×
Welkom Reisverslagen Reizen Boeken Blog Anders Reizen Contact

Cultuur en natuur in Andalusië

Witte dorpen liggen in een fraai berglandschap en een ongerepte natuur

Reisverslag: Luk Carion
Foto's: Luk Carion

Andalusië heeft meer dan genoeg te bieden voor een rondreis van een maand. Het is dan ook een grote uitdaging om in een week de hoogtepunten te bekijken en een evenwicht vinden tussen cultuur en natuur. Vanuit twee uitvalsbases wordt het zuidwesten van de provincie verkend: Antequera (boven Malaga) en Montellano (onder Sevilla). Behalve Granada en Sevilla worden Ronda, El Torcal en een hele serie witte dorpen bezocht.

Na een erg sombere winter en natte lente is de lokroep van de zon heel groot: een reis naar Andalusië, voor ons onbekend terrein, doch het vooruitzicht op mooi en warm weer volstaat om deze reis te plannen. De uitdaging is groot: op een week tijd de hoogtepunten van Andalusië bekijken, een evenwicht vinden tussen cultuur en natuur, tussen inspanning en ontspanning.

Een reis voorbereiden is al wat reizen: 2 hotelletjes, de huurwagen en de vluchten worden via internet geboekt. Reisbeschrijvingen worden gelezen en hop… na de sombere dagen vertrekken we half mei naar het zonnige zuiden.

De verbazing is groot als we na een vlucht van twee uur dertig vanuit Brussel in Malaga in somber weer terecht komen. Het begint zelfs te regenen. Eerst de huurwagen ophalen, we hebben geluk: in plaats van een Peugeot 206 krijgen we voor dezelfde prijs een Ford C-Max diesel, een soort monovolumewagen.

Het wordt vlug duidelijk dat de Spanjaarden heel zenuwachtige chauffeurs zijn: getoeter alom, maar dat went. Er worden heel veel nieuwe rotondes aangelegd die ook op onze PDA- routeplanner nog niet aangeduid zijn: soms heeft de rotonde voorrang, soms ook niet. Dat werkt verwarrend.

Het is zeker wennen aan de smalle straatjes: laat dus best je wagen in de steden achter op een parking en riskeer je niet in de centra van dorpjes. Het aantal stukgereden buitenspiegels en krassen is onnoemelijk, om te zwijgen van de lekke banden: een contact met de hoge boordstenen van de straat doet gegarandeerd de band scheuren.

Antequera

Een eeuwenoude stad gedomineerd door een Moorse burcht

We nemen de autoweg naar Antequera, onze eerste bestemming waar we drie dagen zullen overnachten. Na de route vanuit Malaga (we verbazen ons over de enorme plantsoenen van olijfbomen) aangekomen in ons hotel: een eenvoudige verblijfplaats, doch zeer verzorgd (heel Andalusië gaf ons overigens een verzorgde indruk) voor minder dan 40 euro per nacht.

Antequera is, zoals de naam al laat vermoeden, een heel oude stad en wordt gedomineerd door de Alcazaba (Moorse burcht) vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de stad en de weidse omgeving. Verder is het leuk wat rond te dwalen in de stad, een klooster te bekijken of de arena van de stierengevechten (met gratis museum) te bezoeken.

Na de toch vermoeiende reis willen we ‘s avonds iets gaan eten. Om 8 uur blijken we de eerste klanten te zijn en we worden vriendelijk verzocht toch nog minstens een half uurtje geduld te oefenen. Doorgaans eten de Spanjaarden pas na 9 uur: je ziet ook dat de stad dan pas echt tot leven komt.

Wij vinden dit wel laat en hebben het later anders opgelost, door enkel ‘s middags ruim te eten en ‘s avonds enkele tapas te snoepen, wat voldoende is. In ieder geval: het eten is steeds erg smakelijk, verzorgd en volgens ons ook heel hygiënisch klaargemaakt. De porties zijn heel ruim: pas dus op als je een voorgerechtje neemt.

