×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Centraal-Marokko

De vier koningssteden en het Atlas-gebergte

Reisverslag: Theo Sleyster
Foto's: Theo Sleyster

2 echtparen en 3 kinderen met twee 4WD’s door het prachtige landschap van Marokko. Van Casablanca aan de kust via Marrakech naar de Hoge Atlas. En naar de andere koningssteden Rabat, Meknes en Fès in de Midden-Atlas. Drukke medina’s, ruige bergen met diepe kloven en stille dorpjes, palmbomen en Romeinse ruïnes.

Casablanca, niet de hoofdstad maar wel de grootste miljoenenstad van Marokko, is een relatief jonge stad. Het centrum is erg druk: veel auto’s (en dus uitlaatgassen), overvolle taxi’s, brommertjes en ezels. Het koninkrijk Marokko heeft vooral Arabische maar ook Afrikaanse kenmerken. Als bezoeker dien je rekening te houden met de andere leefwijze in dit islamitische land. Daarom kleden we ons zo dat de armen en benen bedekt zijn. Het Arabisch is een lastige taal, maar met wat kennis van het Frans blijken we ons hier goed te kunnen redden.

Parkeermeters zijn er niet in Casablanca; je parkeert je auto hier onder toezicht van een man in een blauwe stofjas (een ‘gardien’), die daarvoor een kleine tip krijgt. Vlakbij Place Mohammed V ligt de medina, de oude markt van de binnenstad.

De medina bestaat uit smalle straatjes met kleine winkeltjes waar deels typisch Marokkaanse producten worden verkocht: specerijen en tapijten, maar ook schapenkoppen. Verspreid door de stad liggen kleinere marktjes.

In Marokko kom je nog relatief veel armoede tegen. In Casablanca zie je de armoede onder andere in de sloppenwijken. Bij het centrum en langs de autowegen aan de rand van de stad liggen veel afgegrensde terreinen met golfplaathutjes. Deze worden bewoond door werkzoekende Marokkanen uit de arme en droge binnenlanden (o.a. Berbers) en door werkenden met een bescheiden inkomen die zo nog een beetje geld weten over te houden.

Een enorm contrast hiermee vormt de reusachtige, nog niet zo lang geleden voltooide Hassan II-moskee. De kleurige moskee, met ervoor een weids plein, is prachtig aan zee gelegen. Het is een van de weinige voor niet-moslims toegankelijke moskeeën. Je betaalt voor een bezoek wel 25 euro. Ook binnen is het een en al luxe.

Marrakech

Een plein vol slangenbezweerders en verhalenvertellers

Het echte Marokko ontdekken we vooral in het binnenland. Vanuit Casablanca komen we, na een paar uur rijden door een licht heuvelachtig landschap, aan in Marrakech. Deze stad, met veel rose-oranje huizen, ligt vlak voor de Hoge Atlas. De buitenwijken hebben veel hotels en voor je het weet word je vriendelijk geholpen door een locale gids op een brommer die je wel naar een hotel brengt. Hij brengt ons naar het hotel dat wij reeds vooraf gereserveerd hebben en wacht vervolgens op ons. Graag wil hij ons iets van de stad laten zien.

We waren gewaarschuwd, maar toch. We laten ons door hem naar een paleis leiden. Nou ja, een tapijten-‘paleis’ oftewel een truc om ons in bepaalde winkels te krijgen. Dit is natuurlijk niet onze bedoeling en met moeite – en kosten – weten we deze pseudo-gids af te schudden. Tip: zoek van te voren uit wat je wilt zien. Meestal kun je prima zonder gids een stadscentrum verkennen. Sommige steden hebben strenge regels tegen nep-gidsen.

Nadat we de auto vlakbij de grote moskee met de beroemde Koutoubia-minaret hebben geparkeerd maken we een korte wandeling naar het grote centrale plein van het 1000 jaar oude Marrakech. Op dit Jemaa el Fna-plein genieten we van de vele kleine shows: van slangenbezweerders tot acrobaten en van hennaschilders tot verhalenvertellers. Van de ‘rijke toerist’ wordt hier voor het kijken, fotograferen of videofilmen al gauw een flinke ‘fooi’ verlangd.

