrakken op het erf en verlaten campers. Houten palen met elektriciteitsdraden. Stoffige straten. Langsrijdende vrachtwagens met pijpen. In een saloon kan men eten. Zoals gebruikelijk is ook hier de patat weer erg vet.

Toerend door de imposante Rocky Mountains gaat het naar The Garden of Gods, dat ongeveer 120 kilometer ten zuiden van Denver ligt. Ook hier zijn de rotsformaties te zien die de afgelopen miljarden jaren gevormd zijn uit rood zandsteen. Omdat we het park slechts 1 ½ uur bezoeken besluit ik niet de rotsen nader te bekijken maar een natuurpad te nemen.

Hier wordt gewaarschuwd voor ratelslangen, dus het is wijs om ook hier op de paden te blijven. Als natuurfotograaf ben ik blij dat ik tussen de zonnebloemen een Amerikaanse goudvink kan fotograferen. Ik vind het wel prettig om hier te lopen, weg van de mensen en auto’s. De natuur en de natuurgeluiden vind ik ontspannend.

We zitten in het hoogseizoen en er zijn veel toeristen, vooral Amerikanen zelf, die van heinde en ver komen.

We naderen Denver. De hoofdstad van Colorado is een soort anticlimax. In de verte zie ik weer hoogbouw. Ik kom niet voor de steden tijdens deze reis. Ik heb helaas geen mooie skyline vanuit het hotel in Denver, want ik kijk tegen een flat aan. Hier zijn tot spijt van velen veel historische gebouwen gesloopt.

Voor esthetische architectuur moet je hier niet zijn. Onderweg verschijnen er al borden die waarschuwen voor filevorming i.v.m. de aanstaande eclips.

Estes Park, Colorado

Besneeuwde bergtoppen op het dak van Noord-Amerika

We gaan op weg naar Estes Park, zo’n 115 kilometer ten noordwesten van Denver. We zitten op het dak van Noord-Amerika: 3500 meter. Er waait een frisse wind. Ik vind dat aangenaam. We zien een berg van 4500 meter met sneeuw op de toppen.

In de winter vervoeren de kabelbanen ski- en wintersportgasten. Er heerst een landklimaat in dit deel van Amerika, met koude winters en hete zomers.

Een streek vol extremen dus. Veel Amerikanen rijden dan ook in stevige auto’s die de bergen kunnen trotseren in de winter. In de winter ziet het er hier heel anders uit. Veel gebieden zijn dan ontoegankelijk en veel eettenten in de kleine dorpjes zijn dan gesloten. Het schijnt dat groot wild, zoals beren, in de winter dichter bij de stadjes komen. Iedereen heeft een geweer. Bij sommige natuurparken kun je een soort pepperspray huren om zich tegen beren te weren.

We rijden verder naar Scottsbluff, Nebraska, een stadje met zo’n 15.000 inwoners, zo’n 320 kilometer ten noorden van Denver. Opvallend is weer dat een nieuwe staat een ander landschap heeft. Veel golvende weiden met enkele akker- en zonnebloemvelden. We zitten nu in de zone waar de totale zonsverduistering op 21 augustus 2017 zal plaatsvinden, de aanleiding van deze reis.

Op de groene weiden zien we wat bizons en regelmatig ook groepen gaffelantilopen grazen. De bus moet doorrijden, dus er zijn weinig stops. Blijkbaar is de chauffeur gebonden aan een maximale reistijd per dag: bij overschrijding hiervan krijgt hij een flinke boete is het verhaal. Er dus niet altijd veel en goede gelegenheid tot fotograferen tijdens deze busrondreis en dat is wel spijtig. Soms zien we ja- knikkers en schachten van ijzerertsmijnen. Noord-Amerika is rijk aan delfstoffen, die hier een belangrijke bron van inkomsten vormen.

Opnieuw wordt ik me bewust wat voor een groot land dit is. Van oost naar west 4.400 kilometer. En dan heb ik het nog niet over Alaska en andere gebiedsdelen. We rijden nu in een deel van de westelijke staten van Amerika dat gedomineerd wordt door agrarische vlakten. Het staat bekend als onderdeel van ‘Tornado Alley’, waar jaarlijks veel tornado’s voorkomen.

Het valt me op dat de oneven routes van de Interstate Highways van noord naar zuid lopen. De even routes lopen van west naar oost. Langzaam verkeer rijdt op de linker rijstroken. Voetgangers hebben eigenlijk altijd voorrang. Er wordt hier dan ook netjes voor gestopt. Net als bij kinderen wordt het aanrijden van voetgangers als u schuld hebt in de VS zwaar bestraft.