Granada

Het Alhambra is wel erg indrukwekkend

Uiteraard valt binnen een Andalusië-trip een bezoek aan Granada niet weg te cijferen. Na een trip van zowat 80 km parkeren we onze wagen in een betalende parking. Dit is aangewezen voor alle steden, je staat veilig en niet te ver van het centrum.

Het weer oogt iets beter, doch de zon zal zich vandaag haast niet laten zien: achteraf bekeken is dit ideaal voor een stadsbezoek.

De kathedraal (die zeer beperkte openingsuren heeft, en er dient toegangsgeld betaald te worden) is in vergelijking met die van Sevilla een dwerg, de koninklijke kapel ernaast is gratis toegankelijk en heeft een heel interessant 16de eeuws koorhek en een prachtig retabel.

Daarna te voet naar het Albaicín, de Moorse wijk: een wirwar van nauwe straatjes op een heuvel rechtover de heuvel van het Alhambra. Vanaf de mirador van St Nikolas hebben we een subliem uitzicht op het Alhambra.

Van het Alhambra wisten we dat het aantal bezoekers per dag beperkt wordt: daarom boekten we via internet onze tickets wat uiteindelijk een grote vergissing bleek: volgens de website waren er enkel nog tickets voor 19u ‘s avonds. Ter plaatse blijkt evenwel dat je nog tickets kunt kopen voor een bezoek op meerdere tijdstippen in de namiddag.

Koop dus je tickets ter plaatse (ga bijvoorbeeld ‘s morgens tegen openingstijd), zeker buiten het drukke seizoen moet dit lukken en de maand mei was nergens echt druk. We hebben al wat kilometers in onze voeten dus nemen we het busje (Nr 32-31) naar boven. Het Alhambra is wel erg indrukwekkend: een enorme Moorse burcht.

De paleizen zijn onvergetelijk. De tuinen (Generalife) die ook als zo mooi omschreven worden vallen ons bloemen- en plantenliefhebbers wel wat tegen. Aangezien we tijd zat hebben, nog 2 uur wachten eer we de paleizen zelf binnen mogen, zit een dutje erin op een van de vele banken in de Generalife langs een stromend beekje of een fonteintje.

Van de fonteinen en watervalletjes moet je je niet teveel voorstellen: wat de oorzaak is weten we niet, maar haast geen enkele fontein functioneert. In Sevilla hebben we herzelfde meegemaakt: watergebrek? In ieder geval is heel het Alhambra een ‘must’ waarvoor je een halve dag moet nemen. ‘s Avonds voelen onze voeten pijnlijk aan: het Albaicín en ook het Alhambra moet bewandeld worden op keien: niks voor sandalen, zorg dus voor steviger schoeisel.

Een dagje rusten aan zee… denken we. Dus richting Malaga en vandaar langs de Middellandse Zee westwaarts, voorbij Torremolinos want drukke badsteden interesseren ons niet. We komen aan in een stadje voorbij Torremolinos doch dat blijkt even druk: luidruchtige Britten, winkeltjes, een drukke kustweg, wat een tegenvaller.

Na een uurtje houden we het voor bekeken en rijden via kleine banen en dorpen terug richting Antequera. De oostelijke kuststrook van Malaga was wellicht een betere keus geweest. Of je moet nog een 20-tal km verder rijden, zoals we de laatste dag ondervinden.

El Torcal en Ronda

Merkwaardige rotsformaties en een stad langs een diep ravijn

Enkele kilometers ten zuid-oosten van Antequera ligt het natuurfenomeen El Torcal: een kalksteengebergte dat door erosie heel bizarre vormen heeft aangenomen.

De weg naar het bezoekerscentrum leidt via een kleine weg helemaal naar boven en biedt prachtige uitzichten. Op de parking nemen we de ‘groene’ wandeling doorheen dit natuurreservaat: één uur wandelen op een goed bewegwijzerd pad met fraai uitzicht op de merkwaardige rotsformaties.

Boven in de blauwe lucht cirkelen enkele arenden. De flora is ook heel gevarieerd: hier valt duidelijk meer regen dan aan zee of op het platteland.