Vervolgens lopen we door naar enkele winkelstraatjes. Noordwaarts komen we uit bij een medersa. Dit is een soort oude religieuze universiteit (koranschool). Mooi om te bezichtigen en om even te genieten van de rust.

Zuidelijk van het plein maken we een wandelingetje naar de graftomben van de Saadiers. De mooi bewerkte sultangraven liggen verstopt achter een muur aan een opvallend rustige binnentuin met palmen en sinaasappelbomen. Hier niet ver vandaan is het overdag ook mogelijk het Bahiapaleis te bezichtigen. Wij komen helaas net te laat.

Tegen de avond gaan we nog even terug naar het plein en eten op het terras van een restaurant een Marokkaanse tajine, een stoofschotel in aardewerken kom met kegelvormig deksel.

Ondertussen genieten we van de gezellige drukte op het plein, waar inmiddels vele eenvoudige maar bijzondere eetstalletjes zijn neergezet.

De Hoge Atlas over

Over rotsige heuvels en zanderige paden

Nabij Marrakech ligt de imposante Hoge Atlas, met toppen van rond de vier kilometer. Zuidwaarts zijn mooie dagtochten of meerdaagse rondtochten te maken. Wij gaan echter oostwaarts de 31 op.

Na een uur rijden klimmen we via een goede weg omhoog de rood-rose bergen van de Atlas in. Omhoog slingerend komen we langs de weg walnoot- en mineralen-verkopers tegen. Je kunt deze wat opdringerige verkopers negeren, maar zo’n mooie edelsteen is als souvenir toch wel leuk. Natuurlijk hoor je ook hier wat af te dingen.

Via enkele dorpjes bereiken we de 2260 meter hoge pas Tizi n’Tichka. Hier vlakbij kan ‘s winters geskied worden! Aan de oostzijde van de bergketen dalen we de streek achter de Atlas in. We maken met een 4WD een flink ommetje over grotendeels smalle grindwegen.

Kort na de top slaan we daarvoor linksaf richting Telouet en rijden langs een kleine mooie canyon en wat eenvoudige dorpjes. Kinderen in de dorpen vragen – soms lief, soms brutaal – om een stylo (balpen) maar een snoepje is ook goed.

Onder aan de Atlas bevindt zich Aït Ben Haddou, een oud kasteelachtig complex – ook bekend van filmopnamen – dat je ook via een korte zijtrip vanaf de verharde weg kunt bereiken. We zetten de tocht oostwaarts voort en rijden via Ouarzazate (spreek de ‘ou’ uit als ‘w’) naar Zagora. Het is een mooie route over een kleinere bergketen, de Jebel Sarhro.

Richting Zagora gaan we de Vallei van de Draa in, waar veel palmdorpen liggen. Doordat we de tragere bergroute namen, wat een paar uur langer duurde, rijden we op het laatst wel in het duister. Dat is oppassen, want de bewoners langs de route verplaatsen zich meestal te voet of op een ezel over de niet verlichte straten.

De volgende dag rijden we een stukje terug door het Draa-dal en gaan dan rechtsaf, verder oostwaarts richting Nkob en Erfoud. Het landschap gelegen achter de Hoge Atlas is kaal en rotsig met af en toe zanderige woestijn. Algerije ligt hier vlakbij. Een echt woestijnlandschap (zoals in de Sahara) zie je hier nog niet en de weg is goed te berijden.

Onderweg picknicken we midden in een leeg landschap, maar plotseling verschijnen kinderen uit een naburig gehuchtje. Onderweg passeren we vaker kinderen die bedelen om een pen, snoep, eten en kleding. We geven de kinderen ditmaal wat van onze stokbroden en laten het daarbij. Ze willen meer en wanneer we vertrekken dreigen ze uit teleurstelling met stenen te gooien. Later op de dag ontmoeten we in nog meer verlaten landschappen ook vriendelijker kinderen.