Agate Fossil, Nebraska

Zonsverduistering tussen de graslanden met zonnebloemen

In Scottsbluff hebben we een vrije dag zonder excursies. Met mijn reisgenoot loop ik naar de lokale supermarkt. Toch nog zo’n 50 minuten lopen. Het personeel is behulpzaam. Er staat een gastvrouw bij de ingang. De supermarkt is groot en ziet er netjes uit. Het is echter niet alles wat goud blinkt. Aan de muur hangen posters met informatie over zoekgeraakte kinderen.

Om 3.45 uur staan de koffers al beneden. Het is zo’n 80 kilometer rijden van Scottsbluff naar River Road in Agate Fossil Beds National Monument. In dit voornamelijk uit graslanden bestaande gebied waar veel fossielen uit het Mioceen zijn gevonden gaan we de zonsverduistering bekijken.

Om 6.00 uur ‘s ochtends arriveren we er in het donker als een van de eersten. Net op tijd om een goed plaatsje te zoeken, want even later nadert er een file met auto’s en beginnen mensen het verkeer te regelen.

Het weer is helder. De zonsopkomst is mooi. Even verderop groeien zonnebloemen en de grondmist en de heuvels zijn mooi. Tot de zonsverduistering zijn er nog uren om foto’s van de natuur en het landschap te maken.

Gaandeweg ontstaat er een heel spektakel: gratis eclipsbrillen worden aan bezoekers uitgedeeld en aan de rand van een weiland met uitzicht op de heuvels verzamelen zich veel fotografen. Ik zonder me wat af zodat ik niet wordt afgeleid en neem plaats op een vlonder aan de rand van een grasland.

Om 9 uur, 12 minuten en 19 seconden lokale tijd neemt de maan de eerste hap uit de zon. Overal wauw-geluiden. Pas om 10 uur, 30 minuten en 14 seconden verschijnt de diamanten ring om de zon. Om 10 uur, 30 minuten en 38 seconden is de zonsverduistering totaal: nu kan ik foto’s maken zonder infraroodfilter.

Het wachten wordt beloond. Plots is het erg schemerig en hoor ik geen vogels meer. Ook de sprinkhanen worden stil. Een magisch moment. In het begin van de totale zonsverduistering is de corona nog niet zo breed en zijn aan de zijkant van de zon de rode zonnevlammen te zien.

Tijdens de zonsverduistering neemt de corona flink in omvang toe, om geleidelijk weer kleiner te worden. Om 10 uur, 31 minuten en 32 seconden waaiert de corona het meest uit.

De volledige zonsverduistering duurt van 10 uur, 30 minuten en 38 seconden tot 10 uur, 32 minuten en 47 seconden: dan verschijnt de diamanten ring weer, een witte band rond de zon met de fonkeling van licht.

De volledige zonsverduistering duurt dus slechts ruim 2 minuten. In de verte hoor ik kreten van verwondering en ik ben blij dat ik vooral dicht bij de natuur sta. Daarna loopt het veld gaandeweg leeg. Als ik mijn foto’s bekijk blijken die gelukt: scherp, voor de zonsverduistering de zonnevlekken en tijdens de zonsverduistering de corona met enkele rode gasvlammen van de zon goed zichtbaar. Bij terugkomst in het hotel maak ik snel een back-up.

Mt Rushmore &amp Crazy Horse Memorial, South Dakota

Crazy Horse wordt een paar keer groter dan de 4 presidenten

We bezoeken het zo’n 270 kilometer ten noorden van Agate Fossil liggende Mount Rushmore National Memorial en het daar 25 kilometer van verwijderde Crazy Horse Memorial in de Black Hills. Bij Mount Rushmore maken we een rondwandeling langs de uitgehouwen 18 meter hoge hoofden van de vier Amerikaanse presidenten Washington, Lincoln, Jefferson en Roosevelt waaraan van 1927 tot 1939 is gewerkt.

Onderweg naar het Crazy Horse Memorial zien we wat bizons op een weide en prairiehonden die in holen leven. Erg storend is dat bezoekers van het pad af gaan en de weide oplopen, waardoor de bizons weglopen en de prairiehonden in de stress schieten. Ze piepen van de schrik.

Ik heb geen behoefte de weglopende bizons die de weg oversteken te fotograferen met in hun kielzog de tientallen toeristen die met hun camera of telefoon een foto willen maken.

Het Indian Museum of North America is een interessant museum met veel authentieke gebruiksvoorwerpen, kleding en kunstuitingen die aan de indianen herinneren. Ergens triest zijn de foto’s en schilderijen die taferelen van de indianen uit de 19e en 20e eeuw afbeelden: toen al gevestigd in reservaten. Het museum herbergt onder meer een collectie van Charles Eder, een Sioux-indiaan.