In Montellano ligt ons tweede hotelletje. We bezoeken eerst het alom geprezen Ronda dat op onze weg naar Montellano ligt. Onze eerste indrukken vallen nogal tegen: een vrij grote stad en we moeten een heel eind lopen vooraleer we het historisch centrum bereiken.

Een bezoek aan de oude stad maakt echter veel goed: wandelen door de straatjes, langs de stadsmuur. Een diep steil ravijn, de Tajo, scheidt de oude en de nieuwe stad. Aan de rand van de 200 meter hoge loodrechte afgrond hangen de huizen als zwaluwnesten. Een duizelingwekkende brug overspant de afgrond. Erg mooi allemaal.

Andalusië geeft ons ook hier een heel rustige indruk: niet teveel toeristen. Zou de maand mei dan ideaal zijn voor deze trip? Toch weten ze hier de toerist te pluimen: 6 euro voor twee drankjes, op het platteland betaal je hiervoor minder dan 2 euro.

Montellano en de Pueblos Blancos

Witte dorpen in een fraai berglandschap en ongerepte natuur

Montellano is een rustig vredig dorpje, ideaal als uitvalsbasis voor Sevilla en de Pueblos Blancos. Deze ‘witte dorpen’ liggen allemaal in een fraai berglandschap en ongerepte natuur. Ze getuigen van een Moors verleden. Ze zijn uiteraard stralend wit en hebben smalle, kronkelende straatjes.

Er bestaat zelfs een hele route van deze Pueblos Blancos, doch de hele route vergt meerdere dagen. We moeten ons dus beperken tot een selectie.

Arcos de la Frontera is niet alleen het eerste dorp op onze weg maar ook het grootste en daarom voor ons minder charmant.

We wandelen wat door de straatjes en een korte regenbui verplicht ons in een bar te schuilen en enkele tapas te eten. We besluiten door te rijden naar het volgende dorp, El Bosque. Dit heeft al meer een dorpskarakter doch kan ons ook niet echt bekoren. Is het door het sombere weer vandaag?

Via de rijden we A372 naar Grazalema, en dat kan terecht een wit dorp genoemd worden: het is wellicht één van de schilderachtigste van alle witte dorpen. Het is ook het natste dorpje van Spanje: door condensatie van de warme wolken in de bergen ontstaat hier heel veel neerslag. We kuieren door de nauwe straten, genieten van het prachtige uitzicht en drinken iets in de plaatselijke bar: hier is de tijd nog blijven stilstaan. Ooit was Grazalema een textielcentrum maar daar merk je nu niets meer van.

Vanuit Grazalema rijden we via de CA531 over de spectaculaire bergpas Puerto de las Palomas naar Zahara de la Sierra. We rijden steeds hoger en moeten door de wolken heen. Het uitzicht op de Sierra de Grazalema en de verre omgeving is wondermooi.

De afdaling naar Zahara (haarspeldbochten) vergt heel wat stuurkunst maar wordt beloond met een magnifiek zicht op het enorm grote stuwmeer Embalse de Zahara. Deze smalle baan is wellicht niet geschikt voor mensen met hoogtevrees maar een aanrader van formaat als je de Sierra wil zien. Op een mirador bekijken we de omgeving, enkele arenden zweven hoog in de lucht. Het natuurschoon is onbeschrijfelijk.

Na de afdaling bereiken we Zahara, voor ons de mooiste Pueblo. We parkeren de wagen bij de ingang van het dorp en wandelen door de hoofdstraat. De zon is intussen opnieuw van de partij, wat alles meer kleur en relief geeft. Het wit van de huizen doet soms pijn aan de ogen!

Helemaal op het einde van de straat bereiken we een erg gezellig pleintje met een fonteintje waar je even kan uitblazen op een terrasje: zalig genieten. Terrasjes vind je overigens heel weinig in de Pueblos, de mensen zoeken de koelte op van de huizen, die met hun dikke muren en airco de warmte buiten houden.

Sevilla

De groene hoofdstad van Andalusië

60 km ten noorden van Montellano ligt Sevilla. De weg leidt door een Toscaans landschap; glooiend, begroeid met graan (de streek van Sevilla is de graanschuur van Spanje), zonnebloemen en olijven.