Halverwege kiezen we voor een binnendoor-route met de 4WD naar Tinerhir, via de moeilijk te vinden afslag linksaf in Alnif. Over rotsige heuvels en zanderige paden met plassen (het heeft veel geregend) rijden we een beetje avontuurlijk met de jeep, ook door een enkele ondiepe rivier.

Heb je de tijd (of een gewone auto) dan kun (of moet) je doorrijden voor een overnachting in Erfoud of omgeving, waar je de zandduinen van Erg Chebb kunt bezoeken. Vervolgens kun je dan naar Tinerhir, dat direct tegen de Atlas ligt.

Tinerhir is een aardige plaats in een mooie omgeving. We worden er ‘s avonds op straat aangesproken en uitgenodigd – zonder enige verplichting – een bezoek te brengen aan een Berber-vrouw die bijzondere bruidstapijten maakt.

In een straatje nabij het centrum betreden we een eenvoudige woning, waar we gastvrij worden onthaald. Een paar vrouwen bij een weefgetouw en de gastheer tonen ons in de woonwerkkamer hoe het weven gaat en schenken ons gezeten op een tapijt een glaasje thee.

Tot slot worden we naar een kamer gebracht met stapels tapijten. Zo wordt gastvrijheid gemengd met handel. Met gemengde gevoelens beleven we deze toch wel leuke kennismaking. We laten ons verleiden een mooi tapijtje te kopen.

De volgende dag maken we een prachtige rit naar de Gorge du Todra. Dit is een kloof van enkele tientallen meters breed met vrijwel loodrechte bergwanden van honderden meters hoog.

Als je wilt kun je een dagtrip maken via een bergrit over een zeer rotsige weg naar Boulmane (een halve lus) of zelfs in 2 dagen oversteken naar de noordwestkant van de Atlas. Dit is meer iets voor een groep met meerdere 4WD’s. Wegens instabiel weer kiezen wij ervoor om vanaf de Gorge weer terug te rijden naar Tinerhir en de verharde weg te vervolgen naar Boulmane (richting Ourzazate).

Hier maken we een tweede zijtrip nu naar de Gorge du Dades. Een prachtige weg langs rode bergen en even rode dorpjes tot aan een stijgende grindweg. Dezelfde dag rijden we nog via een vrij vlakke en lange route naar Ouarzazate. Vanwege de uitzonderlijke regenval vandaag rijden we dit stuk door een kletsnatte woestijn – ook apart – en over af en toe overstroomde stukken weg. Onderweg passeren we vele kasteeldorpen.

In het grote Ouarzazate staan enkele luxe hotels. Via dezelfde Atlas-route en pas – dit blijft prachtig – rijden we de volgende dag via Marrakech terug naar Casablanca.

Rabat

Je kunt jezelf trakteren op een schapenkop

Vanuit Casablanca reizen we verder naar Rabat, de hoofdstad van Marokko. Deze stad is duidelijk schoner en prettiger dan Casablanca. Er zijn in Rabat bovendien een aantal leuke dingen om te bekijken.

We parkeren bij de stadsmuur en wandelen vanaf Boulevard Hassan-II via een poort naar de vrij rustige medina, met een leuke en plezierige parallelle hoofdstraat (Rue Souika). Je kunt jezelf hier trakteren op een slokje water van een waterverkoper of op een schapenkop.

We wandelen in de richting van een oud kasteel (linksaf via Rue des Consuls naar het Oudaïa-kasba). Het kasteel is een ommuurd Spaans aandoend dorpje met op de ommuring kanonnen en aan de achterkant een fraai restaurant met terras. We hebben hier een mooi uitzicht op de oceaan en het aan de overkant van riviermonding gelegen Salé. Deze buurstad heeft ook weer een oud binnenstadje maar wij bekijken er alleen even het imposante kerkhof dat tegen de rivier aan ligt.

Terug in Rabat brengen we nog een alleraardigst bezoekje aan het koninklijke grafmonument, het mausoleum van koning Mohammed-V en Hassan-II, nabij de oude Hassan-toren.