Vanuit het museum kun je met een pendelbus (een typische gele schoolbus uit Amerika, bekend van films) naar het Crazy Horse-monument dat nog in aanbouw is. De struiken langs de weg zijn afgeschermd met een roodwit lint: hier zitten namelijk mogelijk ratelslangen.

In een rots wordt hier een 195 meter lang en 172 meter hoog portret van Crazy Horse op een galopperend paard uitgehouwen. Al in 1948 werd begonnen met dit enorme werk, dat een antwoord is op Mount Rushmore. Crazy Horse was de leider van de Lakota, de Cheyenne en de Arapaho die in de 19e eeuw uiteindelijk de strijd om de Black Hills verloor van het Amerikaanse leger. Het initiatief voor dit gigantische beeld werd genomen door Siouxleider Henry Standing Bear.

Yellowstone National Park, Wyoming

10.000 warmwaterbronnen bovenop een enorme vulkaan

Op weg naar Cody, Wyoming, een vermoeiende busrit van zo’n 650 kilometer. Onderweg zien we Devils Tower, een grote monoliet in het noordoosten van Wyoming. Het oogt wat groenig. De reisleiding spreekt van erosie maar de monoliet betreft gestolde lava. De bus stopt kort, we mogen even uitstappen en maken wat foto’s vanaf een parkeerplaats.

Dit is niet de meest gunstige plek: er is sprake van tegenlicht en de weg staat ons in de weg. Er is geen gelegenheid om een betere positie voor het fotografen te vinden.

We passeren wat diepe ravijnen en bezoeken kort het Bighorn National Forest. Ik loop wat rondom de grote parkeerplaats en hoor ook hier de bruine sprinkhanen met hun typerende getjirp. Later tijdens de busreis zien we vanuit het raam in het hoge gras enkele kraanvogels. Cody is bekend om haar rodeo’s. Ik ga echter niet naar zo’n dieronvriendelijk evenement.

Vandaag bezoeken we het Yellowstone National Park, het oudste nationale park ter wereld (1872). Opmerkelijk hier zijn de warmwaterbronnen en geisers die met tussenpozen stoom de lucht inblazen. In totaal zijn er 10.000 warmwaterbronnen in dit park dat bovenop een enorme vulkaan ligt. Over vlonders lopend kun je overal dichtbij komen.

De Grand Prismatic Spring is de grootste heetwaterbron van Amerika: per minuut komt er zo’n tweeduizend liter water omhoog. Erg mooi vind ik de kalksteen­terrassen en de ultramarijne kleur van de heetwaterbron Canary Spring.

We bezoeken het Artist Point, op de rand van een klif aan de zuidkant van de Grand Canyon van Yellowstone, waar we een mooi uitzicht hebben op de kloof, de Yellowstonerivier en de Yellowstonewaterval. Ik loop een bospad op en zie een visarend boven mij vliegen. Er is geen tijd meer om op zoek te gaan naar het nest van de visarend dat hier ergens zou zijn.

In het Canyon Visitor Education Center kan men een geologische reis door de tijd maken die laat zien hoe dit bijzondere landschap op de top van een supervulkaan is ontstaan.

Grand Teton National Park, Wyoming

Kronkelende bospaden in ijle lucht

We vervolgen onze weg naar Grand Teton National Park in noordwesten van Wyoming. Het is eigenlijk een soort zuidelijke uitloper van Yellowstone National Park. Opvallend zijn de bloemen in de berm bij binnenkomst in Grand Teton National Park. Hier bevindt zich het steile Tetongebergte met de 4200 meter hoge Grand Teton.

Overal in het park kan men van vergezichten genieten. Bij de Brink of the Lower Falls staan we bij de bovenkant van de grote waterval die we eerder van ver zagen vanaf het Artist Point in Yellowstone National Park.

Ik merk dat het klimmend wandelen mij door de ijle lucht moeilijk afgaat. Maar het kronkelende bospad naar boven viel achteraf nog mee, want het afdalen blijkt veel zwaarder te zijn.

Het is zo’n 450 kilometer rijden terug naar Salt Lake City, waar we deze reis begonnen. Ik kijk terug op een reis met een ruime voldoende. Voordeel van de lange busreis (4000 km) is dat je een globale indruk krijgt van het landschap in diverse staten rond het zuidwesten van de VS. Maar het is vluchtig, de groep was te groot en de meeste stops waren te kort om goede fotosessies te doen. De hoeveelheid wild die ik zag viel me erg tegen: te druk en te laat op de dag. Het hoogtepunt was de eclips, de aanleiding voor deze reis.

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win