Ook in Sevilla parkeer je best de wagen in een parking: wij doen dit ter hoogte van de brug Isabel II, in parking Colon, en dit is op slechts enkele minuutjes stappen van het historisch centrum.

In vergelijking met Granada is Sevilla veel groener, meer parken, (palm)bomen. Het zal meer met de grondsoort te maken hebben dan met de temperatuur: Sevilla wordt immers de braadpan van Spanje genoemd.

In deze stad kan je rustig een hele citytrip van enkele dagen maken. Wij beperken ons tot de hoogtepunten: de gotische kathedraal (heel mooi, zowel binnenin als van buiten), de toren van de kathedraal (de Giralda, een oorspronkelijke minaret die deel uitmaakte van de moskee, een beklimming tot de klokkentoren wordt beloond met een uniek zicht op heel de stad), de Barrio de Santa Cruz (joodse wijk) met haar nauwe straatjes, de Alcazar met de paleizen, de Torro del Oro (Moorse verdedigingstoren, ook opslagplaats vroeger van de schepen die van overzee kwamen, vandaar de naam ‘gouden toren’), het Spaanse plein. Allemaal zeer mooi en interessant, een bezoek meer dan waard.

We besluiten ook even de overkant van het kanaal te bekijken: aan de Puente Isabel II zijn terrasjes, met mooi zicht op de historische gebouwen. Hier laten we onze voeten wat rusten. Op onze terugweg naar de wagen eten we nog een ijsje: het is immers bijna dertig graden warm geworden.

Pueblos Blancos

Ook hier zien we heel veel bloemen langs het pad

We kunnen er niet genoeg van krijgen: na de grootstad Sevilla rijden we opnieuw naar de bergen en de Pueblos Blancos. Via Ubrique, wat ons ook veel te groot leek om te kunnen bekoren, naar Benocaz. Benocaz is heel mooi gelegen tegen een bergflank.

We stappen naar het bovenste deel van het dorp en vinden er de meer dan 300 jaar oude restanten van het vroegere originele dorp. Vandaar gaat het weggetje naar een kapel met kruisweg: het biedt een mooi zicht op het dorp. Ook hier zien we heel veel bloemen langs het pad.

Van Benocaz via een mooie baan naar Villaluenga del Rosario, een heel vredig dorpje dat door de toeristen nog niet ontdekt is. Aan de kerk bevindt zich een mooi met bomen beplant pleintje. Op de banken zitten enkele bejaarde inwoners een babbeltje te slaan. Even verder bereiken we de stierenvechtersarena, gebouwd tegen de bergwand.

Aan het pleintje bevindt zich een café: we besluiten er onze dorst te lessen. Een oudere dame bedient ons vriendelijk en op onze vraag (eerder wat gebarentaal) of we er ook iets kunnen eten wordt heel bevestigend knikkend geantwoord. We eten er lekker: kip en ikzelf konijn en dat alles heel goedkoop.

Wat eten en drinken betreft mijden we ons van de toeristische centra en gaan zoveel mogelijk waar de Spanjaarden zelf ook gaan: je krijgt er lekker eten voor weinig geld.

Laatste dag en terugrit van 160 km naar Malaga. We verkiezen de prachtige baan via Ronda naar San Pedro, de A376, met mooi uitzicht op de Middellandse Zee. Nog tijd om even naar het strand te gaan en in de zon te zitten: hier vind je nog kleinere badplaatsen, ver van het massatoerisme. We genieten nog een laatste keer van de staalblauwe lucht en de warmte van de zon.

Banner Stem & Win

Zelf een reisverslag schrijven

De honderden reisverslagen op deze site zijn allemaal geschreven door reizigers zoals jij en ik. Ook jouw verslagen zijn welkom: over nieuwe bestemmingen, maar ook over bestemmingen waarover al verslagen op de site staan. We mailen je graag onze uitgebreide tips en aanwijzingen voor het schrijven en aanleveren van een reisverslag.
Ik wil zelf schrijven!
Banner - Stem & Win