Ook gaan we nog naar de rustiek en schilderachtig gelegen oude Romeinse ruïne van Chella.

Meknes

Voor wat snoep loodst een jongetje ons terug

Vanaf Rabat loopt oostwaarts een goede autoweg richting Meknes en Fès, de twee koningssteden die we nog niet hebben bekeken. Meknes met zijn witgekalkte huizen en groene daken is evenals Rabat een redelijk overzichtelijke en plezierige stad met een fraaie, niet te grote medina.

Ook hier is er weer een bezienswaardige medersa. Aan de rand van de medina tegen een stadsmuur zie je in de Rue Sekakine een grote verscheidenheid aan handeltjes, van mooie spullen tot lompen en slakken. Teruglopend kijken we ook even in het overdekte winkelcentrum, dat tegen het plein aan ligt. Hier is een kleurrijke markt met verse artikelen als vlees, olijven en fruit. Het grote centrale plein is een iets te mooi gerenoveerde plek met mooi uitzicht op een paar stadspoorten.

Achter de Bab Mansour ligt een rustige wijk met nog enkele bezienswaardigheden, zoals het mausoleum van een heilige bruut. We besluiten geen lange wandeling te maken langs de paleismuur maar trekken de woonwijk in, om daar te verdwalen. Voor wat snoep worden we door een jongentje weer terug geloodst. We overnachten in Meknes in hotel Transatlantique met een fraai uitzicht op de grote oude ommuurde stad.

Via de volgende mooie route rijden we naar het vlakbij gelegen Fès. We maken daarbij een kleine omweg langs Moulay Idriss, de min of meer heilige stad waar de botten liggen van de stichter van Marokko.

We komen er aan op een plein, waar we een muntthee drinken op een met mannen bevolkt terras. Van daar wandelen we omhoog de straatjes in van het op twee toppen gelegen dorp. Verderop op de route naar Fès komen we ook langs Volubulis. Het is leuk om door deze rustig gelegen opgegraven Romeinse stad te lopen. Vergane glorie met aardige tempelresten en mozaïekvloeren. Een goed hotel ligt er vlak naast. Wij vervolgen de route naar Fès via het deels kale Zerhoun-gebergte.

Fès

Even een deuropening in om een pakezel door te laten

Fès is een erg grote stad met een enorm grote medina, de Fès el Bali. We bezoeken de stad net tijdens een officieel bezoek van de populaire koning en dus is er een enorme drukte in bepaalde stadsdelen en zijn vele wegen afgezet.

Ook het vinden van een hotelkamer blijkt hierdoor moeilijk maar met behulp van een gids – wij dachten eerst van doen te hebben met weer een nepgids maar hij kon een pasje tonen – vinden we toch nog een eenvoudige hotelkamer in het moderne centrum.

Voor een bezoek aan het grote oude centrum kan een officiële gids prettig zijn, maar het is waarschijnlijk niet echt noodzakelijk.

Af en toe een beetje verdwalen in deze doolhof-medina is eigenlijk best aardig. Je kunt altijd een winkelier of een kind de weg vragen.

 

Bezienswaardig zijn de poort Bab el Jeloud en de smalle, stijgende en dalende straatjes van de middeleeuwse medina, de grootste ter wereld. Deze staatjes zijn soms zo smal dat je even in een deuropening moet staan om een pakezel door te laten.

Via een leerwinkel maken we een doorsteek naar een punt met uitzicht op de huidenlooierij en -ververij. Het is maar een van de vele middeleeuwse tafereeltjes die we hier zien.

De medersa in deze drukbezochte stad is te vol. Hoewel Marrakech en Fès wellicht de meest imposante koningsteden zijn, zijn Rabat en Meknes geschikter voor een meer relaxed bezoekje.

Tot slot maken we vanuit Fès nog een aardig uitstapje naar de zuidelijk gelegen Frans aandoende stadjes Ifrane en Azrou in de Midden-Atlas. De weg van Azrou terug naar Meknes geeft een mooi uitzicht over lager gelegen bergketens.

 

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!